KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Helder, Texel, Wieringen en Anne Peulewne DenHelder en 'tEeuwfeestyan No. 4148. Zaterdag 9 November 1912. 40ste Jaargang. 't Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 cl, tr. p. poet 75 ct, buitenland 11.25 Pr»- Zondagsblad 37*45 10.75 mian) Modeblad 65 i 75 10.90 (Voor het buitenland bij vooruitbetaling.) Advertentie* vaa 1 tot 5 regels (bij vooraitbotaliag) 30 cent. Elke regel meer6 Sevr^s-exemplaarUt Vignetten en groots letten «orde* naar plaatsruimte berekend. Intaro— Telefoon 5O. Vereohijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Uitgever C. OE BOER ir. (y./k. BERKHOUT t Co.), Helder. Bureauzi Spoorstraat en Koningstraat. Tweede Blad. W. G. DE BAS, le Luitenant der Vesting-Artillerie, gedetacheerd aan de Hoogere Krijgsschool. y. De Militaire Raad had op voorstel van den Admiraal besloten, aan de 1500 Spaansche krijgsgevangenen de vrijheid te schenken en hun te vergunnen zich naar hun depot te Rijssel en Vlaanderen te begeven, op voorwaarde, niet tegen hem te dienen zoo lang bij zich te Lasalle" zou bevinden. Tot dusverre hadden zij onvermoeid ge durende de omwenteling, te midden van groote verleidingen, voortgewerkt aan den staat van verdediging der forten, als gold het hun eigen heil. Alle pogingen, hen tot opstand over te halen en zich bij de tegen partij aan te sluiten, leden schipbreuk op hunne Andalusischen en hooghartigen trots. Te midden der beroerigen bleven zij stipt de strengste discipline en orde handhaven. De Admiraal achtte het onoordeelkundig den natuurlijken zucht naar vrijheid dier gevangenen langer op de proef te stellen. Na hen persoonlijk geprezen en bedankt te hebben voor hun voorbeeldig gedrag, liet Ver-Hüell hen den 4eu December vertrek ken. Zij hebben hunne belofte, in spijt van alle hun in Holland voorgeslagen aanbie dingen, trouw gestand gedaan. Ten onrechte werd deze invrijheidstelling toegeschreven aan de nadering der Kozakken. Dienzelfden dag liet de Admiraal de sterkte des vijands verkennen, die als niet aanzienlijk werd gerapporteerd. Den oen December werd bekend, dat de Texelaars daags te voren de Franschen hadden overweldigd en gevangen genomen. Wat was op 't eiland geschied? Een duidelijk overzicht der gebeurtenis sen, die tusschen 18 November en 8 Decem ber 1813 plaats vonden op 't eiland Texel, danken we aan de krijgsgeschiedkundige nasporingen van den reserve luitenant ter zee le klasse H. J. Boldingh, leeraar aan het Koninklijk Instituut voor de Marine, ten bate van het Nationaal Historisch Gedenkboek. Dankbaar en gaarne maakt schrijver dezes van de hem verleende toe stemming gebruik, door in den vorm van een kort uittreksel uit de interessante en gedocumenteerde gegevens van gemelden zeeofficier, de geschiedenis der omwente ling op 't eiland te schetsen. Sedert 1809 was de welvaart op 't eiland Texel sterk achteruit gegaande bevolking was verminderd en verarmd, uit- en invoer, handel en industrie kwijnden, de landbouw werd verwaarloosd, de schapenfokkerij was tot de helft verminderd en de bewoners gingen zwaar gebukt onder de drukkende belastingen. De oesterteelt verliep door gebrek aan afzetgebied, 't loodswezen door gebrek aan volk. De huizen der loodsen te den Hoorn en Oudeschild stonden leeg. De Groenlandsche commandeurs en stuurlieden, die hun kapitaal in 't landbouwbedrijf op 't eiland staken, hadden deze streek ver laten. Bij dezen achteruitgang kwamen de gedurige geldheffingen, de inkwartieringen, de willekeurige inschrijvingen voor den krijgsdienst, die het eiland noodzaakten tot een dubbel getal manschappen en de kwel lingen der afwisselende commandanten. Groote ontevredenheid lieerschte op Texel over 't Fransche bewind, dat 't bloeiende eiland tot armoede en verval had gebracht. Er bestond dus groote kans, dat bij 't eerste teeken van opstand uit andere plaatsen het eiland zich zou keeren tegen de door de heerschende gebeurtenissen sterk vermin derde bezetting, die bovendien nog voor 't grootste gedeelte uit Hollandsche kust- kanonniers bestond. De onmiddellijke buurt schap der sterke stelling van den Helder, die 't eiland ten zuiden van 't Marsdiep bedreigde, alsmede het daar gestationneerd eskader, gebood echter tot uiterste voor