KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor HelderTexelWieringen en Anna Paulowna. No. 4149. Woensdag 18 November 1912. 40ste Jaargang. I 't Vliegend Blaadje p. 3 ra. 50 ct., fr. p. po»t 75 ct., boitenland 11 Pre- 1 Zondagsblad 37$ 45 f 0. miën J Modeblad >»»65>»>»75-> fO. (Voor het buitenland bq vooruitbetaling.) Advertentiën van 1 tot 5 regels (bq vooruitbetaling) 30 cent. Elke regel meer6 Bewijs-exemplaar2$ Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Interc- Telefoon SO. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Uitgever i C. DE BOER Jr. (v./k. berkhout a Co.), Helder. Buren NIEUWSBERICHTEN. HELDER, 12 November. Een vernuftig middel om paling te vangen. Hierover schrijft dr. H. C. Redeke in het maandblad „Mededeelingen over Visacherij" van September het volgende; Er wordt wel eens over geklaagd, dat het wetenschappelijk onderzoek in dienst van do visscherjj zoo weinig nnt voor de praktijk heeft. Ik schaar mjj evenwel aan de zjjde van hen, die meenet), dat dit heusch niet aan het wetenschappelijk onderzoek ligt en word in die meening versterkt, telkens wanneer ik weer sie, hoe een schrander man, die zich de moeite heeft getroost, op do hoogte van zyn tyd te blijven, er in slaagt de uitkomsten van dat onderzoek aan zijn bedrijf dienstbaar to maken. Een zeer opmerkelijk voorbeeld van zulk een rechtstreekeche toepassing in de praktijk van hetgeen het onderzoek op visscherjj - gebied aan het licbt heeft gebracht, mocht ik ool&Dgs in Denemarken leeren kennen. Iu aansluiting aan een bijeenkomst van den Internationalen Baad voor het onderzoek der Zee te Kopenhagen werd ik namelijk met een aaDtal andere deelnemers aan die bijeenkomst in de gelegenheid gesteld een bezoek te brengen aan het merkwaardige paling-eta blissement van den ingenieur Nielsen te Hov Vig aan het Isefjord, in de nabijheid van Nykjöbing op Sjaelland. Ofschoon over deze inrichting zeer onlangs door den Directeur der Visscherjjen Lubbert te Hamburg in den „Fischerbote" een opstel is gepubliceerd, meen ik tocb, dat het de moeite waard is, om ook in deze „Mede deelingen" een kort relaas van onzen tooht en een beschrijving van de door Nielsen met zoo groot succos toegepaste en uiterst vernuftige methode te geven. Een en ander met gebruikmaking van enkele aan het oven genoemde opstel ontleende gegevens. Zooals ik zeide, ligt Hov Yig aan het Isefjord en is van uit Kopenhagen het ge makkelijkst te bereiken door met den trein via Boskilde (waar de Deensche koningen begraven liggen) naar Holbaek te gaan eu vandaar met een stoomboot naar den noor delijken ingang van het fjord, waar zich de palingkweekery bevindt. Wy konden, dank zy de vriendelijkheid van het Deensche visscherybestuur, van een aardig inspehtie- stoombootjo gebruik maken, dat ons langs de steile, groen- en- bruine oevers van het fjord tot dicht by Hov Vig bracht. Het water is daar ter plaatse n.1. zeer ondiep, zoodat wy op vrij grooten afstand van de kust ten anker moesten komen en vervolgens in eenige roeibooten, die door hot Btevige motorsloepje van de inspektie gesleept werdeD, do plaats onzer bestemming konden bereiken. Dit laatste gedeelte der heenreis ging over een uitge strekte ondiepe vlakte, die dicht met zeegras (Zostera) begroeid was, de plant, die volgens ons aller vriend dr. Petersen van zoo fun- damentoele beteekenis is voor de visschery in de Deensche wateren. Eindelijk landden wy aan den voet van een langen dam, die hot Isefjord scheidt van een uitgestrekt stuk ondergeloopen land, hot eigendom en arbeidsveld van den heer Nielsen. Deze, een man van middelbaren leeftijd met verweerden kop en pientere oogen, ontving ons en gaf met de grootste bereidwilligheid alle gewenschte inlichtingen. De inrichting van zyn etablissement kwam nu in het kort op het volgendo neer. Ie in het binnendyksch gelegen stuk onder- i geloopen land kweekte hy alen op. 2e door oen zeer vernuftige inrichting ving hy daaruit zonder veel moeite eu kosten do grootste exemplaren, n.1. de schieralen of I drjjfpalingen. Het stuk ondergeloopen land, de eigen- lijk© vischvyver, heeft een oppervlakte van I ongeveer 125 hektaren en is gemiddeld twee voet diep. Ieder voorjaar laat hy daarin een groot aantal elvers of glasalon los (zooals de lezers weten, zyn dit de jonge uit zee naar het binnenwater trekkende palinkjes), die nu van de buitenwereld afgesloten in den vyver opgroeien. Deze