KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder, Texel, Wieringen en Anne Paulowna.
No. 4160
Zaterdag 21 Deoember 1912.
40ite Jaargang.
idagsbla
deblzd
(Voor het buitenland bi) vooruitbetaling.)
Advertentiën van 1 tol 5 regelt (bij voeraitbetaling) 30 cent
Elke regel meer. 6
Bewijs-exeapluu
Vignetten en groote letter» worden aur plaatsruimte berekend.
Interc.-
*Tolefoon 50.
Vepsohijiit Dinsdag- en Vrijdagmiddag.
Uitgever i C, DE BOER Jr. (v./b. BERKHOUT 4 Co.), Helder.
Tweede Blad.
Aan onze Lezeressen.
De behoefte aan het bezit van een degelijk,
practisch Modeblad, hetwelk volledig voorlicht,
betreffende de eischen welke de mode stelt, doet
zich thans het meest gevoelen.
„HET NIEUWE MODEBLAD'
hetwelk bij den uitgever van dit blad is verkrijgbaar
gesteld, kost slechts 65 ets. p. 3 maanden (franco
p. post 75 ets.) verschijnt 2 maal per maand, alzoo
6 nummers in één kwartaal, en is
8en Modegids bij uitnemendheid.
Het bevat afbeeldingen van de fraaiste toiletten
zoowel als van meer bescheiden costumes en eene
uitgebreide collectie voor kindergoed.
Het is onontbeerlijk voor elke huismoeder, die
er prjjs op stelt, zich en hare kinderen smaakvol
en toch weinig kostbaar te kleeden. Elke aflevering
daarvan zelf te vervaardigen.
Het blad is van groote waarde voor jonge Dames,
wegens een schat van afbeeldingen van handwerken.
Meerdere malen wordt eene modeafbeelding op
de voorpagina artistiek in kleuren afgedrukt.
Wij wekken onze lezeressen op, zich op dit
fraaie en goedkoope Modeblad te abonneeren.
Voor nieuwe inteekenaren is een nummer ver
krijgbaar, zoolang de voorraad strekt, aan hei
Bureau van dit blad.
De Administratie van dit blad.
Opgavs van alhier gevestigde en vertrokken
personen van 13 Oec. tot en met 19 Oec.
Naam: Beroep: Woonplaats: Van: Gel.
J. Albarda, z.b., Hoofdgracht 68, Hilversum, Rem.
P.D. Witteveen, marin., Diaconieslr. 36, A'dam N.H.
R. de Lang, korp. stoker, Kapperstr. f4, R'dam., R C.
P.Breed, arbeider.Koegras 28,Wieringerwaard, Geen.
C. Vos,timmerman, Hoofdgr. 41, Paterson,(N A.j,N.H.
A. L Canonge. gouvern., Hoofdgr. 46/47, Oldebr., N.H.
M. Ferwerda bootsm., Eoningdw.str.44a, A'dam.,E,L.
Wed.W.E.v.d.Ordel,z.b. Westgr. 50, A. Paulowna, E.L.
Vertrokken.
Naam: Beroep: Van: Naar: Gel.
D. J. v. Viersen, matr.-bott., Vischstr. 68. Gouda, N.H.
J. A. v. Baten b u rg.serg. kok.P. K rugerstr 43, A'damNH.
II. lacobs,koopman, Langestraat22, Uitgeest, NI.
C,I.H.VVageufeld,serg.torpm.,C.Ditostr.23,A'dam,N.H.
C. KoUe, arbeider, Achterstr. 53c, A. Paulowna, R.C.
H J. v. d. Broek, serg. konstab., v. d. Hamstr. 18,
O.- en Westsouburg, N. H.
L. de Munck, schilder, Westgr. 69, Beverwijk, N.H.
J. P. Wassenaar, marin,, Gravendw.str.1, Gouda, O.G.
J. C. v. Bohemen, bootsman, Tuinstr. 16, Delft, N.H.
J. van Zijl, serg.kok, Hospitaal, Hellevoetsluis, N.H.
J. Snijders, schilder, Julianadorp, Wieringerw., Geen.
J. Dekker, oud Predik., Breestraat 6, Leiden, O.G.
A. Jansen, tuinier, Koegr. 11, Wyk a. Z. en Duin, R C.
C, j. Rijkers, onderwijzer, Laan 18, Utrecht, O.R.
J. W. Breot, kautoorb., P. Heinstr. 15, Alkmaar, Geen.
A. A. Antheunisse, kantoorb., Hoofdgr. 63, A'dam, O.G.
H. J. Brouwer, z.b., Onrust 8, Voorst, N.H.
d. Klootwijk, schoenm. k. M., Achterstraat 16g,
Hellevoetsluis, N.H.
L, de Vree, kinderjuffr., Ankerpark 1, Hoornf N.H.
