1 KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Heldor, Texel, Wioringon en Anno Pouiownam TT D,tun der ttrlïEV*? GEWROKEN. Ho. 4166. Zaterdag 7 December 1913. 40ste Jaargang. 't Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 ct., fr. p. post 75 ct., buitenland 11.25 Pre- Zondagsblad t 37* 45 f 0.75 miën 5 Modeblad 65 75 f0.90 (Voor bet buitenland bij vooruitbetaling.) Advertentiên van 1 tot 5 regel» (bij Yooruitbetaling) 30 cent. Elke regel meer. 6 Bewijs-exemplaar 24 Vignetten en grootc letter* worden maar plaatsruimte berekend. Interc.- Telttfoon 50. Verschijnt Dinsdag- en Uitgever i C, DE BOER Jr. (v./k. BERKHOUT t Co.), Helder. Bureaus Spoorstraat en Koningstraat. Eerste Blad. NIEUWSBERICHTEN. HELDER, 6 December. B(j K. B. ia benoemd tot broeder in de orde van den Ned. LeeuYr, de loodsschipper 3de kl. P. Bakker, dienstdoende als schipper op hst betonDiogsvaartnig te Terschelling. St. Nicolaas In „Casino". De commissie voor de viering van het St. Nicolaasfeest voor arme kinderen, die het vorig jaar tal van kleinen zoo'n schitte rend feest bezorgde, had zich thanB met den Bond van Nederlandsche Onderwijzers in verbinding gesteld en op veel grootscher schaal een viering voorbereid, die, laat het ons dadelijk zeggen, schitterend is geslaagd. In de laatste weken kon men op geen uitvoering komen of men werd onthaald op een bedelpartij voor de commissie. En het publiek gaf met graagte. Zoo is er, met giften en gaven, in geld en in natora, heel wat bijeengekomen, zóóveel, dat men den goeden Sint eene ontvangst heeft kannen bezorgen, zóó schitterend, als hem, naar eigen zeggen, nog nooit is ten deel gevallen. Met muziek en fakkellicht van »Het Heeren logement" aan de Binnenhaven afgehaald, ging het in optocht langs Zuid- en Weststraat, en door een dichte drom belangstellenden naar «Casino". Nadat alle kinderen en het waren er 400, 200 jongens en 200 meisjes! hun plaats hadden ingenomeD, en de mnziek eenige vroolyke wijsjes had gespeeld, betrad de voorzitter der commissie, de heer Bonarius, het podium en sprak de jongens en meisjeB, en de volwassenen die er waren, toe. Hij zeide, dat het hem genoegen deed te zien, dat bet feest zoo goed geslaagd was. Dat was te danken aan de mildheid der burgerij, maar ook aan de goede zorgen van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers. De beide eerste jaren, zoo zei spr., had de commissie steeds gesukkeld met het vinden van goede krachten. Nu hebben ze de sym pathie van de onderwijzers, en betore krach ten zon men niet kunnen vinden. In de tweede plaats bedankte bij St. Nicolaas, die woder zoo goed was geweest overtekomen. Nadat de heer Bonarius gesproken had, nam de Sint zelf het woord om te bedanken voor de feestelijke ontvangst. Ik stond er van te kijken, zoo zei hij, toen ik al die fakkels en menschen zag. St. Nicolaas was erg blij zooveel hulp te hebben gekregen, want die heeft hij in deze dagen wel noodig. Maar hij had heel wat meegebracht. Nu, dat was te zien, want het was allemaal langs de kanten uitgestald. Onder de feestelijkheden behoorde ook de vertooning van een mooie poppenkast. De groote menschen zouden dat ook aardig vinden, zoo zei St. Nicolaas. Helaas, helaas l St. Nicolaas had in een reusachtige foliant eenige namen opgeteekend van kinderen, die wat op hun kerfstok hadden. „Gerrit Vink," zoo zei hij, „kom maar eens hier." En daar kwam Gerrit aan, een butj. on verschillig, maar je kon zijn hartje zien kloppen. Gelukkig had de Sint het erg druk en een goede bui, en het liep nogal genadig voor Gerrit en nog een ander Vinkje af. Andersde Sint zei zelf, dat-ie dan niet geweten had wat te doen. Toen kon het feest beginnen. En als ik nu vertel, wat de kinderen allemaal kregen, dan znlt u het misschien niet willen gelooven, maar toch is het de zuivere waarheid. Voor eerst een taartje. Een fijn taartje, met allerlei figHren er op. Nou, dat hadden ze zóo op. Toeneen groote pop van taai-taai. Die kostte meer tjjd. Sommige jeugdige aan- Btaande huismoeders en economen stopten hem weg, indachtig aan de waarheidwie wat bewaart, heeft wat. Ten derdeeen bruidsuiker. En toen dat