KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje weer Helder, Texel, Wieringen en Anna Paulowna. GEWROKEN. No. 4184. Zaterdag 31 September 1912. 40ste Jaargang. 't Vliegend Blaadje p. 3 ia. 50 et, ft', p. post 75 ct, buitenland1.35 Pre- Zondagsblad 37J 45 0.75 miëa J Modeblad »»»65»»»»75» 10.90 (Voor het buitenland bjj vooruitbetaling.) Advertentlén van 1 tot 5 regels (bq too ruit betaling) 80 cent. Elke regel meer6 Bewjjs-exemplaar24 Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Intaro.- Talefooa OO. Uitgever i C. DE BOER Jr. (y./k. BERKHOUT Co.), Helder. Bur Eerste Blad. Zij, die zich met I OCT. a. e. op dit blad abonneeren, ont vangen de tot dien datum verachijnende nummere GRATIS. HIEUWSBERICHTEfl. HELDER, 20 September. Winterseizoen „Casino". Naar mon ons mededeelt, zal de Directie van /.Casino* begin October bot speelseizoen openen inet een buitengewone voorstelling van het Hollandsch Tooneelgozelschap, onder directie van den heer M. Spree. Zooals reeds bekend mag heeten, is de combinatie der H.H. Stoel en Spree, die hnn vasten schouw burg eertijds bespeelden in de Plantage Fransche Laan te Amsterdam, ontbonden en heeft de heer Spree bovengenoemd gezelschap samengesteld, bestaande uit do damesMarie Smits, Sopbie Spreete Mijtelaar, Botsy Cremer, C. te Mijtelaar—Grader, Tine HoekUde, Anna Dijkstra, Mina Geratel, jongejufi. Jeanne Spree en de heeren M. Spree, Cor Smits, Joh. JnrgenB, G. Arbous, Hans BrUning, G, Ejjlders, D. v. Ollefen, F. Ude, J. v. d. Caap. Met dit gezelschap geeft do beer Spree de eerste voorstellingen van bet boeiende stuk .Blanke Slavinnen', drama naar het Franscb ,Lu traite des Blanches*, van Bonis— Charancie. Dit stnk is een wereldsucces en wordt door 't gezelschap Spree de geheele maand September in den Tivoli-scbouwburg te Rotterdam en, naar men ons meldt, eveneens met groot succes opgevoerd. De heer Spree, voor ons Helder de van ouds populaire artist, vervult hierin de hoofdrol en ook de overige rolverdeeling is in goede banden. Waar de naam Spree hier altjjd veel publiek getrokken heeft, twijfelen we niet of ook dit keer zal 't hem niet aan belangstelling ontbreken en voor spellen we deze opsnings-voorstelling een volle zaal. Actie van het Marine-personeel. Men meldt aan de «Java-Bode Door de boofdafdeeling van den «Bond van Minder Marine-personeel" werd 29 en 30 Juli j.1. een gecombineerde ledenvergade ring gehouden in het Soerabaja's Marine- gebouw. Deze vergadering, die door 650 man bezocht werd, was uitgeschreven naar aanleiding van een wijzigiug in de huidige pussagierregeling. Zooals men weet, ijvert deze bond sedert geruimen tijd voor intrek king der beperkende bepalingen op bet pas sagieren en voor weder-invoeriDg der oude regeliog, waarbij het den meerderjarigen schepelingen vergund was, den nacht aan den wal door te brengen. Na bespreking werd door het bestnur de onderstaande mo tie gesteld, welke na eenige gedaebtenwis- seling met algemeene stemmen werd aange- f/D'e gecombineerde ledenvergadering, ge houden te Soerabaja in bot Soerabaja's Marine-gebouw op 29 en 30 Juli j.1. voor de afdeelingen De Zeven Provinciën", «Hertog Hendrik", «De Ruyter", «Tromp", «Soerabaja", «Wolf", «Fret", «Siboga"; gehoord de besprekingen naar aanleiding der beschikking van den Commandant der Zeemacht in Oost-Indië dd. 11 Juli 1912 no. 7360, houdende wijziging van de pas sagierregeling voor Europeesche schepelingen; waardeert deze tegemoetkoming; betreurt het echter ten zeerste, dat nacht- permisBie door meerderjarige schepelingen nog steeds moet worden gevraagd dat het aan de commandeorende officieren ter beoordeeling is gelaten of het nachtlo- gieB „behoorlijk" en de prijs daarvan „pas send" zjjn van oordeel, dat daardoor in dezo rege ling nog teer veel ruimte voor willekeur is gelaten overwegende verder, dat door deze be schikking in de regeling voor het buiten land niets gewijzigd wordt dat bovendien op het door ons in Septem ber 1911 aan den minister van marine ver zonden request tot nu toe geen antwoord is ontvangen verklaart niet te kunnen overgaan tot in trekking der op 15 Juni j.1. met algemeene stemmen aangenomen