is derhalve beTolkt met duizenden jonge jen oudere alon, van de 1 allerkleinste soort tot xulke, die volwassen I zyn geworden en nu naar zee willen trekken j om zich voort te planten. Gebruik makend van de wetenschap, dat alleen do groote en I dus meest kostbare zilveralen „trekken", en daarby het zoutere wator opzoeken, heeft Nielsen nu een soort van val gokonatrueerd, waarin hy, door er zout wator uit het fjord in te laten stroomen, de palingen lokt, en wel zooal niet uitsluitend, dan toch in hootd- saak de grootste exemplaren uit zyn vyver. Daar nu deze vallen zóó zyn ingericht, dat de groote palingeD, als ze eenmaal gevangen zyu, ook gevangen blijven, terwijl de kleinere aaltjes, die er meer per ongeluk in gekomen zijn, weer gemakkelijk kunnen ontsnappen, en daar die val zelf tevens als bun dienst doet en gemakkelijk uit het water gehaald en geleegd kan worden, heeft Nielsen het in de hand, zonder andere hulp dan een knecht en een windmolen binnen zekere grenzen precies zooveel drjjfpaling te vangen alB hy zelf wil In bijzonderheden komt de inrichting nu ongeveer op het volgende neer. Op den dyk staat een modern windmolentje met behulp waarvan het zoute water uit het fjord opge pompt kun worden. Deze molen brengt echter ook een vleeschmolentje in beweging, waarin waardelooze vischjes, byvangst van de kust- viischers, die voor weinig geld te krijgen zÜ°i gemalen en aan de alen vervoerd worden. Het opgepompte water wordt nu over den dyk door open goten naar de bovenbedoelde „vallen" geleid, waarvan Nielsen, toen wij er waren, twee stuks „in workïng order" had. Deze vallen zyn niets anders dan groote vierkante houten kisten, die in den regel geheel onder water zyn, doch gemakkelijk tusBchen een paar palen omhoog gehaald kunnen worden. Rondom boven den bodem bevinden zich esn aantal vierkante openingen, die toegang geven tot fuikjes van gewoon model, doch die aan het uiteinde, dat by gewone fuiken gesloten is, een opening hebben. Elk fuikje werkt dus eigenlijk als een inkeling, zoodat de paling, die door het fuikje in den val geloopen is er niet weer uit kan en in 1) Eine neue Methode der A&lwirtschaft. Der Fischerbote. IV, 7. (15 Juli 1«12). de kist moet blyven, totdat het Nielbkn boliefc h< in er uit te scheppen. Doordat nu bovendien, evenals iu een bun, rondom kleine gaatjes zyn aangebracht, knnnon de kleine aaltjes, die maar per ongeluk of uit nieuws gierigheid er in geloopen zyn, weer uit de fatale kist ontsnappen. Dit is echter slechts uitstel van executie in den meest letterlijken zin van het woord. Want zyn ook voor hen de bruidsdagen gekomen, dan kunnen zy hun vyvor niet anders verlaten dan door het vangapparaat van den heer Nielsen, en een maal daar aangeland is hun kans, om de reis naar den Atlantischen Oceaan voort te zetten, zoo goed als verkeken. En ze laten zich zoo gemakkelijk lokken De heer Nielsen heeft niets andors te doen, dan de goot, die het zoutere fjordwater bevat, te laten uitkomen in de vangkisten. Dan loopt het zoute water er boven in en Btroomt er van onderen door do verschillende ope ningen weer uit. De naar oen uitweg naar zee zoekende palingen worden het zoutere water gewaar, zwemmen het haastig te ge- moet en eindigen als gevangenen in dit meest geraffineerde van alle mjj bekende visch- tuigen. Het geheele aantal alen in den vyver be draagt naar een schatting van Nielsen on geveer 7 tot 800.000 stuks. Daar de inrichting eerst sinds een jaar of zes bestaat, geeft zy nog niet haar rolle opbrengst. Tot dnsvorre ving Nielsen jaarlijks ongeveer 4 5000 K.G. hy rekent echter, wanneer het produktie- vermogen van zyn vyver het maximum be reikt heeft, c.a. 7500 K.G. per jaar te kunnen vangen, wat op een opbrengst van 60 K.G. per hekture neerkomt. Bedenkt men, dat de gemiddelde opbrengst van de om hun aal- viBScherjj beroemde lagnnen van Camacchio slechts 16 K.G. per hectare bedraagt, dan kan [niet ontkend worden, dat deze onder neming byzonder rendabel is, te meer, daar voor de exploitatie, geljjk wij boven zagen, slechts uiterst geringe onkosten behoeven te worden gemaakt. Ik acht het ten slotte in de hoogste mate waarschynlyk, dat ook in ons laDd aan de Noord- cf Zuiderzeekust plaatsen gevonden kunnen wordeD, waar dit systeem met vrucht zou kunnen worden toegepast. Juist ons land met zijn vele binnenwater, dat voor een deel in de onmiddellijke nabijheid van de zee gelegen is, schijnt my als aangewezen om proeven in de hier kortelyk aangeduide richting te nemen. Zaterdag werd door den architect S. Krynen aanbesteedhet bonwen van een Bioscoop-theater aan de Koningstraat no. 14 alhier. Ingeschreven werd door J. Boerdyk, f 13490.