allemaal op was, begon de poppekast. En of die mooi was 1 't Was een verhaal van Roodkapje, maar anders dan 't gewone, en 't was in 4 bedrijven. En Jan Klaassen kwam er aan te pas en kaboutertjes, en Roodkapjes moeder. En ze zongen en dansten en de kinderen hadden dolle pret. En toen dat afgeloopen was, begon de prijsuitreiking. Ieder kind had een entrée en dat was genummerd en achtereenvolgens werd naam en nummer afgeroepen. Dan kregen ze vooreersteen paar groote taai-taaïpoppen, daneen prenteboek èn een servies èn jeen paar warme handschoenen of wel in plaats van de handschoenen een mooi schort. Ik niet: een prenteboek öf een servies èf paar handschoenenneen, neei), een prenteboek èn een servies èn handschoenen èn taai. Ze hadden de handjes vol. Enkele practischen hadden een groote witte zak meegenomen, waar ze bun schatten konden indoen. Ja, en nu was het gewoon een last om die verschillende kindersnuitjes te zien. Ver rukt, met opeD mond en oogen, de lenige kinderlichaampjes geen oogen blik in rust, stoel op, stoel af: meneer, mag ik effenaar achteren «meneer, aan welk nummer bennen ze rlang zal ie leven, in de gloria 1" het was het heerlijkste, wat iemand, die van kinderen hondt, kan meemakeD. Wat een echt, wat een heerlyk-innig feest is dat toch, zoo'n St. Nicolaasfee9t voor arme kindertjes! Eén meisje was er, met de aller beste spnlletjes aan, die ze badbrnine hoed strik, bruin manteltje, op verschillende plaatsen hersteld en weer ingescheurd, met blanke, fijne handjes, en ziekelyk-mager pro letariërsgezichtje, en dat kind zat stil van de pret, wist niet wat feestvieren was, en keek verrukt toe. Tegen 't einde werd ze wat vry er. Ook zy is met volle armpjes naar haar armelijk tehuis geloopen om haar schatten te tooneD. O Sint NicolaasSint NicolaasKan men ooit schooner een nagedachtenis eeren St. Nicolaas in de Bioscoop. Woensdagmiddag was er voor de jeugdige bezoekers van het Biosooop-theater feest. St. Nicolaas was aldaar aanwezig en die aan wezigheid veroorzaakte een vroolyke stem ming in de Bioscoop. Om drie uur werden de deuren geopend, maar reeds lang vóór dien tyd was het op den Kanaalweg zwart van kinderen, die óok een plaatsje vroegen. Verscheidenen moesten echter terug en wach ten op de volgende voorstelling. Het programma was speciaal voor kinderen mengesteld en bevatte, behalve een geïl lustreerde „Week-revne" en een variótó-num- ler, eenige grappige nummers, o.a. een van een meneer dio als equilibrist wilde optreden, hetgeen hem niet erg best afging. Toen hy dan ook met vereende krachten in een vy ver telechtkwam gaf hy verdere pogingen wyse- lyk op. Het slot was eon voorstelling van „Klein Duimpje". Dit naïeve kinder-sprookje, dat wy met gloeiende wangen en open monden in onze kinderjaren hoorden vertellen, werd zeer fraai in gekleurde beelden weerge- goven. De menscheneter zag er erg vroese- ljjk nit. 'n Griezelig oogenblik was als de reus zyn eigen kindertjes vermoord heeft ze liggen in bed uitgestrekt en je kan de wonde zien. 't Fantastische sprookje won 0.1. niet aao snhoonhoid door dit en rolicf brongen dezer lugubere bizonderheden. Na afloop kregen ze allemaal een cadeautje. Of ze ook bly waren 1 En met gelukkige gezichtjes gingen ze naar huis. De Muziek-vereeniging „Crescendo" zal op Woendag 11 December, 'b avonds 8 uur, in „Casino" een uitvoering geven, waarop het volgende programma zal worden gegeven 1. a. Haeskeu (Oud-HollandscU Lied;. b. Wiegelied (voor Vrouwenkoor), Brands-Buijs. 2. Sonntagslied (Sopraansolo), Mendelssohn. 3. a. Landliches Lied, Schumann. b, Maiglöckchen Mendelssohn. (voor Vrouwenkoor). 4. Wohinï Schubert. 5. O Kerstnacht, schooner dan de dagen (Oud-Hollandsch Lied) (Altsolo.) 6. a. Ave Verum Corpus Mozart. b. Intermezzo Sinfonico Mascagni. (voor Strijkorkest), 7. Herinnering Oath. van Renues. (voor Mezzo-sopraan), 8. a. Van den Bootsman - b. Verbeidend •f"1' (voor Vrouwenkoor), PAUZE. 