Athélst, en wordt men niet steeds benadeeld,
zoo als nu maar al te dikwjjls gebeurt. Want
dat doet men niet openljjk zoo al* de nrma
Tan Honten c.8. maar op een geraffineerde
manier, daarvan kan ik n interessante staaltjes
mededeelen. Uw. dnr.,
P. Tok.
Helder, 13 Dec. 1912.
Wjj ontvingen nog eenige atukken over
hetzelfde onderwerp, doch meenen, dat de
saak nu voldoende toegelicht ia, en sluiten
hiermee de discussie. Redactie.
Mgnheer de Redacteur!
Beleefd verzoekt o. g. voor het navolgende
eenige plaatsruimte.
Na kennisname van het ingezonden schrijven
van den heer Staalman in nw vorig nummer,
hetwelk door my met diepe ontroering werd
gelezen, kwam de vraag by my op„Ia
hier geen werk voor de veroen. „Hoop der
Armen F"
Wanneer colleges die daartoe officieel zyn
aangesteld,niet kannen of willen helpen,
ligt het dan niet op den weg van H. d. A. zich
het lot van dezen armen tobber aan te
trekken By het oprichten toch van H. d. A.
verkeerde ik in de meening dat zy de taak
van den barmhartigen Samaritaan op zich
wilde nemen in gevallon waar door allerlei
deftige en officieele colleges een
levitische of priesterlijke rol wordt
gespeeld.
Of is H. d. A. niet by machte de op zich
genomen taak, wegens gebrek aan middelen,
te vervallen Ziehier eenige vragen M. de R.
waarover eenig licht gewenscht zou z|jn voor
hen die zich voor het werk van H. d. A.
interes8eeren en daarvoor hun gaven, hoe
klein ook, offeren. Een openbare vergadering
waarin iets over den arbeid en de resultaten
daarvan kon worden medegedeeld, zou mis
schien niet overbodig zyn en misschien er
toe kunnen leiden dat de belangstelling voor
dezen schoonen en lofwaardigen arbeid werd
verlevendigd.
Met dank voor de plaatsing,
Een Cobtribcant van
„Hoop dkb Armen".
Helder, 12 Dec. 1912.
Plannen tot opheffing van School 7b?
Wanneer de door onze gemeente lopende
geruchten waarheid bevatten, dan zal het
aantal openbare scholen in den Helder binnen
afzienbare tyd met den verminderd sjjn. We
willen deze geruchten nog niet dadelik als
waar aannemeD, maar toch staat dit vast,
dut we binnenkort van enige raadsleden een
voorstel tot opheffing van school 7b te ver
wachten hebben. De woorden, door de h.b.
Bommel en Verfaille gesproken in de laatste
vergaderiag voor de behandeling van de be
grooting, laten daaromtrent weinig twyfel
over.
Wanneer de heer Verfaille gesprokon heeft
ook namens de andere voorstanders van op
heffing, dan staat ook vast, wat 't hoofd
motief is van 't plan. De nieuwe regeling der
onderwyzersjaarwedden zal «it de gemeentekas
voor 1913 vergen een som van pl.m. f 7000.
In de opheffing van 7b wil de Raad een
middel vinden, om dozo meerdere uitgave
althans gedeeltelik te bestnjjden. De toestand
van de gemeente-finantiën speelt ook bier dus
weer een belangryke rol en daarom willen
wjj eerst eens uiteenzetten, welk voordeel hot
voor de gemeente oplevert. Aan 't personeel
der school zal volgens de nienwe regeling in
1913 uitbetaald worden aan salaris (huishuur'
inbegrepen) f 7200. Hiervan vergoedt het Rjjk
f 4900, zodat de gemeente voor de salarissen
f 2290 zal hobbon uit to geven.
Verder geeft de gemeente voor school 7b,
die door ruim 200 kinderen bezocht wordt,
ruim f 200, voor 't aanschaffen van leer
middelen. Opheffing zal dus een bezuiniging
van pl.m. f2500 por jaar geven, waarby dan
nog komt een bedrag voor vuur en licht,
oor loon van de conciërge, enz. Hier staat
ecuter tegenover, dat de gemeente de kans
loopt enige jaren achter elkaar l/t deel van
do iaatst genoten jaarwedden te moeten be-
taleu als bydrage van 't wachtgeld der onder-
wjjzersfessen), hetgeen per jaar een bedrag
van pl.m. f 1800 zal zyn. Uit deze beschou
wing blykt o.i. duidelik, dat opheffing van
school 7b op verre na niet voldoende is, om
de meerdere uitgaven, die de onderwyzers
jaarwedden in 't vervolg znllen vorderen, te
bestrijden. Het ffnantieel voordeel zoudnsin
1918 waarschynlik pl.m. f 1200 bedragen,
wat voor de gemeente betrekkelik gering is.
Maar al was dit ffnantieel voordeel van
meer betckonis, toch zouden wy ons verplicht
zien, in 't openbaar tegen opheffing eener
school te waarschuwon. Er is bij kwesties
over opheffing van scholen iets, wat naar de
mening van de Bond v. Ned. Ond. ook een
woordje behoort mee te praten, iets waaraas
zelfs eerder gedacht moet worden, dan aan
ffnantieel voordeel voor de gemeente. We
bedoelen het o n d e r w y s-b e 1 a n g. Op
heffing van een school is alleen gerecht
vaardigd
le. wanneer 't belang van 't onderwijs
zulks eist;
2e. wanneer de school in 't belang van 't
onderwijs geen dienst meer heeft te vervullen
of m. a. w. wanneer sy overbodig geworden is.