J. Dorlijn, werkman, Molenstraat 14, Schagen, N.H.
R. Tamminga, korp.konst., Vosstr. 6, A'dam., Geen.
J. P. P. Jansen, korp.tamb., Timmerst.5, O.-I. R.C,
Wed. N. de Jong, z.b., Molenstr. 28, Stompwijk, N.H.
K. t. Burg, 3oekh.bed.,le Goverdw.str.12. Alkm., N.H.
A. Schot, serg.hofm., Nieuwstr. 2a,' s-Hage, N.H.
Ade Vrieze, opz.R.Waterst., Loodsgr. 37, TexelN.H.
NIEUWSBERICHTEN.
HELDER, 20 December.
Raadsoverzicht.
„Neen", zei de heer Hartendorf, „dat gaat
niet langer. We hebben niets anders-gedaan
dan volgeos den W6nsch van B. en W. ge
stemd, ik doe niet meer mee. B. en W.
vinden het onzin om in de gemeentelijke
bestekken bier óok afteschafien, ik niet.
Je kan van bier óok dronken worden".
„Zoo'n enkel potje", zei de beer Biersteker,
,,'t zou wat".
„Ik vind 't maar wkt fijn", aldus de heer
v. d. Berg. „En zóo ben ik nou niet, dat ik
m'n evenmenseh niet een potje bier gun.
't Is een versnapering-kie".
„Zoo'n fijn potje Beiersch", zei de heer
Biersteker, en hij glunderde.
„Slecht lager krijgen ze", zei de heer
Krjjnen.
„Nou, kijk eens aan", antwoordde de beer
Hartendorf, „des te meer reden om het
afteschafien".
„En ik zou wel eeDS willen weten", zei
de heer Verstegen, „wat voor onderscheid
er eigenlijk is tusschen sterken drank en
geen sterken drank".
„De drankwet, meneer Verstegen zei
de Voorzitter.
„Ja, de drankwet, maar dat is heel wat
anders", gaf de heer Verstegen ten antwoord.
„Of je nou van de kat of den kater ge
beten wordt, pijn doet het", aldus de
heer Hartendorf.
„Zoo'n lekker petje Beiersch", de heer
Biersteker.
De rest des Raads zweeg. Dit gaf den
heer Hartendorf aanleiding tot de opmerking
„Mag ik uit het zwegen opmaken, dat de
heeren het allemaal met me eenB zijn
„Nee, nee", werd er verontwaardigd ge
roepen. Wat verbeeldde de heer Hartendorf
zich welAlsof de Raad een potje bier zou
misgunnen aan de gemeente-werklieden I
„Zoo'n fijn potje Beiersch!" zei de heer
Biersteker.
Aldus, waarde lezer, een drankweer-debat
in den Raad der gemeente Helder. De Raad
had er schik in, en nog lang nadat al over
andere onderwerpen geboomd was, hoorde
men van vrijzinnige zijde de verzuchting in
den vocativus
„Zoo'n fijn potje Beiersch!"
De lezer kan overigens gerust zijn: het
bier blijft gehandhaafd.
Voor de reet was het een raadszitting, waar
niet veel te reviewen vielhet liep knusjes en
gezellig af en er waren geen belangrijke
onderwerpen te behandelen. Het werd een
gezellig onderonsje, waaraan het potje Beiersch
slechts ontbrak.
Maar toen, heelemaal aan 't eind, de heer
Verstegen met zijne vraag kwam, was de
gezellige Btemzning weg. De onderonsjes, de
grappen over slecht lager en fijn Beiersch,
hielden opde Raad voeldedaar was een
zeker iets, dat ik niet noemen zal, aan den
knikker, om met den Schoolmeester te spreken.
En toen vielen van alle kanten leden den
heer Veistegen bij: ja, ze vonden het niet
aardig, dat de Voorzitter ze waren teleur
gesteld over de houding 't sou een beteren
indruk mBken als enzoovoort.
Eu de Voorzitter, toen alle heeren uitge
sproken waren, vroeg, of iemand nog iets in
't belang van de gemeente had te zeggen of
te vragen of te doen. En toen zei alleen de
heer Griinwald iels over de Kanaalcommissii
en de heer Terra over een voetstraatje in
Huisduinen en de rest zweeg. En we gingen
in de winderige buitenlucht en vonden toch
allemaal, dat de heer Verstegen er bekaaid
afkwam.
Door de Holl. Maatschappij van Land
bouw, af deeling Helder, werd Woensdag
eene Algoracene vergadering gehouden in
bet Café „Prins Hendrik" te Julianadorp,
waar door den heer G. van der Molen van
Vlaardingen eene lezing werd gehouden over
het onderwerp: ,De voor- en Dadeelen van
de waterstanden in do verschillende tijden
van bet jaar, ten opzichte van de bewer
king, bemesting en opbrengst van den bodem".
