KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor HeldorTexel, Wieringen en Anne Peulownn
GEWROKEN.
No. 4148.
Zaterdag 9 November 1912.
40ste Jaargang.
't Vliegend Blaadje p. 3 ra. 50 et, fr. p. post 75 cl., boitealsad 11.25
Pre-Zondagsblad i 37* 45 (0.75
aaiéa f Modeblad s 65 i 75 (0.90
(Voor het bnitenlaid bg vooruitbetaling.)
advertentie» van 1 tol 5 regels (bg Toornitbotaling) 80 cent,
Elke regel meer.6
Be wijs-exemplaar2*
Vignetten en groots letten worden naar plaatsruimte berekend
Intaro..
Telefoon BO.
Vereohijnf Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgever C. DE BOER Jr. BERKHOUT a Co.), Helder.
Buresuzi Spoorstraat en Koningstraat.
Eerste Blad.
HIEUWSBERICHTEH.
HELDER, 8 November.
„Christelijke Strijdwijze en
Christelijke Politiek."
Over bovenstaand onderwerp hield de
heer P. J. Oad van Texel Dinsdagavond in
„Casino", daartoe uitgenoodigd door de
„Yereeniging v. jonge vrijzinnigen", eene
lezing. De heer Storm, nitgenoodigd tot een
debat, had in een der plaatselijke bladen
laten weten, dat het hem aan tijd daartoe
ontbrak.
De groote zaal van „Casino" was voor de
helft gevnld met belangstellenden, waar onder
ook dames.
De voorzitter der afdeeling Helder, de
heer Van der Haagen, heette de aanwezigen
welkom. Hoewel den Helder, als vrijzinnig
district, eigenlijk weinig aanleiding heeftom
de christelijke strijdwijze te bespreken, zoo
zeide spr. ongeveer, heeft het bestuur toch
aanleiding gevonden in Heldersche toestanden
om deze vergadering te beleggen. Eenige
weken geleden werd in het paB opgericht
„Christelijk Weekblad" op aanmatigende wijze
gesproken over de linksche strijdwijze en het
huidige ministerie verheerlijkt. Als men het
artikel in dat blaadje leest, zou men denken,
dat er geen ministerie is geweest, dat zooveel
gedaan heeft. Het tegendeel is waargeen
ministerie heeft, onder znlke gunstige voor
waarden, zoo weinig gedaan als het ministerie-
Heemskerk. Dit aantetoonen zon de taak van
den spreker zjjn.
De heer Oud, hierop het woord verkrijgende,
begon met de mededeeling, dat het hem
toelachte toen hjj indertijd de uitnoodiging
kreeg, om het onderwerp te bespreken. Niet,
omdat het zoo aangenaam is, integendeel, de
wijze van optreden der christelijken roept
een gevoel van wrevel wakker, maar om hel
gescherm met christelijke leuzen als zog
links niets anders doen dan de duisternis
huldigen. In het „Chr. Weekblad" trof spr.
een groote tegenstelling tusschen het slot
van het voorwoord en den inhoud van een
artikel, getiteld „Zoeklicht over Helder".
Het voorwoord zegt, dat het blad zal trachten
een eerlijke stem te doen hooren voor waar
heid en recht. Daar kan men natuurlijk niets
tegen hebben. Spr., die dacht in het „Zoek
licht" een eerlijke poging tot verbreiding der
waarheid te vinden, werd teleurgesteld. Het
artikel begint met te zeggen, dat de publieke
opinie wel niet heelemaal bedorven is, maar
toch onder den invloed is van sociaal-demo
craten en liberalen. Tegen die samenvoeging
van soc.-dem. on liberalen wenscht spr. te
protesteeren. Tusschen beide richtingen be
staan ingrijpende verschillen. Dat in dit
artikel die verschillen zijn weggecijferd, is
geschied om den kleinen lujjden zand in de
oogen te strooienvoor hen |die kleine luijden
der anti-rev. n.1.) zijn soc.-dem. bommen-
gooiers, dus als men ze met de liberalen
vereenzelvigt, zijn dezen dat vanzelf ook.
Het is nu totaal onjuist, wjj kunnen integen
deel juist zien, dat do soc.-dem. met de a.-r.
in heel veel dingen ééne lyn trekken. Minister
Talma bv. wordt uitgemaakt voor socialist,
omdat hjj hetzelfde wil als de soc.-dem. Nog
andere voorbeelden voerde spr. aan. Ook
weerlegde hjj de beschuldiging als zouden de
liberalen vijandig staan tegenover den gods
dienst en las hieromtrent citaten voor. De
godsdienst moet buiten den politieken strjjd
blyven slechts éénmaal, in 1904, heeft prof.
v. d. Vlngt tegenover dr. Kuyper in de
Tweede Kamer eene lans gebroken voor
een andere opvatting van den godsdienst
dan de anti-revolutionairen.
Spr. komt op tegen het misbruik dat men
maakt van den godsdienst door de antithese
in de politiek te brengeD. In de cbr. poli
tiek ontbreekt eenheid. Duidelijk is dit de
laatste jaren gebleken: Zondagswetgeving.