Deze laatste vraag zal by de behandeling
in de Raad naar alle waarschynlikheid een
belangrijke rol spelen. We zullen daarom
betogen, waarom naar onze mening een
voorstander van goed volksonderwijs school
7b in de gegeven omstandigheden nooit een
overbodige weelde kan noemen. We zullon
gebruik maken van gegevens van hoogstens
2 maanden geloden, die dus ook op 't oogen-
blik nog betrouwbaar zyn te noemen. De
scholen 3, 4, 5, 6, 7a en 7b telden samen
2520 leerlingen, verdeeld in 66 klassen, 't
Aantal beschikbare plaatsen bedraagt in elk
lokaal gemiddeld pl. m. 45, dus totaal 2970.
't Is dus waar, dat de leerlingen van school
7b in de andere scholen zouden kunnen
worden ondergebracht, als alleen rekening
wordt gehouden met het aantal beschikbare
plaatsen. Er moet echter ook gedacht worden
aan de eisen van het praktise schoolleven.
Niemand zal zich een school kunnen indenken,
waarin het aantal leerlingen gelijkmatig over
de verschillende klassen is verdeeld. Wanneer
er niet gescharreld wordt by 't overgaan van
leerlingen van de eene klas naar de andere,
dan zal zich alljjd de omstandigheid voordoen,
dat het aantal kinderen in sommige klassen
aanmerkelik hoger is dan 't gemiddelde, in
andere klassen weer belangryk lager. Wanneer
dus door opheffing van school 7b 't getal
leerlingen op de andere scholen groter wordt,
dan zullen, ook al zyn er genoog ledige
plaatsen in 't schoolgebouw, sommige lokalen
te klein zyn, er zal moeten worden geschip
perd met 't verhogen van leerlingen, kortom
de inrichting van do scholen zal niet meer
beantwoorden aan de eisen, die men behoort
te stellen aan goed lager volksonderwijs.
We hebben hiermee aangetoond, dat de
bewering„Er is op overige scholen
ruimte genoeg, om de leerlingen van 7b een
plaatsje to bezorgen", van prakties standpunt
gezien niet juist is.
Teu slotte moeten we de zaak nog even
van een ruimer standpunt bekyken. De Bond
v. Ned. Onderw. strijdt al sinds jaren voor
kleinere klassen. Wil de onderwyzer in de
gelegenheid zyn, zich buiten zyn klassikale
arbeid ook nog eens met zyn leerlingen per
soonlik te bemoeien, wil hy rekening houden
met de individualiteit van het kind, dan is
een le vereiste, dat zyn klasse niet al te
veel leerlingen bevat. Kleine klassen zyn dus
een dringende noodzakelikheid, zoowel voor
de zedelike, als de geostelike opvoeding. Zijn
de klassen in den Helder nu zodanig, dat 't
werk van den onderwyzer behoorlik tot zyn
reebt kan komen F We antwoorden hierop
met overtuigingNeon. Klassen van 38 a 39
leerlingen zyn voor 't geven van oaderwya
nog veel te groot. Ons gemeentebestuur heeft
zelf stilzwijgend getoond, de waarheid van
die bewering te erkennen, toen het 't mak-
simum aantal leerlingen per klas aan school
8 vaststelde. En de kinderen aan de gewone
lagere volksschool hebben toch 't zelfde rocht
op goed volksonderwijs als die aan school 8
Afgezien dus van alle ffnantioele overwe
gingen en alle bespiegelingen over beschik
bare ruimte, willen wy ten krachtigste waar
schuwen tegen elke poging tot opheffing van
een school.
We vertrouwen, dat de Raad genoeg
vrienden van goed volksonderwijs zal telleD,
om niet ter wille van zulk een betrekkelik
gering voordeel voor de gemeente, 't peil
van 't onderwijs op verschillende Bcholen te
verlagen.
Het bestook van de
Bond Ned. Ondebw.
TWEEDE KAMER.
De heer Van Wassenaar van Catwyck
(c.-h.) spreekt over de tuoht in het leger en
de vloot. Er is een groot verschil tnsschen
de vakbonden van arbeiders en van mili
tairen en schepelingen. De verhouding tus-
schen patroon en arbeider wordt beheerscht
door het privaatrecht. Daarom kan werk
staking van staatsdienaren strafbaar worden
gesteld. De overheid moet de middelen heb
ben het collectief verzet en het aanzetten
daartoe togen te gaan.
De heer De Savornin Lohman (c.-h.) be
spreekt de werking van het christendom op
oen volk. Het christendom werkt door by
het geheele volk, zoo zegt hy. Het huma
nisme meent te staan boven de kerk. Wy,
Christenen, willen evenveel te zeggen hebben
als de humanisten. Onze Bjjbel is daarby
onze grondslag. Wy vragen geen cent voor
ons zelf, maar wy vragen: geeft ons even-
voel als gy voor uw school neemt. Wat het
verwijt betreft dat de Kamer zoo weinig
doet, spr. heeft eens vergeleken het aan
tal door de Kamer volgepraatte blad zy den
van thans met vroeger en het is ontzaglijk
gestegen. De Kamer werkt hard, maar de
aard der wetgeving is essentieel verschillend
van die onder Thorbeoke. De Armenwet en
andere, die vlug zyn afgedaan, waren geen
wetten waarby de kiezers een woordje mee
spraken. Dit in antwoord op het verwyt van
onvoldoende voorbereiding. De tallooze moties
echter, waarom de Kamer niet had gevraagd,
hebben veel tyd in beslag genomen. Men
stelde als hoogste staatsbelang, dat de party
waartoe men behoorde de macht kreeg. Ver
volgens heeft spr. het over zjjne houding.