9. Vacantie Worp. Cantate voor Kinderkoor, Soli, Orkest, Piano en Orgel. Eik wat wils. biedt het bekende tijdschriftje voor de Jeugd „De SoliBt". Om „De SoliBt" in nog breeder kringen bekend te maken, heeft de firma Jurgens, te Oss, de uitgeefster van het blaadje, een propaganda-nummer gemaakt, dat w(j by de conrant van heden insluiten. In dit propaganda-nummer wordt in het kort gezegd, wat „De Solist" biedt en hoe men regelmatig in het bezit ervan kan komen, Behalve aardige verhaaltjes, mooie versjes en keurige illnstraties bevat dit propaganda nummer een Teekenwedstryd, Taalwedstryd en Raadselrabriek. Ieder leier van dit nummer kan aan deze wedstrijden deelnemen en daar mede mooie pryzen, o.a. Fietsen, winnen. De firma Jurgens heeft niet minder dan drie duizend pryzon uitgeloofdeen ieder wage das eens een kaDsje. Wie dit propaganda-nummer heeft doorge lezen, zal zeker wenschen eens nader met „Kees de Solist" kennis te maken en dan als by het tijdschriftje, dat elke 14 dageen verschijnt, kent, reikhalzend naar ieder nieuw nummer uitzien. „Kees de Solist" heeft reeds vele vriendjes i vriendinnetjes, wy zyn ervan overtuigd, dat hy er door dit propaganda-nummer nog vele nieuwe by zal krygen. De Alkmaarsche Directeur van Gemeente werken. Door het afgetreden Raadslid Jan Pot is in den Alkmaarschen Raad de volgende missive gericht: Aan den Raad der Gemeente Alkmaar, hoeft ondcrgeteekecae de treurige Eer, zyu diep leedwezen te betuigen, dat zyn 47 onrechtvaardig gebleken beschuldigingen >n Beheer en Beleid by Pnblieke werken den Raad niet tydig hebben kannen weer houden, de Gemeentebegrooting van Alkmaar ontydig erfelyk te belasteo, met de jaarlyk- scho kosten ad ruim f2000 voor Ingenieurs- hulp by de afdeeling Publieke WerkeD. Ook spijt het hem, dat door zyu schuld, by vonnis (conclusie) van de Commissie ed boo bet Dagelyksch Bestuur van Alkmaar onschuldig veroordeeld is, rekening to houden met de zeer belangrijke adviezen van den Heer Cool, o.a. tot reorganisatie van den dienst der Gemeentewerken. Hy hoopt ochter dat 't persoonlijk belang, dat hy had, en de voor, en door hem verkregen voordeelen, by zyne actie, in welwillende aanmerking zullen worden genomen, by de beoordeeling van zyn voortgezet misdrijf tegen bet Gemeentebelang. 't Welk doende, mot hulde aan een ieder, die er maar eonigszint voor in aanmerking zou kunnen komen. Jak Po* afgetreden Raadslid. Alkmaar, 2/12 '12. ZedelIJkheidswetten. Het Gerechtshof te Amsterdam deed Woensdagmiddag, by vervroeging, uitspraak in de zaak tegen den boekhandelaar, die door de vierde Kamer der Amsterdamsche Rechtbank veroordeeld was tot zes maanden gevangenisstraf, onder aftrek van twee maanden voorloopige hechtenis, wegens het tor verspreiding in voorraad hebben van voor do eerbaarheid aanstootelyke afbeel dingen. Het Hof veroordeelde den bekl. tot vyf maanden en twee dagen gevangenisstraf, onder aftrek van vyf maanden voorloopig ondergane hechtenis. Als verdediger was mr. L. van Gigch Jr. opgetreden. Een inval. Dinsdagmiddag omstreeks halftwee is, naar „De Tel." meldt, door den rechter van in structie en den officier vau justitie, byge- staan door een zestal rechercheurs, een inval gedaan in het perceel Sarphatistraat 21, waar de heer David Cats eon „Comptoir Inter national" hondt. By de politie was namelijk het vermoeden gerezen, dat op genoemd bureau het wedden op courses, hetgeen, zooals bekend is, by de nieuwe zedelykheids- wet verboden is, in praktijk werd gebracht. De heeren werden door mevrouw Cats ontvangen, daar de heer Cats niet aanwezig was. De huisgenooten en-het kantoorpersoneel werden onmiddellijk van elkander geïsoleerd, zoodat zy zich niet met elkander in verbinding konden stellen, waarna het kantoor door zocht werd. Men vond echter niets dan eenige duplicaten van tickets, betrekking hebbende op Dinsdag aangenomen orders. Deze werden in beslag genomen. De heeren der justitie installeerden sich daarna in het kantoor en namen de binnen komende orders in ontvangst, onder mede- deeling, dat zy niet geëxecuteerd zouden Men wilde aldus in rechten vaststellen, dat de „Comptoir International" orders ter uitvoering kreeg. Een heel jong diefje. Zaterdagnamiddag had een onderwijzeres aan eon der lagere scholen te Leiden by het eindigen van de lessen een gonden armband en een gouden ring even op een