—, Heldor. Vlas en Groot, 13333.—, Texel. W. Lastdrager, 13290.—, Helder. H. Wyker, 12680.—, R. N. van Os, 12643.—, H. Riemers, r 12184.—, Vlugge rechtspleging. Aan de Kerkgracht deed zich Zondagavond een vermakelijk geval voor. Een fietsrijder, wiens rijwiel van een licht voorzien was, werd aangereden door iemand, die fietste zonder licht. Beiden vieleB, doch bezeerden zich niet ernstig. Alleen de rijwielen waren nogal defect. Degene echter, die met licht gereden had, maakte zich zoo boos op den ander, dat hy hem een pak slaag toediende, dat niet raalsch was. De geslagene, schuld bewust, Bloop, zoo spoedig by daartoe kaus zag, weg. Met genoegen werd deze bestraffing door omstanders aangezien, daar ze volkomen verdiend was. Of het echter helpen zal? Misschien nog beter dan een bekeuring. Ongeval. Op een erf in de Molenstraat had Zaterdag middag een ernstig ongeluk plaats. By bet ophyschen van een balk voor den bouw vaD een pakhuis, brak een der touwen, zoodat het zware stuk hout naar beneden viel en terecht kwam op den rag van een der werklieden. Deze, ernstig verwond, moest per rijtuig nasr huis worden vervoerd, waar onverwijld ge neeskundige hulp ingeroepen werd. Te water. In een onbewaakt oogenblik geraakten Zondagmiddag een duwwagentje met kind en al aan de Binnenhaven te wator. Do conster natie was groot. Het meisje, dat 't voertuig even in den steek bad gelaten, schreeuwde lui ie om hulp. Van alle kanten kwam men toegeloopen. De korporaal-stoker G. de B. sprong gekleed in de gracht en wist de kleine drenkeling bijtijds op het droge to brengen. Helders Harmoniekapel. De pryzen, een verguld zilveren medaille, een zilveren lauwertak en een bronzen medaille van Z. K. H. den Prins der Nederlanden, benevens het bybehoorende diploma, door bovengenoemde muziekvereeniging oolangs op het concours te Berkhout behaald, liggen morgen, Woensdagavond, in de étalage van n heer Troost, Spoorstraat, ter bezichtiging. Serenata. De Heldorsche Mandoline-club «Sorenata1 zal haar eerste uitvoering in dit seizoen geven op Zaterdag 7 December a.s. Het bestHur verzocht ons tevens, mede te deelen, dat het secretariaat thans gevestigd is Kaoaalweg 55. Henrl ter Hall. Als deze bespreking verBchynt, behoort opvoering van Ter Hali's revue ,,'t Is maar Fantasie" al woer tot het verleden. En, laat het ons dadelijk zeggen: ze laat oen aange name herinnering na. Aangenaam, in meer dan éen opzicht. Vooreerst: de overweldigende schitterpracht van costuums. Daaraan is wat ten koste gelogd: tyd en moeite, zorgen eu kosten, en vooralsmaak, 't Is niet te zeggen wat nu wel het mooiste was, de twaalf maanden b.v. of de bloemen. Dat roosje was een snoesje, gewoonweg snoesje, maar ook Augustus mocht er wezen. Eu zoo zyn er meer die er wezon mochten. Ik neem het Paris niet kwaljjk, dat hy aan vankelijk met zyn appel geen raad wist. Ten tweede: de geestige inhoud, de aar- dige zetten, de absoluut van pikanterie of scbuinigheden gespeende tekst. Er is in de heelo revue niet een zinsnede, die een jong meisje niet zou mogen hooren, niet éen tooneeltje, dat niet door jong of oud gezien zou mogen worden. Toch is er gelachen, 't geen alleen bewijst, dat snlke dingen niet absoluut noodig zyn. Bescheidenlek heeft de auteur zyn geestes kind genoemd: ,,'t Is maar fantasie", alsof hy zeggen wilde: och, je moet het zoo nauw niet nemen, 't is maar fantasie. Maar die fantasie heeft dat kleineerende woordje „maar" absoluut niet verdiend; die fantasia is ge weldig, rensachtig, verwonderlijk. Die fanta sie toovert ons, in weinige oogenblikken tijds, van «jen Amsterdamschen Dam naar China, en vandaar naar Zeeland, waar een keur van Zeeuwsche boerinnetjes uit een karnton wor- opgepompt" en een liedje zingen. En wat er op dien Dam allemaal verhandeld wordt, is niet te gelooven. En de arme Naatje, die er maar aldoor met éen arm staat te roepen: help me d'r toch af, men- schenl wordt eindelijk gehoord, zy mag haar voetstuk verlaten. Ja, wat gebeurt er al niet op dien Dam? Van den Dam naar het Vredes paleis is slechts éen schrede. Ook daar, even als elders, ruzie, nog wel onder de werklieden van het paleis. Tot tenslotte de fantasie over 't algemeen is de fantasie een bekoor lijke verschijning, doch die van den beer Ter Hall is al bizonder bekoorlijk ons brengt in China, waar we Chineesch hooren spreken, en het Chineesche leger aan 't werk zien. Zoo gaat het twee bedrijven door, met tal van aardige, politiek-satyrieke gezegden, liedjes enzoovoort, waaronder ons vooral trof het liedje van het Staatspensioen, door vier mannen gezongen. Ook toespelingen op de Heldersche politiek ontbreken niet, o.a. de snbsidie aan de Openbare Leeszaal. Het derde bedrijf speelt in een hötel, „de Wonderkeot". 