motie, aleer hot werk der commissie voor lotsverbetering bekend, en dan nog eerst nadat met het niet in Oost-Indië aanwezig gedeelte van den Bond overeenstemming verkregen is. Besluit tot publicatie dezer motie". Bedoelde motie van 15 Juni j.1. hield in het besluit om aan geen enkelen otiicieelen wedstrijd of feestelykhoid deel te nemen, vóórdat de oude regeling weder was inge voerd. Ten slotte kan nog worden medegedeeld, dat door de hoofdbesturen der belanghebben de bonden n.1. den „Bond van actief dienen de Onderofficieren en Korporaals-stoker", den „Bond van Korporaals der Koninklijke Marine" en den „Bond voor Minder Marine personeel" een petitionnement georganiseerd wordt over de geheele vloot, ten einde kracht bjj te zetten aan een request, betref fende deze aangelegenheid, hetwelk verzon den zal worden aan den minister van oorlog ad interim minister van marine. De correspondent van de N. Rott. Ct. te Batavia seint aan zjjn blad De Soerabaja Courant meldtDe geest onder het marinepersoneel wordt voortdurend slechter; de vlootcommandant Goedhart is zeer onbemind. Op Koninginnedag weigerde de heele bemanning van het eskader een bon voor een extra-versnapering. Een twin tigtal, dat de bon aannam, werd als lid van den Marinebond geschrapt. De bemanning van de „De Ruyter" pleegde verzet, naar aanleiding van de ongegrondverklaring van een klacht over de voeding. Er werden 66 man gestraft, waaronder met degradatie en ontslag. Zaterdag werden de ligstoel van kolonel Goedhart en eon sluitstuk van een kanon overboord geworpen, en werd de vlag omgekeerd geheschen. De redactie van de N. Rott. Ct. teekent hierbij aan Wjj hebben nog in een gedeelte van ons jongste Ochtendblad het bovenstaande tele gram van onze correBpondont te Batavia kunnen plaatseD, dat ons, op gezag van de Soerabaja Courant, in kennis stelde met het voor de Koninklijke Nederlandsche Marine beschamende feit, dat op den nationalen feestdag van 31 Augustus, met name aan boord van de „De Ruyter", feiten zjjn ge pleegd, die hoogst zelden bjj onze marine zyn voorgekomen. Op dergelijke wijze uiting te geven aan grieven, kan voor militairen, steuners voor een goed dool van het gezag, ondor geen voorwendsel verschoond worden. Er kan niet streng genoeg tegen opgetreden worden; het stemt tot gerustheid dat de handhaving van de krijgstucht bij den eskadercommandant, kolonel Goedhart, in goede handen berust. Het is zoo te betreuren, dat onze kranige matrozen van de militaire marine tot zulke buitensporigheden hnn toevlucht hebben ge nomen. Immers, zeker bij het grootste deel der natie heerscht wel de overtuiging, dat het ondergeschikte marinepersoneel in Indië gegronde grieven heeft. Do jaren in de tropen doorgebracht, aan boord van heel warme schepen, met een vaak doodend centonigen dienst, wegen voor dat personeel zwaar. Dragelijk was het toen hun nog vergund werd van tijd tot tjjd hun levenslust aan den wal uit te vieren. Zeker, die geen vreem deling in onzen Oost is zal gereedolijk moe ten toegeven, dat die levenslust wel eens in losbandigheid ontaardde, zal ook weten, dat ernstige ziekten van dat passagieren vaak het gevolg waren. Juist gezien was, dat men getracht heeft Janmaat hoe langer hoe meer gelegenheid tot gepaste ontspanning te geven het beschavingspeil, de eenige rem tegen uitspattingen, kan slechte geleidelijk aan verhoogd worden. De beperking van het passagieren, later wat verzacht, heeft bij het marinepersoneel, dat groote behoefte aan wat afwisseling heeft, kwaad bloed gezet. De meerderjarige schepelingen wenschon niet als kinderen behandeld te worden. De Bond van minder Marinepersoneel heeft on vermoeid geijverd voor wederinvoering van de oude regeling van het passagieren, waar bij het den meerderjarigen schepelingen ver- was den nacht aan den wal door te (In verband hiermede leze men de hier boven afgedrukte motie, op de vergadering te Soerabaja gehouden. Red. VI. BI.) De machinisten van de Koninklijko Neder landsche Marine voeren eveneens een actie om tot verbetering van hun positie te ge raken, en bij de schietoefeningen van de „Hertog Hendrik", do „Tromp" on de „De Ruyter", aan de