Daar had men een punt, waarin de chr. be
ginselen moesten doorwerken, doch wat ge
beurt? de pogingen om onze verouderde
Zondagswet te vervangen leden schipbreuk,
tusschen kath. en a.-r. kon men niet tot
overeenstemming komen. Tal van voorbeelden
haalt spr. hiervan aan. Dat was ook de
reden, dat er zoo bitter weinig uitgevoerd is:
als er maatregelen van algemeen beleid aan
de orde waren, dan waren steeds do conser
vatieven de bestrijders.
Toen dit Ministerie in 1908 optrad, en
zich niet over de beginselen uitsprak, dacht
men algemeen dat het zou werken in de
neutrale zóne al zou haar neiging natuurlijk
naar rechts zjjn. Ook dr. Kuyper beweerde
dit in »De Standaard" en zeide, dat, als de
verkiezingen gunstig waren voor rechts, dit
Ministerie moest vallen. To^n hierop aan
merkingen werden gemaakt van chr.-hist.
zjjdo, draaide Kuyper zjjn woorden om: be
doeld was, dat het Ministerie zich moest
omvormen. Dien draai hebben we gezien,
hoewel Kuyper zelf niet meer aan het be
wind kwam. Het groote gevaar, dat voor de
vrjjz. schuilt in de a.s. verkiezingen, is, dat
Kuyper geen afscheid heeft genomen, maar
de touwtjes in handen houdt.
Op verschillende punten maakte spr. dit
duideljjk. Allereerst de soc. wetgeving. Dat
is het vraagstuk waar het om gaat. In alle
kringen spreekt men den wensch uit, dat
eindeljjk eens iets worde gedaan voor de
economisch-zwakken. Eigenaardig, dat bjj
iederen stembusstrijd rechts weer met be
loften komt voor de kleine lujjden (Kuyper's
gezegde„Zjj kunnen niet wachten, geen dag
en geen nacht"). Toch hebben de beide
rechtsche ministeries resp. 4 en bijna 5 jaren
geregeerd, en niets tot stand gebracht van
wat zjj beloofden bjj de stembus. Het
MiDisterie-Borgesius daarentegen is door
.Het Volk", een blad, dat toch niet ljjdt
aan liberalen-vergoding, genoemd het Mini
sterie van sociale rechtvaardigheid.
Spr. gaf hiervan voorbeelden (ontwerp
arbeidscontract), en betoogde, dat het Min.
De Meester daarentegen terstond begon met
het ontwerp ziekteverzekering en ouderdoms-
verzekering. Ware dit Min. niet ontjjdig ge
vallen, dan had het iets tot stand gebracht.
Eigenaardig noemde spr. het, dat de heer
Talma als kamerlid altijd geweest is een
democraat. Men had dus verwacht, dat
Talma, toen hjj minister werd, het ontwerp
arbeidscontract van Kuyper ter hand zou
genomen hebben, maar de heer Talma kon
dit niet gebruiken: het was verouderd. Nu
vraag ik u, zei spr., een wetsontwerp, dat,
als het eenmaal wet is, jaren lang wet blijft,
zon thans na drie jaar al verouderd zjjn!
Spr. kwam nu aan do Radenwet en criti-
seerde de houding hieromtrent van de rech
terzijde, die deze vóór liet gaan, terwijl
ziekte- en invaliditeitsverzekering moesten
wachten. Deze komt 2 jaar later in behan
deling dan dr. Kuyper becjjferd had, ziekte
verzekering veel later dan dr. K. dacht,
ouderdomsverzekeriDg daarentegen veel eer
der: alles wordt er op gezet ze vóór 1913
in het .Staatsblad" te krjjgen. Wat hebben
we aan de Radenwet zonder ziekteverzeke
ring? Het had voor de hand gelegen, dat
in Sept. hieraan begonnen werd. Voor ouder-
doms- en invaliditeitsverzekering heeft de
Radenwet weinig practisch nut, want de
weinige dingen, waarin sjj er mee te maken
heeft kunnen ook op andere wijze geregeld
worden. Ook is er grooter drang naar ouder-
doms- dan naar ziekteverzekering, omdat de
laatste in vele gevallen door particulier
initiatief geregeld wordt. (Ziekenkassen).
Opmerkeljjk dat er van rechts zoo weinig
over gesproken wordt. Het DuitBche stelsel
van den Minister is ook niet te verdedigen.
Spr. besprak verder het ontwerp, de argu
menten der vrijzinnigen meenen wjj als
bekend te mogeD veronderstellen. Vervolgens
besprak spr. de amendementen-Lobman, over
genomen door den heer Roodhuyzen, en
haalde nog een aoder voorbeeld aan van
het slaafs volgen van den Minister door de
meerderheid.
Hierna kwam spr. op de Tariefwet, die
ook door den Zoeklicht-schrijver verdedigd
werd. De schr. betoogt, dat de Tariefwet er
onze industriëelen bovenop wil helpen. Maar
die zjjn er juist unaniem tegeD, zei spr. De
Tariefwet is oppervlakkig in elkander gezet:
fiscale belangen zjjn de hoofdzaak.
Grondwetsherziening. Blanco artikel. Spr.
zette uiteen, wat hiermee bedoeld werd, en
hoe de voorgestelde grondwetsherziening door
rechts de kiesrecht-kwestie weder in de
grondwet wil regelen, in plaats van, zooals
het blanco-artikel, in de gewone wetgeving.