bank gelegd, om zich de handen te wasschen. Toen zy de voorwerpen weer wilde krygen, waren ze verdwenen. Een onderzoek werd by de leer lingen ingesteld, doch leidde niet tot de ont dekking van den diefstal. Toen werd de politie er mee in kennis gesteld en deze ging do verschillende goudsmidswinkels na, en vernam by een Yrinkelier, dat een knaapje een gonden armband te koop bad aange boden, maar dat hy den jongen naar huis had gestuurd met de boodschap, dat hy met tder of moeder moest terugkeeren. Dit leidde tot de ontdekking van den dader, een zesjarig knaapje, die de voorwerpen in huis had verstopt. H^j had ze van de bank nomen. (Telegr.) Mosselen. Hot plan bestaat, aan de manschappen van it garnizoen te Assen eenmaal per week mosselen in plaats van vleesch te verstrekken. Aan de deelnemers van die menages moet gevraagd worden, in hoeverre zy znlks op prys stellen. (N. Prov. Gron. Ct.) De Grieksche vioot. Een particuliere correspondentie van de „Nieuwe Rott. Ct." te Athene, schryft d.d. 27 November: Er zyn in den oorlog tnsschen Turkije en i kleine Balkanstaten geen zeeslagen ge leverd, tot groote ergernis en teleurstelling van de officieren en de bemanning van de Grieksche vloot. De schepen van den Turk hebben 't niet gewaagd de Dardadellen uit te varen, waarvoor óe Grieksche vyaud, als een kat voor een muizengat, zat te wachten. De Grieken hebben eigenlyk een overwin ning behaald zonder te vechten: vóórdat er een schip in den grond geboord was, vóórdat er een torpedo was afgeschoten, hebben de Turken hen als de sterkeren erkend en hen meester gelaten van de geheele Egeïsche zee. Een moreele overwinning was 't zeker voor de Grieken, en bizonder voordeelig voor alle bondgenooten op den Balkan. Al heeft de Grieksche marine geen bowyzon van seemanskrygskundekunnen ge ven, van dapper heid en onverschrokkenheid (de historische daad van Botsis uitgezonderd, die in de haven van Saloniki onder het bereik van de forten een Turkach slagschip-antiquiteit in de lucht liet vliegen), zy heeft toch in dezen volkerenoorlog een gewichtige rol gespeeld, 't Is zelfs als zeker aan to nemen, dat de Bul garen heden nog niet zoo dicht by Konstan- linopel zouden wezen, als er geen Grieksche schepen waren. Want in dat geval hadden de Turken twee of driemaal meer mannen op •le been kunnen brengen. De taak van de Grieksche marine was, om te verhinderen, dat de Turken hun keurbenden nit Tripolis en hun soldaten nit Kleia-Azië naar Europa over zee brachten.- En zy heeft die taak met trouwe waakzaamheid vervuld. Elk schip, ook onder vreemde vlag, met soldaten en oorlogs-contrabande is aangehouden. De Tur ken konden alleen wat maunen uit hun Aziatische provincies aanvoeren met treinen over een kleine enkel-spoor-lyn. De groote weg over zee wus gesloten. De Grieksche vloot is de Turkscho de baas door haar materieel. Op papier waren de twee vloten byna even sterk, maar de Turksche schepen zyn oudheden. Zelfs de nieuw-aangekochte waren door de Duitsche marine afgedankt. De Grieken hebben ten minste één geheel modern slagschip, de «Averofi», en een moderne torpedo-flottille. Maar vooral staan de Grieken hooger dan de Turken in zeemanskunst. De Turken zyn geen zeelui, de Grieken wel. Sindz overoude tyden hebben do Grieksche matrozen de zeeën bevaren, muntten zy uit in onverschrok kenheid en moed, zeilden zy tussohen de rotsen en de klippen van het óéne eiland naar het ander over de heele Oude Wereld zee. Gedurende de Turksche overheersching zyn de Grieken goede zeelieden gebleven. De Turken lieten dat gevaarlijke werkje aan hen over. Op de zee voelden de Grieken zich weer vry, bewaarden zij iets van de oude liefde voor de onafhankelijkheid, gingen zy niet heelemaal ten onder. En toen 't lichtte in 't Oosten, toen in den aanvang van de vorige eeuw de blauw-witte vryheidsvlag werd ontplooid, was 't vooral op zee, dat de Grieken den gehaten Tark afbreuk deden. Namen als KanariB en Miaoulis zyn bekend gebleven in de geschiedenis. Door alle ecuwen hebben de Hellenen den roep behouden van uitstekende zeevaarders te zyn. Uit „Onder de Streep" in het „Handels- d": Hof-Allerlei. „Ten