KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor HeldorTexel, Wieringen en Anne Paulownem No. 4178. Zaterdag 22 Febmari 1918. 41ste Jaargang. I Vliegend Blaadje p.3 m. 50 ct., tr. p. port 75 cl, tnlkalasd 11.Ï5 Pro- j Zondagsblad 37 f 45 0.75 ■in Modeblad n i 65 i i J5 j (0.90 (Voor het buitenland bij roornitbetaling.) Adverteatiii raa 1 tot regelt (bij Tooraitbstaling) 30 ccat Elke regel meer6 Be wij a-exemplaar Vignetten en groote letten worden naar plaatsruimte berekend. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Uitgever: O. DE BOER Jr., Helder. Bureau: Eoningstraat 29. Interc. Ttlef. 60. Tweede Blad. BIEUWSBERICHTEH. HELDER, 21 Februari. Nut van hot Boekhouden, enz. Voor de Helderache Winkeliersvereniging hiold de heer C. Koenraad Woensdagavond in „Tivoli" eeno lezing over bovenstaand onderwerp. Er was een niet zeer groot publiek, ge deeltelijk bestaande uit dames en jongens van de handelsschool. Do voorzittor dezer Vereeniging, de heer Nypels, opende de vergadering met een kort woord van welkom aan den spreker. Wan neer mon de vraag zou stellen, zoo zeide spr., wat is de grootste dienst dien men den middenstand zon knnnen bewyzon, dan zon het antwoord moeten zyn: hem de gelegen heid te geven zich op de hoogte te stellen van zaken, die noodig z\jn voor hem. Daarom was het zeer juist gezien van de Regeering om de middenstandsvereeniging eene subsidie te geven, die haar in staat stelt verschil lende sprekers te doen optreden, en zoo doende achtte spr. zich gelukkig den heer Koenraad te iDtroducoeren. De heer Koenraad begon met eenige aphoristische spreuken voor te lezen; ken- sprouken, dio elk voor zich een waarheid of een wetenswaardigheid inhielden. Voor namelijk twee zaken zijn noodig: lo. de vorming van goede middenstanders, en 2o. het verschaffen van de inlichting, die «ij noodig hebbuD, en die desnoods wetenschap pelijk kan zjjo. De middenstander moet de handen uit de mouwen weten te steken, moet krachtig knnnen aanpakken, nit zich zelf zjjn best doen machtig en sterk te worden. Wel zyn hier en daar deze inzichten reeds ontwaakt, doch over 't algemeen laat de toepassing ervan te wenschen over. Men is te kalm, te laksch gebleven. Leer harde tyden met nog harder wil vastberaden onder de oogen zien. Dit is een der vele aphorismen dio de spreker voorlas. E»ie. andere zijn: Zy, wier leven mislukt iyn, gelooven gewoonlijk in een ge luk en een noodlot. Sterke menschen ge looven in oorzaken en gevolg. Vlyt iB negentiende van het genie. De sohitterendste zaken zyn eerst door vol- hardiog en vlyt geslaagd. Arbeid met scherpe oogen en een onverzettolijken wil moet Bncces brongen; het gelnk ligt te bed en wacht op den brievenbesteller die eon erfenis brengt. Spr. wees op de noodzakelijkheid stiptheid in ullos te botraohten, voor den midden stand is het de voorwaarde van zyn be houd. Moer dan de grootindustrieel is de middenstander do ziel zijner zaak. Van zyn acnratesse hangt het wel en wee zy'ner zaak af. Zorg voor een behoorlijken voorraad goederen en voor plaats daarvoor; het maakt een vreemden indrnk als gij zoeken moet als een klant n iets vraagt. Lever op t(jd nw nota's in en disponeer op tjjd. Wie stipt is in de aantoekening van ontvangsten, nitgaven, etc., heeft te allen tyde een over zicht over de zaak. De boekhouding doet hem den jnisten gang van zyn bedrijf ken nen. Wie stipt is, regelt ook zyn privé- nitgaven naar zijn zaak-inkomsten. Langzamerhand is het denkbeeld ook by den middenstand doorgedrongen van de nood zakelijkheid boek to honden. In de praktijk echter ontbreekt hier nog veel aan. Vele zaken kwijnen omdat de eigenaar ze niet voldoende kent. Zaken, die niet eens tot de onbeduidende behooren, hebben een geheel onvoldoende wjjze van boekhouden. Van een en ander gaf spr. illnstreeronde