KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Heldor, Texol, Wieringon on Anno Poutownom No. 4151. Woensdag 20 November 1012. 40ste Jaargang. S 't Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 et., fr. p. post 75 et., buitenland 11.25 Pre- Zondagsblad37* 45 10.75 miën J Modeblad 65 75 10.90 (Voor het buitenland bij rooruitbetaling.) Ad verten tién van 1 tot 5 regels (bij vooruitbetaling) 30 cent. Elke regel meer6 v Bewrjs-exemplaar-1 Vignetten en groote lettert worden naar plaatsruimte berekend. Interc.- Telefoon SO. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Uitgever i C. DE BOER Jr. (v./b. BERKHOUT 4 Co.), Helder. Berea Eerste Blad. W. G. DE BAS, le Luitenant der Vesting-Artillerie, gedetacheerd aan de Hoogere Krijgsschool. VIL De commissie uit den burgerstand, ver meerderd met den heer C. Zünderdobp, werd naar den Souvereineh Vorst te Den Haag afgevaardigd. Zij reisden via Medem- blik naar Amsterdam, waar zij in onder handeling traden met Vice-Admiraal Ver- dooren', die onmiddellijk wapenen deed verzenden. Den Hen December kwamen zij te Den Haag aan, waar zij door den Prins op minzame wijze gehoor vonden. Aangezien geene troepen gemist konden worden ter versterking van het garnizoen te Texel, eischte Z.K.H. algemeene burger wapening. 15 December keerde de deputatie op Texel terug. Ingevolge den wensch van den Prins werd reeds op 16 December in eene vergadering de organisatie eener alge meene burgerwapening voorbereid en op 17 December verslag uitgebracht. Ieder der dorpen, Oosterend, Oudeschild, den Hoorn, Koog en Waal en den Burg formeerden een compagnie. Aan 't hoofd van 't geheel stond als kolonel H. M. Aulé, met stand plaats te Den Burg. Onder de officieren, die alleen uit liefde Yoor Vaderland en Oranje dienden, leest men weer vele, nog heden bekend klinkende Heldersche- en Texelsche familienamen. Door deze weer macht werden verschillende posten op het eiland bezet ter observatie des vijands, o.a. aan de drie versterkingen rond Oudeschild, aan de Hors, de haven van Texel, Oude en Nieuweschild, Koog en den Burg ter gezamenlijke sterkte van 2 officieren, 9 onderofficieren en 110 minderen. Deze be veiliging duurde tot de onderhandelingen ter capitulatie te den Helder verdere be waking overbodig maakten. Nog eenmaal werd de rust op Texel den 8en Januari ernstig verstoord bij loting der ingezetenen voor de landmilitie. Slechts 21 man hadden zich daartoe op 't eilaud vrijwillig aange meld, waardoor 't contingent niet was ge dekt. Toen in de Groote Kerk aan den Burg, die door de burgerwacht was bezet, de loting zou beginnen, ontstond een woest geschreeuw van „Oranje boven" en „geen loting maar vrijwillige dienstneming". Toen 51 Oosterenders zich vrijwillig opgaven, wilde men zich van de opgeteekeiide lijst meester maken, daar 't aantal vrijwilligers toen 't contingent verre overtrof. Deze vrijwillige dienstneming was echter alleen geschied om de verwarring met opzet te vorgrooten. De kapitein van de gewapende burgerwachtte Oosterend, Simon Bethlehem, verscheen ongevraagd in de vergadering en eischte, dat de lijst zou worden ver nietigd en de loting opnieuw zou geschieden, daar men in Oosterend kruit en lood ge noeg bezat om te beletten, dat deze 51 dorpsgenooten zouden vertrekken, tenzij allen, die in de termen vielen hen zouden vergezellen. De houding der Oosterenders en van den kapitein Bethlehem werd door den commandant Ahlë en de overige offi cieren ten zeerste afgekeurd. Nadat de Regeering eene afdeeling militairen naar Texel had gezonden, vond later pas, onder persoonlijke tegenwoordigheid van Generaal de Jonge, de loting ongestoord plaats. Deze goheele beweging dient op rekening te worden gesteld van den haat, dien men nog tegen de Fransche conscriptie voedde en van den karakteristieken anti-militairen geest onder het Nederlandsche Volk; zij werpt geenszins eene blaam op de bevol king van 't eiland Texel, die zich immer als trouwe vaderlandslievende landgenooten deden kennen. Tot zoover nagenoeg letterlijk de tekst van den heer H. J. Boldlngh, die door zijne ijverige nasporingen duidelijk bewees, dat op het eiland Texel de 6e December 1913 de karakteristieke datum is, om naast 't St. Nicolaasfeest te herdenken het Eeuw feest onzer Onafhankelijkheid op dat