BIJVOEGSEL VAN „7 VUEGEND BLAADJE", 99 van WOENSDAG 5 JUNI 1912. ■IEUWSBERICHTEB. HELDER, 4 Juni. Invoering grijs-groene uniform. Vermoedelijk zal binnen enkele maanden de gewijzigde uniform voor de officieren en de onderofficieren worden ingevoerd, nadat de nienwe modellen door Hare Majesteit de Koningin zullen z\jn vastgesteld. Het ligt in de bedoeling te bevorderen, dat aan alle officieren en aan de vrijwillig- dienende onderofficieren, niet behoorende tot de Vest.-Artillerie, de Pontonniers, de Torpe- disten, de Pantserfort-Artillerie en de Ad ministratietroepen wordt vergund, na de vast stelling der modellen (dus vermoedelijk over 2 A 3 maanden) zich in de nieuw grijB-groene uniform te kleeden en hunne uniform van donkerblauw laken van het tegenwoordige model af te dragen over een tijdvak van minstens d r ie j a a r. Behalve de Infanterie, zullen ook de min deren der compagnieën Wielrijders en der Mitrailleur-afdeelingen zoodra doenlijk de grijs-groene uniform dragen. Bjj het korps Rijdende Artillerie wordt een grijs-groene veldkleeding ingevoerd, zoo dat de uitgaans-tenue voor dit korps de bestaande uniform blijft. De Minister van Oorlog zal omtrent het bovenstaande spoedig nadere regelingen meer omstandig bekend maken. IJmuiden, 3 Juni. In de laatste weken worden telkens Engel- sche stoomtrawlers naar hier verkocht, waar door de IJmuider vloot steeds grooter wordt en dus meer en meer in de behoefte kan voorzien. Het is dan ook thans eene zeld zaamheid een buitenlandschen stoomtrawler in de haven te zien. De Katweker haringvloot, welke geregeld hier klaargemaakt wordt voor de visscherij, zeilt zoo langzamerhand voor de éérste reis uit. Het aantal in Katwijk thuisbehoorende sohepen ging in vergelijking met het vorig jaar met 11 achteruit, wat in hoofdzaak ontstond door het uit de vaart raken van de bomschepen. Bij vergelijking met den vischverkoop van Mei 1911 valt thans eene vermeerdering van f 70.826.62 te constateoren. n.1. f294.950.91 in Mei 1911 tegen f 365.277.53 in dezelfde maand van dit jaar. Een kantoorlooper beroofd. Gauwdieven hebben Vrijdagochtend weder op een bekende manier hun slag weten te slaan en een kantoorlooper van zjjn porte feuille beroofd. Toen omstreeks kwart over tien een looper van het commissionnairskantoor der firma Mirandolle, Vottte Co., aan de Heeren gracht, te Amsterdam het hoofdpostkantoor wilde binnengaan, liepen plotseling tweo mannen tegen hem aan. Zij kwamen door den doorgang die uitsluitend voor ingang is De looper greep onmiddelijk naar de bin- nenjaszak waarin hij zijn portefeuile met geld had geborgen, doch de zak was reeds ledig. Hij was zoo bij de hand onmiddelijk zich op een van het tweetal, dat hem tegen het lijf had geloopen, te werpen en dien zoo stevig vast te houden, dat de man ge arresteerd kon worden. De tweede kon in het oogenblik van verwarring ontsnappen en was tot heden onvindbaar. De gegrepene is vermoedelijk een Duit- sober. De portefeuille werd niet op hem gevonden, alleen was hy in het bezit van een re$u van goederen die aan het Centraal Station ter verzending gereed staan. De man blijft voorloopig aangehouden. In de portefeuille bevond zich een bedrag van ruim f 1900. Nader meldt men: De beide mannen, die Vrijdag den looper van den commissiehandel Mirandolle Voüte Co., in den uitgang van het postkantoor te Amsterdam tegen het lijf liepen, waren Vrijdagmorgen omstreeks negen uur aan het Centraalstation aldaar aangekomen. Zjj had den elk een city-bag bjj zich en gaven die voorwerpen aan het