Paleis e". Aldus luidt do titel van een dezer dagen verschenen boek van de hand van J. J. H. Martynen gelyk d« ondertitel znlks vermeldt, stelde deschryver sich ten doel, Koningin Wilhelmina in haar particnlior leven, voornamelijk op het Loo, te schetsen. Een biographie van onze Koningin is dit boekje dus niet geworden; de bedoeling van den schry ver is blykbaar slechts geweest, een objectief beeld te geven van het landelyk leven der Koningindit is deels geschied op grond van hetgeen de schry ver, die in Apel doorn blykbaar woont, persooolyk heeft aan schouwd, deels is hy afgegaan op het gezag van oud dignileriflBon en officianten, zoodat zelft afzonderlijk op het kleurige boekomslag vermeld staat >met medewerking van een Oud-Hofdignitaris". Bovendien meenen wy veten, dat de Koningin niet onkundig is gelaten omtrent het voornemen tot uitgave dezer paleisschetsen. De uitgevers van het boek, de firma Schel- tens en Giltsy, gaven ons vergunning, eenige bijzonderheden uit dit werkje te ontleeneo; van welke welwillendheid wy gaarne gebruik maken. Door den schry ver, den heer Martyn, wordt de koninklijke omgeving aldus getypeerd, dat de Koningin vooral houdt van een gezellig, niet te ruim intérieur, dat zy door het doen aanbrengen van allerliefste schilderstukjes en aquarellen en, wat men onder het volk «snuisterijen" zou noemen, nog weet op te vroolyken. Reeds zeer vroeg in den morgen kan men do Vorstin in hare vertrekken vinden, waar na zy, voor zooveel noodig, hare moederlijke zorgen wydc aan Prinses Jnliana. Dat «vroeg op zijn" van de Koningin geeft nog wel eens aanleiding tot verrassingen by gelegenheid van bezoeken van vorstelijke of hooggeplaatste personen, die zich op de wandeling door het Paleis of in het Park, in 't vroege morgen uur soms geheel onverwachts voor H. M. geplaatst zion. Do Koningin gebruikt het ontbyt gewoon lijk te half negen, in gezelschap van den PriDS. Dit ontbyt kenmerkt zich steeds door groote eenvoudigheid. Voor den lunch, te 1 unr, en vaak ook nog daarna, houdt H. M. zich met de staats zaken bezig, ontvangt de ministers, haar particulier secretaris en andere hoogo digni tarissen, terwyl zy zich in 't middaguur ook vaak gereed moot honden voor audiënties aan gezanten. Geldt het de aanbieding van geloofsbrieven of de terugroeping vau eeu gezant, dan wordt daarby eenig ceremonieel in acht ge nomen. Daar do verbinding tusschon Apeldoorn i de residentie na half negen 's avonds uiterst gebrekkig is, bly ven de hooge gasten gewoonlijk tot den volgenden morgen ten paleize logeeren. Hiermede is natuurlijk de volledige dag taak van H. M. nog lang niet aangegeven, werden ook niet genoemd de vele uron door onze KoniDgin besteed aan het lezen van brieven (en adviezen over aanvragen) om steun, uitnoodigingen tot het bywonen van plechtigheden en verzoeken van allerlei aard, waarby n0S komen de belangen van haar eigen Huis, familiebetrekkingen en particu liere correspondenties. 'c Behoeft wel geon betoog, dat bij een zoo afwisselend werk-programma, ook lunch en diner herhaaldelijk van karakter verwis selen, dat ze nu eens echt huiselyk en in tiem, dan weder streng ceremonieel zyn. „Karaktertrekke n". - In een volgend hoofdstuk geeft de schrijver eonige karaktertrekken van onze Koningin, geen karakterschets zegt by nadrukkelijken hy acht daartoe, de Koningin-Moeder even buiten beschouwing gelaten, slechts óón per soon in Nederland werkelijk bevoegd, db- rreljjk mevrouw Roall, vroeger als Baro nesse Sloet tot Marxveld de hofdame en vriendin van do Koningin. De schryver herhaalt echter, hoe allen dio bet voorrecht hadden in de omgeving van Hare Majesteit te verkeeren, 't ooos zyn dat zy niet de vrouwe is, die leiding be hoeft of zich door de hofkringen laat beïn vloeden, maar werkelijk Koningin is. Hoe onkreukbaar de trouw der Vorstin aan de Grondwet moge zyn, nooit zal iemand ter wereld deze Nederlandsche koningin kannen bewegen zioh te verlagen tot een slaafsche dienaresse van Ministers, van een volk of van bepaalde kringen. Voorts bezit Koningin Wilhelmina een zoo uitgebreide kennis van maatschappelijke toestanden en