eiland. In den nacht van 6 December bezetten de Kozakken „Kleine Keet", doch trokken in den ochtend weer op „Groote Keet" terug. De Admiraal deed nu de post aan 't Weeshuis (ongeveer ter plaatse van 't tegenwoordige kerkhofversterken en eene andere met 2 stukken geschut plaatsen op den dijk van 't Nieuwediep, daar ingekomen berichten waarschuwden tegen eene poging uit Holland, zich bij verrassing meester te maken van het verlaten eskader. Eene inspectie over het geschut wees uit, dat zelfs met zware lading de mortieren op flanken van „Lasalle" het eskader in de haven niet konden bestrijken. Daarom ge lastte de Admiraal den Overste Foocaüld mortieren van ander type over te brengen uit „Morland" naar „Lasalle". Deze zware en inspannende manoeuvre werd met schit terend succes beloond, daar uit de proeven van 9 December bleek dat de bommen over den Helder, Dugommier en de Vloot den Zuidwal konden bereikende kruitschepen binnen 't Nieuwe Werk waren zoodoende in brand te schieten en 't eskader te be schermen zonder dat de bezetting van „Lasalle" daartoe behoefde uit te rukken. 4. De Blokkade. (7 December 1813-4 Mei 1814.) De bedreiging der Haagsche Tweemannen, om hunne eischen zoo noodig met wapen geweld te zullen steunen, werd ten uitvoer gebracht in het bevel, dat op den 6en December 1813 namens den Prins van Oranje door den fungeerenden Commiss Generaal van Oorlog werd toegezonden aan den Generaal-Majoor Cornelis Frakcjois de Jonge, die zicb op dat oogenblik te Leiden bevond. Hem werd gelast door L. Graaf van Limburg Stibum zich -onverwijld naar Alkmaar te begeven, aldaar zijn hoofd kwartier te vestigen, den Helder ten strengste te blokkeeren en de herhaalde stroopenjen van het garnizoen tegen te gaan. Op den 7en December kwam de Generaal te Alkmaar aan en bracht later op 23 Januari zijn hoofdkwartier van hier naar 't Zand over. Omtrent den toestand eigen weermacht lezen we in zijn rapport van 9 December, dat te Haarlem slechts 100 man beschikbaar waren tot handhaving der orde, waarvan 35 eenigs- zins gewapend. Te Alkmaar beschikte hjj over 50 z.g. Gardes, die 6 bruikbare ge weren bezaten; behalve den kortelings bjjeen- geraapten landstorm vond hij hier een 100- tal Kozakken, waarvan zich een 25-tal onder den luitenant Bezemer op voorposten tegen den Helder, en de rest zich te Alk maar bevond. Behalve de postende Kozakken aan 't strand, by Groote Keet, 't Zand en Oudesluis beschikte hij over een 30-tal landlieden tot bestrijding der strooperijen. Tevergeefs verzocht de Generaal om ruiterij, jeweren en geschut. De Commissaris-Gene- Faal yan Oorlog, Baron Bentinck tot Bock- hobst ried hem, in de behoefte aan cavalerie ie voorzien door recruteering uit de lote- lingen der zich samenstellende landmilitie en uit vrijwilligers. Alzoo schiep de Gene- aal zich een eigengemaakte ruiterij, de z.g. „Landkozakken", die niets anders waren dan boeren te paard, in hun blauwe boeze roen, mot sporen aan hunne laarzen en een muts van vossenvel op 't hoofd, waar van de staarten koddig naar achter afhingen. Hunne bewapening bestond uit boonen- staken, waarop een spijker was bevestigd. Het gehalte dezer ruiterij blijkt 't best uit "t navolgend sterke staaltje: Op een zijner toertjes in den omtrek reed Adnjiraal Ver-Hüell, Januari '14, het verlaten fort 1'Ecluse" binnen, waar hij plotseling op een bende potsierlijk toegetakelde Land- kozakken stiet. Zijn staf had reeds 't zwaard getrokken ter verdediging tegen deze ge vreesde horde, wat echter weldra geheel overbodig bleek, daar zij den Admiraal beleefd groetten. Deze reed, zonder zich een oogenblik te bedenken, op hen af, maakte een praatje met hen, en vertrok ongemoeid, glimlachend opmerkend„waar laten die arme stakkers zich al niet voor gebruiken!" Wat de artillerie betreft, be schikte de Generaal over twee veldstukken', die toebehoord hadden aan de gewapende burgerwacht te Purmerend en aldaar in verwaarloosden toestand waren gevonden. Ze werden te Alkmaar eenigszins opge kalefaterd om eventueel bij de blokkade Van dienst te kunnen zijn. Om het kost baar bezit werd nog ernstig getwist tusseheu Generaal Krayenhoff te Amsterdam en Generaal de Jonge te Alkmaar! Eerst in Maart 1814 kreeg de Generaal eenig be legeringsgeschut en versterking door aan- omst van het 15e