zichtigheid. Het bestuur op 't eiland bestond uit den Maire G. C. W. Reinbach, met de adjunct- Maires C. Kikkert en G. Pzn. Bakker en 16 municipale raden, waaronder bekende Heldersche namen als Ran, Rab, Spigt, Dijt, Bakker, Bbemer enz. Vrederechter was Martinüs Langeveld,. griffier Willem Romans, commissaris van politie Raffin en ontvanger der belastingen de Lanni De bezetting van 't eiland stond onder het bevel van den kapitein dTson, de kust- kanonniers speciaal onder de orders van den kapitein A. J. van Bbeenieqen, als plaats-majoor fungeerde de> Franschman Bbaün. Van 1019 November werd de Fransche bezetting, door vertrek der douaniers van het bataljon étrangers e:n der pioniers, sterk verminderd. In de omgeving van Oudeschild bevonden zich drie versterkingen: het fort Central(de Schans), een oud werk, dat diende ter verdediging van de haven en om eene landing te beletten; een „Redoute" en een LunetteBeide laatste werken waren door de Franschen aangelegd. Al deze versterkingen bestaan thans nog in vervallen staat. Den 16en Augustus, was op 't eiland de verjaardag des Keizeirs nog luisterrijk ge vierd; het garnizoen, had geparadeerd, in de kerken hadden de voorgangers het feest herdacht, de eommiindant had een diner gegeven en men had: volksspelen gehouden en vuurwerk afgestoken. 26 September warden te Deums gezongen ter eere der overwimning van Napoleon bij Dresden. Kort daarop werd 't eiland door opmarsch der Verbondenen, na de groote nederlagen des Keizers, van Fransche troe pen ontbloot en o-vergelaten aan de be scherming der kust'kanonniers, meerendeels eilandbewoners, wi er trouw aan den Fran schen Souverein iu twijfel mocht worden getrokken. 17 November brachten eenige passagiers, die met den beurtschipper uit Amsterdam waren aangekomen, het nieuws der gebeur tenissen in 't centrum des Lands. Onmid dellijk daarop vergaderden de Maire met de autoriteiten van het eiland, ten einde middelen te beramen, om orde en rust op Texel te handhaven. Er werden drie com missarissen benoemd, die zich naai" Ooster end, Oudeschild en den Hoorn zouden be geven, om daar de municipale raden en eenige voorname burgers te verzoeken, de bevolking tot kalmte aan te manen. De Maire vaardigde de volgende procla matie uit op 18 November 1813: De Maire van het eiland Texel, in over weging genomen hebbende dat de kritieke „tijdsomstandigheden somtijds aanleiding „zouden kunnen geven, dat men zich ver- „oorloofde door gesprekken of daden de „publieke rust, welke tot hiertoe zoo ge- „lukkig en voorbeeldig onder de inwoners „van Texel heeft plaats gehad, eenigermate „te storen, noodigt bij deze alle weldenkende burgers op het eiland uit, om door haren invloed een iegelijk, bij alles wat mocht plaats hebben, ernstig te vermanen zich „stil en rustig te gedragen, daarbij in het „oog houdende de ongelukkige en versehrik- „kelijke gevolgen, welke in tegenovergesteld „geval dit eiland en hare inwoners zouden kunnen treffen. Desondanks werden 19 November te Oosterend de Hollandsche driekleur op den toren geheschen en te Oudeschild de Fransche wapenborden afgerukt, terwijl Oranje werd gedragen. Hierop betrok de commandant d'Ison met zijn kustkanon- niers 't fort „Central"; de plaats-majoor Braon bleef met 15 man te den Burg. Om voorbereid te zijn op eene mogelijke insluiting vorderde d'Ison van den Maire 60 koeien, 1045 quintalen hooi, 302 quin- talen stroo en 306 H.L. haver met eene som van 9214.68 francs om gedurende 3 maanden in de behoeften van het garnizoen te voorzien. Aan deze vordering is slechts gedeeltelijk gevolg gegeven. 19 November zond Admiraal Ver-Hüell den Maire en den plaatselijk-comraandant een stellig ver bod, de oproerige bewegingen te dulden, onder bedreiging met geweld en inkwar tiering van 600 man. Bovendien werd de luitenant ter zee Bronovo met de korvet „Venus" en 12 kanonneerbooten voor Oude schild geposteerd. Op verzoek van den Maire werd de vlag te Oosterend gestreken doch daags daarna opnieuw geheschen. Tot drie maal toe werd tevergeefs een ordonnans naar Oosterend gezonden, met verzoek de vlag neer te halen. Toen verzocht de Maire den commandant een officier met eenige kustkanonniers naar dat dorp te zenden tot uitvoering zijner bevelen, waarop de plaats-majoor daarheen