Noordkust van Madoera gehoudeD, zijn verscheidene schepelingen weggeloopen, z. g. uit vrees, omdat er inder tijd zooals men weet, bij die schietoefeningen aan boord van de „Hertog Hendrik" een ernstig ongeluk gebeurd is. Was dit werke lijk de reden, het zou er met onze marine matrozen treurig uitzien De geest van verzet was das reeds lang aanwezig, er behoeft dan maar weinig bij te komen of ,1a folie de la fonle" krijgt de overhand en daden van geweld zijn er het gevolg van. Kolonel Goedhart heet nu zeer onbemind te zijn! Natuurlijk, van hooger- hand wordt er een last gegeven, die order moet worden uitgevoerd, en de chef, die daarmede niets dan zjjn plicht doet, maakt zich gehaat. Het is werkelijk nog niet lang geleden, dat de marine heel anders over kolonel Goedhart oordeeldel Wat er nu verder gebeurd is, ligt geheel in de ljjn van den ontevreden geest. De poging om den nationalen feestdag, ook voor de mindere schepelingen iets feestelijks te geveD, verijdelen; degenen, die daaraan niet wilden mededoen, in kort geding schrappen als lid van den Marinebond; dan een klacht gevonden over de voeding en toen die onge grond geoordeeld werd, de hoogst afkeurens waardige daden van geweld, waaronder uit een militair oogpunt het omgekeerd hijschen van de vlag wel het ergste is. De vlag is voor den zeeman, wat het vaandel is voor den soldaat; daarmede haalt men geen stre ken uit. De schuldigen zullen, als zij ontdekt wor den, hun straf niet ontgaan, maar als straks jonge kerels kennis maken met de gevange nis, dftn zal dit een waarschuwing te moer zjjn, dat men anderen niet met geweld zijn zedelijkheidsbeginselen tot in het uiterste moet willen opdringen; de Nederlander is daar niet van gediend. Hij gevoelt hoe derge lijke maatregelen uitgaan van menBchen, die, om tot de hierbedoelde quaestie terug te keeren, van het leven der militaire schepe lingen in de Oost geen flauw begrip hebben hy weigert ook in dat opzicht slachtoffer te zijn van politiek en geestdrijverij. Hiermede hebben wjj slechts verzachtende, goen ver- schoonendo omstandigheden genoemd. Wij blijven het nu aan boord van de De Ruyter" gebeurde, een beschamend feit voor de Ko ninklijke Nederlandsche Marine noemen. Verdronken. Maandagavond, toen het loggerschip VL. 2 Johan, schipper H. Woensdregt, van do reederij J. H. Warneke, zich in het Scheer, ter hoogte van Maassluis bevond, zijn twee schepelingen, die eenigszins onder den invloed van sterkedrank verkeerden, in brooddronken heid over boord gesprongen. Men slaagde er in één van hen, den 24-jarigen J. Welbie, wonende te Vlaardingen, te reddende 24- jarige H. van Zanten, wonende te Rotterdam, is verdronken. Het schip is naar Vlaardingen teruggekeerd en vanochtend weer naar zee vertrokken. Automobiel-ongeluk. Op den Btraatweg den HaagLeiden, ter hoogte van het café Den Deyl, heeft Dins dagavond omstreeks halfzes een automobiel- ongeluk mot doodelyken afloop plaats gebad. M. V., uit Rjjnsbarg, reed met zyn hondenkar links van den weg, van dentegeuovergestelden kant kwam een auto, die rechts hield. Op het laatste oogenblik werd door het plotseling naar links uitwijken van den autobestuurder een botsing tnsschen anto en hondenkar voorkomen, doch de bestuurder van de kar, die in do meening moet hebben verkeerd, dat een botsing onvermijdelijk was, sprong tegelijkertijd van zjjn wagen en kwam onder de auto terecht. Toen hjj werd opgenomen, bleek hij reeds te zjjn overleden. Het spoorwegongeluk in Engeland. LondeD, 18 September. De plaats, waar gisteren, bij Ditton Junction, niet ver van WidDeBS, het schrikkelijke spoorwegongeluk is gebeurd, helt sterk. De locomotief van den sneltrein ontspoorde, botste tegen het hooge spoorbrughoofd aan en sloeg om. De trein, die van de locomotief was losgebroken, gleed in aldoor sneller vaart van de helling. De twee voorste wagens ontspoorden en werden tegen het perron van het nabijliggende station verbrjjzeld. Alle reizigers daarin werden ter stond gedood. Een paar volgende wagens raakten in brand, vermoedelijk door Bintels uit de locomotief. Verscheiden reizigers, meest Welschen, kwamen in de vlammen om. De ingevallen duisternis