De chr.-hist. hebben zich by de stembus op
zettelijk vrijgehouden, daar ze niet tot een
stemmigheid zyn verplicht. Maar niet door
onze onvastheid heeft het Kabinet niet kun
nen doorwerken. Op verschillende andere
punten, partijdigheid by benoemingen (daar
over klagen alle partyen) benoeming prof.
Noordtzy te Utrecht, concentratie (ontbreken
defensieparagraaf), wydt de heer Lohman
nog nit, drukt den wensch nit dat van dit
Kabinet krachtige organisatie van leger en
vloot uitga in het belang van het behoud
onzer neutraliteit, betere reebtshervorming,
voortbouwen op de grondslagen door dr.
Kuyper op onderwijsgebied gelegd, doorvoering
van christendom in Indië en een grondwets
herziening, die een eind maakt aan den nutte-
loozen kiesrechtstryd, en hnldigt tenslotte
dit kabinet, dat eenzijdigheid wist te ver
mijden en niet minder verdienstelijk is dan
het kabinet-Kujper. (Braro's rechts).
De heer Kooien (r.-k.) bespreekt den finan-
tieelen toestand en het verband tnsschen
directe en indirecte belastingen.
De heer De Meester (u.-l.) ontkent dat de
militiewet in de ljjn der liberale unie ging.
De lib. unie heeft tegengestemd. Wat de
bonden betreft der mindere militairen en
schepelingen, oordeelt de afgevaardigde van
den Helder, dat de regeering de klachten,
die aanleiding geven tot ontevredenheid, moet
onderzosken. Door dwang en niet-erkenning
komt men er Diet. Dan komt men tot geheime
bonden, die veel verderfelijker werken. Spr.
houdt zich dan ook nog steeds aan het be
ginsel der vrybeid: erkenning der bonden,
tegemoet komen aan wenschen, doch hand
Bij de Uitgevers van dit blad is verkrijgbaar tegen zeer lagen prijs het
GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD.
Het dool eener goedkoope Illustratie, als het Gaill. Zondagsblad)
is een aanschouwelijk beeld te geven van al wat er belangrijks op den
aardb<5l voorvalt. Daarom biedt het GEILL. ZONDAGSLAD
een keur van sctueele platen, en photographlën.
een getrouw beeld van de voornaamste binnen- en buitenlandsche ge-
beurtenissen.
een schat van boelende lectuur, geïllustreerde novellen en gezonden humor.
Prijs S7ViONnl per 8 maanden,
franco p. post 46 ets.
Verschijnt wekelijks in 12 pags.
Proefnummers 6BATIS aan obs
bureau verkrljnbaar.
INTEEKENBILJET.
De ondergeteekende verlangt geregeld
te ontvangen het
Geïllustreerd Zondagsblad
tegen den prjjs van 37'/, ots. per 3
maanden, franco p. post 45 ots.
WOONPLAATS: NAAM:
having van orde en tucht, tegengaan van
alle excessen, flink optreden waar orde en
tucht worden ondermijnd, m§ar niet tornen
aan de vryheid van vereeniging en vergade
ring, waaraan iedor Nederlander zoo innig
gehecht is.
De heer Smeenge (u.-l.) zal het niet over
politiek hebben. Hy dringt aan op een wets
ontwerp tot drooglegging der Zuiderzee. Men
wil nu eeD klein stukje gaan leggen van den
grooten afsluitdijk van Noord-Holland tot
Wieringen, waardoor een polder van slechts
16,500 HA. droog komt. En eerst na 10 jaar
zal men den grond kannen uitgeven, terwjjl
eenige jaren, nadat hy in cultnur is gebracht,
over de vruchtbaarheid kan worden geoor
deeld. Men moet nog iets weten o.a. omtrent
de schade aan de visschers toegebracht en
die is uit de drooglegging van dit kleine
stukje niet afteleiden. Het moeielykste deel
van 'twerk komt juist voorbjj Wieringon.
Bovendien gaat men nu om den polder Wier
ingen eenj zecdjjk leggen, terwjjl om den
grootcn polder, die door de groote droog
legging verkregen wordt, een meerdyk zal
komen.
Spr. gaat in het kort na de denkbeelden
die omtrent droogmaking van de Zuiderzee
hebben geheerscht, en verdedigt een plan.
De heer Van der Voort van Zyp (a.-r.)
bespreekt de bonden van het minder personeel
speciaal by de vloot. De houding van den
heer De Meester verwonderde spr. niet.
Wie de artikelen geteekend Th. in de
„Telegraaf" heeft gelezeD, kon reeds ver
moeden welke de houding der vrijzinnigen
in dezen zou syn. In die artikelen wordt ge-
zegt, dat onze vloot niet rood behoeft te
zjjn, doch oranje kan worden. Maar een uit-
weg wordt daarin niet gewezen. Ook de heer
De Meester gaf geen uitweg aan, dooh drong
aan op afschaffing der passagiersregeling.
Die honding verbaast spr. ook. De sociaal
democraten zyn blanke onschulden zy zeggen,
dat toch de sabotage op de vloot reeds door
den Marine-bond by motie is afgekeurd. De
organisatie onder de mindere schepelingen
is goed, zegt de heer Michels in de „Avond
post", en de heer Hugenholtz zegt hetzelfde
de bonden beoogen geenszins het gezag te
ondermijnen. Toch geeft by toe dat het er
om te doen is de arbeiders los te maken van
de vloot. De strijd gaat om de „ontvoogding
der arbeiders", d. i. de macht in handen
te krjjgen. Men jnicht, dat reeds 80 ge
organiseerd is. Maar men wil komen tot de
100 om te hebben de macht aan boord.
De heer Schaper (s. d. a. p.)U legt het
streven geheel verkeerd uit.