vertrok, 's Avonds half acht kwam 't bericht dat de Hollandsche driekleur was gestreken; de eigenaar der vlag, Maarten Brodwer, eischte daarvoor later eene schadevergoeding van dertig gulden! Na herstel der rust te Oudeschild liet de Maire de bewoners in de kerk ver- leien, waar hij hen over 't verkeerde van hun gedrag onderhield. Op den 24en November rapporteerde de Maire aan Ver- Hdell, dat de orde en rust op 't eiland waren hersteld, den 27en Nov. werd eene deputatie, bestaande uit de heeren Ahlk en Keyser, naar den Admiraal gezonden met het verzoek, van de bedreigde inkwar tiering af te zien. (Wordt vervolgd.) NIEUWSBERICHTEN. HELDER, 8 November. Potitieverbetering Onderofficieren. „De Avp." verneemt, dat de Minister van te Groningen van de heiling gegaan. Het schip was aanvankelijk geladen met hout. Vermoed wordt, dat het schip wegens te hoogen deklast gekanteld is. (tN. Gron. Ct.") Spionnenjacht. Berlijn, 5 November. Uit Innsbriick wordt aan de .Lok al Anzeiger" gemeld. By Franxensves in Eisabthal is eergistermiddag een ware spionnenjaebt gehouden. Een schild wacht merkte een man op, die met groote belangstelling de vesting inspecteerde. Hjj sloeg alarm en de wacht rukte uit. De vreemdeling nam de vlucht. Hjj kwam een wielrijder tegen, wierp dezen van zijn rijwiel en ontvluchtte daarop. Toen werd een auto mobiel in de jacht betrokken. Men ging den man der auto na, doch hij loste nit sjjn Browning-pistool een groot aantal schoten op zijn vervolgers. Ten slotte mocht het gelukken den spion te vatten. Uit tal van en, welke bij hem werden gevonden, dat men inderdaad met een spion te had. De naam en nationaliteit konden niet worden vastgesteld. De man elke inlichting te geven. Oorlog ernstig overweegt om de voorge stelde positie-verbetering van het onderofli- cierskorps in verband met de groote actie, die door het korps onderofficieren tegen deze voorstellen wordt gevoerd van de oorlogsbegrooting 1913 af te nemen en in het volgend jaar bij afzonderlijke begroo ting in te dienen. Jacob Hollander. De kantonrechter te Gouda veroordeelde heden Jacob Hollander te Amsterdam, wegens het onbevoegd uitoefenen van de geneeskunde, tot f75 boete snbsidair 60 dagen hechtenis. De eisch was f150 subs. 60 dagen. De civiole vordering, groot f 4 50, gesteld door Johs. Vendrig te Snelrewaard, werd toegewezen. Een ontvluchting. Uit de artilleriekazerne te Naarden Dinsdagnacht een provoostarrestant ontvlncht op een wijze, die de vraag wettigt of de man soms een beroepsuitbreker is. Door eene opening, groot 20 bij 24 c.M. in een deur, kwam bij in 'een gang van het arrestanten gebouw en van daar door een >r 2 meter hoog tnimelrnim op het terrein vóór de kazerne. Door een der ramen hjj de kamer sijner compagnie te be reiken en zich een tamelijk goed passende uniform toe te eigenen. Daarna maakte hij een rijwiel los, dat nog geheel nienw was, en vastgebonden w de krib van don slupenden eigonaar, en dit door een raam naar buiten, zonder dat iemand van de ruim 20 bewoners der kamer er iets van bemerkte. Op dit rijwiel heeft de slimme uitbreker, wiens spoor men geheel bijster is, de vlucht genomen. •Schip omgeslagen, Maandagavond is bij de familie M. te Groningen telegraphisoh bericht ontvangen, dat het Groningsche schip Geertje", kapitein H. Kramer, op weg van Nykjöping naar Aalborg den 4en dezer bij Laegstoer is om geslagen. Het scbip was leeg. Aan boord waren behalve de kapitein, diens vrouw, G. Slangenberg, hun 5-jarig zoontje en een viertal manschappen. Van hen werddekapi tein gered, de vrouw en bet kind hebben den dood in de golven gevonden. Men kon ons Diet mededeelen of de be manning gered is. Eenige zekerheid omtrent de oorsaak van het ongeluk kon men ons ook niet geven. Geertje" was een nieuw schip. Het is verleden jaar bij de scheepstimmerwerf-Boe De vraag of er eenig verband bestaat tusschen de ontvolking van Frankrijk eener- zjjds, den godsdienst, en de politiek ander zijds, beantwoordt dr. Löwenthal ontkennend. Om de ontvolking van Frankrijk te be strijden, zegt Löwenthal, kannen er twee middelen gevonden worden: 1. vermindering van de overmatig groote mortaliteit tot op het nivean, dat een groot aantal andera landen hebben weten te bereiken, die door de natuur zeer veel minder