belemmerde het reddingswerk. De tweè laatste wagens van den trein bleven nagenoeg onbeschadigd. In het geheel zjjn er 16 dooden en een 50 gekwetsten. Van de verbranden zjjn er verscheiden onherkenbaar. De meeste gewonden mee brand- en kneuswonden zijn te Liverpool in het gasthuis opgenomeD. De machinist is onder de gekantelde loco motief doodgedrukt, nadat hjj vruchteloos had pogen te remmen. De stoker is wonderbaarlijk ontsnapt. Men vreest dat hot aantal dooden zal toonemen. Standbeelden te Ladysmith. Ladysmith wil generaal White, die de stad tegen de Boeren verdedigde, en generaal Buller, die haar ontzette, eeren door van beiden een standbeeld op te richten. Voor f36,000 denkt mon klaar te komen. Priester-burgemeester. Het plaatsje Saint-Fargeal, nabjj Mont- luqon, heefc een geestelijke tot burgemeester, pastoor Fressanges du Bost. Verloden week moest hjj voor het eerst zjjn burgerlijk en geestelijk ambt tegeljjk waarnemen. Er werd n.1. getrouwd. Eerst leidde hjj, met de driekleurige sjerp over de Boutane, de formaliteiten van het burgerlijk huwelijk op het stadhuis, en onttrok zich zelfs niet aan zjjn burgemeesterlijken plicfit om, naar aloud gebruik in die streek, de bruid na onderteekening van het huwelijks-contract te ombelzen. Daarop verliet hjj haastig het gemeente huis om, gehuld in zjjn misgewaad, de jong gehuwden in de kerk zjjn herderlijken zegen te geven. De Openingsplechtigheid. De plechtige opening der Staten-Generaal, bracht, nn H. M. de Koningin zich daartoe persoonlijk met den Koninklijken stoet naar de Ridderzaal begaf, weder duizenden en duizenden op de been. Het weder werkte daartoe mede, zelfs kwam zoo nu en dan de zon eens doorbreken. Reeds voor twaalven trok jong en ond naar den weg, dien de stoet zou volgen, om zich daar in dichte rjjen te scharen achter de langs den geheelen weg van het paleis tot aan het Binnenhof opgestelde militairen. De drukte was enorm. Eenige minuten voor oen daverden plots uit de wachtende menigte hoera's op. Koningin Wilhelmina -Kad zich nameljjk aan een der balkonvens ters van het palcis vertoond. Precies te een nar klonken korte millitaire bevelende gonden koets kwam voor het paleisbordes, de eerewacht presenteerde het geweer, de trommen werden geroerd en plechtig zette do Kon. Militaire Kapel het Oude Wilhelmus in. Daar verschenen Koningin en Prins op 't bordeseen daverend gejubel weerklonk, toen het Koninklijk echtpaar plaats nam in do gouden Btatiekoets on die juichkreten plantten zich voort langs den ganschen weg, waar uit verschillende huizen de driekleur was ontplooid. Zoo schreed do stoet langzaam voort tns- Bchen de dichte rjjen toeschouwers langs Heulstraat, Voorhout, Korte Vijverberg naar het Binnenhof. De Ridderzaal bood des middags bjj de opening der Staten-Generaal weder den be kenden schitterenden aanblik van uniformen, zwaar van zilver en gond. Het was eon plechtig oogenblik, toen on der doodsche stilte buiten het Oude Wil helmus weerklonk en de komst der Koning- iu werd aangekondigd, terwjjl men buiten het gejubel der menigte hoorde. De Koningio, in wit satjjn en een witte plenreuse op den hoed, schreed binnen ter zjjde van het Eerste Kamerlid den heer 't Hooft, lid der Commissie van in- on uit geleide en gevolgd door den Prins, die door den heer Van den Borch van Verwolde werd begeleid. De stoet grootwaardigheidsbekleedera, Kamerheeren en Hofdames, die H. M. en Z. K. H. voorafgingen en volgden, schaar den zich deels achter, deels terzjjde van den troon. De Prins nam op den troonzetel ter lin kerzijde van H. M. plaats, die, zittende met welluidende, doch tamelijk zachte stem de troonrede voorlas. Toen H. M. de lezing beëindigd had, stonden alle aanwezigen op en hieven de Kamerleden een driewerf «Leve de Koning in, hoera» aan, waartoe de heer Van den Borch van Verwolde het sein gegeven had. Van de socialistische Kamerloden was bjj de plechtigheid geen tegenwoordig. De Kóningin droeg het lint van het grootkruis van den Nederlandschen Leeuw, de Prins was in admiraalsnniform. Door geen enkel incident kenmerkte zich de tocht, noch naar, noch van de vergader zaal. De menigte, die in de nabijheid