De heer Van der Voort van Zyp. Laat
men dit niet ontkennen. Het staat te lezen
in twee ho fdartikelen van „Het Volk". Sinds
1910, toen de heer Hngenholtz over deze
zaak sprak, is veel gebeurd, dat de regeering
het recht geeft tegenover de bonden op te
treden. Een schepeling, die geen lid is van
den bond voor minder marinepersoonel, heeft
den minister een brief geschreven, waarin hjj
hem smeekt hem ontslag uit den dienst te
g'even, daar hy aan boord geen leven meer
heeft. Geen wonder. Waar reeds 80 is
georganiseerd, kan men zich voorstellen welk
oen leven de 20 °/o n'et georganiseerden aan
boord hebben.
De heer SchaperEen insinuatie.
De heer Van der Voort van Zyp komt er
tenslotte tegen op, dat men den Minister van
Waterstaat reaotionair noemt.
De heer Nolens (r.-k.) komt op tegen het
verwyt, dat de rechterzijde niet opgewekt
zou zjjn om dit Kabinet te verdedigen. Van
gemis aan blijmoedigheid is by rechts niets
gebleken. Spr. toont aan, dat èn uit een
beginsel-oogpunt èn uit het oogpunt van
practische politiek het gewenscht is, dat de
tegenwoordige richting en de tegenwoordige
ministers aan het bewind bljjven. Wy zullen
den spr. maar niet in zjjne uiteenzettingen
volgen. Er is geen tekort geweeBt by het
kabinet, er is achterstand in de wetgeving,
gedeeltelijk door de schnld van het kabinet.
Die achterstand moeten wy nog in den tijd,
die ons rest, zien intehalen. In hoofdzaak
heeflt men den Minister van Landbouw ge-
critiseerd. Spr. zal hem trachten te verdedigen.
De verwjjteu aan hem komen, zooals die van
den heer De Beaufort, voort uit onjuiste
opvattingen over de oplossing van de sociale
kwestie. Tenslotte bespreekt de heer Nolens
nog de concentratie.
De heer De Stuers (r.-k.) bespreekt het
Kon. Paleis te Amsterdam. Zooals men weet
bestaat hieromtrent eene strooming, die het
weder de oude bestemming van stadhuis wil
teruggeven.
De Minister beantwoordt eenige zakeljjke
punten. Zondagsrust wordt in de bedryven
meer en meer toegepaBt. Ten opzichte van
de kustverdediging is de regeering niet van
gedachten veranderd.De uitgaven voor het
knstfonds bestondon uit twee deelen: a. kust-
forten en b. marinemateriaal. Voor a. was
25 millioen benoodigd, voor b. 13 millioen.
Voor het laatste was reeds veel gebruikt,
voor het eerste wordt uu 12 millioen ver
werkt in vier jaar, de reet ook in vier jaar,
terwjjl oorspronkelijk de bedoeling was 25
millioen in acht jaar te verwerken. Het is
uitsluitend een verschil in financieren, geen
verandering in de zaak zelf.
De heeren De Meester en Van der Voort
van Zyp bespraken de militaire bonden. De
eerste herinnerde aan het debat van 1907.
Toen echter gold het de geoorloofdheid in
het algemeen van vereenigingen van ambte
naren en militairen en de honding der regee
ring daartegenover aan te nemen. Thans
geldt het de vraag wat de honding der
regeering moet zjjn als een bond zich gezag in
do marine aanmatigt. In een propaganda-
brochure van den Bond van Minder Marine
personeel wordt gezegdhet centrale punt is
het hoofdbestuur, dat zyn bevelen zendt aan
de leden en de afdeelingen. Die bevelen moeten
stipt en nauwkeurig worden uitgevoerd en
zonder eenige overweging moet voor de uil
voering der orders worden zorg gedrageD.
Dat is flink militair anti-militairisme. (Luid
Gelach.)
In het correspondentieblad van den Bond
van Marinepersoneel No. 62 van December
1912 vindt men een verslag van een ver
gadering van de hoofdsfdeeling te Soerabaja,
waarin geklaagd wordt, dat het hoofdbestuur
niet krachtig genoeg optrad tegen het feest
vieren op de vloot. Nu kan een gezag, dat
boven het natunrlyk gezag in marine en
leger optreedt, niet gedold worden. Degenen,
die de bevelen geven, moeten dus uit marino
en leger verwjjderd worden.
Een andere vraag is of de regeeriDg het
lidmaatschap van vereenigingen, die derge
lijke bevelen geven, mag toelaten. Dat is een
rechtsvraag, die ernstig moet worden over
wogen. Die vraag is niet nitgeput met een
beroep op art. 9 der Grondwet, dat het recht
van vereeniging en vergadering regelt. In
dertijd is een uitvoerig debat gevoerd over
de toepassing van art. 7 der Grondwet, waar
omtrent de beer Heemskerk Aan. en prof.
Buys verschillend oordeelden, en zoo kan
men hier zeer goed volhouden, dat leden
van marine en leger geen lid mogen zjjn
van een vereeniging, die de gehoorzaamheid
aan het gezag ondermijnt. Het zou mogelyk
sjjo, dat men zou moeten komen tot een
verbod van lidmaatschap van een vereeni
ging, die een ander gezag stelt boven het
wettig gezag in leger en vloot.
Tegenover het verwyt van stijging der
militaire uitgaven, verdedigt zich de Minister
met te zegge dat men in andere landen nog
meer uitgeeft.