bedeeld zijn den Frankrijk; 2 verhooging der nataliteit. Het terugbrengen van de buitengewoon groote mortaliteit in Frankrijk tot op het peil, waarop tal van andere landen de lunne weten te honden, zal aan Frankrijk jaarlijks een winst van honderdduizend meu- schenlevens bezorgen, die de bevolking van het rijk en aantal geboorten per jaar zullen doen toenemen. In een aanhoudenden, krachtigen strijd gen ziekten en kinder-sterfte ligt de redding. In een rationeele en krachtige organisatie van den openbaren gezondheidsdienst ligt bet geneesmiddel tegen het nationale gevaar der ontvolking. Uitsluiting. Berlijn, 6 November. Uit Kopenhagen wordt aan de »Voss. Ztg." geseind, dat de Deenache werkgeversvereniging boBloten heeft op 15 November ongeveer 45,000 arbei ders in de ijzerindustrie uit te sluiten, wan neer voor dien tjjd niet verschillende kleine conflicten zijn bijgelegd, die slechts een paar honderd arbeiders betreffen, doch die reeds langen tijd hangende zijn. Ongeluk met een luchtschip. Nancy, 5 November. Toen vanochtend bet bestuurbare luchtschip van luitenant Vincenot de loods te Donmartin binnenging, wierp een geweldige rukwind het schip naar links. De soldaten, die bij de landing hielpen, werden op den grond geworpen. Een sergeant bjj de militaire luchtvaart, die het stnurtonw vasthield, ging met het luchtvaartuig omhoog, dat weldra tot 100 M. steeg. De luchtvaarders, door het geschreeuw van de toeschouwers opmerfesaam geworden, konden het luchtschip gelukkig zeer spoedig meester worden. Het vaartuig zweefde over Mansui heen, terwijl nog steeds de sergeant tusschen hemel en aarde aan het touw slingerde. Toen hjj, bjj het dalen ,van den bestuurbaren ballon nog een tien meter van den grond af was, liet hjj zich vallen en brak zjjn arm. Voor het overige heeft hjj bjj het avontuur niets go- leden. Twee andere soldaten, die bjj het begin van het ongeval van eenige meters hoogte waren gevallen, liepen lichte kwetsnren op. Bjj het terugkeeren in de loods brak het luchtschip een schroef en het omhulsel scheurde. Doodgevallen. Chartres, 5 November. De militaire vlieger Maióchal is te Houville van eenhoogtovan 150 meter gevallen. Hjj werd verpletterd en bleef dood liggen onder de overblijfselen van zjjn toestol. Een record in het kolen laden. In de haven van Malta heeft de torpedo jager „Chelmer" in 33 minnten 75 ton kolen geladen. Dat zon in ren uur tjjds ruim 136 ton wezen, een record, naar men gelooft. Scheepsramp. Parijs, 5 November. Volgens een telegram uit Rochefort heeft het Noorsche stoomschip .Eva" het Spaansche stoomschip »Arena'' in den grond geboord. Van de bemanning van 25 koppen worden 18 vermist. 24-uurrekening bij het Fransche leger. Het Fransche legerbestuur heeft gelaat, dat voortaan in alle bevelen, gevechtsbe- richten en bescheiden, welke militaire ope raties betreffen, de 24-nnrrekeniDg zal worden gevolgd. In de toelichting wordt erop gewezeD, dat men genoodzaakt is deze regeling ook voor het leger te volgen, nu post- en tele graaf wezen en het spoorwegvervoer de nieuwe indeeling van den dag volgen. Ten gevolge van deze wjjziging vervalt j de tijdsbepaling de toevoeging: morgen, namiddag, middernacht enz. Het afnemen der bevolking in Frankrijk. In Frankrjjk is een extra-parlementaire commissie benoemd, aan wie is opgedragen een onderzoek in te stellen naar de oorzaken van het afnemen der bevolking in Frankrjjk. Dr. Löwenthal, lid dier commissie, heeft nu La Revue van 1 dezer een artikel ge schreven, waarin hjj als een nationaal gevaar de ontvolking aanwjjst. De door het ministerie van arbeid uitgegeven statistiek over ge boorte en sterfte in 1911 is op sensationeel© wjjzo welsprekend. Vergeleken bjj het jaar 1910 levert 1911 de volgende vier verschijnselen op: 1. de nataliteit is gedaald met 1 op de 1000 (18.7 per duizend in 1911 tegen 19.7 in 1910); 2. het aantal geboorten is 82.244 minder (742,114 in 1911 tegen 774,358 in 1910); 3. het aantal sterfgevallen is toegenomen met 73,206 (776.983 in 1911 tegen 703.777 in 1910); de mortaliteit steeg van 17.9 tot 19.6 per 1000; 4. het aantal sterfgevallen heeft in 1911 dat der geboorten met 34,869 overtroffen, terwjjl in 1910 het aantal geboorten dat der sterfgevallen met 70.500 overtrof. Hiertegenover