Resumeerende, kwam spr. tot de conclusie,
dat, als de rechterzijde aan het bewind blijft,
men een reeks van reactionaire maatregelen
gaat krjjgenkneveling van het openbaar
onderwjjs, etc. Het openbaar onderwijs mag
niet ten ondergaan door het drjjven van de
coalitie, betoogde spr. en wekte ten slotte
op te atrjjden tegen de coalitie en vóór onzen
afgevaardigdo, den heer De Meester.
Na eene pauze meldde zich voor debat
aan de heer Bakker (a.-r.). Deze wenschte
eerst te spreken over het Chr. Weekblad.
Debater wilde niet als plaatsvervanger van
den heer Storm optreden, doch zal vertellen
hoe de krant is ontstaan. De heor Storm
schreef eerst in een blaadje te Enkhuizen,
totdat men besloot ook voor den Helder
zoo'n krantje opterichten. Debater ia het niet
in alle dingen met den heer Storm eens,
kent hem echter als een oprecht man die
zegt wat hjj denkt. Debater vindt de zaak
van het Chr. Weekblad echter niet belang
rijk genoeg om daarover een vergadering te
beleggen. Het is niet waar, dat de heer
Storm lib. en soc.-dem. in één adem noemt.
Trouwens, er zullen niet veel lib. overblijven,
het worden allemaal socialisten. Ze staan
op denzelfden bodem: de liberalen willen
een stuk van de armoede afslaan, de socia
listen willen haar heelemaal weghebben.
Debater vindt, dat min. Talma op den goeden
weg is. Debater is geen voorstander van
alles van de coalitiede a.-r. beginselen
ontplooien zich z. i. niet genoeg. Hjj critiseert
de handelingen der liberalenzjj deden niets,
het ministerie-Kuyper had een groot deel
van de overgebleven wetten van het mini-
sterie-Borgesius. De liefde van de vrijzinni
gen voor den werkman is zoo groot, maar
in het parlement wordt de tjjd verkletst.
De spr. heeft niet gesproken over invalidi-
teits-verzekering, alleen over ouderdomsver-
zekering, waren Treub of Bos er geweest,
dan zou de spr. er heel anders afkomen.
Treub heeft uitgerekend, dat het geld niet
te vinden ie. Links zegt: ze willen hot geld
uit de tariefwet halen. Maar dat is geen
speciaal chr. politiek, want andere regeeringen,
die dan niet chr. zjjn, willen dat ook. Pier-
■on was ook voor tariefverhooging, en als
De Meester aangebleven was, hadden wjj
wel tabaksbelasting gekregen. Bovendien,
als er meer invoerrecht geheven wordt, wordt
er meer inlandsch fabrikaat gemaakt, en is
er dus meer industrie.
Alg. kiesrecht. Het gehalte der kiezers
zal wel zakken, als er alg. kiesrecht komt.
De a.-r. behoeven er niet bang voor te zjjn,
want ze zouden er veel stemmen bjjkrjjgen.
Debater wil een Kamer voor de politiek en
een voor het afdoen van zaken.
Concentratie. Eenige jaren aaneen hebben
de liberalen zich verzet tegen de coalitie,
maar ze hebben er de resultaten van
nu gedacht dat kunnen wj) ook eens pro-
Debater vindt niet, dat dit stom ge
daan is. Maar wat is het doel van de libe
ralen Om in het torentje te komen, 't Is
verkeerd de menigte wjjs te willen maken,
dat het •fc kiesrecht zal komen, want dat
komt niet.
Tenslotte wjjdde debater, wiens rede her
haaldelijk door bljjkcn van hilariteit onder
broken werd, eenige woorden aan den Hel-
derschen afgevaardigde, dien hjj niet vond
een man van onverdachte vrijzinnige begin
selen, en gaf, onder gelach der vergadering,
den raad, er eens over te denken, wanneer
men het district wilde behouden, of de heer
De Meester dan wel de geschikte vertegen
woordiger was.
Op al deze punten wordt debater door den
spr. beantwoord. Spr. vond, dat de heer Storm,
als hjj het verslag over de lezing leest, wol
tot zichzelf zal zeggenbewaar me voor mijn
vrienden I Dus alleen omdat het licht in
Enkhuizen scheen, moest het in den Helder
ook schijnen, zegt de heer Bakker. En waar
bjj het blaadje niet de moeite waard vindt,
om eene vergadering voor uit te schrijven,
daar getuigt dat, dat hjj er niet erg veel
mee op heeft. Bovendien is het niet waar,
want reeds eenige weken vóór het eerste
nummer verscheen, had spr. eene spreek
beurt aan de afd. Helder toegezegd. Het was
spr. bedoeling niet, op het karakter van den
heer Storm een klad te werpen, te minder,
nu hjj er zelf niet bjj is, doch spr. bljjfthet
eigenaardig vinden, dat de eerste en tweede
bladzjjde zoo met elkander in tegenspraak
zjjn. Misschien heeft de heer Storm bjj een
andere gelegenheid wat meer tjjd om ook
eens te komen.