't Gaat er wonderlijk toe, en om een goede nachtrust te hebben, behoef je waarlijk niet naar too te gaan. Geen dan ook, dat het drietal, dat op is naar stof voor een nieuwe revue, weer naar 't Haagje trekt en in éen van de van het Vredespaleis neerstrijkt. Als slot-apotheose krygen wy dan de „gewapende vrede": alle Nederlandsche wapens vereeni gen zich in de zaal en op den achtergrond, hoog, troont de Vrede. De schittering der costumes, de opwek kende mooie muziek, de levendige en frissche dialogen, dat alles vormde een geheel van zeldzame beVoring, en geen wonder is het, dat de heer Ter Hall zooveel succes had en heeft met deze revue. Zaterdag en Zondag was //Casino" vol. A. N. G. 0. B. Zaterdagavond hield de afd. Helder van den Alg- Ned. Gebeel-Onthoudersbond een propagauda-feestavond in «Tivoli" met mede werking van het sangkoor Kunst aan 't Volk" >n van den heer E. J. Hangard (viool). De zaal was geheel bezet. Nadat door het iangkoor het strijdlied was gezoDgen, opende de voorzitter, de heer O. de Wit, met een welkom. Hy uitte zyn tevredenheid over de groote opkomst die by toeschreef aan de meerdere sympathie die de drankbestrijding alom wekt. Hy sprak de hoop uit dat velen die sympathie zullen omzetten in een daad zich zullen opgeven als lid of begunstiger. 5en gemengd koor (mede onder leidiag van den heer Brandts) zong daarna zeer schoon «Morgenrood". Thans kreeg het woord de heer J. v. d. Berg van Deventer. Spr. zegt het graag te willen hebben over «Vrede of Oorlog". Dat zit in de lucht zie maar naar het zuiden ons werelddeel. Spr. betreurt het dat iets nog kan gebeuren in onzen tyd; wy zyn bereid om te helpen, den nood te lenigcD. Ook Nederland helpt mee hierby. binnen-onze grenzeo, in onze huizen we een vijand die meer slachtofiers aait dan oorlog, pest en hongorsnood. Wy vrye Nederlanders dulden dat. 't Is een vijand die ieder beloert, die ons neerslaat, ons willoos slachtoffer maakt. Hy doet zich daarby voor als vriend en dat is 't gevaarlijke. Spr. gaat vervolgens na wat er waar is m de bewering: alcohol verwarmt, alcohol geeft kracht, alcohol voedt, 't Zyn drog- kenterd in dien tyd. Er is™ nu veel meer lectuur die ook zoo noodigjis. Spr. wyst er op, dat de drankbestrijding Jmoet hebben de werklieden en vooral de jeugd. 't Leger groeit. Van alle kleur en richting i godsdienst doen ze mee, dat is verblijdend. Wy vechten niet met kruit of lood, maar met het wapen der rede. Wij brengen peen bloed en geen droofboid, maar welvaart. Spr. vraagt allen plaats te nemen in de geledere n in 't belang van zich zelf, 't huisgezin, de staat. Sympathie is niet genoeg, er moeten daden gesteld worden. (Applaus.) Van gelegenheid tot gedachtenwisseling maakte niemand gebruik. Alrnu trad op de heer E. J. Hangard, die, na met veel gevoel een viool-solo ter inleiding geopend te hebben, het Concert van Sritz voor viool gaf. Mot gespannen aandacht werd zyn kuDStig spel gevolgd en by 't eind barstte daverend applaus los, dat wel verdiend De heer G. Boon had by de viool-solo's de piaBO-begeleiding. Een mannenkwartet zong zeer verdienstelijk „Zandmannetje", terwijl het vrouwenkoor en het mannenkoor nog een paar andere nummers zongen, waarvoor zy warm werden toegejuicht. De heer Van den Berg gaf met gnitaar- begeloiding een achttal liederen. De stem van den heer v. d. Berg beviel ons wel, hy heeft een mooi goluidde liedereD, van eigen maaksel, ook, maar de andere heelemaal niet. 't Spyt ons het te moeten «eggen, maar we vonden de laatste daèr niet op hun plaats. Aan 't oind van den avond bracht de Voorzitter een woord van welverdiende hulde aan allen die hadden meegewerkt tot het doen slagen van do vergadering. 