staat Doitdchland, dat, niet tegenstaande het geboorte- cjjfer het sterfte cijfer nog met honderdduizenden overtreft, zich met het afnemen der nataliteit ernstig bezig boudt, onophoudelijk en met goed ge volg strjjd voert tegen ziekten en dood. In zjjn zeer lezenswaardig artikel behandelt Löwenthal vervolgons de verantwoordelijk heid voor den huidigen toestand van de ver schillende Fransche regeeringen in den loop der 19de eeuw. Onder de Restauratie en later onder de regeering van Louis-Philippe heeft de regeering al haar best gedaan om, met behulp van haar prefecten, de nataliteit in Frankrjjk te beperken. Dr. Löwenthal berekent, dat er in Frankrjjk, zoo het op desen weg voortgaat, tegen het jaar 1950 niet meer dan 250,000 kinderen per jaar geboren zullen worden, een ejjfer dat aanmerkelijk lager is, dan nu in Roemenië DE OORLOG. „Thans weten wij door wion de Turken verslagen zijn," schrijft „Linesman", do mi litaire medewerker van de „Daily Mail". Wjj dachten het wel, want menschen en metho- nen en gaan, maar do Oosterling blijft onveranderlijk. Het sijn niet de Bal- alleen, die de hopelooze verwarring gebracht in de Turksche gelederen, het zjjn Diet de Fransche kanonnen en niet de taktiek ;van St. Cyr of de strategie, op gedaan aan de Newa. Zeker hebben al die factoren medegewerkt, maar zjj hebben het niet alleen gedaan. De Turk is weer, voor de sooveelste maal zjjn eigen vjjand geweest. Zjjn eigen leids lieden en vrienden hebben hem verraden en hjj ligt thans terneder, neergeveld als Abel door de hands zijns broeders. Het is baast niet mogelijk sjjn toorn en zijn ver ontwaardiging te bedwingen, wanneer men denkt aan de brutaliteit, waarmede de Turksche soldaten, op het oogenblik, dat het lot van het rjjk op het spol stond, be roofd werden van alles, wat voor hen absolnnt onmisbaar is. De soldaten hebben den zwaren strjjd moeten uitvechten met ge maag. Mnoitie was er ook niet. Op den laatsten dag van den grooten veld slag bulderden de Bnlgaarsche kanonnen voort, zonder dat daarop geantwoord kon worden uit de linies van verzwakte maDDen, die afgemat en geduldig daar neerlagen in hot open veld; hun weinige munitie was verechoteD. De vorploging der gewonden liet alles te wenschen over. Zwaargewonden bloedden dood op de plaats, waar zjj neergelegd wa- reD. De lichter gewonden sleepten zich een eind voort, maar vielen ten slotte neder van afmatting, want zjj vonden nergens een plek waar zjj lafenis vonden. Leiding ont brak ten eenemale. De opperbevelhebber had geen telephonen, geen telegraaf, de een voudigste communicatie-middelen zelfs niet en wist dus even zoo weinig van den loop van den veldslag, die langs het eindelooze front werd geleverd, als de eenvoudige sol daat in de gelederen." Hoe geheel verschillend was de toestand bjj de Bulgaren. Al naarmate meer berich ten inkomen, bemerkt men dat daa nauwkeurig geregeld was, en dat daar wer kelijk een krachtige en vooral bekwame per soonlijkheid de leiding in handen had. Maar wat het Bnlgaarsche leger vooral on derscheidde van het Turksche was, dat men bjj het eerste vertrouwen had in de zaak waarvoor gestreden werd, terwijl de Tur ken, althans het meerendeel hnnner, niet wisten waarom het ging en waarom zjj sich blootstelden aan het moorddadig vuur der zwijgende Bulgaren. Zwijgend, wanneer zy nederlaag leden, zwijgend, als de over winning hun toelachte. Van dit gebrek aan mededeelzaamheid hadden de oorlogscorres pondenten het meeste te ljjden. „Wjj, jour nalisten, die toegevoegd zjjn aan het dat voor Adrianopel opereert," zoo seint Lndovic Nandean, de correspondent van „Journal" d.d. 2 Nov. „weten zelfs niet welke positie het uerste en hot derde leg< hebben ingenomen. Van het cjjfer der verliosen weten wjj ook al niet meer, dan wjj door eigen schouwing gewaar zjjn geworden. Wjj slechts weinig gewondentransporten, en wjj weten niet waarheen de mannen, die in de dageljjkeche gevechten valleD, en hnn tal is natnnrljjk niet gering, worden ge bracht. Waarom zouden de Bnlgaren ook mede deelzaam zjjn jegens ons, de profesaionneele verspreiders van nieuws, wien het ontsluie ren van geheimen dageljjksch werk is, ter- 'ijl zjj zelfs onder elkander, zoo gesloten zijn als een boek met zeven zegels? Deze oorlog is gehold in een