bataljon van Linie (ons latere le Regiment Infanterie) en in betere organisatie van den Landstorm. Nieuwe batal jons werden toen gevormd uit de soldaten, die in Spanje onder vreemde korpsen had den gediend en inmiddels naar 't vaderland waren teruggekeerd. Mochten gestadige oefening, uitbreiding en verbetering allengs den Generaal in staat stellen eene blokkade met moeite vol te houden en de strooperijen tegen te gaan, toch was zijn taak eene der ondankbaarsten die men zich denken kan. Hij had te kampen met gebrek aan personeel en materieel (van de 80 man voorposten waren slechts 20 gewapend met gewerea van verschillende soort), met onkunde en onge schiktheid bij officieren en minderen, met het ongeduld waarmede de Regeering in Den Haag den uitslag zijner pogingen ver breidde en met de noodzakelijkheid, het kostbaar eskader in het Nieuwediep onge schonden onder Nederlandsche vlag te bren- een eisch, die hem aan handen en voeten bond. Waar hij niet tot den aanval kön noch mbcht overgaan, en Ver-Hueli, zijnerzijds geen landgenoot als vijand wenschte te beschouwen dan dengeen die hem 't eerst zou aanvallen, neemt de ge- heele verdere blokkade een sleepend en onbloedig verloop. {Wordt vervolgd.) den hofnar" een boeiend drama. Wat iemand overkomen kan, die Daar zyn ge boorteplaats gaat, dat zou Bill u kunnen vertelleo, die heel wat avonturen meemaakt, alvorens by zoover is. Tot slot «Het reizende Circus", een spannend drama uit het artisten- leven. Men ziet hoe een koorddanser naar den toren der kerk opstijgt, en hoe hjj daar wordt afgewacht door een boa-constrictor, die hem eens eventjes onderhanden zal nemen. Gelukkig komt, dank zy de opofferende liefde van Erna, alles op zyn pootjes terecht, behalve natuurlijk de slang, die geen pooten heeft. Die komt om den hals te hangen van mejuffrouw Ula Kira Maja, slangenbezweer- ster, waar zy dan ook eerder hoort, dan om het touw van don koorddanser. En alsof dit alles nog niet genoeg ware, geeft de directie nog eenige extra's, die vooral voor do jeugd groote bekoring hadden door de grappige renpartjjen, die er in voorkomen. Dammen. Zondag 17 November toog een 10 tal der Heldersche Damclub naar Scbagen, tot een ontmoeting met 't tweede 10-tal van Zuid scharwoude. Ongeveer 10>/s uur nam de strjjd een aanvang, welke te l1/, nnr eindigde met een schitterende overwinning voor den Helder, 15—5. Waar de H.D. op 3 November een golyke overwinning op 't Zand behaald heeft, n.l. van de 40 punten is dit een mooi resultaat. Door den leider, den heer D. de Waard, werd de H.D. met een hartelijke toespraak gelukge- wenscht en beloofde don prijs, zijnde een ver gald zilveren medaille, te zullen opzenden. De uitslag Zuidscharwoude—den Helder is als volgt: Zuidscharwoude. Den Helder. Jb. de Geus 0 P. J. Loovenstjjn Jr. 2 het streven der sociaal-democraten, „kunst aan 't volk" te brengen, verdient hulde. Na afloop bal. Hierbjj zal het ook wel gezellig toegegaan zyn, getuige het groot aantal jonge meisjes, dat in blijde afwachting zat te glunderen. Vermelden wjj nog, dat een gebonden collecte de som van t 11.58 opbracht, die de helft aan de commissie voor 't St.- Nicolaasfeest, voor de andere helft aan 't gezin Hammiok ten goede komt. Brieven voor „Gelderland" en „Kortenaer". De verzending van de in de „St.-Ct." van Nov. bedoelde brievenmalen aan Hr. Ms. Gelderland" naar Smyrna, is sedert 14 dezer gestaakt. De volledig gefrankeerde en van de ver- eischte aanwijzing (twee elkander snijdende lyn'en) voorziene brieven en andere stokken voor genoemd schip worden, van dien datum met trein 6.45 m. AmsterdamEmmerik naar Konstantinopel gezonden. Voorts worden mede van dien datnm af door denzelfden trein brievenmalen gezonden aan Hr. Ms. «Kortenaer" te Smyrna. 