Spreker begon met te zeggen, dat delend
bonw tegenwoordig andere eischen stelt dan
voorheen, en dat de meeoiog van vroeger, dat
iemand die voor ander werk niet geschikt
werd geacht, altijd Dog goed genoog was voor
boer, thans niet meer opgaat, nn uit den
bodem veel meer moet worden gehaald.
Omtrent de waterstanden in versuhillendn
tijden van het jaar was spr. van mceciog,
dat in den winter het peil zoo laag mogelijk
t zjjn, om lnchttoetreding in deB grond
mogelijk te maken, en vooral omdat anders
in het voorjaar de temperatuur, daar water
moeilijk warmte opneemt, te laag is om
opneombaar plantonvoedsel te vormen.
Met diepe grondbewerking, vooral door
woelen" was naar spr. overtuiging veel te
bereiken, daar de planten dan diep wortelen
ea dus water en voedsel nit den ondorgrond
halen, en meer knnnon vormen.
Met het in m alen van water moot voor
zichtigheid worden bi tracht. Het moet hoofd
zakelijk niet worden beschouwd als voedsel
voor de plant, doch als transportmiddel voor
het voedsel.
Verschillende vragen werden nog gesteld
omtrent bemesting en meststoffen, welke door
spr. uitvoerig werden beantwoord.
Met dankzegging aan den heer van dor
Molen voor zijn leerzame rede, en de aan
wezigen voor hun bezoek, werd de verga
dering door den voorzitter gesloten.
De verbetering van het Noordzeekanaal.
De Amsterdamsche gemeenteraad heeft
Woensdagmiddag in besloten zittiDg beraad
slaagd orer het (geheime) voorstel van B.
en W. nopens de door het rjjk van de ge-
nte gevorderde bijdrage voor de verbe
tering van het NoordzeetraDaal.
Overeenkomstig het advies van de staats
commissie voor de verbetering van het Noord
zeekanaal stelt de minister van waterstaat
voor, uitvoerieg te geven aan het ontwerp
der commissie, waarin is opgonomen de
bouw van een nieuwe sluis te IJmuiden, be
noorden de bestaande groote Blais en waar
de kosten zjjn geraamd op f 13,000,000
en de duur op 7 jaar.
Van de gemeente Amsterdam vraagt de
minister een bijdrage in de kosten van
f 5,200,00, dat is 40 pCt. van de totale
som.
Naar wjj vernemen heeft de raad op voor
stel van B. en W. besloten, don minister te
antwoorden, dat de gemeente bereid is eoo
bjjdrago te verleenen van f 2,600,000, dat
is dus 20 pCt. van do geraamde kosteD, het
zelfde percentage als Rotterdam heeft bijge
drag n in de verbetering van den Nieuwen
Waterweg.
Kerkelijke twist.
De bekende ds. Keiler te Dordrecht heeft
indertjjd de Vereeniging Calvjjn opgericht,
waarvan hjj voorzittor is en voor welker
n bjj meermalen per week in een eigen
kerkgebouw aan het Kromhout aldaar als
predikant optreedt en steeds een groot ge
hoor vindt. In het bestuur der vereenigiDg
aat al gernimen tjjd oneenighcid, die reeds
herhaaldelijk onaangenaamheden tengevolge
heeft gehad en thans weer aanleiding is
geweest tot een minder verkwikkelijk tooneel.
In de kerk werd een vergadering der
vereeniging gehonden onder voorzitterschap
van ds. Keiler. Er werd gesproken en gestemd
over het schrappen van leden. Uit een ver-
Bchil van meening ontstond spoedig een hand
gemeen, waarbjj een der bestuursleden een
gnmmistok gebruikte eu een ander eeu stoel
als wapen hanteerde. Eerst door het optreden
der politie, die den gnmmistok in beslag nam,
en na verwijdering van een der belhamels
werd de orde hersteld. De kerk was toen
een toonbeeld van wanorde. Stoelen op en
over elkaar, de tafels schots en scheef daar-
tnsschen, de stembriefjes verspreid over den
ad. Een half uur daarna klonk weer
Het bovenstaande is ontleend aan de „N.
R. Ct.".
De „Dordr. Cl." verneemt nog dat door
de politie een onderzoek ingesteld wordt en
dat verschillende getuigen, onder wie ds. J.
Keiler, reeds zjjn gehoord. Deze werd Zondag
bjj zjjn gaan en komen uit dit gebouw
gevolgd door een rechercheur van politie.
De godsdienstoefeningen hadden het gewone
verloop.
Het vergaan van de „Westhinder".
Het eerste bericht omtrent de ramp van
de „Westbinder", schrijft het „Handelsblad
van Antwerpen", werd Zaterdagavond half
vjjf vernomen nit een draadloos telegram
van kapitein Schmidt, van de Duiteche
stoomboot „Sydny", van Bremerhaven.