verhoudingen, houdt zij zich zoo van de nationale en internationale vraag stukken van den dag op de hoogte, dat zeker niemand, hoe hoog geplaatst ook, het zal durven wagen haar eon averechtsche voor stelling van een of ander vraagstuk te geven of zyn meening op te driDgen. Op kerkelijk terrein hondt de Koningin er eveneens van, kleur te bekennen. Als Ambachtsvrouw van Apeldoorn en de heer lijkheid het Loo bezit zy o.m. het collatie- recht. Van dit zeer oude recht was door du wyleu Z. M. Koning Willem Hl by het be roep van ds. Hattink, oudsten predikant te Apeldoorn, geen gobruik gemaakt; de Am bachtsheer volstond met zyne handteekening te plaatsen onder den beroepingsbrief. Toen echter in 1910 door de Ned. Hervormde Gemeente to Apeldoorn en hot Loo tot de instelling van een derde predikanteplaats werd overgegaan, deed H. M. den kerkeraad weten, dat zy voornemens was, ditmaal baar collatie- recht nit te oefenen. Het gevolg hiervan was, dat niet de kerkeraad maar de Koningin een zestal (predikanten van de ethische rich ting) samenstelde, waaruit, zooals gebruikelijk, de kerkeraad (gemeente) een keuze mocht doen. Dit kerkelyk college ging toen de zes predikanten hooren en koos ds. Westerman Holstyn uit Waardenburg, die, naar het den leden voorkwam, het naast stond aan de orthodoxe richting hunner kerk. Tijdstippen van varzending i Brievenmalen. Naar Oost-Indië p. zeepost yïs Amsterdam 6 en '20 Dec. p. zeepost via Rotterdam 13 en 27 p. Ho», mail via Oenua|l7 en 31 p. Ho», mail viaMarseille'10 en 24 p.Franschem.viaM»rseille|l3 en 27 (v. Atjeh, Sumatra's kust en Benkoelen op verlangen d. p. Duitsche m. via Napelsjll 6.55 'sav. 6,55 's av. 6.55 'sav. 3.40'snm. 6.55 av. Naar Palembang, Rionw, Banka, Billiton i Borneo: p. Eng. mail v i Brindisii Dec. i8.45'si p. Ho», mail via Genua 17 e p. Ho», mail via MarseiUe 10 e (alleen op verl. der afz,)j p.Fran8chem.mMar3eille|l3 en 27 p. Duitsche m. via Nspels|ll en 25 Naar Atjeh en de Oostkust vau Sumatra eiken Vrijdag 3.45'smor. 31 Dcc. G.55 'sav. Eng. m Ho», i i Brindisi ia Genua Marsoille (alleen op verl. der afz.) p. Franscbe m.viaMarseille (v. Atjeh all. op verl. d. afz.) p. Duitsche m. via Napels 10 en 24 11 3.40 'sni Naar Guyana (Suriname): p. zeepost via Amsterdam 19 Dec. 16.55 's a' p. mail via Queenstown 6 en 20 |3.40'sun p. mail via Southampton 16 en 30 |6.55 's a (alleen op verl. der afz.) p. mail via St. Nazaire 23 |6.55 'z a Naar Cura^ao, Bonaire en Aruba: p. zeepost via Amsterdam 19 Dec. 6.55 eiken Dinsdag Vrijdag 1 Jan. p. mail via Southampton e of Queenstown. p mail via Hamburg (alleen op verl. der afz.) Naar St. Martin, St. Eustaiius en Saba: p. zeepost viaAmsterdami 19 Dec. 16.55 'sav. (alleen op verl. der afz.) p. mail via Engeland ,|16 en 30 |6.55 'sav. Naar Kaapland, Natal, Oranje-Rivier-kolonie en Transvaal eiken Vrydag, 8.80 's namiddags. Voor Hr. Ms. „Gelderland" naar Konstantinopel en voor Hr. Ms. „Eortenaer" naar S m y r n ades Zon dags, 12 nur 's midd. en op werkdagen, 7 uur 'sav. (dageljjks). WIJ zenden van ingezonden stukken, in dien wij dat noodig oordeelen, een afdruk aan belanghebbenden, ter beantwoording in hetzelfde nummer. Alle stukken bestemd voor de Redactie en voor de administratie, te richten aan C DE BOER Jr., te Helder. FEUILLETOH. a?) Men was in de boot ook reeds oplettend geworden. De bemanning liet de riemen rustenwat de kogels niet hadden kunnen doen, zon de haai nu volbrengen. Hande- coeur was intnsschen te ver zydelinga van de roode klip afgezwommen, zoodat Collivet en Jacquemin niet dadelyk hadden kunnen zien, wat daar voorviel. Zy zagen slechts, dat hy opnieuw van de oppervlakte verdween, en dat deze dadelyk daarop een roode kleur „Hy heeft genoeg',, meende een der op zieners in de boot. „Arme duivelzeide een ander mede lijdend. Maar onmiddellijk daarop vernam men een algemeenen kreet van verbazing, want men zag het lichaam van den haai, met den opengesneden buik naar boven, op het vr drijven. Het hoofd van Haudecoenr besp den sy echter reeds dicht by de kost; hy deed een laatste, krachtige poging, om deze zoo spoedig mogelijk te bereiken. Het was onmogelijk hem