voorbeelden. Alleen te Amsterdam zijn hon derdon zaken waar zoo goed als niets of alleen de vorderingen worden aangeteekend. Het inzicht van de noodzakelijkheid van boekhouden is by de meesten nog niet levendig. Spr. gaf voorbeelden o.a. van een tinmormanezank, die groote sshade leed door gebrek aan boekhouding. Een groot deel middenstanders ljjdt aan kortzichtigheid, klaagt over bloedarmoede hunner zaak, maar weigert de krachtige pillen die hun worden aangeboden, in to nemen. Zeer zeker is het moeielyk eene geregelde boekhouding by to houden. Men beaamt de stelling dat wiokel, magazyn etc. netjes moet worden gehonden, men doet zjjn best voor goedo bediening, etc., maar verwaarloost de boekhouding. Den tjjd, in achterkamer of kantoor, by de boeken doorgebracht, acht men verloren; men is nit het oog der elientèle, kan niet op den gang van saken letten; dat is waar, maarkortzichtige, zoo riep spr. hen toe, open uw oog: do boekhouding is een even noodzakelijke basis voor nw zaak als al het andere. Spr. zet uiteen alle voordeelen, die goodo boekhouding biedt; wanneer wy zien welke nuttige wonken oen goed overzicht over de boeien geeft, dan vragen we ons af of vele faillissementen niet zijn ontstaan doordat mon niet voldoende boek hield. De boekhouding is de veiligste gids, de trouwste raadgever, ook in mooielyke tyden. Toch zit het groota nut niet daarin, dat het door do mooielyke tyden heen helpt: haar praktisch nut is, dat zy tegen dergelyken gang van zaken waarschuwt. Na een_ korte pauze zette spr. met voor beelden uiteen hoe een goede boekhouding tot welvaart leidt. Van de honderd faillisse menten, zoo betoogde spr., zyn er 80 ont staan nit niet of onvoldoonde boekhouding. En het zijn meestal niet de groote dingen die een zaak ten val brengen, neen, het zyn juist alle kleinigheden. De middenstanders zullen het als plicht moeten besehonwen het opkomend geslacht eene goede opvoeding to geven; allerwege zyn reeds cursussen in boekhouden opge- richt, hetgeen eon gUDStig teeken is. De jongelieden zelf begrijpen niet steeds wat goed en nuttig is, daarom rust op ouders en voogden een zware taak. Door de toe nemende uitvindingen, de ontwikkeling van industrie en handel wordt het hoe langer hoe moeielyker voor die middenstanders, die nog niet op do hoogte zyn, om stand te honden. Alle middenitenders, die niet met hun tyd meegaan, zullen over eenige jaren onherroepelijk ingedeeld worden bij de arbei ders. Stnurt dus nw kinderen naar den cursus. Met genoegen hoort spr., dat hier ter stede ook onderen aan den cursus in boekhouden deelnemen, en hoopt, dat ze moed en kracht genoeg hebben hem tot het einde te volgen. Nog te weinig is in 't algemeen gedaan voor den hedendaugschen middenstander en het zon de moeite loonen te onderzooken wat zal moeten geschieden om hem kennis by te brengen. HolaaB valt op veel plaatsen nog weinig bespeuren van succes. De algemeene behandeling, zooals die op veel cursussen geschiedt, leidt niet tot het doel. Te veel wordt geleeraard naar één model, z.g. «con fectie"-werk, terwyl men voor elk vak een aparte, aangepaste administratie behoeft ^maatwerk). Veel is reeds verkregen als men geldcontrólo heeft, want verccheidenen n niet eens wat hnn hnishonden hun Het is niet noodig dat een leeraar de patroonscarsnssen optreedt, een vak met voldoende ontwikkeling is in staat de boekhouding van het bedrijf te loeren. Van zeer groot belaDg is een inzicht in de berekening van den kostenden prys. Ds factnursprys b.v. dient te wordon ver- jd met allerlei kleine onkosten: vracht, emballage, etc. Verder is het noodzakelijk den jnisten pry's per stuk vast te stellen. Huur van gebouwen, salarissen, verlichting, belasting, dat alles speelt een rol by de vaststelling van den verkoopsprijs. Van pro