Vervolgens bespreekt de Minister de kwes
tie der gemeente-finantiëD. Er is nog geen
tyd voor geweest, en het is nogal ingewik
keld, de Minister zal de zaak echter stellig
ter hand nemen. Over hot regoeringsbeleid
en den politieken toestand debiteerde Minis-
tor Heemskerk deze geestigheid, die terecht
luid gelach deed opgaan: Zjjn de leden der
oppositie hot meest geroepen om een balans
op te maken? Welke koopman zal een balans
laten opmaken door degene, die zjjn huis wil
ten val brengen. Verder merkt de Minister
op, dat de behandeling der wetten meer en
meer een obstructionistiseh karakter draagt,
en dat men hervormingen, die gevraagd
worden, tegenhoudt. (Och, zegt de v.-d.
heer Ketelaar, wat is dat mooi! Mooi is
het niet, maar 't is waar, antwoordt de
Minister, waarop de beer Hugenholtz (s.d.a.p.)
uitroept: Np gelooft iedereen het!). W(j tul
len ook -en Minister niet op al zjjne uit-
eenzetti- gen volgen, daar alweer plaatsruimte
tot zuinig omspringen noopt, en alleen ver
melden, dat de Minister nog bespreekt het
absenteisme (afwezig zjjn), waarby hjj de
geestigheid debiteert, dat de Regecring in
het algemeen natunrljjk liever heeft dat er
absenteisme is by de oppositie dan by de
regeeringsmeerderheid. Maar een andere
vraag is of die oppositie zich aan haar plicht
mag onttrekken. Vervolgens besprak de
Minister de concentratie, of liever het con
centratie-manifest, voor zoover dat aggres-
eief optreedt.
De „Qandelsblad"-OverzichUchryver zegt
van deze rede
Stuk voor stuk ging de minister de tion
geboden van het eerste deel na en daarby
werd slechts sporadisch ingelast wat door
sommige sprekers was gezegd. Zulk een
wjjze van beantwoorden, waarby de Regee
riDg zich niet houdt aan het gesprokene
in de Kamer, maar baast uitsluitend zich
richt tegen een politiek geschrift daarbniten,
is, voor zooveel weten, zonder voorbeeld.
De bestrijding van de aantijgingen in het
concentratieprogram had niet zelden het
karakter van eon bloote ontkenning. Dat de
Regeering zich „al scherper tegen de vrjj-
zinnigo beginselen" had gekeerd „welke sedert
1848 ons staatsleven beheerschen", werd
ontkend. Dat er „een reactie" zou zjjn inge
leid „tegen de beginselen van vryheid en
rechten, die aan onze staatsinstellingen ten
grondslag liggen", werd betwistintegendeel
waren het de rechtsche partyen, die voor
vryheid en recht waren opgekomen nl. in
den schoolstrijd. „Begunstiging van bepaalde
kerkelijke richtingen" had niet plaats de be
noemingen geschiedden eenvondig Daar billijk
heid en als een vrijzinnig bewind het anders
zou doen, zou het partydig moeten worden.
Ten aanzien van de jongste hoogleeraarbe-
noeming voor Utrecht was de heer de Savornin
Lohman de meest geschikte man gebleken ter
principiëele bohandcling van ons staatsrecht.
Omtrent de benoeming van Prof. Noordtzy
verzekerde de minister, dat het voornemen
niet bestaat om de Utrechtsche theologische
faculteit te calviniseeren waarop de heer
De Visser echter interrumpeerde dat dit dan
toch, op één plaats na, na reeds de feitelyke
toestand is.
Minister Tal ma werd vrijgepleit van alle
bureaucratische smetten en de gelegenheid
werd te baat genomeD, om dezen minister,
die bjj de behandeling van zyn wetsontwer
pen nooit veel belangstellende aanwezigheid
van zyn collega's en vooral van den heer
Heemskerk heeft ondervonden, dit gemis te
vergoeden door hem een reuzenplnim op zjjn
hoed te steken en hem voor te stellen als
een van de meest eminente mannen van ons
land.
Zelfs beweerde de heer Heemskerk dat
„om en tegen" den heer Talma eigenljjk
heele concentratie was opgezet en hjj n
zjjn collega in bescherming door den heer
Roodhuyzen te verzekeren, dat „het varken"
veilig zou wezen voor alle grage tanden zoo
lang het maar in de ministerieele „synagoge"
bleef^I
Groot gelach.
Over het tarief was de heer Heemskerk
kort.
Eindeljjk kreeg men te hooren dat het
ontslag van de gehuwde ambtenares ook
door sommige vrijzinnigen wordt verlangd en
dat alleen wordt beoogd, het buwelyk als
instituut niet aan te tastendat er geen
eenzijdige bevoordeeling van de bijzondere
school plaats heeften dat er evenmin
sprake kan wezen van „opgedrongen ker
stening" in Indië.
Ook het constructieve deel van het program
der concentratie word door den Minister be
sproken. Met de onderwjjs-paragraaf procla
meerde de linkerzijde zoo beweerde de
heer Heemskerk de antithese. En met de
leuzen van algemeen kiesrecht en staats-
pensioneering „bysobt de concentratie de
roode vlag". Echter komt juist in het program
eene zinsnede voor, waarin gezegd wordt,
„dat de vryziDnigen strijd te voeren hebben
niet alleen tegen de rechterzijde, maar ook
tegen de sociaal democraten", soodatdeheer
Schaper terecht opmerkte, dat dezon niet
alleen buiten de concentratie staan, maar
zelfs haar wantrouwen. Concludeerend, zei
de Minister, dat er van het concentratie
program niets terecht zou komen, en dat de
coalitie voorloopig wel zou bljjven bestaan.
Hierna zette do Minister nog eenB het
regeeringsprogram uiteen.