van het Koninkljjk Paleis stond, wachtte nog de verrassing, dat H. M. en de Prins, even nadat zjj waren teruggekeerd, zich gedurende eenige oogenblikken achter een dor vensters vertoonde. Het gejuich, dat verstomd wss, brak nu opnieuw en zoo mogeljjk nog heriger los, terwjjl de Koninkljjke militaire kapel opnieuw het Wilhelmus inzette. De pers over de Troonrede. Over den inhoud der Troonrede schrijft het rHandelsblad"De rede, welke der Koningin iB den mond is gelegd, behoort overigens tot de zeer onbeduidende. Laat ons terstond toegeven, dat niet anders te verwachten viel. Reeds verleden jaar moest verklaard worden, dat de Kamers overkropt waren met werk dat werk is voor een groot deel nog niet afgedaan, en er is nog het een en ander bijgekomenwaartoe zou men daar nog veel bjj voegen Waartoe tenzjj om te getuigen, om richting aan te geven, om beloften te doen Als zoodanig moeten dan ook worden beschouwd de regeeringsvoorstellen tot Grondwetsherziening, waarvan de indiening, in een trouwens uiterst voorzichtig zinnetje «naar ik mjj vlei"»zullen kunnen wordt toegezegd. Laat ons in dit opzicht het ministerie kracht toewenschenhet is waar- ljjk niet onverschillig tegen de stembus van 1913 te weteD, hoe de gezamenlijke rechtsche partjjen denken over Grondwetsherzieningen speciaal over het kiesrecht. Ook al weten wjj vooruit, dat die voorstellen voor deze wetgevende periode niet meer van boteekenis zullen zjjn, als politieke geloofsbelijdenis zjjn zjj van groot gewicht! De gewone zinsnede over de vriendschap pelijke verhouding tot andere mogendheden vinden wjj ook dit jaar. Venezuela geraakt het is niet te verwonderen in het vergeetboek. En wat over den toestand van onze bronnen van inkomsten gezegd wordt landbonw valt mee, visscherjj is nog zoo best niet geeft evenmin aanleiding tot opmerkingen. Maar de financieele paragraaf 1 Dat do regeering obstinaat bljjft bjj haar plannen tot tariefvergoogiog, was bekend hoe poover is echter deze poging tot toelichting. De fioancieele toestand laat zich «voorshands niet ODgunstig aanzien". Het mocht wat I Elke maand coestateeren wjj, met voldoening, dat alweer de inkomsten, op bjj na alle hoofden, die van het vorige jaar hebben overschreden, terwjjl die zelve alweer veel hooger waren, dan die van het jaar te voren. En dat gaat nu al jaren zoo. Toch verklaart de regeoring in een langen, ingewikkelden zin, waarvan de voorlezing de Koningin zeker moeite zal gekost hebben dat alle ingediende ontwerpen tot duur zame versterking der middelen noodzakeljjk tot stand moeten komen. Ten opzichte van den algemeenon toestand in Nederlandsoh-Indië vindt het, dat de Regeering een minder optimistischen kjjk heefc dan ten vorigen jare. Ook de Chineezen- relletjes, voor Indië toch hoogst belangrijk, hadden wel eeDige aandacht verdiend. Ten slotte: de middenmoot der rede: In validiteit-, ouderdom»-, ziekteverzekering zullen in de eerste plaats de toewijding en krachtsinspanning der Staten-Generaal vragen. Inderdaad, hier ligt het zwaartepunt van de werkzaamheid der Kamers in dit jaar. Had men niet met alle geweld een Radenwet vooropgeschoven, wellicht waren wjj reeds verder. De ,N. Rott. Crt." zegt: De regeering vindt thans blijkbaar de indiening van voor stellen tot grondwetsherziening urgent. Voor de nieuwe redactie der kiesreohtartikelen heeft zjj binnen enkele weken de toover- formule gevonden, waarover de staatscom missie zoo langen tjjd heeft zitten dokteren zonder haar te ontdekken. En eenmaal zoo ver, gaat zjj met haar bundeltje ontwerpen in versnelden pas naar de Kamer. Minister Heemskerk heeft niet altjjd zulk een ongeduld aan den dag gelegd, om Grond wetsher vormer te worden. Hebben hem de voorstellen der staatsoommissie plotseling de oogen geopend Of werkt hjj met eene voor hem ongewone vaart, gedreven door andere gedachten, dan dat grondwetsher ziening om zich zelve noodzakeljjk is geworden Zooveel is zeker, dat de regoering, handelt zjj uit eigen overtuiging van de urgentie der komende herziening met dezen voor haar ongekenden spoed, thans toch te laat komt. De voorstellen zullen onafgedaan blijven, bloot als verkiezingslectuur. Zie, wal