met de boot te bereiken, want langs de geheele kust lagen zooveel verweerde rotsmassa's, verhieven zich zoo talrijke klippen en rillen, dat zy slechts zeer voorzichtig konden varen en ieder oogenblik moesten uitwijken of een omweg maken. Zij wacbttea daarom, tot hy den «ever aeu treden, om beter te kunnen mikken. Doch het was Haudecoeur ook zeer duide lijk, wat hem aan land bedreigde, en hy koos daarom een plaats van de met kloven voorziene kust, waar hy dadelyk achter voor uitspringende klippen bescherming en dekking vond. Hier was hy boiten den gezichtskring ook bniten schot van hendie op de roode klip ea beueden aan het strand op i loerden. Maar nu voelde hfj «ich ook geheel uitgeput: zyn beenen konden hem nanwelyks meer dragen, alles begon hem voor de oogen te draaien, en nog erger dan iets anders pijnigde hom de vreeselyke dorst. Gelukkig storten langs het strand talrijke beken in de zee, waarvan de meeste door diepe, steile spleten loopen. Zioh met zyn laatste krachten van klip tot klip voort slepende, sciet hy op een beek, wierp zich op den grond neer en slorpte met onbe schrijfelijk welbehagen hot koele vocht, dat zyn levensgeesten opwekte en hem w nienwe kracht en hoop gaf. Nadat de dorst gestild was, plaagde de honger hem nog. Hy plakte cn verslond eenige vruohten, die aan dit gedeelte der kust worden gevonden en stelde daarmede voor eenigen tyd zyn maag tevreden. Maar dadelyk daarop volgde een vreeselyke reactie hy werd op eenmaal zoo zwak als een kind, de boenen waren hem als gebrokoD, een vreeselyk gewicht drnkte zyn lichaam terneer, en een onoverwinbare neiging om te slapen maakte zich van hem meester. Haudecoeur wist zeer goed, dat men van de naaste post reeds tor zyner vervolging was uitgerukt, dat ook de boot spoedig zou landen en de bemanning hem ook zou trachten op te sporen. Als hy dos hier zoo dicht bjj de pest en de reode klip bleef liggen en in sliep, leverdo hy zich als het ware vry willig nit, want hier moest men hem stellig vinden. Maar het was hem onmogelijk, zyn vlucht voort te zetten; instinctmatig klom hy de rots nog iete verder op en liet zich toen, half bewusteloos, in een diepe spleet valleD, die gedeeltelijk met dorre bladeren, gedeel telijk met struiken gevuld was. Daar bleef hy liggen en viel byna oogen- blikkelyk in een vasten slaap. Deze onvoor zichtigheid, die hy werkelijk niet met opzet en bewustheid beging, maar omdat by niet anders meer kon, zon hem juist redden. Al zyn vervolgers veronderstelden, dat by zyn vlucht zoo spoedig tqogelyk vorder landwaarts had voortgezetniemand vermoedde, in welken toestand der nicerate uitputting hy zich had bevonden, en dus dacht er ook niemand aan, zoo dicht by den oever nog verder naar im te zoeken. Eon patrouille sloeg een voetpad in, dat lar kaap Coulvain voerdede soldaten n ongeveer op eon afstand van twintig langs de plek, waar Haudecoeur lag, te vermoeden, dat de gesochte soo dicht by hen W39. Van die kaap voeren paden naar alle richtingen, die dan alle op den grooten weg van Bonrail naar Gornen nitloopen. Overal zochten de gendarmes rond, deden overal navraag, maar nergens was een spoor van den vluchteling te ontdekken. Deze ontwaakte eerst midden in den nacht door den hoe langer hoe meer knagenden honger. Hy stilde dien met wilde vrachten, die hy vond, en begaf zich toen met de grootste omziohtigheid landwaarts. Toen de dag aanbrak, had hy een uitlooper van het Udicqgebergto bereikt; hier wareD geen wegen, ja, zelfs geen voetpaden meer, en hy koR sich vrij ">Ug achten. Maqr wat baatte hem dit, als hij van honger stierf Hy zette zich onder dieht struikgewas neder, om uit te rusten. Zyn bloote voeten bloeddeD, zyn zwakheid Dam hoe langer boe meer too. Herhaaldelijk had hy vruchten geplukt en gegeten, maar deze konden hem toch geen kracht goven. Daar liet zich dicht by hem een vlucht wilde duiven neer; hy raapte een steen op en slingerde die midden onder baar. Hy had het geluk er een van te treffen vuur maken kon hy niet, das moest by den buit, even als een wilde, ranw verslinden, waaroor echter het vreeselyk knagen in zyn maag toch eenigszins verminderd