2. C. de Geus 3. C. Wagenaar 4. C. Rutzen 5. D. Jongeling 6. P. Wagenaar 7. W. Kuiper A. Zuidschar woude 0 J. v. d. Kujjl P. Tuin 1 J. v. Leeuwen 10. Jb. Kujjt 0 C. Slort Totaal 5 Totaal ■lEUWSBEItlCHTEN. HELDER, 19 November. Zonder toezicht. Doordat kinderen in een onbewaakt oogen blik zich met het afstrijken van lucifers hadden vermaakt, ontstond Zondagavond in een perceel Basstraat een begin van brand. Op het zien van de vlammen, die een paar lange gordijnen en oen deel behangselpapier in de achterkamer hadden aangetast, vlogen de kleintjes naar buiten om hulp. Met emmers water konden eenige buren een onheil voor komen. Gebrek i harmonie. Zondagavond waren man en vrouw nit een donker slop aan de Langestraat sterk aan het pimpelen geweest, met 't noodlottig gevolg, dat de drank kwam in beiden en de vrede nit het gezin verdween. Ze werden handgemeen en takelden elkaar dermate toe, dat zy in verscheurde plunje en een gelaat wreed-hardnekkig bewerkt, ontoonbaar was, zoadat de vrouwen uit de buurt te hoop liepen om het zeer beléedigde lid harer sekse naar hohooren te wreken. Heet-tintelende slagen vóelen op het gezicht van hem, die, totaal machteloos tegenover zoo'n meerderneid, van d>e been werd gelicht en toen in blind getast van een woedende troep niet zoo mis op a'n baadje kreeg. Duur vea. Door den inspecteur van het Ned. rund veestamboek zyn te Koegrui twee gecon troleerde stamboekkoeien, ter waarde van f 500 per stuk, aangekocht voor Zuid-Afrika. Bioscoop. Als altijd weer een keur van attractievolle nummers. Van Cunegonde, de jaloersche, dit er hsvig voor gestruft we rd, dat ze zoo ja- loersch was, een interessante kiek #de wed strijd om de Kokarde", een onbloedig sti gevecht, waarbjj de mededingers den stier zyn kokarde moeten, onteer urn, „bet hart van 2 L. Dekkers 0 D. Dissel 0 J. Arends 0 J. Hasse 0 P. J. Duivelshof! 2 P. Bremer 15 „Helders Gemengd Koor". Zaterdagavond gaf dit koor, onder directie in den heer G. H. J. v. d. Bogaerde in Casino" een Soirée Amusante, die in alle opzichten geslaagd mag genoemd worden. Een aandaohtig en dankbaar auditorium luisterde naar het voor deze gelegenheid samengestelde programma, dat geopend werd met een mooi nummer van J. B. KolkmaD, -Wapenroep" gevolgd door .Afscheidsgroet", •an don liedercomponist Mendelssohn, waar bij het orkest-accompagnoment, solo-kwarfet van «Heldors Harmoniekapel", met dit instru mentatie effect uitmuntendo ja, onmisbare diensten bewees en als begeleiding aan het geheel een smaakvolle uitdrukking wist to geven. Met het „Werkmanslied", van F. Abt, voldeed de samenzang goed, en het „Lente lied", van J. W. Kalliwoda, dat tamoljjk hooge eischen stelt, werd op enkele vlekjes na, er best afgebracht. Het een en ander genoot herhaaldelijk de .lgemeene bjjval van 't publiek, dat later nog werd verrast met wat geestige en pit tige voordrachten en een paar leuke tooneel- stukjes, zooals de welbekende humoristische «Muzikale landelijke concert-repetitie" en .VisBer Junior en Visser Senior of dr. Tippel in angst", aanstekelijke vrooljjko dingen, die wel in staat waren om de aanwezigen koste lijk te amuseereD. geanimeerd bal was het slot van den avond. Nog dient vermeld, dat een gehouden collecte voor het gezin Hamers, le Vroon- straat en het comité tot vieriDg van een St. Nicolaasfeest voor behoeftige kinderen im acht gulden opbracht. „Kun»t aan 't Volk." Deze arbeiders-zangvereeniging, directeur i heer Joh. Brands, gaf Zaterdagavond voor >n goed gevulde zaal in „Tivoli" een concert voor genoodigden en geintrodneeerden, waar bij mevrouw Stella Ankersmit—Polak (piano) en de heer D. Stolker (tenor), beiden van Amsterdam, hunne medewerking verleenden. Het programma bevatte, behalve eenige nummers voor mannenkoor, liederen voor vrouwen- en voor gemengd koor. Er war dus met recht „elck wat wils." Het mannen koor bleek over uitstekeode krachten te be schikken, en maakte, met zyn flink geluid, een aangenamen indruk. Hetzelfde kon men ook zeggen van het gemengd koor. Maar wat de dames alleen betrof) 't was net of ze niet durfden, 't zat er wel in, maar 't er niet nit, 't klonk zoo bedeesd. Toe, flink opzing maar eens een beetje valsch, dat hindert hensch niet. Als ik het sar weet zal ik net doen of ik het niet hoor I De keuze der liederen was uitstekend; waren alle bekende nnmmers, die binnen bereik van een zangvereeniging van de kracht lagen. Wy noemen bv., behalve de beide strijdliederen, ter opening en sluiting, voor mannenkoor, Avondrust" van Cath. van Rennes (gemengd koor), „Roeierslied" van de Vliegh, en „Zondagswijding" van Abt (mannenkoor), het geestige liedeke van Staring, „Een nienw lied van een meisje en een schipper", getoonzet door den begaafden componist Otto W. de Nobel, enz. Ook de kenze der solo-nummers van den heer Stolker bieek een goede te