ductie-artikelen moet de kostprijs berokend worden nit de grondstoffen enz. Baseer nw prijzen op eigen «alculatie; zeg Diet, myn concurrent doet het zoo duur, ik kan nog el esn paar cent lager. Spr. weidt uitvoerig nit over de beteekenis van kleinigheden. Ge hebt ze nooit geteld; dee het eens, schryf eens op wat ge aan pakpapier, fooieD, postzegels etc. uitgeeft. Hond by de berekening van uw kostprijs eenB met al die kleinigheden rekening. Qy meent ze te kunnen taxeeren, zoozeel voor dit, zooveel voor dat. Toch is dat verkeerd. Wees correct in handel en wandel, accu raat in nw administratie, stipt in de be diening. Noemt gy dit alles kleinigheden De balans moet zoo nauwkeurig mogelijk de waarde van het handelsartikel aangegeven. Het afschrijven op de balans heeft ten doel de waardevermindering van de goederen in de boeken te brengen. Om de jniste balans te krygen men moot das alleen rekening honden met die factoren, die er invloed op uitoefenen. Ten onrechte hondt men dikwijls rekening mot de gemaakte winst en schryfc in een voordeelig jaar veel, in eon sleeht jaar weinig af. Spr. toonde aan, dat dit foutief was, en besprak nog de berekening van de balanswaarde der uitstaande posten. Resnmeerend, kwam spr. tot de oonolnBie, dat het enkelvondig boekhonden voor den gewonen middenstander do aangowozen boek houding is. Later kan men dan altijd tot uitge breidere inrichtingen dubbele methode, kaart systeem etc. overgaan. De heer Nypels bracht den dank over van allen aan den spr. voor diens bosiende voordracht en sloot de vorgadering. Twaalf werklieden waren nog bezig met t in orde brengen der villa. Zjj zoudon in levensgevaar zyn geweest bijaldien de ont ploffing der bom oen half nur later geschied ware. Nu gebeurde hot in hun schaftuur. De assuradeurs weigeren air Riddell schade vergoeding, jnist omdat do verwoesting het vevolg is van een bomaanslag. Waarschijnlijk zullen de belastingplichtigen in hot graafschap voor schadevergoeding wordon aangesproken. Hot blijkt dat de bommenwerpers do villa ook in brand wilden stoken, maar do ont ploffing verijdelde dit plan. De Sociale Politieke Vrouwenbond ver loochent den aanBlag on vraagt: «Waarom ons orvan beschuldigd? Ook andere menschen hebben een hekel aan Lloyd Georgo". Mevrouw Pankhurst weigerde zich er ovor uit te laten, maar mevrouw Drummond zeide in een persgesprek: «De aanslag is prachtig en bewyst dat de vronwen vastbesloten zyn hnn doel te bereiken." Nochtans blyft het waarschijnlijk dat man nelijke voorstanders van vrouwenkiesrecht den aanslag volvoerden. Wanneer de Heeren Staten hun vlag wagen Pierpont Morgin. Berly'n, 18 Febr. Uit Rome wordt aan den Berl. Lokal. Am." geseind«Volgens parti culiere telegrammen, te Rome, waar op het oogenblik de vrouw en de zaster van Pier pont Morgan vertoeven, ontvangen, moet deze op sterven liggsn aan boord van het schip «Coronia", op weg van Kaïro naar Finme. Brand te Konstantlnopel. Konstantinopel, 18 Febr. Door een brand te Stamboel zQn driehonderd hnizen in de asch gelegit, waaronder ongeveer honderd hnizen en een veertigtal winkels in de avenne tegenover de Aya Sofia. Een kanon ontploft. Toulon, 18 Febr. Een ernstig ongeluk viel heden voor aan boord van het pantserschip Danton". Een kanon ontplofte, waardoor 3 matrozen doodelyk werden gewond. De „Danton" verliet Nice gisterenmorgen met verschillende andere schepen, bestemd om deel te nemen aan de regatta. De „Danton" kwam in den namiddag te Salmee d'Hyèrcs aan, waar het eskader lag, deel aan de schietoefeningen, verzekert, dat het kanon sprong by de kulas. Drie man sijn gedood, velen ge wond. Omtrent het ongeluk op de „Danton", wordt nader gemeld Het gesprongen kanon waB geheel nienw. Alle zes pantsorschepen van het type „Danton" zyn mot 16 zulke stukken, die vier schoten per