Het telegram zeide alleen, dat het vuur
schip „Westhinder", liggende op de Belgische
kust, nier meer op zjjn plaats lag en be
schadigd was geworden door een sloep, te
4-J unr 's morgens.
Dat was alles. Was de boot gezonken
Was de bemanning gered? Dat waren even
zoovele raadsels.
Niettegenstaande de storm voortwoedde,
werd de staatssleepboot dadeljjk uitgezonden
op zoek naar het verdwenen vuurschip. Na
vier uur met de woedende zee te hebben
geworsteld, keerde de staatssleepboot laat in
den nacht weer terug, zonder eenig nieuws.
Alleen werd de noodlettige tijding bevestigd,
dat het vuurschip „Westhinder" niet meer
op zijne plaats lag.
"Door de autoriteiten van den lor-' dienBt
werd in de verschillende staties, A
Antwerpen, Oostende, alsook aan de post-
booten bevel gegeven Zondag een wake; d
oog te houden op al wat op zee gebeurd.-,
teneinde to zien, of iets te viDden was van
het verdwenen vnnrscbip.
Zoo er nog eenige hoop bestond, dat het
vuurschip „Westhinder" enkel weggeslagen
zou zjjn en dat de bemanning nog veilig aan
boord zou zijn, deze hoop werd Zondagmorgen
verdreven door de komst van den Belgischon
loods, die do Eogelsche stoomboot „Derbent'
van Antwerpen, wegbracht.
Door het slechte weer was deze loods
genoodzaakt geweeBt, als zoovele andercD,
de reis mee te maken naar Engeland. Het
is op deze reis, dat de loods de vroeseljjke
ramp heeft zien gebeuren.
Zondagmorgen is hjj over Dover met do
postboot te Oostende aangekomen en ziehier
wat hjj verhaa -e:
„Zaterdagmorgen te vier nar stond ik op
de brug van de „Derbent" en werd mjjBe
aandacht plotseling getrokken door het fak
kelen op het vuurschip „Westbinder". De
zee was zeer onstuimig en de golven slin
gerden mjjo schip vrecseljjk omhoog, om het
daarna weder in de diepte der baren neer te
ploffen.
Daar dit „fakkelen", d.i. met een brandende
fakkel zwaaien, als noodsignaal wordt gebe-
voer ik er heen, en op korten afstand
gekomen, zag ik tusschen twee golven, die
mjjo vaartuig weder in de hoogte hadden
gebracht, hit vuurschip verdwijnen.
Ik neem aan, dat het met den kop voor
over in de diepte is verdwenen. Op het laatste
oogenblik zag ik nog een lid der bemannine
een fiyor up afschieten. De arme jonger, dit
uiterste redmiddel zal hem niet veel gebaat
hebben."
Op de plaa's van de „Westhinder" gekomen,
werd door den loods niets meer waargenomen.
Eenige oogenblikken later zag bjj, voor zoo
ver het waar te nemen wa», een groot schip,
dat, naar het scheen, een ander vaartuig op
sleeptouw had.
Nadtrbjj komen was een groot gevaar,
zoowel voor de „Derbont", als voor het
onbekende schip. Daarom trachtte de loods
door middel van pen Morse-lamp zich in
verbinding te stellen met dit vaartuig. Na
pogingen kreeg de loods op dezelfde
antwoord van het schip.
Uit het gesprek, dat door den Btorm zeer
werd bemoeilijkt, vernam toen de loods, dat
het onbekende vaartuig het vuurschip „West
hinder" had aangevaren. Ook, dat het een
ander schip op sleeptouw had, dat het erg
geleden hud en niet kon bestuurd worden.
Maar dat was ook alles, zelfs was het
onmogeljjk den naam van het vaartuig te
vernemen.
Het geheimzinnig schip on de „Derbent"
verwijderden zich en de loods zag later, dat
hot eerste vaartuig twee roode lichten opstak.
Sindsdien werd van het aanvarende schip
hoegenaamd niets meer vernomen. Wat is cr
van geworden Waar is het heen
Nadat do loods zijn wedervaren aan zjjne
superieuren had bekend gemaakt, werd dadeljjk
ook de minister verwittigd van het vreeaeljjk
ongeluk.
Iu het „Handelsblad van Antwerpen" wordt,
aan de hand vim een verhaal der bemaoning
i den zeelichter, welko den „Westhinder"
den grond liep, do juiste toedracht mee
gedeeld van hot ongeluk, waarbjj 10 menschen
het leven lieten.
De zeelichter „Minnie is tegen het vuur
schip gevallen. Het schip bleef nevens het
vuursdhip liggen, en niettegenstaande do
„Westhinder" goheel zjjn ketting uitliet, om
vrjj te komen, bleef de „Minnie" als aange
plakt tegen het vuurschip en kwam er eeD
tweede maal moo in botsing.