werd. Toen kon hy weer inslapen en werd eerst tegen den avond wakker. Hy wachtte echter, tot het geheel nacht was geworden, eer hy zich weer op weg begaf. Toen het licht werd, zag hy esn ontzag gelijke kudde ossen voor zich, die bewaakt werden door een bereden herder, met een reusachtige zweep gewapend. Twee groote honden liepen naast het paard en hadden den vreemdeling canwelyks geroken, of zy stortten met woedend geblaf op hem los. Het fluiten van hun meester bracht staan; toen reed deze langzaam naar Hau decoenr, die hem mot smeekende gebaren de handen toestak. „Erbarming, mijnheerzeide hy. „Wat wilt gy „Sedert drie dagen heb ik niets anders gegeten dan eenige vruchten, die ik langs den weg plukte. Ik sterf van hongergeef my iet6 te eten!" De woest uitziende ruiter beschouwde hem oplettend, terwyl de honden den vluchteling bcsDufielden.. „Heet gij miet fl&adcceevr vroeg by toen. „Waarom vermoedt gij dat „Dat is zeer eenvoudig. Gisteren was hier n patrouille, die my uw signalement opgaf. Wy syn hier nog niet ver genoeg van de strafkolonie verwyderd, om niet te vernemen, wat daar voorvalt". Toen Haudecoeur een wanhopig gebaar maakte, voegde hy er goed hartig bij„Vrees niets, ik zal u niet ver raden I De gendarmes zyn ook niet over dien heuvelrug gegaan. Als gy dien over zyt, sult gjj voor uw vervolgers in veiligheid zyn". Hy haalde uit zyn mantelzak brood, kaas t een groot stuk gekookt vleesch te voor- :bijn, dat by den vlnchtoling overhandigde. Haudecoeur had nauwelijks nog zooveel kracht om te bedanken; hy viel gretig op het zoolang ontbeerde voedsel aan, terwyl de herder met een medelijdend lachje toezag. Hy stoorde hem niet by zyn maaleerst toen zyn gast klaar was, vroeg hy ,-En wat denkt gy nn te doen „Ik weet het niet". „Waar wilt gy heen gaan „Ik wil slechts ver genoeg vluchten, op dat men my niet weer kan vatten". ,Maar weet gy dan ook, dat gy daardoor oen byna zekeren dood in de wildernis tege moet gaat?" „Dat heb ik vroeger reeds vernomen. Maar toch staat myn besluit vast. Want ik zweer u, ik ben onschuldig, men heeft my ten onrechte veroordeeld, en tehuis heb ik myn vrouw en twee kinderen moeten achter laten. Ik wil ze weerzien het moge kosten wat het wil I" „Dat is er de goede wog niet voor", I bromde de herder, „maar dat is uw sa«k. Kom mot rajj, myn verblijf is nauwelijks een kwartier van hier. Daar zal ik u levens middelen vsor drio of vier dagen medogeven" De herder gaf den honden, die hem op lettend aanzagen, eenige bevelen, toen liet hy de weidende kudde aan hun zorg over en reed langzaam voort, terwyl de vluchteling hem met moeite volgde, want zyn voeten waren erg gezwollen en deden hevige pijn. Spoedig bereikten zy een hut, waar de ruiter afsteeg. Hy ging naar binnen en verscheen spoedig weer met een zak, die met brood en met gedroogd vleesch was gevuldzelfs ont brak er niet een flesch brandewyo. Toen Haudecoeur hem met tranen in de oogen bedankte, antwoordde hy„Bedank mij niet. Ik ben een gedeporteerde gelyk gy. Ik heb twintig jaar gekregen en ben hier sedert eenigen tijd als herder aangesteld. Het is een zware dienst, maar dat is niets ik gevoel er my wel by". Toen zyn bescher meling afscheid nam, voegde hy t>nog by „Als gy kameradeD van my mocht ontmoeten, behoeft gij u slechts op my te beroepen. Ik heet Leon Mortier, en nu veel geluk op reis Haudecoeur begon zyn wandeling weer, hy had nu levensvoorraad voor verscheidene dagen. Met groote moeite besteeg hy deD bergrug, dien Mortier hem had aangewezen, en kwam ic het oerwoud, dat het binnenste van bet eiland bedekte. In de toppen der woudreusen fladderden bier en daar parel hoenders en papegaaien stelden hun vederdos ten toon dan weer kwamen er groote streken met ondoordringbaar kreupelhout, waar by omheen moest gaan. Angstig klopte hem|bet hart, want men had hem gezegd, dat in deze streek wilde stammen luisden. Maar hy had bjjoa nog meer voor de kwellingen van den dorst te vreezen, want ofschoon de beken en riviertjes aan de kust zeer talrjjk zyn, vindt men die in het binnenland slechts zeer zeld zaam. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1912 | | pagina 1