We zullen niet ingaan op de uitvoerige
repliek des herren Oud, aangezien ons dit
veel te ver zou voeren, alleen hier en daar
een interessant moment vermelden. Wat de
bater zei over algemeen kiesrecht, n.1., dat
het gehalte der kiezers zakken zal, doch dat
de a.-r. er velen bjj zullen krjjgen, hierop
antwoordde spr., dat hjj het aan den heer
Bakker overliet, daartusschen verband te
leggen. Ook het voorstel om twee Kamers
in te voeren, besprak spr., de eene Kamer,
voor de politiek, waar natuurlijk alleen ge
sproken zou worden, en niets gedaan, kon
men dan wel kletscollege noemen. Spr. kan
sich voorstellen, dat debater sich zooiets
gedacht heeft, als hjj de slechte resultaten
ziet van de politiek. Tenslotte verdedigde
spr. den heer De Meeeter tegenover de
insinuatie van debater.
Te ongeveer elf uur werd de vergadering
door den Voorzitter, onder dankseggiDg aan
spreker en debater, en opwekking tot werken
aan de organisatie, gesloten.
Koninklijke Hollandsche Lloyd.
Bjj den Kon. Holl. Lloyd bestaat het voor
nemen den dienst op Zuid-Amerika, door
aanschaffing van verder materieel, belangrijk
uit te breiden en te verbeteren, o. a. door
het instellen van een geregelden, afzonder
lijken vrachtdienst naar en van de Brazi-
liaansche havens Pernambuco, Bahia, Rio de
Janeiro en Santos en bjj voldoende aanbod
van lading bovendien naar Natal, Cabedell)
(Parahyba), Maceio en Victoria, waartoo
reeds is aangekocht het Engelsche stoomschip
Cara", dat onder den naam ,Kennemerland"
in de vaart zal worden gebracht.
De eerste afvaart van den nieuwen dienst
zal plaats hebben op 23 December a. s.,
waarna de voor den dienst op de La Plata-
havens bestemde vrachtschepen direct, in
plaats van zooals tot nog toe, via Brazili-
aansche havens, zullen varen, wat den reis-
duur voor vrachtgoederen naar Montevideo,
Buenos-Ayres en Rosario en omgekeerd be
langrijk korter zal maken, zoodat, indien in
den loop van 1913 de in aanbouw zjjnde
passagiersschepen fGelria" en „Tubantia"
in de vaart komen, deze Maatschappij de vol
gende diensten zal onderhouden
1. Een geregelden 14-daagschen sneldienst
met dubbelschroef passagiers- en mailschepen
via Dover, Boulogne-sur-Mer, La CoruDa,
Vigo en Lissabon naar Rio de Janeiro, San
tos, Montevideo en Buenos-Ayres.
2. Een dienst voor vrachtgoederen via
Leixoes en Lissabon naar de Braziliaansche
havens Pernambuco, Bahia, Rio de Janeiro
en Santos.
3. Een dienst voor vrachtgoederen via
Vigo naar de La Plata-havens Montevideo
en Buenos-Ayres en met overscheping te
Buenos-Ayres naar Rosario.
Huldiging van dr. Campert.
Een groot aantal belangstellenden hadden
zich Zaterdag in een derjzalen van Genootschap
Natura Artis Magistra te Amsterdam verza
meld, om dr. J. Campert bjj diens aftreden als
inspecteur ^an het middelbaar en zeevaart
kundig onderwjjs te huldigen.
Dr. E. Jensema, directeur der Rjjks H.B.S.
te Groningen, voorzitter der Vereeniging van
Leeraren bjj het Middelbaar Onderwjjs, welke
het organiseeren van deze huldebetooging op
zich had genomen, zeide, dat hjj sprak namens
meer dan duizend menschen, als hjj hier uiting
gaf- aan gevoelens van waardeeriDg van, en
hoogachting voor dr. Campert. Deze heeft,
aldus spreker, veel voor het middelbaar
onderwjjs gedaan.
Maar dr. Campert heeft ook een zeer
gunstigen invloed uitgeoefend op de toe
wijding van het onderwijzend personeel bjj
het M.O. in zjjn inspectie. Vooral huldigde
spr. zjjn nauwgezetheid bij de beoordeeling
van de sollicitanten.
De heer Roosenburg, voorzitter der Ver
eeniging tot Bevordering van het Zeevaart
kundig Onderwjjs, huldigde dr. Campert
wegens zjjn verdiensten voor dit onderwjjs
en bood hem namens de Vereeniging een
armstoel aan.
Wethouder De Vries voerde namens het
gemeentebestuur van Amsterdam het woord.
Bjj deze hulde sloten zich nog verschillende
heeren aan.
Den scheidenden inspecteur zal, namens
het hoofdbestuur der Vereeniging van Leeraren
bjj het Middelbaar Onderwjjs, zijn door dr.
Jan Veth geschilderd portret, benevens een
album worden aangeboden.
Dr. Campert betuigde daarna zjjn war aa
nvoelden dank aan allen, die aan deze
huldebetooging hadden deelgenomen.
Amsterdam naar de Bioscoop!
De Telegraaf schrijft:
De tjjd is niet meer ver af, dat de eene
helft van Amsterdam naar de Bioscoopvoor
stellingen trekt, die de andere helft der
Amstelaren heeft ingericht. Met meer dan
koortsachtigen jjver wordt op alle punten der
stad gewerkt aan theaters van allerlei soort,
theathers met honderd plaatsen, drie honderd,
acht honderdmen vraagt zich af, waar
het pnbliek vandaani moet komen, als de
boel eenmaal aan 't „draaien" is.