zyn. Deze heer had een reeks geestige, oolyke en schalke liedjes, die by op onnavolgbare wyze voordroeg. Men had daar „Het Schipperinneke" en „Mien Trnoke", in Betuwsch dialect, van Zweers, het geestige platduitsche „Och moder, ich well en Ding han" van Brahms, dat wy door Pisoisse ook eens hebben hooren voor dragen in dezelfde zaal, en eenige oud- Hollandsche liedekens van Röntgen. De heer Stolker had den juisten volkstoon getroffen, dit bleek uit het geweldig applaus, dat volgde, een balde, die den heer S. echter niet bewoog tot het geven van een „toetje" Mevronw Ankersmit had by deze voor drachten de piano-begeleiding op zich ge nomen. Alles samen was het een mooie avond en verneemt, t Ommen. Mr. C. J. A. Bichon van IJselmondo, candidaat gesteld voor het lidmaatschap van de Tweede Kamer door de centrale Chr.- H:st. kiesvoreeniging in hel district Ommen, naar het „Yaderl." Tarief wet. De liberalen zullen, zoo wordt aan de „Tel." gemeld, geen candidaat stellen. Kamerverkiezingen 1913. De districtsfederatie Lochem van de S.D. A.P. heeft, naar «Het Volk" meldt, dr. J. van Leeuwen, te Utrecht, als candidaat aan gewezen. De Chr. Hist. en de Coalitie. „De Standaard" publiceert de volgende otie „De algem. vergad. van de Cent. A.-R. Ktesvereeniging in het district Harlingen, saamgekomen te Harlingen op Woensdag 13 Nov. 1912, gehoord, wat by de voorziening in de vacature dr. A. Koyper in de vorige maand in bet district Ommen geschied is; erwegende, dat de Chr.-Hist. party in haar organen niet door openbaren steun van den Anti-revolutionnairen candidaat, met alle macht tegen de politieke vrjjbuiterjj in dat district is opgetreden spreekt haro verontwaardiging en ergernis uit lover het gebeurde by deze verkiesing, verzoekt het Centraal Comilé, voor <le algemeene verkiezingen van 1913 alleen op vast schriftelijk accoord, ook omtrent tus- schentydsche vacatures, de coalitie met de Chr.-HiBt. party te bestendigenen besluit deze motie ter kennisse te brengen van het Centr. Comité en in de pers te publiceeron de hoop, dat in de Anti-revolutiooDaire Roomsch-Katholieke party allorwego ge lijke opwekking tot hare Centrale Loiding uitga". redevoering. Zooals men gezien heeft, is het plan de volgende week met de begrooting te beginnen, waardoor de verdere behandeling van dit ontwerp verdaagd wordt tot na afloop van het Kerstreces. Doch het merkwaardige is, en wy geven het woord aan den Overzicht schrijver van het „Handelsblad", „op dezen laatsten dag vóór het afbreken der behande ling heeft men eerst, 'e morgens, alle amen dementen betreffende verlaging van pensioen leeftijd en betreffende weduwenpensioen ver werpen (ook een motie-De Jong, om de mogelykheid van dit laatste althans nog te Jonderzoeken), en daarna is men bljjven n in het debat over het belaogrjjke, principieele amendement-De Visser tot uitbreiding der mogelykheid van de risico overdracht. Zelfs is de heer Dnys, trouwens op zyn eigen initiatief, blijven stekon in een ellenlange rede tot bestrijding van die uit breiding. Iets dat, naar wy meenen, zonder voorbeeld is in onze parlementaire geschie denis. Over een paar maanden zal dus de be handeling van dit ontwerp misschien worden hervat met deze woorden van den Voorzitter „Het woord is aan den heer Duys, tot voortzetting van zyne rede." Tot zoolang gaat het ontwerp Talma in de pekel." Aanstaanden Dinsdag das de begrooting. Kijkjes uit mijn venster. TWEEDE KAMER. Vrijdagochtend is bet eerst aan de orde de stemming over de by art. 30, regelende den verzekeringsplicht, door den heer De Jong (Hoorn) voorgestelde nlotie betreffende eeDe weduwenrente, welke motie met 47 tegen 20 Btemmen verworpen wordt, rechts tegen links en tegen den heer Sooeck HeDkemans (c.