't Liep a! naar twaalven, 't werd dus tyd zou voor de liefhebbers nog bal zijn. in onze vyand heeft in Nederland 23.000 sterke Btellingen in de vergunningen", waar bij nog komt dat menigeen hem bovendien in zyn huis haalt. Do vyand heeft in zyn dienst kunst, zang, genot! En zyn bondgenooten zyn: bet leger i matigen, die de drinkgewoonten helpen in stand houden, de onmatigen, het drankkspi- taal en de regeering. Spr. gaat na waarom deze bondgenooten zyn. En nu vermindert het gebruikt van alcohol gelukkig wel, maar toch geeft men in Neder land nog jaarlijks 75 millioen gulden uit, voor sterken drank alleen, wjjn en bier niet eens meegeteld dua. Dat is verbazend veel. 180,000 menschen, dus ruim 6 maal zooveel als ic Helder wonen, zouden daarvoor doorloopend 8 gulden per week kunnen krygen. En werd het geld nog maar overboord, gegooid! Maar ffje krijgt er wat voor". En dat is het ergste. Wat zou het er voor den werkman beter uit zien als dat geld eens anders besteed werd! Wat men er voor uit geeft is te berekenen, maar niet te berekenen zijn de tranen die er om geschreid worden, het leed dat ér door geleden wordt. Daar gaat veel door de keel, huizen en winkels, zaken en schepen! Spr. behandelt vervolgens een drietal bekende drankbestrjjdiagsplatên o.a. «Hun laatste stuk goed". Hy wyst er vervolgens op hoe de wet verbiedt te venten met voor de gezondheid schadelijke waren; onrijpe appelen enz. En de huizen waar ellende, armoede, verdriet, leed verkocht worden heb ben //vergunning" daartoe! Spr. wyst op de plaat: «Je geld e n je leven", dat mag, daarvoor is vergunning «je geld o f je leven" dat mag niet, dat is roof en diefstal. Gesteld dat een vreemde, b.v. een Mars bewoner, dat zag. Hy zou zeggeu, de wereld staat op z'n kop. Er is in den strijd tegen den alcohol wel eens iets dat ontmoedigt maar als we het kinderleed zien dan zien we weer, dat 't onze plicht is tegen den drank te strijden. Het meegevoel met de slachtoffers van den alcohol doet ons strijden. Er komt gelukkig licht. Spr. vecht al 20 jaar en de ideeën zyn niede heel wat ge 101 jaar. Mevrouw Van der Minne, geb. J. W. E. A. Losecaat van Nouhnys, to Brielle, is Zondag 101 jaar geworden. Zjj is nog goed gezond. Sterkere dekking van de Fransche Oostgrens. De afgevaardigde van de Vogezen, Constant Verlot, komt in den «Matin" krachtig op voor uitbreiding van het effectief aan de oostelijke grens, versterking dus van de grenswacht tegen Duitscbland, die den eersten stoot moet opvangen en stand hondeD, tot de mobilisatie en concentratie gereed is. De afgevaardigde, die zich plaatselijk op de hflogte heeft gesteld, is overtuigd, dat de troepenmacht, daarvoor aangewezen, te gering in aantal is. Al mogen deze „troupes de couverture'' nog zoo goed getraind en ge oefend zyn, hun effectief is veel te zwak. Terwijl aan Dnitsche zijde de grensgarni- zoenen geleidelijk versterkt worden, geschiedt aan Fransche zjjde in die richting niets. De neger Jack Johnson, to Chicago, de wolbekende wereldkampioen- bokser, die wegens een avontuur met een blank meisje den toorn van zijn stadgenooten had opgewekt en nu maar vast in voor- loopige hechtenis was gesteld, is door de z.g. groote jury in staat van beschuldiging gesteld. Tevens is bepaald dat Johnson slechts tegen hoogen borgtocht, 75,000 gulden, in vrijheid kan worden gelateD. Do beschuldiging is, dat Johnson zich in vier gevallen heeft schuldig ;emaakt aan overtreding der wet tegen den andel in blanke slavinnen. DIT DE HBLDBRSCHB SAMBMLET1N6. Door P. N. v. R. Kolenzoekers. vin. Terwijl Miene nog gedurig haar toorn lucht gaf op 't achterplaatsje, omdat het toch maar allemaal gekheid was om jo met zulk bedeltuig in te lateD, bad de goeie juffrouw, die niet gelooven kon dat deze kleine jongen dat zwaarmoedige gezichtje reeds zoo volleerd zou zyn in leugen en bedrog, een bundeltje oud goed bij elkander gezocht en Toon in de gang nog eens op 't hart gedrukt, dat-ie nou maar gauw en rechtstreeks naar moest gaan, want anders kon er nog wol eens iets voor hem opzitteD. Wat bedoelde de juf daarmee Eerst begreep hy het niet recht. Wht zou er eigenlijk voor hem op zitten Maar toen het beeld van zyn moeder voor den geest trad, werd die wenk hem ns duidelijk. Met looden schoenenBlenterde hy een oogonblikjo langs de Weststraat, z'n eene hand gevuist in ds lubberende zak van pas gekregen te-wyde jas, die hem sjok- Wig om 't schrale lyfje bungelde en onder den anderen arm het tamelijk dikke pak met afgedragen kleereu. Wegduikend in jaskragen en bonteD, om