station in bewaring. De Klitie heeft gepoogd, toen de gearresteerde litscher die mededeeling deed, beide tas- sohen in beslag te nemen, maar de voort vluchtige Duitscher had omstreeks half-elf zjjn city-bag teruggehaald en zal waarschijn lijk per trein in een of andere richting zjjn verdwenen. In de tasch van den gearresteerde werd niets verdachts gevonden. Het bedrag aan geldswaarde in de ont futselde portefeuille is f 1950. Afbraak van den Dam. In de laatste uitgave, No. 37 van de Jaar cijfers over 1911, vanwege de Statistische Mededeelingen, uitgegeven door het „Bureau van Statistiek" te Amsterdam, is ook opge nomen de oppervlakte van de wijken der gemeente, loopende tot Maart 1912. Daarbjj vertoonen almee de bescheidenste cijfers die wjjken, welke te zamen vormen onzen Dam en omgeving, dat zjjn wjjken E., H. en J., respectievelijk met 7.7980, 10.5740 en 6.9850, gezamenlijk dus ongeveer 25 H.A. Maar nu ware het de moeite waard, eene na te gaan, hoeveel er van deze, als dicht bebouwde wjjken beschouwde buurten op het oogenblik als ,bebouwd" kunnen worden aangemerkt Wjj gelooven niet, dat er ooit ergens ter wereld een stadbuurt, vormende hel stads- middenpunt, te vinden is geweest laten we Carthago, San Francisco en Messina uitzonderen waar in een ommezien zóóveel rbebouwds" tot »onbebouwds" is herleid. Het tiert er als een vreeslijke ziekte, een huizen-infectie, een pestilentie, die op steen en hout neervalt, een epidemie, die van den zolder tot den kelder de perceelen aantast. Hoe grjjpt dit om zich heen; hoe tast het aanhoe slinkt alles weg, en vervalt tot puin en gruis I Wanneer men dezen afschuwelijken ravage nu in zjjn geheel wil overzien, heeft men zich te plaatsen op het midden van den Dam, tegen het monument van Naatje, die als de versteende symboliek van afbrekerjj, met armloos gebaar het meedoogenloos rernie- lingsteeken schijnt aan te geven. Dan is er eerst in het maatloose huizengat van vroegeren Vijgendam, met den vreemd- open doorkijk tegen de Warmoesstraat-huizen, met den nooit in het daglicht gekomen ingang van de Damstraat, met den nu onbelemmerden blik op de huizen aan den „stillen" kant parodie I van het Rokin. Het kantoor van een ex-bankiersfirma, dat daar als degelijke werkloods is ingericht, verrijst er op don weggetooverden Vijgendam als een eenzame baken, want het sedert eeuwen geïsoleerd daar staande Commandants huis ligt dezer dagen bijna ter aarde, zjjn roemrijke traditie met den effen Dam gelijk. Naar den zuidkant, het Rokin langs, is de verwoesting, aangericht door de niets ont ziende sloopersbenden die nu niet meer staken, maar met lustig vergaarde krachten hun rust willen inhalen niet zoo algemeen doch daarom niet minder treffend. Want twee bressen zjjn daar geslagen, ruw het huizen gelid vertrapt, zoodat het ljjkt of de Amster- damsche Reus uit den hall van het Rijks museum is weggekuierd, om hier even zjjn twee plompe reuzenvoeten te komen neer zetten. De vernieling noordwaarts van den Dam is niet meer zoo ontstellend, omdat er in plaats van de verwoeste slooping van een van de oudste dierbare stukjes van vroeger Amsterdam, het hartje van Damrak en oude Warmoesstraat, reeds een nieuwe ópbouw den modderkuil uitgroeit, met al de levendige werkherrie om de nienwe Effectenbeurs. Maar van verfijnde vernielzucht ljjkt het kappen van de vriendelijke boompjes die reeds in blad kwamen, welke op het Beursplein aan de stjjve Berlage-pomp wat sier trachtten te verleenen. Daar komt nu de werkkeet voor den aanstaanden bouw van de steenen