-h.) De verschillende amendementen Duys en Patyn worden alle .rechts tegen links ver worpen, en het artikel rechts tegen links aaD genomen. Bij artikel 31 (arbeid van korten duur) licht de heer Schaper een amendement toe [om de •erzekering ook te doen gelden voor by- kometigen arbeid, geregeld verricht. De Minister neemt dit amendement over, waarna dit artikel z. h. s. wordt aangenomen. By art. 35a (niet verzekeringsplichtig is de arbeider, die den leeftyd van 35 jaar heeft bereikt) licht de heer Hogenholtz (s.d.a.p.) een amendement-Duys c.s. toe, vol gens hetwelk ook arbeiders, die den leeftyd van 35 jaar hebben overschreden, en den Raad van Arbeid kunnen aantoonen, dat zy door omstandigheden, van hun wil onafhan kelijk, eerst na den leeftyd van 35 jaar in den verzekeringsplicht vallen, alsnog in de verzekering kannen worden opgenomen. Spr. had het oogop arbeiders, die van joDgsaf aan in dienst zyn geweest van spoorweg maatschappijen, publiekrechtelijke lichamen, e.d. en op per&onen, die vroeger zelfstandig zyo geweest, doch die door tegenslag genood zaakt zyn geworden in loondienst te gaan. In de commissie van voorbereiding had de Minister sympathie voor het denkbeeld en zeide overweging toe, maar uit vre< fraude en willekenr by de toepassing bracht de Regeering geene wyaging aan. De Minister zegt, dat hieromtrent spoedig eene aanvullende bepaling verschynt, waarna de heer Hngenholts zyn amendement terug trekt. By art. 34 (niet-versekeringsplichtig zyn i arbeiders, wier invaliditeits- en ouder domspensioen publiekrechtelijk is geregeld) licht de heer De Visser (c*-b.) een amende ment toe, om eenige paragrafen intevoegen, waardoor ondememiBgefondsen mogelijk bljj ven en anderzyds zoowel het belang van den arbeider als van de Rijksverzekeringsbank voldoende is verzekerd. Maar de v.d. heer Teenstra acht de regeling van het amende ment-De Visser hoogst onvoldoende. Wy sullen ons hier maar niet in gaan verdiepei overtuigd als we zyn, dat het den lezer weinig interesseert. AUeen dat van den heer Duys moeten wy vermelden. De heer Duys n.l. bracht den heer Teenstra hulde, omdat hjj den heer De Visser zoo flink bestreed. Ja, zei deze afgevaardigde, men zegt eens, die heer Teenstra is een eenvoudig boertje, maar ondertusschen De Voorzitter verzocht den heer Duys zyne rede te vervolgen. Ja, maar meneer de Voorzitter, zei de heer Duys, ik meen het, heusch. Zyn be strijding van het amendement-De Visser ad rem. De heer Dnys begint hierop een lange Tegen Sinter-Klaai. 13 Novembor. Toon ik nog een kleine aap was, jingelde je weken van te voren bü je moeder om 's avonds „tafels" te gaan kyken. Net zoolaDg deed je dat, tot' je inocht. Dan kreeg je de opdracht mee vooral op elkaar te passen en alles te doen wat je oudste zus, de geleidster, zou zeggen. Zy had de centen op zak en van haar ocht je nu eens hier dan weer daar onder weg iets koopen. En eer het negen uur hadden we in de allerprettigste stem ming zoowat overal gekoekeloerd. De Ka- naalweg, do Hoofdgracht, de Weststraat, de Keizerstraa', de Spoorstraat, de Koningstraat en tal van andere straatjes in verschillende wyken werden bezocht om er de groote en kleine extra uitstallingen te bewonderen. Met een van tevoren clandestien-natgezogen voelvinger, zoo groot als een garnaal, stortte je je dan in het suikergoed en de chocolade van de tafels, in groote, ruime speciale vor- trekken en in nauwe, bedompte achterka mer! i es ODaestaDeld. Ha, zoo'n tafel! Wat imponeerde die je jongon geest. Eerst al: het binnenkomen. Dat je door den winkel hééa ging, on dkn kamer kwam. In een kamer! Jawel, er heelemual voor ingericht. Passend ver sierd met groen, met planten, met bloemen. Als een altaar, smetteloos wit de tafel. Ha! Geen oogen genoeg om direct alleB zoo te bekjjken. Daar werd een poosje gegeven. Trapsgewijs zich verheffend tot een onbereikbure-lekkers-hoogte, stonden aar laat eens zien roode fondantkippen, arkentjes van suiker met lintjes om, paar den, kooien en schapen van chocolade, mooie wiegjes met snoezige kinderen erin, po's met draaiseltjes waar je van grinnikte dat de zuster en zelfs de winkeljof een kleur kreeg. Er waren vissohen als schollen en snoeken, plastisch bewonderenswaardig gebeeldkneed en zóó geschilderd dat je zou zweren dat ze regelrecht uit eon aquarium kwamen. Je vond er marsepeinen popjes die niet voor Tanagra-beeldjes hoefden onder te doen. By molens, huizen, bootjes, harten, borstplaten en nog een massa üjn bewerkte snoeperij prykten vronwen en mannen van speculaas, van taai-taai, soms reusachtig groot, waar onder echt ouderwetsche: besmeerd met ge kleurde suiker en beplakt met gond- en zil ver spier. Minstens dertig dure dingen werden legaapt tot 't oneindige en drie, viermaal bevoeld. De banketbakkers-opa of -opoe, tydelyk in actie voor de drukte, hielden meestal daarbij een oogje in 't zeil of 'ets gegapt werd door zoo'n troep jongens en meisjes, voor wie de helpsters, dood- vriendelyke lni, ontzettend veel geduld ten hebben. 