de hniverkilte van het najaar veren, gingen de menschen haastig langs hem heen. Zoo'n lamme mist! Anders kon je 's avonds een heel eind hier aan de gracht zieD, zelfs tot den Kruisweg, tot den Zeedijk toe. MaHr nou de lui vlak by kon je alleen flauwtjes onderscheiden. De wit-lichtonde lantaarn» leken wel renzige kalkspatten tegen de reeks donkere gevels. Aan den anderen kast was 'n wazige boomgroep met dooreen gekrienwel van naakte takken. En daarachter stonden de soliede werkplaatsen van de werf, een lange rjj marine-gebouwen, geheimzinnig en duister. Wat 'n misselijk weerJe kon haast geen hand voor oogen zien. Enkoud' Alsof het iu 't hartje van den winter was. Het pak even tusschen de knieën, zette-ie z'n kraag rillend op en trok-ie z'n schouders hoog. Nou gingen z'n ooren schuil achter'n walletje laken, waren se beschut tegen den vochtspikkelenden bijtenden wind. Zou-ie no( een oogenblikje by dezen mooien vrinke kijken? Och wel nee 't was tyd ver prutsen later maar eens. Op 'n holletje rent-ie een poosje voort, maar als een s die tergend-onverhoeds langs z'n lichaam scheerde en voor z'n voeten neerviel, botste opeens een vrouw pardoes tegen aan, een onbekond woz6n die een vloed scheldwoorden met kwellenden nadruk uit wierp. Dat knorrige wyf, kort en dik, met rond gezicht en erg stroef-donkere oogen zwart-wollen mutsje op de slordige haren en de vleezige armen ondor 't bonte schort, dat wyf herinnerde hem plots aan zyn moedor. Van schrik warm geworden, voelde hy nu pijnlijke siddering. Zon sy aanstonds ook sóó voor hem staan Misschien nog veel nydiger. In een verwarrende onrust stapte hy verder door de wandelmassa. De meeste en passeerden hem onverschillig. Som mige vreemde Heden bemerkten hem slechts met een schichtig gekyk in 't voorbijgaan. Zonden zo iets aan hem zien Hy voeldo i'n wangon gloeien, onder z'n pet was 't zoo gek, precies of er heel fijne speldjes prikten en op z'n voorhoofd voelde-ie zweet. Telkens als-ie aan dat beroerde wyf van zooeven dacht, werd-ie opgeruid door eene netelige vrees-acbterdocht. Iu zyn broedende argwaan zag hy steeds z'n moeder in volle bitsheid. Hy zag haar fier, dreigend figuur. Hij hoorde haar felle, klaterende stem. En allerlei byua vergeten heftige ruzie-gelegenheden en vinnige schoppen en klappen kwamen weer boven, 't Vooruitzicht om straks wreed vervloekt en moedwillig-hardvochtig aangepakt te worden, stemde hem bezorgd en angstig. Zyn kribbige moeder spoog immers altjjd compleet vergif om '6 minste en geringste vergrijp vaa Bart en hem Hoo geheel anders was alles toch by die juf aan de Weststraat! Hy genoot tovredon verlichting als-ie aan deze prettige woning dacht, 't Kwam hem alles als een droom voor en het kostte hem eenige moeite om tot de overtuiging te geraken, dat het gebeurde werkelijkheid was. Een glim lach gleed over zyn gelaat, toen hü Miene nog eens voor zich zag, en 'I hart begon hem te popelen. Die Urker-meid kon 'm gewoonweg niet luchten. Wat een grimmig schepsel was dat! Haar barsohe woorden klonken hem nog in de ooren en sidderend dacht hy aan de onheilspellende flikkering haar oogen. Maar de juf zelf nee, om nooit te vergeteD. Hè, als je nou toch eens zoo een moeder hadReken iriederen dag fijn eten, in de week goed netjes gekleed en Zondags extra beste spullen. Werktuigelijk kneep-ie in 't pakje onder z'n stokkigen arm en drukte het on- handig-styf tegen z'n linkerzij. Wat zou er wel in zitten De juf had het boven ingepakt later tegen 'm gezegd: dat is voor jou je broer. Maar wèt Zou-ie 't even open maken en eens kijken Nee. Eerst naar huis brengen en dan konden ze het met z'n drieën uitpakken. Daar had je de Laan al. Als een haas schoot-ie door de nanwe, donkere steegjes. Doch toen-ie z'n woonplaats naderde, werden zyn voorbarige stappen minder. Ver bluft zag-ie een troepje vrouwen in druk gesprek bjjoa vlak voor den ingang van z'n huis. Bleek en ontdaan kwam-ie al dichterbij. Wat moesteo die daar allemaal 't Was alsof bij plots de koorts kreeg, want z'n tauden klapperden zonder ophouden- Verwonderd staken do buren de hoofden by elkaar en met heftige gebaren onderhielden zy zich over een schijnbaar ernstige gebeurtenis. Ontzet dacht Toontje aan het een of andere ongeluk, 't Joeg hem een koude rilHng op 't lyf. Misschien was Bart wel verdronken en hadden ze z'n lijk pas thuis gebracht. Hij kon de reden van deze menschen-vor- gauw de deur