Daar heeft men vooreerst onze Kalver-
straat, waar „Cinema de la Monnaie" en
„Cinema-Palace" broederlijk naast elkaar uit
den grond verrjjzcn. Deze ondernemingen
bouwen om 'thardst: er is intussohen reden
om te vermoeden, dat de „monnaie" 'twint,
want daar is men thans honderd steenen
vóórl Beiden worden met veel pracht en
praal ingericht, krjjgen gemakkelijke fauteuils,
een luxueuse „Ausstattung", die met het
buitenland kan wedijveren.
Dhn ons Panopticum-theater I Van buiten
heeft 't er niet op gewonnen. En 't publiek
dat alleen nog den gevel te zien krijgt, mom
pelt zooiets van „Sigarenfabriek". Doch des
rooter is de verrassing, wanneer men de-
tempel, gewjjd aan de bioscoop-kunst,
betreedt. Want het intérieur wordt eeH en al
Bovendien krijgt men er iets
nienws voor Amsterdam, nu de Parkschouw
burg tot het verleden behoort een prome-
Doir. Als dat niet P»kt
Nu zakken wjj even af naar de Plantage-
buurt. Juist tegenover de plek, waar vroeger
de Parkschouwburg-ruïne zich verhief, op de
Nieuwe Heerengracht, wordt de Plantage-
Bioscoop gebouwd, een aardig theatertje met
galerij, plaats biedend voor 350 personen en
gehouden in populaire prjjzen. Aanstaanden
Zaterdag wordt het op hoop van zegen ge
opend. In dezelfde buurt op Rapenburg,
draait sinds eenigen tjjd de „Concordia"-bios-
coop; en niet zonder succes!
Wandelt men nu van Dam naar Haarlem
merplein, dan behoeft men geen vjjf schre
den te doen of men ontmoet.... een bioscoop.
Het begint met de Witte Bioscoop, die, na
zijn „enjuig bestaan, reeds geweldig gaat
ergrooten, en het theater op het Damrak
aan 't doorbreken is tot den Nieuwendgk.
Zoo krjjgt men een xaal die plaats zal bieden
voor 800 personen 1 Eerstdaags opening.
We loopen langs Kosmorama, Family-Bios
coop, de sinds jaren bestaande Cinema-Pari-
MenDeze laatste krjjgt binnenkort een
buurman, Excelsior. Vervolgen we onze wan
deling: Juliana-bioscoop, Scala, Apollo, Ta
fwellicht hebben we er een half dosjjn
i) om zoo te komen op het Haarlem-
Uit welingelichte bron vernemen wjj,
dat dit plein zijn goeden ouden naam weldra
zal verliezen. De naam wordtbioscoopplein 1
Daar verrijzen reeds Wester bioscoop, Haar
lemmerplein-bioscoop, enz. enz. Nog vele zijn
in aanbouw.
De Rozengracht zal binnenkort ook in 't
genot gesteld worden [van een theather, de
Rozen-bioscoop. Half bioscoop, half speciali
teiten-theater, zal het plaats bieden voor
1100 personen.
Leidschestraat hoek Prinsengracht, wordt
eveneens binnenkort „verrijkt" met een bios
coop.
Ook de Warmoesstraat laat zich niet on
betuigd. Daar werd reeds de Beurs-bioscoop
ondergebracht in de voorzaal van het theater
de Vereeniging. Doch daar blijft het niet bij.
De groote zaal waar een vorig seizoen de
gezelschappen van den heer Muller nog
werden toegejuicht, is men op het oogenblik
bezig te vergrooten, uit te breken, te
binnenkort als bioscoop- en sp«
aliteiten-theater de deuren te heropenen.
En nu maakten wjj nog geen melding van
de groote bestaande theaters, als Reguliers-
breestraat, Union, Pathé, enz., terwijl wjj niet
de minste aanspraak op volledigheid maken
voor onze opsomming der in aanbouw zijnde
't Kan een gezellige boel worden als over
'n paar maanden alles aan 't draaien isI
1913 zal voor Amsterdam niet alleen jubel
jaar zjjn. 't Wordt tevens het bioscoopjaar 1
Na 1913 spreken we elkaar wel nader..
Kantongerecht te Amsterdam.
Stumper d.
In s'n karretje was-ie naar binnen gereden
en toen, omdat z'n beenen totaal verlamd
zjjn, door een der vriendelijke politie-agenten
in de wachtkamer gedragen en daar in een
stoel gezet. En zoo werd hjj ook, voorzichtig,
■d^gold het een kind, neergezet voor het
podium in de kantongerechtszaal.
Hjj had gespeeld muziek gemaakt op
het LeidBcheplein mot een handharmonica.
Dat had hjj gedaan zonder vergunning daar
voor te hebben.
Of hjj dan nooit om die vergunning had
gevraagd vroeg de kantonrechter,
Höfelt.
O ja, heel vaak zelfs, maar se was hem
steeds geweigerd, al kende bjj ook de reden
niet.