'nOni hiervan en 'n ons van werd na veel gekibbel ingeslagen. En van dit soort liep 't dikwyls zoo in en uit, dat je aan de deur geen raad wist, dat je binnen zoo goed als ingesloten zat. Hier propvol, m'n lieve man, en warm nee, tot stikkens toe. 't Was altjjd interessant in deze volte te zien hoe er gekocht werd. Hoe de een krenterig was, de kaal, een derde royaal. Hoe de plakkers met roode koppen zenrden on sommige cliënten kort en zeker waren in d'r besluiten. Hoe de een het cadeau, netjes en zorgvuldig in gepakt, opgewonden meesjouwde on hoe de andoro voor het voorwerp geheel koud bleef, hautain 't adres liet noteeren. Zoo ook in de speelgoedwinkels, die door honderden keurige artikelen trokken, waar een allereigenaar- digste categorie wezens neerstreek, waar burgervrouwen on burgermannen met hun kinderen krioelden, waar je ten slotte zooiets van tien of vyftien centen bostolde om toch niet geheel met leego handen te vertrekken. Maar in de kloine, meer armoedige zaakjes, in de hokjes, in de krotjes achteraf, in stille, bijna vergeten bnurten gesneden in een kare huizenrij 't was een last om juist die een bezoek te vereeren. Je slenterde daarvoor naar hobbelige straatjes en steegjes van Helder cn Nieuwediep, die anders nooit in aanmerking kwamen. In deze derde vierde klasse winkeltjes was je vry in doen en laten, in deze eenvoudige, vertrouwelyke vertrekjes beleefde je grappen waarover heel wat zoh kunnen geschreven worden. Eén er van kan ik mjj nog nog doidel|jk vc geest halen, 't Was daar een gekke boel. Door een z'eildoekdeurtje, voorzien van stok vettig tonw waaraan een steen beDgelde die voor het vlug open-on dichtgaan zorgde, kwam je in een primitief achterkamertje waar een verschrompeld oud w|jfje met haar heldere slaapmuts op 't hoofd, zoo'n hniselyk tafeltje in de bedstee had staan. Voor de Sintor- Klaas-gelegenheid had haar man, een fan tastische decorateur, de anders witto muren daarvan met doek behangen en daarop ge brekkig maar toch herkenbaar gepenseeld het Spoorboschje, do Molenbrug, de Westerkerk, de BnitenhaveD, de Kanaalweg, de Marine werf, enz., alles tooverachtig verlicht door eeo aantal lampions aan den zolder. De kamer zelf diende voor de bezoekers en bezoeksters. En die waren inderdaad veleD. Op de banken in het vierkant zat een gemengd volkje, dat onder daverende geestdrift deelnam aan de verloting van worst en ham en hazen en konynen, want die handelingen waren toen hier ter stede nog niet door nauwkeurige wetten omschreven. Wie dacht destyds aan verbod dat eens zou komen? Geen ster veling. Je was daar b|jeen als in een malle komedie. Na het dobbelen om de hartige bnitenkansjes kwam meestal de bedstede aan de benrt, daar die nooit uitverkocht werd en het groote overschot dan dcor middel van het lot in handeD van gelukkigen overging. Na afloop was er een kabaal en herrie als in een landverhnizershotel waar men zich gereed maakt de reis naar het onbekende te aanvaarden. Toch bleef de stemming goed. En als de eigenaar van 't perceel in z'n schik is over 't feit, dat hjj mei zyn Sint-Nicolaas-gedoe enkel stropje had, zyn harmonica voor den dag baalde, dan werd het een dolgezel- Bg slot van voordragen en wonderkunsten op dansgebied. Tegenwoordig zou men in staat z|jn om voor zoo'n spectakel den neus op te trekken. Op de avonden tegen Sinter-Klaas zal je dergelyke volksvermaken in deze gemeente niet meer aantreffen. We leven in een tyd, waarin zulke dingen ongeoorloofd zyn. Maar niettegenstaande dat, de avonden, die zoo langzamerhand naar December gaaD, lijken my toch nog beteekenisvol. Hoe leuk en ge zellig wordt het nu weer na schemerdonker in ons stadje. Wat eon gat vindt je soms stjjf- Helder: altjjd dezelfde gezichten, altjjd de zelfde troepjes zoo laat hm die en zjj in de Spoorstraat, in de Koningstraat, in de Keizerstraat, aan de Zuidstraat, aan de West- straat, aan de Hoofdgracht, aan den Kanaal- weg. Maar een heel ander, een prettig, een bjjDa vreemd plaatsje wordt Helder tegen Sinter-Klaas. Deze avonden schutter je er doorheen met méér nieuwsgierigheid en vele e menschen kom je tegen. Zeker nieuwe