wilde binnengaan, gromde oen begeerig gebrom uit de saamgeklitte vr stomme ontroering, met strak-stille gezichten zagen allen hem aan. Totdat een schriele jufirouw met toornige stem en met boozen arm Toon by den schouder greep en h< door elkander rammelde. ,Brntale bliksem, om 'n heele dag stiekum weg te blyven! Waar heb je gezeten? We dachten dat je aan 't Nienwediep in de havi verzopen was. Lieve hemel, wat kan zoo'n knul de heele buurt voor niemendal ongernst Non, scheer je maar gauw weg. Je is al 'n paar uur d'r op uit, om je te zoeken. Als ze aanstonds terug komt, dau kan het er wel eens leelijk voor jo uitzieD, broer. Ze is lang niet voor de poes, dat woten we allemaal heel goed. Kruip maar dadelijk met je neuB onder de dekens, dan zeggen wy wel dat je al hoog en breed gearriveerd bent. Maar wacht 'r is kom eens hier Gossie- myne, wat ben jy opgeknapt! Laten we je eens bekjjken, daar, onder de lantaarn. Wel heb 'k van m'n levenGekregen Sakker loot, je lijkt non een echte jongeheer. Piek fijn, hoor! 'n Beetje wijd, maar dat hindert ilctjy groeit nog en dat goed niet. Je kan vel zien, dat het van geen schorem is. Wees poos het noodlottige moment daar ie, dat linn stiefmoeder vrjj onzacht binnenkomt, dun krimpt Toontje zoo diep mogelyk onder de □s ineen en drukt zich angstig tegen den waar hy, gebroken van vrees en moe heid, bleef HggeD. Totdat de ochtend blook door de vensters kwam schemeren en hy wakker gestompt werd, om, trots zyn tegen spartelen en luidkeels schreiend protest, door een ruwe hand geranseld te worden. Eini>b. Ver. Tentoonstell. „De Vrouw 1813—1913". Het jaar 1913 zal voor Nederland een be langrijk jaar zyn. Van alle kanten worden plannen voorbereid, die blyk gevon van een verjongdon, krachtigen volkswil. Te zamen zullen zy een beeld vormen van do beteekenis van het Nederlaodsche volk sinds het in 1813 zyn onafhankelijk bestaan herkroeg. Dit beeld zal onvolledig zyn, indien do Noderlandsche vrouw niet toont, hoezeer in deze eeuw ook haar positie veranderd is en hoe zy door talryke oorzaken, die in alle landen van de wereld de groote machtige vrouwonbowoging tengevolge hadden, eene geheel andere plaats inneemt dan voorheen en nieuwe aanspraken mag doen gelden op arbeid en geljjk recht. Het is nu bjjna 15 jaren geleden, c' 's-Gravenhage de Eerste Nationale Tei wel zien, dat het vaD geen er maar zuinig op, je kan er nog lang plei- zier van hebben, tenminste als je moeder niet naar oome Jan brengt." n verlicht hart duikte Toontje in het portaal en op de teenen sloop hy direct naar het ledikant, waarin Bart by den schemer van 'n nachtpitje op de grauwe matrassen lag te slapen. Hy kwam bevend-angstig over eind en vroeg onmiddellijk waar TooDtjezoc ineens vandaan was gekomen. Deze vertelde omstandig zyn wedervaren aan de Westatraat. Hy beschreef Bart nauwkeurig waar dat huis stond eu hoe alles er binnen uitzftg. Eu hy vertelde precies hoe goed en lief men daar voor hem was geweest, wat een lekkere irdappolen met appelmoes en eendvogel hj had gegeten en hoe de juf hem zelf had gewasschen en gekleed. En met schitterende oogen verzekerde Toon, dat er ook iet» voor hem in het pak zat, maar w&t, wist-ie niet. Voor zoover Bart begrypen kon, moest er dan toch wel heel iets bijzonders met zyn broertje zyn voorgevallen. Hy had gedurig met moeite, met inspanning geluisterd en soms soezend en dommelend de oogen ge wreven, om de geschiedenis aan te hooren. Maar toen Toontje hem onverwachts een stuk pudding in de mond propte, werd hy klaar wakker en zyn gelaat stond hoe laoger hoe vrooljjker by alles wat Toon zich wist te herinneren uit het kortstondig verblijf de goeie juffrouw, waar voor 't eerst een zonnestraal zjjn donker bestaan had verlicht. „En mag je nog eens weeromkomen „Dat weet ik niet. Daar heb ze niets van gezegd. Maar ik zou ook niet meer durven, „Waarom niet „Omdat ik bang ben voor de meid, die kwaje, vat je?" Toon had onderwjjl zyn kleeren uitgedaan en stond op bloote voeten nog een oogenblik naast Bart nieuwsgierig in het pak goed to snufleleD, toen by opeens werd opgesohrikt door een geritsel, een gedrnisoh in 't portaal. Beide jongens luisterden scherp toe, klanter den samen vlug in bed, om hnn heil te zoeken cp eenige oude vodden en als na een korte IHGEZOHDEH. dat in 'entoon- stelling voor Vrouwenarbeid werd gehouden. Wat die Tentoonstelliog voor do Nederland- vronw is geweest, weten