Een tweetal politie-agenten kwam getuigen,
dat zjj, op last van een hoofdinspecteur van
het Hoofdbureau, den armen, lammen stum-
perd iederen dag moesten volgenze pos-
zich dan 's morgens bg zjjn woning
in de Groote Kattenburgeratraat, en volgden
hem den ganschen dag. Dat begon primo
October. In 't eerst werden wel tien bekeu
ringen per dag gegeven, maar later, al weer
op last van den hoofdinspecteur, mocht de
man niet vaker dan twee keer per dag
worden geverbaliseerd. Dat duurde zoo tot
26 October. Toen werd den agenten, die
ieder ongeveer 24 verbalen hadden opge
maakt, aangezegd, dat ze weer in den go-
jnen dienst werden ingedeeld.
Of de muzikant het de politie lastig
maakte
Neen, dat was nooit gebeurd in al de jaren,
dat ze hem kenden. Als hjj een agent in
uniform zag aankomen, werd steeds snel zjjn
instrument geborgen.
De hoofdinspecteur van het Hoofdbureau
verklaarde, dat hjj op last van den hoofd
commissaris had gehandeld, toen hg den
agenten de instructie gaf om den ongelukkigen
man te volgen en te verbaliseeren.
De hoofdcommissaris namelijk had don
muzikant eens in de Taksteeg aangetrofien,
toen hjj s'n harmonica bespeelde.
Is 't geen gebruik in Amsterdam, vroeg
de kantonrechter, om bijzonder aan invaliden
vergunning te verleenen tot het maken van
muziek
Neen, dat is het niet. De hoofdinspecteur
deelde mede, dat, in overleg met den hoofd
commissaris, het aantal vergunningen voor
het maken van muziek niet boven de dertig
wordt uitgebreid. Men verstrekt die ver
gunning aan menschen, die er behoorlijk
uitzien en niet zoodanig mismaakt zjjn, dat
zg aanstoot geven. Deze muzikant komt niet
voor op de lijst van personenen, die bjj
eventueele «vacature» op de nominatie staan
tot het verkrjjgen van vergunning. Voor
>m bestaat dus in den eersten tjjd geon
ins.
De ambtenaar van het O. M., mr. G. L.
de Vries Fejjens, begrjjpt niet, waarom
speciaal tegenover dezen ongelukkigen man
dusdanig moet worden opgetreden. Het komt
spreker niet voor, een gelukkige greep te
zjjn, dezen man, die niemand aanstoot geelt,
het maken van muziek te beletten, de eenige
ier voor hem om zjjn boterham te ver
en. Dien zwakken man in het Huis van
Bewaring zetten Dat gaat niet aan. Hem
beboeten Dat zou hjj immers niet kunnen
betalen. Spreker stelt sich voor, den burge
meester aan te sohrjjven, om de zaak van
dezen armen man te regelen. En voorts vraagt
hg de laagste boete, die in dezen geëischt
kan wordenvjjftig cents.
Uit het Gemeenteraadsverslag van DinX-
perlo
i/Ver volgens kwam aan de orde een voorstel
van B. en W. om met ingang van 1 Januari
1918 de jaarwedde van den doodgraver met
f 15 te verhoogen, onder verplichting sich bjj
begraving in het swart te kleeden".
INGEZONDEN.
Hjjnhcer de Redacteur 1
Vergun mjj s.v.p. eenige plaatsruimte, om
den heer Spree van antwoord te dienen op
sjjn ingezonden stuk van 2 Nov. j.L
Het «genoegen* en het •amusement* van
den heer Spree, dat beide artikelen omtrent
de tKroegzangeres» in 't Vliegend Blaadje
van 30 Oct. j.1. slechts één pen hebben, kan
ik den heer S. ontnemen, omdat zjjn ver
moeden absoluut op eene onwaarheid berust.
En nu iets over de »menschonteerende«
uitdrukkingen. De heer S. vraagt, welke die
toch wel zfln De heer S. breekt daar echter
zgn hoofd niet mede, heeft ook geen tjjd om
zich in deze vraag te verdiepen. Och, mijn
heer S., speel nu niet «comedie*. O.g. be
schuldigt U, dat gij met alle kracht uwer
stem de menschonteerende vloekwoorden door
de zaal hebt geslingerd van G.d. en G.v.d.1
(Dat een >apache< of «straatroover» geen
taal spreekt van een Hollandschen dominé,
doet hier niets ter zake, dat is humbug.)
Dan schrjjft de heer S.,het publiek heeft
de voorstelling luide toegejuicht.» Ja, heer
S., zeker, b|j enkele passages, maar niet
voor Uw godslasteringen I Hier zeg ik ook
•vox Populi*, enz. Ook doet de heer S. bot
voorkomen, of op dien avond de zaal zóó
goed gevuld was, en dan is mjjn antwoord
hierop >de le rang was half bezetde 2e
rang bg'na geheel onbezet.* Aan den lezer
het oordeel.
Eek bezoeker.
FEUILLETON.
19)
Als zg bg mjj was gebleven, zou ik mis
schien, niettegenstaande al het gebeurde,
kracht hebben gevonden, om te volharden,
maar toen ik alleen was met mjjn beul, want
dat waart gjj gewordeD, besloot ik er een
einde aan te maken". Zg schoof een mouw
van haar kleed in de hoogte en wees op
een litteeken, dat duideljjk op den bovenarm
zichtbaar was. „Ziet gjj dit litteeken? Eens
op een avond vielt gjj en weer zonder
eenige aanleiding, dat zweer ik met het
mes op mjj aan. Als waanzinnig stiet gjj toe
en zoudt misschien mjjn hart doorboord hebben,
als ik den stoot niet met den arm had op
gevangen. Bezie uw werk, mijnheer Collivet
Het bewjjs er van zal nimmer verdwjjnen.'