akelig, on doordringbaar, hardnekkig swjjgen. Er wor den geen luidruchtige overwinningsberichteu de wereld ingezonden, er worden geen snorkende proclamaties nitgegeven. Het Bulgaarsche leger zwjjgt, maar het mar- oheert." het zal vlug aau moeten marcheeren, er treedt een vjjand op, tegen het Btrjjden veel moeiljjker zal zjjn dan te gen de Turken. De winter staat nl. voor de in op de bergen in den Balkan is de eerste BDeeuw reeds gevallen. Maar generaal Sawof, de Bulgaarsche opperbevelhebber, heeft alle troeven in de hand. Zjjn leger telt, ondanks de verliezen, die het door het vuur van deu vjjand als anderszins heeft geleden, nog meer dan 200,000 man en de Tarken kannen vermoe- dt.-ljjk niet meer dan 100,000 man daarte genover stellen. En deze zjjn bovendien nog gedesorganiseerd en gedemoraliseerd en hebben gebrek aan bet allernoodigste. Het laatste bedrjjf in dit jjseljjk drama zal dus spoedig beginnen en dan is ver moedelijk de rol van Turkije in Europa uit gespeeld. Berljjn, 6 November. Aan het «Berliner Tageblatt' wordt verder nit Konstantinopel geseindDe Turken zjjn pynlyk getroffen door de maatregelen, welke de VTeemde mogendheden hebben genomen. Het blad «Tanin" ziet daarin een beleediging en her innert er aan, dat in het jaar, dat de vrede van Tripoli tot etand kwam, geen Italiaan een haar op het hoofd gekrenkt werd. Sedert eergisteren zijn drie hier liggende schepen van de Lloyd geheel gevuld met Oostenrijkers. Ook de weinige Nederlanders en Belgen, die zich hier bevinden, hebben zich ingescheept. Het blad eindigt met allen aan te sporen tot kalmte en verzekert de Turken, dat nog niet alles verloren is. Nieuwe Turksche nederlaag. Sofia, 6 Nov. Volgens berichten uit offi- cieele bron had een tweedaagsch gevecht plaats tusschen Tsjorloe en Sarai. De Turken werden, na wanhopigen tegenstand, verslagen en trokken terug in de richting van Tsjataldja. De verliezen aan beide zijden waren zeer ernstig en veel grooter nog dan bjj Loele Boergas. Sofia, 6 Nov. De Bulgaarsche troepen sloegen gisteren een corps van de achter hoede van het Turksche leger, dat op Tsja taldja terugtrok, uiteen. De Serviërs. Parjjs, 6 Nov. Het Journal" bevat een telegram uit Belgrado meldende De Serviërs hebben Monastir genomen. Het hof te Konstantinopel maakt zich gereed om naar Brousaa, in Klein-Azië, te vertrekken. Belgrado, 6 Nov. Novawarosj, de laatate Turksche post in den sandjsk Novibszar, heeft zieh gisteren, zonder eenigon tegenstand, overgegeven. Zes officieren en 225 man werden gevangen genomen en 250 buit gemaakt. De gevangenen zullen naar Servië worden. Prilep heeft zich gisteren ook overgegeven. Hier werd wel gevochten en werden zware verliezen geledeD. Berljjn, 6 November. De oorlogscorres pondent van het *Berl. Tagebl." seinde heden uit Semlin tegenover BelgradoZondag trok generaal Jankowitsj naar het westen voort te dringen naar Durazzo en de Adriatische Zee. Het is duidelijk, dat Servië voor bet sluiten van den vrede nog zooveel mogeljjk grondgebied en vooral een stad aan de zee wenscht te bezetten. Het hoofdleger gaat naar Saloniki. Men gelooft, dat Saloniki nog in deze week in Servische handen zal zjjn. De Turken hebben allen tegenstand opgegeven en alleen de Albaneesen zullen Jankowitsj en zjjn troepen het leven nog moeiljjk maken." De tweede slag. Ook de vroegere rechtervleugel van het Turksche leger ondor Machmoed Moecbtar pasja, den zoon van den vorigen grootvizier en zelf tot aan het uitbreken van den oorlog minister van marine, heeft nn, na twee dagen op de fijn TsjoerloeSaraj wanhopig te hebben geboden, in het lot van de overige strjjdmaoht der Tarken moeten deelen en is met ontzaglijke verliezen in de richting van Tsjataldzja teruggedreven. Of Machmoed Moecbtar pasja de Unie van Tsjataldzja echter zonder nieuwe gevechten zal knDnen bereiken, staat nog te bezien. Verschillende telegrammen melden namelijk dat een af deeling Bulgaarsche komitadxji's reeds Derkos, een punt aan het noordeljjke uiteinde van de linie van Tsjataldzja bereikt en daar den watertoevoer voor Konstantinopel afgesneden heeft, terwjjl de verkennende ruiterjj van do Bulgaren zich reeds vlak bjj Tsjataldzja zelf heeft vertoond. Andere sterke troepenaf- deeUngen vervolgen in twee evenwjjdig loopende