de regeering zelve in de andere paragraaf van de Troonrede, waarop wjj boven doeldeit, aan de Kamer als werkprogram voor dit jaar suggereert. Eeno ,zware proef" ge lijk zjj het terecht noemt: Afdoening van het Invaliditeitsontwerp, van het Tarief thans, in onderscheiding met vroegere jaren, ongetwijfeld wegens de verblijdende mede- deelingen welke in den aanvang van de troonrede over den vooruitgang van nijver heid, handel on scheepvaart worden gedaaD, maar weer als ,het voorstel tot dekking van do daarnit (d. i. do Invaliditeitsverzekering) voor 's lands schatkist voortvloeiende kosten" ten tooneele gevoerd alsmede van do ontwerp-Ziektewet o! ironie! Daar wordt officieel van regeeringswege gecapituleerd en zoowaar door haar zelve de Ziektewet in het achterste gelid geplaatst 1 De regeering weet zelve natuurljjk opper- ist, dat, wanneer, met eene verkiezing in it vooruitzicht, de «toewijding en inspan- „mg" dor Kamer op eene dorgeljjke wijze eene krachtproef onderworpen is, voor stellen tot grondwetsherziening maagdelijk zullen bljjven liggen. "ij ons rjjst dan ook de gedachte, dat r dan het inzicht in de noodzakelijkheid, r dan het heilige vuur, hier het ver langen, om eon tegenzet te doen tegenover het verkiezings-program-punt, dat onder de vrijzinnigen in de maak Bcbjjnt te zjjn, voor de regeering de drijvende kracht is. De „Nieuwe Crt." merkt op, dat wat de Koningin over de besteding van het geopende zittingsjaar zeide, sterk Ijjkt op een door de Regeering aan do Kamer voorgescheven werkprogram. En op de behandeling van de in de twoede plaats genoemde en aan de Invaliditeitswet verknochte Tarief herziening schijnt de Regeering vast te rekenen. Wjj bljjven te dien aanzien, zegt het blad, sceptisch gezind. De toewijding en krachtsinspanning, waarvan de Troonrede spreekt als voorwaarde voor afwerking van het drieledige werkpro gram, zal niet slechts op zware proef gesteld worden, zjj zal sohier bovenmenscheljjk moe ten zjjn, wil zjj bewerken, dat het Tarief- ontwerp vóór Juni niet alleen door de open bare behandeling van de Tweede Kamer, maar ook door de schriftelijke en mondelinge van de Eerste heen het „Staatsblad" bereikt. Het „Vaderland" vindt het verheugend, dat de Koningin thans weder zelve de o bjjwoonde. Het vindt het moor dan eon 1 val dat de zinsnede anders luidt dan i jaren. Vroeger heette hetHet verheugt mjj, wederom in uw midden te zjjn, of iets derge lijks, thans luidt de passus Het is mjj aan genaam, u weder om rnjj vereenigd te zien. In het eerste geval, zegt hot blad, komt de Vorstin tot de Staten-Generaal, in bet tweede komen de Staten-Generaal tot de Vorstin. Het eindigt als volgtVatten wjj ons ge voelen aangaande de beden uitgesproken Troonrede samen, dan domineert bjj ons de indruk, dat wjj onder deze Rogeering stoeds verder naar het conservatisme afzakken, en dat in dit alles tweeërlei element zich verraadt de overheerschende invloed van den leider wieDS leiding niet openljjk mag worden erkend, en de stembus van 1913. Het „Nieuws van den Dag" merkt o.a. op Er is van den inhoud niet heel veel to zeg gen. De grondtoon der beschouwingen van het Ministerie is optimistisoh, De Tariefwet laat de Regeering niet los. Maar zjj noemt haar niet, sjj hult zich in nevelen, met opzet natuurljjk. De „Standaard" noemt de rede „mat van toon en in stjjl nuohter". Doch wat „werk plan en promesse" betreft, maakt de Troon rede oen uitstekend geheel. De rede geeft juist wat ze geven moest, en verraadt de zelf beheersching van een Kabinet, dat door een gestie van straks vjjf jaren zich vast in het zadel voelt en geen woord ten beste geeft dat niet helder doordacht is. De (a.