Bjj en- korf" te staan, een heel gevaarte blijkbaar, hetgeen beteekent, dat vandaag of morgen de gretige sloopers zich dus zullen gaan werpen op de barak van hout en glas, waarin het reeds zoo lang met „uitverkoop" lokte. Naar het Westen is nu de plaag sedert eenige weken ook op het Damfront gevallen. De Nieuwe Kerk, in ergernis over de tegen stelling van haar nieuwe, frissche uiterljjk en den grauwen vormloozen hoofdingang, laat met Jericho-geschal de onwaardige stronken van den nooit voltooiden toren vernietigen. Het groote orgel, dat in den torenbouw stond opgesteld, werd verplaatst; daarna mokerden de afbreken de stompe torenzuilen neer, tot Paleis en Postkantoor en „Poorte" er 'van beefden op hun grondslagen. Dan, eindeljjk de Paleisstraat, die nu het laatst, pas sedert eenige dagen, door de niets ontziende kwaal werd aangetast. En van welk een accute hevigheid vertoont zich hier de sloopingsziekte, want nog is de schutting om dit gevonniste Kalverstraat- en Paleisstraat- hoekje niet afgetimmerd, en nog niet eens met reclame's volgeplakt, of reeds slaat het bovenlicht door de panlooze daken, stuift het puin met mandenvol omlaag, beuken de breekijzers de muren en balken weg. En straks gaapt daar weer een vreeseljjk gat, een diepe, open huizenwond, weer een ver woeste plek in het hart zelf van Amsterdam. Dit alles te samen genomen, in één vluggen oogenschouw rondom, van het Damplein als middelpunt bezien, doet dus denken aan een gebombardeerde vesting, waarvan elke twee schoten er één raak trof, óf aan een aardbeving, waarbij de meeste huizen, de wrakste, den ruwen schok niet weerstaan konden, óf aan een revolutie, waarbij de plunderaars in dolle woede elkaar zwoeren niet één steen op den ander te laten Dit deel van Amsterdam is nu één afbraak, aangrijpend, ontstellend, afschrikwekkend 1 Maar er schijnt een goede fjjde aan deze sloopingsramp. Heel die onbeteugelde aanval met moker en houweel geschiedt op ééns, op alle plaatsen tegeljjk hot is één groote, gemeenschappelijke huizenslachting, een algemeene executie. Voor dit jaar en hopeljjk niet langer zal daardoor onze Dam en zjjn omgeving ontoonbaar zjjn voor stadgenoot, provinciaal en vreemdeling. Doch als dese beproeving nu eens onze laatste was En wanneer men elkaar hierna op handslag wilde belooven, dat, nfc den wederopbouw, in de eerste kwart eeuw de gevaarlijke epi demie met alle krachten en alle middelen onderdrukt werd Dan zou men voor dezen éénen keer zelfs vrede kunnen hebben met zulk een massa puinhoop I F. („Hblad.") „Dakmastiek". Een paar blikslagers hadden voor een der hotels te Scheveningen eenige reparatiën ver richt aan blikwerk, hetwelk zjj, inplaals van op de gewone wjj ze, met dakmastiek dicht- smeerden, volgens hun beweren een nieuwe uitvinding, waarvoor zjj na aflevering f 10 betaling vroegen. De hotelhouder, inziende beetgenomen te zjjn, weigerde dit bedrag te betalen, waarop de kerels zeer brutaal begon nen op te treden. De politie, inmiddels gewaar schuwd, noodigde hen uit mede te gaan naar het politiebureau, waar met de gerepareerde pannen een proef werd genomen. Daarbjj bleek, dat het aangebrachte dakmastiek niet tegen de warmte bestand was, doch smolt en een ondrageljjken stank verspreidde. Valsche aangifte. De nachtwaker op het kasteel te Geldrop had verklaard, dat een paar personen 's nachts het kasteel naderden en, na hunne fietsen tegen de poort geplaatst te hebben, geprobeerd hadden het kasteel door de keukendeur binnen te dringen. Toen de nachtwaker gerucht