Daarna kwam de Minister van Financiën,
de heer Kolkman aan het woord. Wjj zullen
dit maar overslaan, er komt nog zooveel
In de Vrijdagavondzitting Landbouw, Nij
verheid en Handel, afd. Visschorjj. Aan de
orde is de behandeling der motie-Duymaer
van Twist c.z. betreffende verbod van aan
voer van nest anders dan voor aas. De heer
Hugenholtz (s.-d.) spreekt over de handhaving
van de Visscherijwet. Het politietoezicht is
gebrekkig en partjjdig ten bate der kuil-
visschors. Spr. acht een absoluut kuilverbod
noodig, anders is geen opbloei van de Zui-
derzeevisechery mogelyk. Het is schandelijk,
zooals de Zuiderzee uitgemoord wordt. De
nestvisscherjj gaat ontzagljjk vooruit. De
adviseurs van den Minister willen deze
waarheid niet erkenneD, en draaien er om
heen. De heer Redeke wydt zich niet aan
do kuilnestvisschery, maar aan de te scherpe
bevisscbing. Maar dat is uitsluitend het gevolg
van de kuilvisschery.
De heer Ankorman (c.-h.) wjjst er op,
dat de haringvisschery op de Noordzee door
de trawlvisschery achteruitgaat. De trawl-
netteu zjjn even schadelijk als het kuilnet.
Spr. dringt aan op verbod hiervan, zooveel
mogelyk.
De heer Duys (s.-d.) wil alléén voor de
motie stemmen, wanneer Diet op slag, zonder
schadeloosstelling, eon bedrijf, dat 8 ton op
brengt, vernietigd wordt.
De Minister belooft de kwestie, door den
heer Ankerman ter sprake gebracht, te sollen
onderzookon. De motie acht de Minister
onuitvoerbaar met één slag. Ook hjj de
Minister streeft naar verbetering, maar
kan niet met één slag vernietigen. Met een
knilverbod is de zaak van de Zniderzeevis-
echerjj niet te redden. De Minister vraagt
de Kamer de motie te verwerpen.
Na eenige re- en dupliek zjjn de algemeone
beschouwingen hierover afgeloopen. De Voor
zitter wil Woensdagavond over de motie
stemmen, doch hiertegen komt de heer Duys
op. Op die manier wordt er gesproken door
do avondploeg en gestemd door de dagploeg.
Dat gaat niet aan. Andere heeren zjjn het
hiermee eens, doch na uiteenzetting van den
Voorzitter, die dan Maandagavond stemming
vraagt, legt do heer Duys zich er voor dezen
keer bjj neder.
Bjj de afd. Scheepvaart critiseert de heer
Duys in plaats en namens den niet-aan-
wezigen heer Schaper de benoeming van
den heer P. Landweer tot inspecteur dar
scheepvaart-inspectie.
In de zitting van Zaterdag begon de beer
Tydeman (u.-l.) algemeene beschouwingen te
houden. Spr. was in eersten termjjn verhinderd
en wydt nog een woord aan de concentratie.
Deze was inderdaad, zooals de heer Nolens
zeide, een nooddwang, een politieke nood
zakelijkheid. Ook maakt de heer Tydeman
eenige opmerkingen naar aanleiding van het
debat. Het „Hdbl." noemt de rede, waarmee
de Tielsche afgevaardigde de concentratie
aanviel, „de beste aanvalsrede, welke van
links is gehouden." „Deze concentratie," zoo
zeide de heer 'tydeman, „is de eerste groote
poging om het geschokte vertrouwen in de
vrijzinnige beginselen te herstellen."
En de opmerkingen, die de heer tydeman
maakte, betroffen den geloofsstrijd, waarbjj
hjj herinnerde aan de geschiedenis van den
vlootpredikant, aan de subsidie voor het
M.U.L.O., het bouwwetje, de kerstening van
Indië, de aubsidieweigering aan „Zedeljjke
Opvoeding", de houding der Rsgeering inzake
het „Molu Proprio", enzoovoort.
De heer De Visser (c.-h.) vindt het goed,
dat men bjj de jaarlijkscho debatten eens de
gelegenheid heeft de beginselen naar voren
te brengen. Met den heer De Beaufort be
jammert hy de heerschappij van godsdienstige
antithesen op politiek gebied. Hjj komt op
tegen de uitlating van dr. Kuyper, dat het
anti-revolutionair beginsel meer weerstand
biedt tegen de katholieke politiek, dan het
ethisch beginsel. Het tegendeel bleek bjj de
geschiedenis van de Minahassa, de openbare
leeszalen, enzoovoort. Hjj critiseerde op ver
schillende punten de christelijke staatkunde
en verwierp de bewering, dat de coalitie zou
„stoelen op denzelfden wortel des geloofs".
De heer Hugenholz (s.d.a.p.k wilde bjj het
desbetreffende hoofdstuk de houding der
regeei-ing inzake de militaire bonden bespre
ken. Maar na de redevoeringen van de heeren
Van Wassenaar, Van der Voort van Zyp
De Meester meeDt spr. over deze zaak thans
te moeten spreken.
Tegen den Bond van minder
personeel zjjn hier zeer ernstige beschuldi
gingen geuit. Spr. zal ook beschuldigingen
uiteD, maar tegen de regeering en de Kamer.
Alles wat thans geschiedt, is een gevolg van
de verwaarloozing van het personeel. Spi
bedoelt hun salarieering, slechte voeding ei
slecht logies, hun slechte rechtspositie. Maar
aan die grieven is niet tegemoet gekomen.
Het verheugt spr., dat de heer De Meester
als kampioen voor de bonden is opgetreden.