Bevende van opgewondenheid had Collivet
naar den arm gegrepen en zjjn lippen er op
gedrukt; Marinette stiet hem echter vol af
schuw terug en ging voort,,Ik wilde mjj
niet door u laten slachten, daarom verliet ik
u, en het gerecht sprak op mjjn verzoek de
scheiding uit. Zoo was ik dan weer vrjj en
had niets meer van u te vreesen. Een toeval
braoht mjj er toe, om mjjn stem, die men
vroeger zoo dikwijls had geroemd, in mijn
onderhoud te doen voorzieDde kapelmeester
in de kleine inrichting, waarin ik het e
was opgetreden, gaf .mjj onderricht, en
kwam ik langzamerhand verder en werd
mevrouw Marinette, om wie de ondernemers
twisten en die een [schitterend honorarium
verdient."
,,En die alle mannen met haar schoonheid
het hoofd op hol brengt!" kermde hjj.
Zjj trok verachtelijk de schouders op. „Wat
gaat het u aan
Meer dan gjj denkt. Herinnert gjj u dien
Beaupré nog Zjj sprong op en verbleekte.
„Beaupré beminde mjj en wilde mg trouwen
ik beantwoordde zjjn neiging."
„Die van een getrouwd man I"
„Hjj verzekerde mjj, dat hg op het punt
was, «ijn huwelgk wegens wederzjjdschen
afkeer te laten ontbinden. Hjj wilde naar
Engeland gaan, waarheen ik hem zou volgen,
en daar zouden wjj trouwen."
„Gjj hebt zjjn huwelgk ongelukkig gemaakt
en hem financieel geruïneerd, want hij wierp
u het overschot van zjjn rjjkdom in den
schoot 1"
„Ik wist niet, hoe het met hem gesteld
was," verzeverde zjj, maar zeer zacht en
met neergeslagen oogen. „En ik beminde
hem
„Nu ja, maar nu is hjj dood. En ik be
min u nog altjjd, als vroeger."
Ja, deze man beminde haar zeker, maar
het gevoel, dat hjj voor haar koesterde, was
ziekeljjk, hrt grensde aan waanzinnigheid.
Marinette had genoeg van dit gesprek, dat
oude smart bjj haar deed ontwaken.
„Het is genoeg," zeide zjj. „Gjj zult u wel
overtuigd hebben, dat ik er niet aan denk,
tot u terug te keeren."
„Ontneem mjj toch niet alle hoop, Marie 1"
smeekte hjj. „Toen kon ik u nog niet veol
aanbieden, maar nu ben ik gegoed, bjjna rjjk,
ofschoon Diamand dit weet. Ik heb gelukkig
gespeculserd en het verdiende in veiligheid
gebracht; ik kan u nu met weelde omgeven
en u alles geveD, wat gjj verlangt!"
„Ieder woord over dit onderwerp is te
vergeefsch, mjjnheer Collivet! Ik heb geen
lust, mjj eens in een aanval van jaloersch-
heid door u te laten ombrengen. Nu hebt
gjj een afdoend antwoord." Zij stond op en
belde.
„Marie, ik bezweer u!"
„Ga du en kom niet terug; het sou ook
doelloos zjjn, want ik zal strenge bevelen
geven, dat men u niet weer binnen laat.
En daarmee hebben wjj afgehandeld."
HOOFDSTUK X.
Het leven van Margaretha was een voort
durende kwelling geworden. Zjj gaf zich de
grootBte moeite om haar zielstoestand voor
haar echtgenoot te verbergen, want zjj koes
terde geen vuriger wensch, dan dezen edelen,
hooghartigen man gelukkig te maken, die
zoo lange jaren om het verdwenen geluk had
getreurd; maar het gelukte haar niet.
In haar eerste huweljjk had zjj de lange
uren van haar eenzaamheid dikwjjls daarmee
doorgebracht, dat sjj, aan Jean Demari den
kende, haar gevoelens en smarten aan het
papier toevertrouwde. Het waren losse bladen
van een dagboek, dikwjjls werkelijke brieven
natuurlijk slechts in gedachte aan hem
gericht. Demari vernam eerst, nadat zjj ge-
ruimen tjjd gehuwd waren, iets van deze
aanteekeningen, die een bewjjs waren, dat
het hart van Margaretha hem altjjd
behoord. Eens lazen zjj er met elkander in,
toen Gerard toevallig in de kamer kwam,
Zjjn verschijning ontstelde Margaretha en
maakte haar zoo verlegen, of zjj op een mis
stap was betrapt geworden. Haastig rai
zjj de papieren bjj elkander en wierp ze in
de lade van een kastje, waarin zjj ze be
waarde.
Gerard zag het en vroeg zich zelf, wat
het wel mocht zjjn, dat zjj zoo haastig en
g.j^gd voor hem verborg. Wat bevatten die
papieren Stonden zjj in betrekking tot het
drama, aan welks opheldering hjj voortdurend
arbeidde Waarom verborg zjjn moeder ze
zoo haastig voor hem? De woorden van
Collivet hadden een argwaan in zijn ziel
doen ontwaken, die, hoezeer hjj dien ook
bestreed, er Diet weer uit wilde verdwjjnen
on hoe langer hoe dieper wortelde. Hjj moest
en zou veten, wat die papieren inhielden.