„Zonder een oogenblik te denken, welk
groot gevaar de bemanning van het vuurschip
liep, riep deze tot den zeelichter, deB naam
van het schip en kapitein te doen
om verslag van het gebeurde op te
voor alle gebeurljjke rechterijjko gedingen.
Men was daar volop mee bezig, heel dit
spelletje duurde ongeveer reeds een twintig
tal minuten, toen plots, zonder dat iemand
maar het minste had kunnen vermoeden, het
vuurschip zich op zjjn zjjde legde eu met den
kop het eerst in de golven verdween.
„De geheele bemanning van het vuurschip
was door dit geharrewar op het dek en met
eeu kreet, die door merg en been drong,
geraakten allen te water en werden door de
zee verzwolgen.
„Meer dan waarschijnlijk, moet het voor
schip bjj een der botsingen een groot gat in
de kiel hebben gekregen, waardoor een groot
lek ontstond en dat door niemand ia waarge
nomen, want dan hadden ze nog al den tjjd
en gelegenheid gehad om allen op de zeelichter
„Minnie" over te springen.
„De zeeliohter is verder aan 't drjjveu
gegaan, om later op de Thorton bank te
worden opgepikt en naar Vlissiogen te worden
gebracht."
Engelsche Suffragettes.
De vrouw „Heb je alles bjj je
de bel, de ratel, de hondenzweep, je wandel
stok, de fluit, de bjjl, de keisteenen
Do echtgenoot: „Alles, vrouwlief."
De vrouw„Vooruitlaten we dan
naar de vergadering gaan".
TWEEDE KAMER.
Dinsdag komt de heer Eland (u.-l.) repli-
ceeren. Uit zjjn korte repliek valt nieta te
vermelden. Na hem komt de heer Van Karne-
beek (v.-l.) terng op de kwestie van den
Bond van minder Marinepersoneel. Spr.
wenscht daaromtrent een vraag aan d.B.g.
te stellen, maar vooraf wil hjj terngkoi
op de scherpe verwjjten, door den 1
Hugenholtz tot hem gericht naar aanleiding
van zjjn houding in 1903, toen spr. heeft
medegewerkt tot maatregelen om een her
haling van het toen gebeurde zoo niet on
mogeljjk, dan toch onwaarschjjnljjk te maken.
Ook besprak de heer Hugenholtz sprekers
besluit cm zich niet herkiesbaar te stellen.
Hjj d ukte daarover zjjn spjjt uit, omdat
daardoor de Kamer werd beroofd van een
propagandamiddel voor de sociaal-democraten.
Zulke argumenten zjjn tweesnijdend. De Bond
van minder Marinepersoneel is gekomen onder
den invloed van de sociaal-democratische
propaganda en is daardoor versterkt in den
klassenstrijd, die hier in de Kamer algemeen
wordt afgekeurd. (De heer HugenholtzO
hol) Behalve door den heer Hugenholtz eu
zjjn naaste vrienden.
Het is uit dit debat gebleken dat alle par-
tjjen zich hebben verweerd tegen oen con-
nrxie met de sociaal-democratie en dit als
eeo smet hebben afgewezen. Welnu, is het
dan wel verstandig voor den Bond van
Marinepersoneel zich te stellen onder het
protectoraat van den heer Hngenboltz De
beer De Meester beriep zich op zjjn advies
a.s Minister in 1907, maar zjjn daardoor de
moriliikbeden opgelost De Bond is schade-
ljjk gebleken voor de geveebtswaarde van
onze vloot.
Moet men dan zulke bonden maar laten
begaan en alleen tegen ongepaste handeliogen
van het personeel straffend ingrijpen, zonder
iets te doen tot verhindering, voorkoming of
verhoeding? Dit is geen aanbevelenswaar
dige staatskunst. Men moet de oorzaken van
de ontevredenheid nagaan, en als men dat
doet, zal men bevinden dat de diepste oor
zaak is het gestook van den Bond, die zjjn
gezag wil stellen boven dat van de overheid.
De heer De Meester de-d een beroep op de
gehechtheid van ons Nederlanders aan do
vrjjheid van vereeniging. Ook spr. kan die
vrjjheid niet missen. (De heer Hugeoholcz:
Uw eigen vrjjheid». Spreker begeert de vrij
heid voor zichzelf en voor andereD, maar de
vrjjheid mag riet leiden tot misbruik, en de
ergste vjjaud van de vrjjheid is het aan
zetten tot misbruik!