Maar men moet bjj de liberalen onderscheiden
tusschen woorden en daden. De verwaarloo
zing van de bemanning komt niet slechts ten
laste van kerkelijke regeeringen, doch dateert
van het kabinet-Roëll. Spr. ontkent echter
geen oogenblik, dat deze kerkeljjke meerder
heid de maat van ellende van het personeel
heeft doen overloopen. Alleen de heer Staal
man heeft aan die zjjde wel eens voor dat
personeel gepleit, totdat men in 1907 van
anti-revolutionaire zjjde nu ook eens wat
voor dat personeel wilde doen, doch niet op
stoffelijk gebied, maar op geestelijk gebied.
In plaats van nu echter afschaffing van den
jenever in de cantineB voor te stellen, geljjk
de Bond wenscht, hemelt men die csntines
en de jenever op als een middel tot ont
spanning aan den wal. Maar men wilde
optreden in het belang der zedelijkheid, of
schoon de excessen op sexueel gebied door
den invloed der organisatie reeds sterk aan
het verminderen waren. Het nachtpassagieren
moest worden afgeschaft, alsof iemand zich
niet kan vergooien véér 12 uur 's nachts en
of er geen gevaar bestaat voor homo sexueele
uitspattingen, als men dit passagieren ver
biedt. In 1907 wees de Minister Wentholt
dien aandrang nog af met ronde zeemanstaal.
Hjj kon geen kindermeid achter iedere matroos
sturen Maar toen hjj in het nieuwe kabinet
was opgetreden, werd door hem het aloude
passagieren afgeschaft. De zeelieden wilden
het aloude gebruik herstellen. Een request
werd opgesteld met 3521 handteekeDingen.
De Voorzitter doet opmerken, dat dit eigen
ljjk pas bjj hoofdstuk VI thuishoort, maar
de heer Hugenholtz gaat er nog verder op
door.
De heer Hngenholtz wilde alleen maar
er op wjjzen, dat minister Coljjn heeft ge
weigerd deze petitie in ontvangst te nemen,
een inbrenk dus op het recht van petitie
van den Bond. Men heeft toen verzet ge
pleegd, verzet echter niet tegen bevelen.
Dat is ongeoorloofd. Maar men heeft zich
verzet door te weigeren deel te nemen aan
niet bevolen feesten en niet bevolen ver
snaperingen aan te nemen. De weigering van
deelneming aan die feesten bsd ook dezen
grond, dat daarin lag een verfijnde propaganda
voor het instituut van de vloot. Maar laat
de Minister het deelnemen aan die feesten
bevelen, laat hjj de matrozen bevelen pret
te maken, dan zullen zjj zich er niet tegen
verzetten. Men krijgt met bevelen op de
vloot alles gedaan!
De Minister van Oorlog, ad interim van
Marine, de heer Colyn: Wjj spreken elkaar
wel nader bjj hoofdstuk VI.
De heer Hugenholtz: En du wil de heer
Van Wassenaer dwangmaatregelen tegen niet-
strafbare handelingenMaar men wil te
vroeg ingrijpen! Zeker, er zjjn excessen ge
pleegd een sluitstuk van een kanon is in het
water geworpen. Dat is sabotage, die niemand
goedkeurt. Ook in de propaganda-brochure
van den Bond van minder Marinepersoneel
wordt tegen sabotage ten krachtigste te velde
getrokken.
Spr. vergelijkt vervolgens deze sabotage
met die welke te Ommen gepleegd is op
kcrkeljjk gebied. Verschaft men 't personeel
geen menschwaardig bestaan, dan kweekt
men klassenstrijd. Dat de vloot steeds minder
betrouwbaar wordt voor uw bevoorrechte
positie is te danken aan uw optreden, mjjn-
heer van Karnebeek, door de grieven van 't
personeel in den doofpot te doen, evenals
men dat in 1903 trachtte met die van 't
spoorwegpersoneel.
Hoe [gaarne ook daar het velen onzer
lezers zal interesseeren kunnen wjj niet
meer uit de rede des heeren Hngenholtz
citeeren. Hjj beantwoordde op verschillende
punten nog gezegden en opmerkingen van
den Minister en eindigt met te zeggen, dat
onderdrukking niets uitwerkt, en slechts ge
heime genootschappen kweekt.
De heer Drncker tenslotte (v.-d.) repliceert
nog op 4 punten. Hjj behandelt le. de ver
houding der partyen ter linkerzijde tegenover
de soc.-demooraten2e. criliek op het regee-
ringsbeleid8e. de vraag in boeverre de
linkerzijde de schnld is dat zoo weinig tot
•tand ia gekomen4e. den grondslag voor
de aamenwerking der vrijzinnigen.
Wy zullen dezen herr niet op zijne rede
voering volgen, overtuigd als wjj zyn, dat
de lezer aan het bovenstaande al meer dan
genoeg heeft.
(Zie verder Tweede blad).
VERVOLG BERICHTEN.
HELDER, 17 December.
Bevorderd te Leiden lot doctor in do
rechtswetenschap, na verdediging van stel
lingen, de heer F. M. van Asbeck, geboren
te Helder.
Torpedoboot „Lynx".
De, op de werf van „De Schold*" te
Vlissingen in aanbonw zjjude torpedobootjager
„Lynx" zal 24 dezer te water gelaten worden.
Afloop aanbestedingen.
Door den Majoor,Eerst-aanwezend-Ingenieu r
werd op Zaterdag 14 December aanbesteed
Bestek No. 226. Het bonwen van een
privaatgebouw en eene waschinrichting en
het vergrooten van de bestaande waschin
richting bjj de Iofaoteriekazerne, alle in het
fort Erfprins te den Helder, in verband met
de invoering van de Militiewet 1912. (Raming
f 5640.-.)
Ingekomen 4 biljetten van de heeren:
H. Wjjker, Helder, f6890.-.
J. J. Schoeffelenberger, 5940.
I. L. van Os, 6098[—
Th. van der Ster, f f 6188."—.