-r.) „Rotterdammer" vindt de alinea betreffende de invaliditeitsverzekering het belangrijkst: Lichteljjk vorwjjtend en vrien- FEUILLETON. De heer Kórunion legde de revolver op de schrijftafel en telde do banknoten zorg vuldig na. Toen hjj er mee klaar was, wierp hjj Beaupró eenige papieren toe met de woorden: «Daar hebt gjj de bewjjzen van uw oplichterij terug. Voor mjjn part moogt gjj u door anderen laten ophangen." Hierop vertrok hjjden revolver vergat hy. Toen hjj weg was, belde Beaupró, toen nam hjj een spoorboekje uit deu zak en zag er iets in na. tik heb nog maar een half uur tjjd. Er is geen minuut meer te verliezen." Collivet kwam de wenteltrap op en meldde, dat de klerken reeds allen weg waren. »Wees dan zoo goed, my door den por tier een rijtuig te laten bezorgen," verzocht Beaupró. Collivet boog en vertrok. Hoe kort hij ook in de kamer was geweest, waren hem twee dingen toch niet ontgaan; ten eerste de met banknoten govulde lederen tasch en ten tweede het spoorboekje. Beide wezen er op, dat Beaupró voornemens was de vlucht te nemen. Inplaats van de wenteltrap af te gaan, begaf hjj zich door eon andere deur van de kleine voorkamer naar de woning van zjjn patroon, waar hjj Joselte aantrof, tot wie hjj Z8ide: «Deel mevrouw Beaupró dadeljjk mede, dat mijnheer haar in zjjn kamer verwacht, en dat hy wil vertrekken." Toen verdween hjj. Nauwelijks had hy de kamer verlaten, toen Haudecoeur zijn schuilplaats verliet en op Beaupró toetrad. Woedend riep dezo: «Waar komt ge van daan? Wat wilt ge?" De bediende wees zeer kalm naar het venster en antwoordde: «Daar heb ik den geheelen tijd gezeten, opdat gij mjj niet zoudt ontgaan. En mijn geld wil ik terug hebben. Beanpró durfde zich niet met onderhande lingen ophouden. Hjj wierp hem een pakje banknoten toe en zeide: «Daar is uw geld, en maak nu, dat gjj weg komt." Dit liet Haudecoeur zich geen tweemaal zeggen; hjj stak het pakje in den zak, zon der het na te tellen en verliet toen na korten groet de kamer. Beaupró bond de tasoh zoo goed mogeljjk dicht met een bind touw, dat hjj van de schrijftafel nam. Colli vet kwam niet terug, en nu had hjj nog vjjf-en-twintig minuten tjjd, eer de sneltrein van het Noorderstation naar België vertrok. Voorwaarts 1" zeide hjj in zich zelf, nam de tasch onder den arm en wilde toen naar de deur gaan, maar eensklaps uitte hjj oen kreet van woede en bleef staan. Zjjn vrouw stond tusschen hem en do deur. Met een enkelen blik had zjj gezien, dat hjj zich mot de tasch en den kostbaren inhoud uit de voeten wilde maken. »0> gjj ellendeling," kermde zjj, ,dat had ik toch niet voor mogeljjk gehouden!" Maar hjj was weer tot zich zelf gekomen. «Waar wilt gjj heen?" «Wat gaat u dat aan?" «Gjj wilt vluchten en dat vermogen, waar van u geen penning toekomt, medenemon, foei, gjj ellendigel" Met uitgestrekte armen trad zjj hem in den weg, zoodat bjj geweld moest gebruiken, om haar voorbij te gaan. Hjj vatte haar aan den eenen arm en stiet haar met al zijn kracht terug, zoodat zy achterover tegen de schrijftafel tuimelde. Haar rondtastende hand voelde de rovolver, die de heer Kóru- nion had laten liggen. Tot het uiterste ge bracht, greep zjj het wapen en riep: «George, als gjj nog een schrede doet, schiet ik I" De uitdrukking harer gelaatstrekken was zoo onheilspellend, bjjna krankzinnig, haar gebaren zoo dreigend, dat Beaupró verschrikt bleef staan. «George, dit vermogen behoort u niet. Hoe kunt gjj zulk een misdaad willen be gaan?" zeide zjj toernig. Hjj antwoordde niet, maar zjjn oogen fonkelden boosaardig. Hy bedacht, dat er drie minuten verloopen waren, en dat Margaretha hem in het ver derf zou storten. Eensklaps sprong hjj met groote snelheid op haar los en trachtte haar het wapen te ontwringen met de spot tende woorden«Geef hier, gjj zoudt er een ongeluk mee begaan. Gy vrouwen zijt zoo onhandig." Doch zjj moest het vermogen redden, dat de eer van het huis zou herstellen, dat den goeden naam van haar zoon zou behouden. Met de kracht der wanhoop wierp zjj zich op hom, het gelakte haar werkelijk hem de revolver weer te ontrukken. Zjj richtte de monding op zjjn borst en wilde roepen «God moge oordoelen en mjj vergeven!" Maar de woorden gingen in een zwaren zuoht verloren. Haar oogen sloten zich, de keel werd haar als toegedrukt, een vreeseljjke pjjn deed haar hart inoenkrimpen, haar knieën knikten; maar terwjjl zjj viel hoorde zjj nog het knallen van een schot. Toen viel zjj op het vloerkleed, de revolver rolde naast haar. Toen zy weer tot zichzelf kwam, richtte zjj het bovenlichaam op en drukte de handen voor de oogen, om zich spoediger te kunnen bezinnen. Nu