Het kastje, waarin zjj zich bevonden, stond
in een kamer, waarin Margaretha gaarne
verwjjlde, het was altijd gesloten, en zjj droeg
den sleutel bjj zich. Gerard bezocht haar nu
■eer vaak in deze kamer; hg hoopte het
kastje toch eens open te vinden en dan zjjn
nieuwsgierigheid te kunnen bevredigen, als
zjjn moeder zich voor een oogenblik ver
wijderde.
De arme vrouw had in den laataten tijd
herhaalde malen flauwten, die veroorzaakt
werden door stilstand in het bloed, en toen
Gerard op een voormiddag weer in die kamer
kwam, lag zjjn moeder bewusteloos op de
canapé. Nu stond het kastje open en nog
meerMargaretha moeet, terwjjl zjj in de
geheimzinnige papieren las, door de onge
steldheid overvallen zjjn, want een gedeelte
er van lag op haar schoot, een ander deel
naast haar op de canapé. De eerste beweging
van Gerard was, zjjn moeder te helpen maar
hjj wilde de geheimzinnige papieren ook niet
laten varen. Snel stak hjj eenige der ver
strooid liggende bladen in zijn borstzak on
hield zich toen met de bewustelooss bezig.
Toen Margaretha de oogen [opsloeg, lag
zoon voor haar geknield en zag haar
gd aan.
„Het is niets," zeide zjj en beproefde te
lachen, „alleen het hart, het hart
Maar plotseling viel haar in, dat zjj in
die oude herinneringen had gelezeD, toen de
bewusteloosheid haar overviel; zich onver
schillig houdende, legde zjj de papieren bjj
elkander, maar hield er de oogen steeds op
gevestigd, zoo lang haar zoon bjj haar was.
Deze was nauwelijks iu zjjn kamer ge
komen, of hjj haalde de papieren te voor
schijn, die hem in de band schenen te branden.
Zon hij ze werkeljjk lezen? Was het geen
misdrjjf op znlk een manier de geheimen
zijner moeder op te sporen Maar hjj begon
toch te lezen.
Hjj hield deze geschriften voor werkeljjke
brieven, ieder blad bevatte den datnm, waarop
het was geschreven. Zg waren alle aan Jean
Demari gericht, en eenige der bladen, die
Gerard zoo maar had weggegrepeD, waren
van zoo oude dagteekening, dat hjj zich kon
overtuigen, dat de gedachte aan dien man
het gevoel zjjner moeder steeds had beheerscht.
Dit vervolde hem met een vreeselgke angst
zjjn vader was niet door baar bemind ge
worden. Hjj meende, dat deze brieven ver
zonden waren geweest, en dat Demari die
aan zjjn moeder, nadat zjj de zjjne was ge
worden, had teruggegeven.
„Arme, arme vader!" zuchtte hjj en hjj
moest zich de oogen afwisschen, eer hjj verder
las. Maar hoe verder hjj kwam, des te meer
kwafn hjj tot de overtuiging, dat hjj geen
werkeljjke brieven voor zich had, maar slechts
aanteekeningen en uitstortingen van het ge
voel, die de schrijfster tot haar eigen troost
op papier had gesteld. Dit troostte hem een
zins, .maar daarvoor zon hem echter weer
nienwe smart bereid worden. In de uit later
tjjd afkomstige papieren beklaagde zjju moeder
zich over de onverschilligheid, die sjj van
haar echtgenoot moest ondervinden. Deze
klachten werden hoe langer hoe aandoen
lijker en wanhopiger, maar tegeljjk gaf zjj
herhaalde malen haar voornemen te kennen
dezen treurigen tweespalt voor haar zoon
verborgen te houden hg, voor wien zjj alleen
leefde, zou niets gewaar worden van hetgeen
haar het leven vergiftigde. Er sprak zulk
een overdaad van teederheid voor hem nit
deze regels, dat het Gerard gelukkig had
moeten maken, als niet de smart te hevig
was geweest, die hjj gevoelde over het ge
drag zjjns vaders tegenover zjjn moeder. De
vader, aan wien hij steeds met zooveel liefde
had gedacht, verscheen hem nu in een geheel
ander licht, en toen hjj zelfs in een der
bladen, dat onmiddellijk voor het ODgeluk
was geschreven, de zinspeling van Margaretha
vond, dat haar echtgenoot geheel van haar
scheen te willen scheiden ter wille van een
ander, brak bjj in een tranenstroom los.
Plotseling werden twee zachte armen om
zgn hals gelegd, en zjjn moeder, die onge
merkt was binnengekomen, vroeg„Waarom
weent gjj, Gerard Waarom verbergt gjj mjj
uw verdriet
Verschrikt sprong h:j op als ijj de
papieren zag, die hjj haar had ontnomen
En roods was haar oog op de geel geworden
bladen gevallen, die zjj dadelijk herkende. Het
viel haar in, dat Gerard zoo straks bjj haar was
gekomen, toen zjj met deze papieren in den
schoot, bewusteloos had gelegenhjj had er dus
van medegenomen en kende nn het go-
heim van de lietde harer jeugd I
(Wordt vervolgd.)