Bestek No. 227. Het leveren van meubelen,
enz. voor Militaire gebouwen en werken te
den Helder, in verband met de invoering van
de Militiewet 1912. (Raming f5410.—.)
Ingekomen 7 biljetton van de heeren:
C. Qnak, Helder, f4940.-.
fl. H. London, 5008
S. Mejjers, 5160.—.
C. S. Simons, 5180.
H. Wjjker, 5290.—
G. Groot, A Purmerend, 5494.
I. L. van Os, Helder, 5518.—.
Mooi heer.
Een winkelbediende uit Alkmaar, pas hier
in betrekking, had in de le Vroonstraat oen
voorkamertje gehuurd. De jonge man leefde
goed, leende geld van zjjn hospita, dooh ver
dween Zaterdag plotseling, met medeneming
van een pak kleeren, een rijksdaalder, be
nevens twee kinderspaarpotten.
Door het mes.
De 8-jarige J. de H. wilde Zondagmorgen
een dik stuk touw doorsnijden. Hy had h«É
mes, dat bot was, naar zich toegekeerd en
trok met alle kracht, waardoor het afgleed
en de punt ervan in net linker oog terecht
kwam, dat hierdoor geheel verloren ging.
Samenloop van omstandigheden.
Zondagmiddag had een dame die op do
fiets zat en aan de Weststraat voor een
rjjtnig uitweek, het ongeluk te vallen, waar
door zjj een arm brak. Een bejaard heer,
die naar het ongeval keek, liep met 1 et hoofd
tegen een lantaarnpaal aan, w«iarby hy zich
zoo bezeerde, dat het bloed hom uit nons en
mond sprong.
Onvoorzichtig.
Toen Zondagavond een jonge dame over
de Postbrug wandelde, slingerde zy zoo
buitensporig met haar taschje, dat dit over
do leuning ging en in het water verdween.
Er zat oen zilveren armband, een odcur-
floscbje en een portemonnaie met oirca
f 8.50 in.
Zoodoende komen er nog schatten op den
bodem van het Heldersche kanaal, want
eenige weken geleden had een dergelijk
geval plaats aan de Molonbrng, waar een
dienstbode op dezelfde manier een tasch met
veel rjjker inhoud kwjjt raakte.
Lastige Nieuwediepers.
Twee arbeiders van hier, J. B. en G. H.,
aan een fabriek te Crefeld in Dnitschland
werkzaam, zjjn aldaar wegens herhaaldo
baldadigheid in een café en verzet tegen de
politie, na volbrachten straftijd nit bet land
gezet.
Operettengezelschap Janmart.
De beer J. H. Róssing zegt in het rNieuwe
van den Dag" over de operette »Eva", die
a.s. Vrjjdag 20 Deo. opgevoerd wordt:
Door de goede zorg van den regisseur
Rentmeester zitten de voorstellingen goedin
elkaar en is het tooneel behoorlijk verzorgd.
Dit bleek vooral Dinsdag bjj de vertooning
van Eva waarin de dames in moderne toiletten
keurig en fleurig gekleed waren. De sterren
van het gezelschap zjjn joffr. Corry Pinksen
en mevr. Samehtini. Juffr. Corry Pinksen
is de lieveling van het Haarlemsche publiek.
Als Eva had zjj weder groot succes, trouwens
alle medespelenden, solisten zoowei als koristen
Het «Rotterdamsch Nieuwsblad" oordeelt
Het was eeu succes zooals weinige operette-
gezelschappen ooit te Rotterdam gehad hebben
Oplichting op groote schaal.
Te Tilburg zijn de tapjjtfabriokanten P.
en F. gearresteerd, onder verdenking door
middel van valsche wissels oplichting op
groote schaal te hebben gepleegd. Een familie
uit België zou hierdoor êen aanzienlijk ver
mogen hebben verloren.
De beide tapjjtf&brikanten zjjn, naar uit
Tilburg bericht wordt, na het politic-onder
zoek aan de BredaBche justitie overgeleverd.
Zjj worden verdacht de hoer Patte te Brus
sel een bedrag van 800,000 frs. afhandig te
hebben gemaakt, waarvan ongeveer de helft
door middel van valsche wissels.
De tapytfabriek werkte Zaterdag nog, doch
een faillissement wordt spoedig verwacht.
Ongeveer 60 arbeiders zullen er ook hot
slachtoffer van worden. Hun werd geen
arbeidsloon uitbetalen.
Behalve eenige Tilbnrgsche firma's zjjo
eenige groote garenfabrikanten nit Frankrjjk
met belangrijke bedragen in deze flnancieele
catastropbe betrokken.
Peetere is van Belgische nationaliteit,
Foke is Nederlander, doch te Brnssel woon
achtig.
Brit&che en internationale scheepvaart.
Dezer dagen verscheen een speciaal scheep-
vaartnummer van de Times», een zeer om
vangrijk nummer, met zeer belangrijken in
houd, dat artikelen brengt over de historische
ontwikkeling van de scheepvaart en den
scheepsbouw, omvang en beteekenis van de
Britsdie en niet-Britsche scheepvaart, de
veiligheidsinrichtingen aan boord, de be
manning der koopvaardijvloot, de instellingen
ten bate van den zeeman, in één woord over
alles wat met de scheepvaart in nanwer of
meer verwjjderd verband staat.
Bljjkt uit de artikelen en gegevens duidoljjk
de suprematie van Engeland in de zeevaart,
wjj leeren toch ook dat in andere landen de
mededinging met goed succes is aanvaard, dat
relatief Japan, Duitscbland en Nederland
reusachtige vorderingen maken.
Wij vinden o.a. een staatje van den tonnen-