minunt kannen lossen, uitgerust. Volgens het voorloopig onderzoek moet de oorzaak van de ontploffing worden ge zocht in do ontploifiag van de krnitlading in den oververhitten loop. Het bericht van hot gobourdo wokto groo te ontsteltenis op al de in de reodo liggende schepen, die naar aanleiding van do installatie van Poincaré in vlaggontooi prykten. Een priester doodgeschoten. Mühlheim, aan de Rhnr, 19 Febr. In de St. Eogolbortskork heeft hoden eonPoolsche arbeider, die oogenschjjnlyk in de kerk kwam om te biechten, den pator Wengoler, die in den bieahtstoel zat, doodgeschoten. De moordenaar werd onmiddellijk gearre steerd. Hy zeide, dat hij pastoor Weiter de Engelbertakerk nit wraak had wi dooden. Ben later berieht meldt De moordenaar is geen Pool, maar een veertigjarig Nederlandsch werkman, Weinand genaamd. Na zijn arrestatie bleek, dat hy wartaal sprak. 0e kiesrechtvrouwen? Londen, 19 Febmari. De eigenaar van het te Walton-on Hill by Epsom gedeeltelijk door een bom vernielde huis blijkt te z\jn sir George Riddel, een vooratander van vrouwenkiesrecht. Minister Lloyd George zou het huis van 1iem huren, maar heeft dat feitelijk nog niet gedaan, omdat het buur- oontract nog niet goteekend is. Door twee Nederlanders te Boedapest erd het volgende artikel uit de „Pestar Lloyd" van 31 Jan. j.1. aan het „Handels blad" toegezonden: „De sedert geruimen tyd voortdurende spanning in de internationale verhoudingen heeft natuurlijk ook den toonaangevenden kringen in Holland aanleiding gegeven zich met het vraagstuk der landsverdediging be zig ts honden. Weliswaar staat Holland dank zy zijn geographische ligging niet in dezelfde mate als b.v. het naburige Belgis aan eene schending zynor neutraliteit, ingeval van grooten Europeeschen oorlog bloot, aen conflict tnsschen de groote mo gendheden kan toch gevolgen hebban, die niet te voorzien zyn, en per slot van rekening kan niemand ontkennen, dat sedert Japan's overwinning op Rusland het kostbaar Neder landsch koloniaal bezit niet meer zoo veilig dan voorheen. Jnist de groote waarde i Nederlandsch-Indië is voor machtige veroveraars zeer verlokkend. Daarom is het noodzakelijk tydig aan het behoud der kolo niën te denken, zonder welke Holland voor z(jnen economiachen ondergang zon komen te staan. In deze richting heefc Koningin Wilhelmina onlangs een maatregel genomen, die voorloopig weliswaar slechts eene for- beteekenis heeft, maar toch bewyst, dat men ter bevoegder plaatse het door ons even genoemde vraagstuk niet nit het oog verliest. Een Koninklijk besluit ver- eenigt de beide tot nu too gescheiden depar tementen van Oorlog on van Marine tot één enkel ministerie van Landsverdediging en vertrouwt dit aan de leiding van den tegenwoordigen minister van oorlog, majoor Colyn, een beslist voorstander van do ver sterking der Nederlandsche weermacht. H(j zal van nu af zyne horvormingswerkzaam- heid op het gebied van het geheele lands- vordedigingsprobleem (zoowel ter zee als te land kunnen beginnen. Inderdaad zyn reeds plannen tot ver sterking van het landleger en van de oorlogs vloot uitgewerkt. Ten opzichte van het eerste moet het land door vermeerdering van het jaarlijks te recruteeren contingent in staat worden gesteld in geval van oorlog oen leger van 180.000 tot 200.000 man in het veld te brengen. Bovendien zou de Nederlandsche oorlogsvlcot waarmede het dan ook zeer bedenkelijk gesteld is, en die ternauwernood enkel modern vaartuig beschikt een paar kleino eenheden versterkt Weliswaar kan men in dese maat- nog lang geen grondige hervorming der Hollandsche landsverdediging zien. Want tegenover de verhooging van de legersterkto staat eene ongemeene vermindering van den diensttijd tot slechts 81/, en in velo gevallen slecht tot 61/} maand, en de paar pantser- schepen van Het 