kwam zjj weer tot bewustzijn, zjj zag als een krankzinnige om zioh heen, en een kreet van ontzetting ontsnapte haar mond. Naast haar lag nog altjjd de revolver. Maar ook in haar nabjjheid, dicht bjj haar, zoodat rij hem met de handen kon bereiken, lag met bleeke, vertrokken gelaatstrekken, half geopende oogen en verwrongen mond hot lyk van haar man uitgestrekt. De kogel had hem midden in het hart getroffen 1 Een smalle streep bloed was bjjna tot aan haar kleed gevloeid. Door afschuw bevangen, sprong zjj in de hoogte en strekte de handen afwerend uit. Maar dadeljjk daarop zakte zjj met den kreet: .O mjjn God! Ik heb hem gedood!" weer in elkander. HOOFDSTUK. IV Górard kwam uit de middagschool tehuis en vroeg Josette: «Waar is mijn moeder?" «Zjj moet in de kamer van mjjnheer zjjn. Deze liet haar straks verzoeken bjj hem te komen." Górard keek verrast op, en blijdschap straalde uit zjjn oogen, terwjjl hjj zeide «Dus is vader daar?" Hjj jjlde naar het privaat-kantoor, opende haastig de deur, maar bleef op den drempel staan, terwjjl hjj een angstkreet uitstiet. Met de beido handen voor de oogen gedrukt, om dit vreeseljjk schouwspel niet te zien, riep bjj, terwjjl hjj achteruit tuimelde «Josette Josette I Help Het meisje spoedde zich tot hem. Maar reeds had Górard zjjn eerste zwakheid over- wonnen; hjj knielde Baast den vader, die echter geen teeken van leven meer gaf. Nu sleepte hjj zich naar zjjn moeder: «Moeder, moeder O, het is vreeseljjk I" Hjj nam haar in zjjn armen en beurde het bovenlichaam optoen haar oogen zioh weer openden en om zich heen staarden, riep hjj: «Goddank, gjj leeft, moeder! Gij leeft ten minste!" Intusschen was Josette naar beneden ge- loopen. De vertrekken waren leeg. Alleen Collivet zat nog daar, diep over zjjn werk gebogen, en scheen niets te bemerken van hetgeen er om hem heen gebeurde. «Mijnheer Collivet! Mjjnheer Collivet!" Hjj keerde zich om, terwjjl hy de pen tusschen de lange, magere vingers hield. «Ach, zjjt gjj het, Josette Wat verlangt sö'" Zjj kon nauweljjks de woorden uitbrengen «Mynheer is vermoord! Mevrouw ligt op sterven Collivet aoheen zichzelf af te vrageD, of hy goed had gehoord, en of het meisje niet krankzinnig waB geworden. Hjj legde de pen neer en volgde Josette naar de eerste verdieping. Daar was Margaretha intusschen weer geheel bjj kennis gekomen. Zjj kon haar blik niet afwenden van den man, die daar in een bloedpas uitgestrekt lag. Was het waarheid of slechts een vreeeeljjk droombeeld harer overspannen zinnen Waakte zjj of droomde zjj Górard, die naast het ljjk zijns vaders knielde, schreide voortdurend. Ook Josette zocht te vergeefs naar teekenen van leven bjj haar heer en zeide toen «Hjj is dood. Er bljjft niets anders over, dan de politie te waarschuwen." Collivet staarde met een eigenaardige uitdrukking op den grond. «Daar ligt de revolver, die bjj don moord of den zelfmoord werd gebruikt," zeide hjj. «Het lichaam mag in ieder geval niet aangeraakt worden, Josette, ook mogen geen papieren, of iets dat in de kamer is, weggenomen of aangeroerd worden, want de politie let hierop zeer nauwkeurig. De eene of andere kleinigheid, die ons als nietsbeteekenend voorkomt, brengt ze dik wijls op het rechte spoor. Gjj hebt mjj toch verstaan, Josette «Ja, ja ga maar Hier zal niets aangeraakt worden. Terwjjl gjj naar den commissaris van politie gaat, zullen wjj me vrouw naar haar kamer brengen." Collivet ging en keerde reeds na een kwartier, vergezeld door den commissaris van politie en diens schrijver, terug. Ondertusschen hadden Josette en Górard mevrouw Beaupró naar baar slaapkamer ge- braoht, waar zjj zich neergelegd had. Nu was zjj met haar zoon alloen en met haar kwellende gedachten. De doode was stellig een gewetenloos mensch geweest, dia slechts een verdiende straf had opgeloopen. Maar het was niet haar recht geweest, deze straf te voltrekken en onophoudelijk duisterde een inwendige stem haar toe «Gjj zjjt een moordenares! Qjj hebt den vader van kind gedood I" Wat moest zjj zeggen, als Górard haar vroeg, hoe het vreeseiyke ge val had plaats gehad (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1912 | | pagina 1