Spr. komt thans tot zjjn vraag aan den
Minister, die een tuchtreehterljjk verbod van
lidmaatschap van den Bond schijnt te over
wegen. De vrees voor geheime bondeD schjjot
hersenschimmig. Die vloeien niet voort nit
onzen volksaard, doch zijn veeleer bij de
Chineezen inheemsch, waarvoor de hei-r
Hugenholtz dan ook steeds zoo trouw op
komt. (Hilariteit). Maar spr. verwacht vooral
heil van afschaffing van het stelsel van vrij
willigers bjj onze vloot en het overgaan tot
een bemanning van zeemilitie. Sinds spr. dit
denkbeeld in overwoging gaf, is daarover in
een der voornaamste dagbladen van ons land
een uitvoerige studie verschenen waarvan de
conclusie is dat dit stelsel van zeemilitie
niet slechts het beBte, maar ook het eenigste
middel is tot bestrjjdiDg der bonden. Spr.
verzoekt den Minister dit stelsel ook op to
nemen in den kring zijner overwegingen.
De heer Dnymaer van Twist (a.-r.) zegt,
nog Diets vernomen te hebben omtrent do
militaire paragraaf, in het concentratie
program. Daarover zwjjgen de heeren. Spr.
vraagt of er bjj de begrootingen van oorlog
en marine eenstemmigheid bij de concentratie
zal zjjn. Zal men de reorganisatieplannen van
Minister Coljjn steunen Spr. hoopt het. Spr.
komt vervolgens terug op de houding der
Liberale Unie bjj de totstandkoming der
militiewet. Hierna betoogt hjj, dat uit de
rede van den heer Drucker de verkeerde
gevolgtrekking zou kunnen worden gemaakt,
dat de rechterzijde bjj dit algemeon debat
langer heeft geBprokeB dan de linkerzijde.
Maar door de liokerzjjde werden 160 ko
lommen van de Handelingen volgepraat, dooi
de rechterzijde slechts 70.
Meerendeels zjjn de verdere roplieken niet
ler belangrijk. Vermelden wjj er uit, dat do
heer Schaper (s.d.a.phulde brengt aan den
Daymaer van Twist, voor diens statis
tisch talent en hem eerelid wil maken van
de Vereeniging voor Statistiek. Deze heer zet
vervolgens een uitvoerige rede op om het
socialisme tegen de van rechts gedane aan
vallen te verdedigoD, en constateert met ge-
herziening de macht der kroon niet wil uit
breiden. Men begint het socialisme te vreezen,
maar de heer Lohman zag verkeerd, dat het
volk, de menschen in hot algemeen, het
socialisme vreest. Die vrees en haat is even
wel een gevolg van de verdachtmaking van
geestelijke zijde, waaraan het blootstaat. Spr.
toont aan, dat de soc.-dem. ioderdaad het
politieke leven beheerschen, dat hoe langer
hoe meer het socialisme doordringt in de
maatschappij. In zjjn eigen district heeft de
pastoor indertjjd den kiezers verzocht op hom
te stemmen. (Verwondering bjj de katholie
ken). Is dit zoo vreemd, vraagt spr., dat
katholieken en sociaal-democraten samen
gaan In wezen dit is in Dnitschland
erkend hebben de christelijke partjjen
veel meer punten van overeenkomst met ons
dan de liberale. Eenige uitspraken van kerke-
ljjken moeten dit bewijzen. Vervolgens het
concentratieprogram besprekend, zegt hjj, dat
de vrijzinnigen er dit succeB al mee hebbeD,
dat zjj de regeering en de meerderheid
eenigen schrik op het Ijjf hebben gejaagd.
Spr. noemde het een conversatieprogram,
voor de regeering schijnt het te zjjn een
coDsternatieprogram- (Luid gelach).
De heer Goeman Borgesïos (u.-l.) bespreekt
de internationale bureaux, die de regeering
hier vestigen wil, en de internationale con
gressen, die hier gehouden zullen wordeD.
Maar hjj betreurt het, dat de Minister steun
geweigerd heeft voor het volgend vredes
congres. Hjj dringt er nog op aan, dat dit
geschiede. Hierna ook algemeene dat zjjn
dus politieke beschouwingen. Al die
woorden rood, zwart, groen, blauw, conser
vatief, reactionair leiden in een politiek
debat tot phrasemakerjj en moesten ver
boden zjjn. Trouwens, dat rood is niets dan
een kiesmanoeuvre, dan bangmakerij van de
kiezers. Men moest eens uitscheiden met dat
gezanik van rood, rood. Vervolgens tracht
spr. in het licht te stellen, dat de cridek van
den Minister op het concentratieprogram
uiterst klein was.
De heer Smeenge (u.-l.) repliceert over de
drooglegging der Zuiderzee.
De heer De Meester (u.-L) repliceert een
zeer enkel woord over den Bond van Minder
Marinepersoneel. De Minister betoogde, dat
sinds spr. Minister was, de toestand ver
anderd is en beriep zich op de propaganda-
brochure van den Bond, ten betooge dat die
Bond tot verzet tegen het gezag aanspoort.