richtingen het overschot van het Turksche leger en denken tegelijk met dezen bjj Tsjataldzja aan te komen. Het bioedige drama op de slagvelden van Thracië schijnt zjjn laatste bedrjjf snel te nadereD. Veel beteekenend voor den toestand, waarin de Turksche regeering verkeert, is een bericht, dat het hof reeds aanstalten maakt, om de zeeëngte over te steken en de paleizen te Broessa, op Aziatisch gebied, te betrekken. Het aisnjjden van de waterleiding te Derkos, dat al dezer dagen was aangekondigd, zal er vermoedelijk ton bijdragen, om het staken van de vijandelijkheden te verhaasten. Kon- Btantinopel krjjgt zjjn water nit hot bjj Derkos gelegen zoetwatermeer van deDzelfden naam, vlak bjj de kust van de Zwarte Zee. Het ambtelijke bericht van Bnlgaarsche zijde verzwjjgt niet dat ook de verliezen van de Bulgaren zeer zwaar zjjn geweest, veel zwaarder nog dan in den vierdaagschen slag Loele Boergas. Maar dit geldt ook voor de Tarken, die ia dezen laatsten slag volgens hun eigen verklaring 40,000 man aan dooden en gewonden hadden verloren. Men vraagt zich zoodoende af, hoevelen van Moechtar's leger Tsjataldzja en Konstantinopel nog zullen bereiken. Dit overschot moet bjj ge brek aan aanvoer van nieuwen leeftocht in een Verschrikkefijken toestand verkeeren. En wat zal er van de arme gewonden op de slagvelden van Thracië worden? De corres pondent van de «Temps», die uit Tsjorloe te Konstantinopel terug is gekeerd, seint dat hjj op deu terugtocht eeu bitter konden nacht onder den blooten hemel heeft doorgebracht, bjj een vorst van 5 graden. De zadels van de paarden waren met jjs bedekt. De weg naar Tsjorloe, zoo seint hjj verder, bood een bnitengewonen aanblik. Men kwam tallooze gekwetsten voorbjj, van wie de meesten merkwaardigerwijze aan de linker hand gewond waren. Allen legden de grootste klamte aan den dag en bjj na allen legden den afstand van 25 K.M. naar Tsjorloe te af met een aandoenlijk stoïcisme. Op het oogenbUk, dat bjj terugging, wist men niet waar het hoofdkwartier was, maar ver wachtte men nog, dat Moeohtar pasja in de bnurt van Wiza de Bulgaren zou verslaan. Dat is anders uitgekomen. Moechtar pasja en zjjn soldaten hebben met wanhopigen moed gevochten, maar kregen ten Blotte ge brek aan alles, hoewel ben nog uit Midia versterkingen bereikt schjjnen te hebben. Tnrkjje heeft een wapenstilstand gevraagd, maar van Bulgaarsche zijde antwoordt men begrjjpeljjker wijze, dat, als het daartoe mocht komen, Turkije daar geen militaire voordeelen mee mag bereiken, door nieuwe samen te trekken. Bulgarjje zou er in bewiUigen, als de Tarken Adria- •a eenige andere stellingen dosr de Bulgaarsohe troepen lieten bezetten. De geschiedenis kent voorbeelden, waarin een teruggedrongen oorlogvoerende partü mot zulk een door hareD tegenstander ontjjdig bewilligden wapenstilstand groote voordeeion heeft weten te behalen. Zoo slaagde in 1805 het vooruitgeschoven leger der Russen, waarvan de terugtocht naar Moraviö was afgesneden, erin, te ontkomen, dank zjj een wapenstilstand, dien Murat onvoorzichtig ge sloten had. Napoleon heeft daar den koning van Napels bittere verwijten over gemaakt. Maar Napoleon zelf liep ïd 1812 in dezolfde val, door den wapenstilstand van 5 October te teekenen, die een van de oorzaken van den noodlottigen terugtocht is geworden. Nog altjjd komen Servische troepeD door Sofia, om de geweldige gapingen in de ge lederen van de Bnlgaren aan te vullen. Voor de rest dienen de rekruten van do liohtingen 1912 en 1913 als aanvulling, Hierbij komen nog 10,000 nieuwe Macedonische vrijwilligers en 10,000 later aangekomen Bulgaarsche reservisten. De Serviërs niet meegerekend krijgen de Bnlgaren zoodoende een verster king met 70,000 maD. »N. Rott. Ct." De Balkan voor de Balkan-volken. De .Times" schrijft: Wanneer wij den nn algemeen aange- haalden zin onderschrijven: do Balkan voor de Balkan-volken, die bet eerst door een staatsman van den Balkan uitgesproken is, dan stemmen w(j overeen met de algemeen heerschende opvatting in geheel Europa. En stellig geven we dan het gevoel van bet Engelsche volk weer. Geen hand zal opge heven worden, meenen wij, om tegen te bonden wat zoo dapper en onverwacht met het zwaard gewonnen is. Door hun enorme opofferingen, hnn dappere