maakte, werden er re volverschoten op hem gelost, waarop hjj terug vuurde en naar buiten snelde, waarna de aanvallers ijlings in de richting van Eindhoven wegpeddelden. In verband met deze aangifte arresteerde de politie te Heese een paar personen, die van deze daden verdacht werden. Stevig geboeid werden zjj naar Geldrop gebracht en voorloopig achter slot en grendel gezet. Daar er iets in deze zaak onopgehelderd bleef, onderwierp de brigade-commandant der marechaussee te Eindhoven den nachtwaker aan een streng verhoor, waarbjj ten slotte bleek, dat de man het geheele geval ver zonnen had, waarschjjnljjk om van zich te doen spreken. Ten gevolge hiervan is hjj uit zjjn betrekking ontslagen, terwijl de ver dachten op vrjje voeten sjjn gesteld. De waker zal wegens valsohe aangifte worden vervolgd. .(Hdbl.) Het bezoek van de Koningin en den Prins aan Frankrijk. (Vervolg van het Eerste Blad). De gala-avond in de opéra, schrijft de correspondent van het Alg. Handelsbl.", was een van de mooiste, die ik hier nog bjj vor stelijke bezoeken bjjwoonde. Grooter nog dan anders was ditmaal de belangstelling van het publiek. De Koningin zag wat vermoeid. Geen wonder, na zoo'n reis! De godsdienstoefening. De Zondagmorgen was, volgens denwensch der Koningin, vrijgehouden van alle moge- ljjke ceremonie, om het koninkljjk echtpaar ia staat te stellen de godsdienstoefening in de kerk, de »Eglise Réformée Evaagélique du Saint Esprit* in de Rue Roquépine, bjj te wonen. Om even tien uur vertrokken Koningin en Prins per auto. Nadat het koninklijke paar, terwjjl het orgel het Nieuwe Wilhelmus en het Wien Neèrland's bloed speelde, was binnengekomen en met het kleine gevolg op de eerste rjj had plaats genomen, nam do godsdienst oefening een aanvang. Gezongen werden: Psalm 118 vs. 1 en 6, de gezangen 84, 88 en 85, die als ichant spontané* tot den ge wonen wekeljjkschen kerkdienst behooren, gezang 102, vs. 1, 2, 5; gezang 168, vs. 1, 2, 3; en gezang 172. In zjjn prediking deelde de voorganger, ds. Laoheret, mede, dat op speciaal verzoek van H. M. deze dienst geheel het gewone wekeljjksche karakter dragen zou. Receptie der Neder 1. Kolonie. Onmiddellijk na de terugkomst op het Mi nisterie werd een aanvang gemaakt met de receptie der te Parijs gevestigde Nederlanders. Een tweehonderdtal leaen der Kolonie waren in de salons van het ministerie bijeen gekomen. De Koningin, die er nu, van de vermoeienis der reis hersteld, frisch en blozend uitzag, ontving al deze bezoekers op eenvoudige en zeer innemende wjjze. Voor iedpr, die aan haar werd voorgesteld, had sjj eenige vrien delijke woorden over. De Koningin ontvangt een dele gatie uit Orange. De Koningin ontving een delegatie van de stad Orange, departement Vaucluse, die voor gesteld werd door den burgemeester Laoour. Deze bracht aan de Koningin de eerbiedige hulde van de stad Orange en bood Haar een album aan, bovattendo foto's van deze stad. De Koningin dankte voor dit geschenk en verklaarde, dat Zjj met aandoening gezien had, dat de herinnering aan de betrekkingen, die vroeger bestaan hadden tusschen Haar huis en het vorstendom Orange nog levend was. Zjj herinnerde er aan, dat Zjj trots is over het aandeel, dat Haar voorraderen na men aan de ontwikkeling der stad Orange. De Koningin benoemde Lacour tot commandeur van de huisorde van Oranje. Tegen één uur had H. M. aan den Presi dent der Republiek en echtgenoote een dé jeuner aangeboden. In open landauer kwamen de Koningin en de Prins aan, geëscorteerd door een escadron kurassiers. Te 3 uur legde