Spr. kan in die passage echter niets staats
gevaarlijks zien. Iets anders echter is het,
indien inderdaad een afdeeling van den Bond
besloten heeft de verstrekking van versnape
ringen aan het personeel te weigeren. Dan
komt de Bond op eon terreiD, dat het zjjne
niet is. Spr. desavoueert dus geenszins het
Ingazonden Mcdedeeling.
geen de heer Thomson gedreven heeft. Maar
hjj verwacht geen effect van hot negeeren of
geweld terugdringen van don Bond. Do.ot
dit, dun zal die Bond toch weder langs
geheimen weg zjjn invloed doon gevoelen.
Men doet daarom het brste door tegemoet
te komen aan billijke grieven, doch excessen
te straffen.
Spr. repliceert nog op eenige andere pnnten,
die wjj niet zullen vermelden.
De heer De Stuers (r. k.) heeft het over
de benoeming van prof. Noordtzy aan de
universiteit te Utrecht. Spr. bepleit meer
vrjjheid voor do regeering inzako benoemin
gen ieder Nederlander is voor elke lands
bediening benoembaar.
Do nieuwe afgevaardigde van Ommen, de
ior Bichon van IJaselmonde (c.-h.), heeft
thans de gelogenheid zjjn „maiden-speech",
la men dat noemt, te honden. Hjj verwijt
Minister, dat doze oen paar degenotooten
hem heeft gericht, toen hjj de Minister
van „christelijk-historischo wilden" sprak.
Later heeft de Minister er nog een op hem
gericht. Dit strekt niet tot veraangenaming
van spr. positie in de Kamer. Spr. zet ver
volgens zjjn politiek standpunt uiteen.
Over de zitting van Woensdagochtend
knnnen wjj kort zjjn, daar alstoen eenige
kleine wetsontwerpen, van geen belang voor
ons, werden behandeld. Eén uitzondering
willen wjj maken.
Een der wetsontwerpen behandelt de
jaarljjks terugkeerende afwjjking van den
regel gesteld bjj art. 241 der gemeentewet
omtrent plaatselijke belastingen ten behoeve
van de gemeeDten Helder, Vlieland en Vlis
siogen. Dit betreft, zooals men weet, het
heffen van een plaatseljjken sccjjns op ge
distilleerd, waarvoor die gemeenten speciale
vergunning hebben. De heer Ter Laan nn
(s. d. a. p.) licht zeer uitvoerig een amende-
toe, strekkende om dezen accjjns ge
leidelijk afteschafien door een vermindering
van f 2.50 per H.L. per jaar. Dit amende-
wordt door den anti-revolutionairen
Blnm bestreden. Vlieringen kan dit geld
•De heer Heemskerk, Minister van Bionen-
landsche Zaken, zegt, dat de heer Ter Laan
zich heeft begeren in beschouwingen, die
verre gaan over de strekking van het
amendement heen. De heer Ter Laan be
toogde, dat de Regeering voor Helder en de
beide andere gemeenten tot afschaffing van
dezen accjjns met een subsidiewetje
kunnen komen. Maar de Regeering kan zich
niet op dit standpunt stellen. Het zou een
verkeerd stelsel zjjn. De Minister wil G«d.
Staten vragen of een dorgeljjke geleidelijke
inkrimping mogeljjk is en ïd verband daar
mede den Minister jaarlijks van den toestand
der betrokken gemeeDten op de hoogte
honden. Dit acht de Minister voorzichtiger
dan de aanneming van het amendement.
Na re- en dup'iek wordt het amendement
Ter Laan met 46 tegen 17 stemmen ver
worpen.
Aan de orde is thans Hfd. II dor Staats-
begrootiog 1918: Hooge Colleges van Staat.
De heer Ter Laan (s.d.a.p.) bespreekt de
riddersoldjj en acht het onbillijk, dat deze
voor de onderofficieren hooger is dan voor
de soldaten. Er is een herziening van de
wet in voorbereiding, zegt Minister Kolkman.
EeDige vrooljjkheid ontstond door een
debat over de nieuwe gouden vjjfjos. Een
paar leden beweerden, dat de Koningin op
dit muntstuk deu verkeerden kant uitkeek
doch de Minister licht in, hoe het eigonljjk
zit. In ieder geval, zoo zeg» de heer Kolk
man, is nooit iemand vies van de tientjes
en de vjjfjes geweest, ik heb ze gevonden
in de zakken van kapitalisten, zoowel als
in die van hen, die zoo op kapitalisten af
geven. De Kamer lachte 1 Zoo'n zakkenroller
van een Minister ook]
Na de pauze het slot der algemeene be
schouwingen. Ach, zoo verzucht do Over
zichtschrijver van het „Handelsblad",
„wie is na dit bijna voertiendaagsche debat
de winner En wie beeft er zelfs maar eenig
genoogen v beleefd De heer Heemskerk
heeft gelacn-m om de grappen van den heer
Roodhuyzen, en de heer Roodhuyzen heeft
gelachen om do grappen van den heer
Heemskerk. Maar dat hadden die
onder vier oogen ook kunnen doen. Wea
ljjko strijdlust scheen er rechts, r
noch aan de Ministerstafel te V
Wjj zullen in 't kort nog even hot voor
naamste uit de slotredenen vermelden. De
heer Heemskerk ia aan zjjn repliek bezig.