menschen. Die gewoonlijk Diet nit huis zyn te slaan, liefst in de huiskamer zitten onder de lamp, wagon zich nu op straat, uit pure belangstelling. En zjj, die anders op bun stoof, of aan hun haardje bljjven, be- wjjzon dat onze stad nu roept en vervalt, aanstonds lacht, aangenaam en feestelijk is, precies als een gastvrouw in d'r gebaren. En al deze menschen hebben reeds gnlheid in de oogen de wil om straks to geven, om te ver- om bl|j to maken, ligt over do gezichten feestolyke bionenschyn, die wèl staat. Door Helder gaan ze met hun Zondsgicho zielen aan, langs hot zacht-zilveren licht van winkels, die nu al met een zoeten geur van boter on banket magnotiseeren, die met chocolade en suikerwerken, met taai-taai en speculaas, met fonkelende sieraden, met speel goederen, ja met onnoemeljjk voel artikelen uitpakkeD, voor ieder een enorme keuze. Al maar schuivende, kjjkende, winkelende lui, bjj wie je kan peilen en verkennen dat zo plannen maken, dat ze niet heelemaal tot het nippertje willon wachten om hun iDkoopon to doeD. Dkn zyn onze winkels als post kantoren. Velo deuren, anders slaapziek, piepen on drennon ononhoudelijk. De bedien den roepen elkaar toe, wenken de pak knechten als bootsliedon bjj stormweer op schip over de hoofden der klanten heen, die, 'aan zich zelf overgelaten, doen als marktgangers in den een of anderen Oosterscben bazaar. Zjj graaien zelf in den boel, draaien en keeren, wikken en wegen, driDgen naar voren, naar achteren, drukken elkaar in hoeken en gaten, snateren en schateren en als waren zjj gratis Sint-Nicolaas- strooi aan 'trapen, zoo koopt Jan-en-alleman. De kasregisters malen als koffiemolens cn de laden gaan open en dicht. Laat men nn niet zeggen dat ik met een molentje loop, maar bjj verscheidene winkeliers tjjn de doohters de zonen, doch ook de nichten en neven, vrienden en vriendinnen, zyn zelfs de uiterste reserves voor dien tjjd gemobiliseerd. E-n banketbakker, die veelal zoo een sliert dienst heeft, verklaarde mjj dat de omzet in W's en M's verbazend zal zyn, veel grooter dan het aantal Marietjes en Wimpjes bjj den Burgerlijken Stand op 't Djjkje ingeschreven. Geen Heldersche jongen wil nu Izak heoton en geen Heldercch meisje is met den naam Ida tevreden, 't Liefst geven tjj allemaal de voorkenr aan Wilnelmien of Marinns. Wel aan dan 1 Deze opgeschoten menschen hebben óók een stille hoop, een verwachting, onver schillig of bun het fantasielicht van 't bisschops- sprookje brandt. Maarde kinderen van Helder staan nu zeker wel op het voorste plan. Wy weten dat. Hebt ge dat jonge goedje, die peukjes en dotjes wel eens in 't voor bijgaan geobserveerd, nu er in onze straten van allerlei te zien is? Wat een leuke snoe ten, wat een prachtige levenslustige kiekjes koip je nn langs den weg. Was ,,'t Vlie gend Blaadje" zoowel geillastreerd, ik zou bjj dit schrift bn-kunstmatiggesnapshoUe Sinter-Klaas-kinderen willen geveD. Bv. kieken van den treuzelaar, die voor ieta moois bljjft baDgen, die er voor weggetrok ken moet worden, met oogen zoo groot eD zoo lichtend als booglampmanen; van de kleine meid, aan wie een belofte werdt in gefluisterd; van de broertjes en zusies die onder en met elkaar ergens uitzoeken in afwachting dat ze dit of dat znllen krjjgen; van de baliekluivertjes op de winkelstoepen, wier neuzen plat en wit van het bewonderen zieD; van de brnlale rakkers, die half in den winkel klimmen of in den stroom van ver keer meesluipen. Maar wat ook nog gefotogra feerd, gepenteekend diende te worden ter vóórt- prikkeliog van dit Hollandsche familiefeest, is de vreugde en het verrassings-lachen der heel ouden. Vaders en moeders zyn een beetjeopge- grimeerd, zien er beslist liever nit dan anders, wanneer ze nu met d'r «jongens" op stap gaan. En als je door Helder kuiert, wat een opoe's en wat een opa's zie je op de vlakte! Hoe vaak mrrk je thans onder hen een oud onderzoekend oog, waar de regenboog al vol mist van zit, hoog boven het drnkke gesnap der kleinen uit in de etalagekasten turen. En hoe vaak bespeur je dan soms opeens het verrasiingslachen, hot gééflachen doorbreken over zoo'n gerim peld gezicht, als zonneschyn die doorbreekt over een herfstlandschap. 't Is immers tegen Sinter-Klaas?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1912 | | pagina 1