gesneuvelden, door al de daden van heldenmoed, die zoo gul bewonderd zjjn, hebben de verbonden Balkan- staten het recht verworven om een over wegende stem te hebben in de beslissing over hun eigen toekomst. In de Hospitalen. De correspondent te Konstantinopel van de tMatin" heeft daar de gewonde soldaten in de hospitalen bezocht en in het Fransche hospitaal beeft dr. Lccomte tegen hem gezegd 't Is wonderlijk in die moderne oorlogen. Men heeft de verwoestingsmiddelen op onge- loofeljjke wijze volmaakt en toch werken sommjge van die middelen minder verwoes tend dan de vroegere. Do kogels sijn, van uit een oogpunt van hygiëne beschouwd, minder gevaarlijk dan vroeger. Zij zijn door de ontbranding van het krnit dermate verhit, dat ze aseptisch, volkomen aseptisch worden. Wanneer ze het lichaam binnendringen bren gen ze geen enkele microbe meer mee. En bovendien, de tegenwoordige kogels zijn van staal, wat heel wat verkieselijker is dan lood. Zoodat, wanneer men door een kogel ge troffen wordt, die geen edele organen raakt en men sterft niet binnen drie nar, men vijf-en-negentig kansen tegen honderd heeft om binnen aoht dagen genezen te zijn. De dokter bracht vervolgens den journalist bij hot bed van een gekwetste, wiens gezicht afschuwelijk misvormd was. Een kogel had hem in den mond getroffen, de tanden vor- brijzeld en was in de kaak blijven zitten. De dokter nam van het tafeltje naast het bed van den gewonde een kogel. Kjjk, seido hij, dit is de kogel; hy komt nit een Mann- licher geweer en is zelfs niet vervormd. Zoo het een looden kogel geweest was, zou hy in de kaak verbrijzeld zjjn en een schrikkelijke verwoesting aangericht hebben. En ziet u dien man, die daar zjjn krantje leest en een cigaret rookt? H(j heeft een kogel in den schouder gekregen, die eerst dwars door het lichaam is gegaaD en toen door den arm. Maar de man zal binnen veertien dagen klaar zijn en dan kan hij als hij er zin in heeft weer aan 't vechten gaan. Maar een eind verder lag een andere gekwetste onbeweeglijk en aan zijn gelaat zag men dat hij pijn leed. Ja, zeide de ge neesheer. H\j daar gooit mijn theorie omver. De kogel heeft hem in het opperarmbeen getroffen en daar alles versplinterd. De correspondent der ,/Matin" spreekt met de grootste bewondering over do zeven Fransche verpleegsters, die dag en nacht honderdvijftig gewonden verplegen. Door middel van een Tarksch officier, die Fransch kende, vroeg hij aan de gekwetsten waar ze gewond waren. En als een eindloos somber refrein was overal het antwoord: bjj Kirk Kilisse. De heldenmoed der Serviërs. Uit den slag van Koemanowa worden nu een aantal heldendaden van Serviërs bekend. De oud-minister Ljoebomir Kowatsewits ieft te Belgrado zjjn eenigen zoon begraven, die secretaris aan het departement van buiton- landsche zaken was en bjj Koemanowa als aanvoerder vaa een afdeeling machinegeweren gesneuveld is. Toen de begrafenis afgeloopen was, ging de vader voor het graf staan en hield de volgende toespraak: Mjjn zoon, ga in vrede 1 Gjj hebt uw plicht jegens het vaderland vervuld. Mjjn zoon, ik ween niet, daar gjj tot degenen behoort, die met hun heldhaftigen dood na honderdjarige kwellingen vele millioonon gered hebbeD. Ga in in het hemelrijk en tot den troon van den Eeuwige en meld ver heugd aan Do ex jan en LazaruB en aan alle martelaren, dat Kossowo bevrijd is." Deze toespraak maakte op de toehoorders een diepen indruk. Iedereen weende, maar de vader alleen liet geen traan. Groote veldslagen. Een Engelsoh blad is van oordeel, dat hoewel er in dezen oorlog reeds vele men- schenlevens te betreuren zjjn, de ver liezen nog geenszins buitengewoon zjjn. In den slag bjj Moekden werden de verliezen op 60.000 dooden en gewonden aan Russische zjjde, op 40.000 aan Japanschen kant ge schat. De legers telden 600.000 man, terwjjl er in don jongsten grooten slag in den Balkan oorlog niet meer dan 400.000 waren. Bjj Liao Jang sneuvelden er 40.000 van de 330.000 man; bjj Sedan (met inbegrip der krijgsgevangenen) 25.000 en bjj Gravelotto 32.000. De zwaarste verliezen zjjn in het verleden in 1818 bjj Leipzig geleden, waar het aantal dooden en gewonden het schrik wekkende cjjfer van 118.000 bereikte. I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1912 | | pagina 1