Betrofiende de Raadhuiskwestie laat de
Minister zich door den heer Vliegen niet
uit zjjn tent lokkon. Betreffende de militaire
bonden zal het denkbeeld van een zeemilitie
van den heer Van Karnebeek to zijner tjjd
overwogen worden. De grieven van het
marinepersoneel zal de Minister van Marine
ad interim bjj do Marinobegrootiog bespreken.
Hier is alleen de juridische quaostie aau de
orde en nu constateert de Minister dat de
Hugenholtz wel verklaarde, dat de Bond
zich niet tegen de bevelen van het marine-
gezag verzet, doch tevens erkend heeft, dat
er verzet is tegen do passagiersregeling en
dat de MarineboDd dat verzet voedt door het
uitvaardigen van bevelen. Er is een actie
gericht tegen een dienstvoorschrift d.1. het
deolnemen aan wedstrijden en feesten en het
aannemen van versnaperiDgon en daardoor
is het gezag ondermijnd. Al is er geen ver
zet gepleegd tegen bepaalde bevelcD, er is
storend ingegrepen in het hiërarchiek gezag.
Men rekent er op, dat de matrozen vrjjwillig
bjj wedstrijden met vroemde bemanningen bun
beste beentje voorzetten. Geschiedt dit niet,
dan slaat onze marine een mal figuur, en nn
rekent men er op, dat daardoor de autoriteiten
er toe znllen komen de passagiersregeling in
te trekkoD. Het zelfde betreft de feesteljjk-
te Antwerpen, die zjjn toen tot dienst
bevel verklaard, waartegen de ac:ie van den
niet gericht was. Het is bogrjjpelijk
de matrozen dit aangenaam vonden.
Want bjj het naleven van de bevelen van
den Bond hadden zjj nooit eeDS een aan-
n avond. Tot dusverre zjjn wegens
weigering van deelneming aan dergeljjke
JsteD, wedstrjjdeD, enz. nog geen matrozen
tslagon, doch bjj herhaling zal het gebeuren.
De Minister verdedigt thans de Regeering
ten opziohte van het regeeriagsbeleid. Wjj
zullen dit nn maar overslaan. De heer Bicbon
van Tsselmocde, het nieuwe lid voor Ommen,
die eigeDljjk in zjjn eerste speech een beetje
enfant terrible gespeeld heeft, krjjgt van den
Minister een beantwoording en do Minister
bespreekt tenslotte zjjne houding inzake de
beantwoording van het concentratie-program.
De Minister constateert, dat het door hem
ontwikkeld regeeriDgsprogram door niemand
is aangevallen, maar men klaagt er bitter
over, zoo zacht bjj, dat ik de tien panton
uit de acte van beschuldiging onderhanden
heb genomen. Alsof ik mjj niet mocht ver
weren op dien aanval.
Natnurljjk kon de Minister niet nalaten op
het concentratie-program ook een mop te
tappen. Had de beer Schaper reeds gesproken
van consternatie- en conversatie-program,
de Minister noemde het het conspiratie
samenzweerderej-program. Geen onaardige
vodst, Excellentie
Wjj rallen over de algemeene beschou
wingen maar niets meer vermeldeD.
Men krjjgt nu Hoofdstuk I (Huis der
Koningin;. De heer de Stuers (r.-k.j bespreekt
deu bouwvalligen toestand van het Paleis te
Amsterdam eu vraagt: wie moet de kosten
dragen Er wordt een commissie van onder
zoek ingesteld, zei de Minister. Tot zoolang
geduld. Toen gingen de heeren eten.
Avonds Waterstaat. De heer Dnymaer
van Twist (a.-r.) bespreekt den waterweg
IJmuiden-Katwjjk. Hjj stelt de beteekenis
van Ka'.wjjk voor de haringvisscherjj iD 't
licht. De heer Van Wassen»er van Catwjjck
(c.-h.) dringt eveneeDS aan op spoedige ver
betering van dezen weg. Hetzelfde punt be
spreekt de heer Snoeck Henkemans (c.-h.)
uit een meer algemeen standpunt. Verder
valt uit deze zitting voor ons niets ver
melden.