al degenen die eenigszins belangstellen in de positie der vrouw. Talrjjk zjjn do vereeoigiDgen en organisaties uit die Tentoonstelling ontsproten voor honderde, neen voor duizonde vrouwen is het eene eerste opwekking geweest, huur belangstelling in wjjderon kring uit te breiden. Iu de verloopen 15 jaren is dan ook door de Nederlandsche vrouwen veel gewerkt en veel tot stand gebracht. Juist daarom moeten zjj ook niting durven iven aan haar doelbewust streven. Op 22 !ei to Amsterdam op eene vergadering waar 80 vrouwen aanwezig waren, werd besloten tot het houden van eene tweede Tentoonstelling, die van de eerste hierin zal verschillen, dat zoozeer de arbeid zelve zal worden ten toongesteld, dan wel dat men trachten zal een indruk te geven van de veranderde positie der vrouw in de laatste 100 jaren en men tevens zal doen uitkomen, hoeveel belemmeringen nog in den weg staan om zich geheel te kunnen uiten en hoe haar idealen voor eene schoone en goede samenleving nog met de werkelijkheid in strijd zjjn. Voor dit doel heeft men eene Vereeniging ;esticht «Tentoonstelling de Vrouw 1813— .913", waarvoor de Koninklijke goedkeuring werd aangevraagd. Besloten werd de Tentoonstelling in den zomer van 1918 te Amsterdam te honden. Hiervoor zal aan den Amsteldyk op een terrein, door de gemeente Amsterdam op gunstige voorwaarden beschikbaar gesteld, een gebouw worden gezet, dat zeer zeker aan het doel zal beantwoorden. Met groote dankbaarheid kunnen wy ver melden, dat- nu reeds honderde vrouwen van allerlei richting zich verbonden hebben om uitvoering aan dit plan te gevon. Het enthou- is algemeen en het Hoofdbestuur, aan vankelijk gedrukt door het besef van verant woordelijkheid om den korten tyd van voor bereiding, twyfèlt niet of de plannen zullen bjj zooveel samenwerking, schitterend moeten slagen. Het Hoofdbestuur wordt krachtig ter zjjde gestaan door een Algemeen Comité en voorts door een aantal Sub-Commissies, o.a. eene Centrale finaccieele Commissie met talryke vertakkingen door het geheele land, eene Historische Commissie en verder eone voor Fabrieksarbeid, Huisindustrie, Maatschappe lijk Werk en Armenzorg, Toegepaste Kunst, Onderwijs, Tuinbouw, Hygiëne en Ziekenver pleging, Kleeding, Kiesrecht, Beeldende Kunst, Sport, Lichtbeelden, terwjjl nog steeds niouwe Commissies gevormd worden. De Vereeniging stelt zich voor de Tentoon stelling op velerlei wjjeen aantrekkelijk te maken en daardoor het groote publiek te bereiken. Zoo zal o.a. door congressen, con certen, tooneelvoorstelling, sportfeesten, kin derspelen en bioscoop-voorstellingen de be langstelling levendig worden gehouden. Met het volste vertrouwen doen wy een beroep op Uw steun, omdat wy overtuigd zjjn, dat wanneer de benoodigde geldmiddelen bij een zyn, ons plan slagen moet. Wy stellen oos voor een Waarborgfonds te stiebten van f 100.000 (honderd duizend gulden) in aandeelen van f100.— (honderd gulden) met verplichte storting van 25 °/0 en f 50.000 (vjjftig duizend gulden) bjjeen te brengen aan giften door leden, donateurs en begunstigers. Donateur is men door minstens f25.(vyf en twintig gulden) bjj te dragen, begunstiger door minstens f 5.te schonken, terwjjl vrij willige bjjdragen, hoe klein ook, dankbaar zullen worden aanvaard. Een eventueel batig saldo zai worden be steed tot het oprichten van een Coöperatieve Vrouwen-Voorschotbank, terwjjl de boekon der Vereeniging onder voortdurondo contróle worden gesteld van de Accountant Mej.B. H. P. Robbers te Amsterdam, lid der Neder landsche Acoountantsvereeniging. Waar men ziet, dat voor Cal van Tentoon stellingen hier te lande in weinige weken de benoodigde fondsen werden bijeengebracht, vertrouwen wjj, dat ook voor onze zaak, die toch het geheele Nederlandsche Volk raakt, de noodige geldelijke steun gegeven zal worden. Laat het niet gezegd kunnen worden, dut door gebrek aan geld het schoone plan der vrouwen voor 1918 niet tot Btand heeft kunnen komen. Toont Uw vertrouwen in deze onderneming en zy zal slagen! Het adres van de le Penningmeesteresse is: Mevr. J. P. QdykWouters, te Zaandam, In aansluiting aan het bovenstaande kuDnen wjj berichten dat alhier een plaatselijk comité is opgericht, bestaande uit do dameB: Mevrouw Dullkjcond, Paleis, Mevrouw Boldinoh, Stationsweg. Mevrouw Redekb, Buitenhaven. Mejuffrouw De Boer, Koningstraat,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1912 | | pagina 1