H.M. in de kerk «Oretoire* een krans neder aan het graf van Haar voorvader, admiraal de Coligny. Hierna werden de hooge bezoekers ten stadhuize ontvangen. Dit was keurig versierd in de Hollandsohe en Fransche kleuren. De minister-president en mevrouw Poincaré boden HH.MM. een diner aan, gevolgd door een soirée artistique, dis buitengewoon slaagde. Maandag brachten de Koningin en de Prins een bezoek aan Versailles ter bijwoning van een wapenoefening. Het weer was slecht; het stortregende en waaide hard. De Koningin, wie de regen en wind absoluut niet sehjjnen te hinderen, betoont groote belangstelling in de manoeuvre waarvan president Fallières en generaal Manoury Haar de bijzonderheden uitleggen. Na de manoeuvre en den eindaanval, wordt een der batterjjen voor de tribune gebrachtde Koningin bezocht deze en als zjj er vlak bjj is, wordt er vuur gegeven. De Koningin glimlacht en volgt met groote belangstelling de behandeling der kanonnen. Als Zjj naar de tribune terugkeert, maken de galante artilleristen voor Haar een weg over het natte gras van de dekkleeden der caissons. Te half twaalf vertrekt de Koningin naar het kasteel waar het dejeuner plaats had. Het slot van de revue was buitengewoon schitterendhet defileeren der bereden troepen en der batterijen, uitstekend gericht, werd zeer geapprecieerd. De manoeuvre eindigde met een groote charge van alle bereden troepen, voorafgegaan door den commandant, generaal Maunoury, in de richting van de tribune. De Koningin applaudisseerde geestdriftig. Allen aanwezigen waren verrukt over den moed, waarmede de Koningin het slechte weder trotseerde en door haar groote, sioht- bare belangstelling voor het schitterende militaire schouwspel, dat Haar werd geboden. Als een bijzondere attentie wordt vermeld, dat het eerste der defileerende muziekkorpsen den Haagschen parademarsch speelde. Te half een ving het déjeuner aan, dat in de groote Salie des Batailles" was aangericht, en waaraan behalve de gasten en autoriteiten ook alle opper- en hoofdofficieren aanzaten, die aan de manoeuvre hadden deelgenomen. In hare toespraak zeide H. M. den heer Fallières hartelijk dank voor de onvergetelijke dagen, en betuigde Haar bewondering voor het schitterende militaire schouwspel. Na een rjjtoer door het schilderachtige, historische plaatsje, keerde het gezelschap ten 3 uur naar het station terug en namen de Koningin en de President met groote hartelijkheid afscheid van elkander. Een oogenblik later vertrok de trein. De gewisselde geschenken. De President der Fransche republiek heeft aan Koningin Wilhelmina een juwoelenkistje geschonken, een meesterwerk van den groote Fransche juwelier Falize. In het email, dat het kistje omgeeft zijn de wapenen der elf provincies aangebraoht, tusschen oranjeappels in dof goud. Op het in goud geëmailleerde deksel, waar het Nederlandsche wapen is geplaatst op een veld, waarin afwisselend het naamcijfer van de Koningin en dat van Frankrijk voorkomt, is dit opschrift aangebracht: »A Sa Majesté Wilhelmine, Reine des Pays-Bas, Armand Fallières, Président de la République Fran- 9 aise." Hare Majesteit gaf aan President Fallières een oud-Hollandsche klok ten geschenke aan mevrouw Fallières een arreelede en aan mevrouw Poincairé twee aquarellen. Alle officieren, die deelnamen aan de voor bereiding der manoeuvres te Versailles kregen de Oranje Nassau Orde. De Amsterdamsche wethouder, Delprat, is benoemd tot officier van het Legioen van Eer.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1912 | | pagina 5