7000 tonnentype, die men van plan is te bouwen, zullen de Neder landsche oorlogsvloot niet op het peil brengen, hetwelk noodzakelijk is om het uitgestrekte Nederlandsch-Iadische koloniale Rijk tegen een macht als Japan te kannen beschermen. Maar het is niet de schuld van den nienwen Minister van landsverdediging, wanneer hij zich met snlke bescheiden eischen moet te len stellen. Hy moet rekening houden de stemming der volksvertegenwoordiging, die in Holland nog vsel moeilijker dan in andere landen voor verhooging der militaire uitgaven te vinden is. Aan veel van onze parlementsleden, die nooit nit hun provincie stadje kwamen, ontbreekt do rnimo blik en dientengevolge elk begrip omtrent don loop dien de gebeurtenissen wellicht later zouden kunnen nemen. De Regcering is daardoor gedwongen in het vraagstuk der landsver dediging zeer behoedzaam on étapposgewye voort te schrijden en zy zal eindelijk wol langzaam aan haar doel beroiken, wanneer tenminste de gebeurtenissen niet eerder op elkaar volgen dan de bedachtzame besluiten van het zwaar tillende Hollandsche parlo- ment". De beide Nederlanders schreven naar aan leiding van dit stnk de volgende beschouwing. Terwyl het in het algemeen onze nationale ydelheid streelt in buitenlandsche bladen een vleiend oordeel over ons land to lezon, geloo ven we, dat het minstenB van ovenveel nut zyn kan, een minder gunstige critiek, die echter als de vorenstaande van een zeer jnisten kyk op de Nederlandsche toestanden blijkt geeft, onder de oogen van hot lezend publiek te brengen. Zelfs de grootste chauvinist zal moeten too- gevoD, dat de in het bovenstaande artikel uit geoefende critiek volkomen rechtvaardig is; de eenige opmerking, die men zich zou kannen veroorloven is, dat de ironie, waarvan de schryver zich bediend heeft, niet san iedereen terstond duidelijk zal zyn. Waar gesproken wordt van eene étappengewijze ontwikkeling onzer landsverdediging moet men natnnrlyk tnsschen de regels lezen, dat wij daar an- dero staten by de ontwikkeling hunner weer macht ook niet stilstaan steeds eenige étappen" ten achter zullen blyven. Watbe treft de legerorganisatie verdient het waar- sohuwende woord, dat de schrijver dost hoo- ren, tegen eon verkorting van den diensttijd, alleszins de aandacht, omdat hoezeer wy ook geneigd «jjh den Hollands chen recrunt de gunstige militaire eigonschappen toe te schry- niet aan te nemen is, dat hy het in 81/» maand even ver brengt als z'n Duitsche, Fransoho of Oostenryksche collega in 2 of 3 jaar. Het is toch sonneklaar, dat het voort durend karakteristieke gescharrel met onze weermacht, in het buitenland, waar men zich juist in de laatste jaren op eeno doelbewuste horvorming van leger on vloot heeft toege legd, op een voor ons minder vleiende wijze de aandacht begint te trekken. Betrof het hier eene zaak van uitsluitend binnenlandsch ing, dan zon men zich over de meening van hot buitonland hoen kunnen zetten, doch men vorgeto niet, dat de achting, die een Staat in onze dagen geniet, byna uitsluitend afhan kelijk is van zyn praestatie op militair gebied. Dat mag zonderling en teleurstellend zyn in de verlichte 20e eeuw, waarin men had mogon vorwachton, dat allééa de ontwikkeling op intellectueel en Bociaal gebied als criterium aanzien van een land Zon hebban mooten gelden desalniettemin hebben wy er rekoning mede te honden op gevaar af te eoniger tyd ons volksbestaan aan dezen scboo- nen waan ten offer te zien vallen, Of mon is bereid zyn onafhankelijkheid te verzekeren door alle middelen, welke de eischen van het oogenblik voorschrijven, öf men doet haar vry willig prys te geven, vóór men na een hopeloozen stryd te eeniger tyd ge- ongen wordt haar aan een minder kort- zichtigen, on daardoor beter voorbereiden orwinnaar, uit te leveren. Wat voor het leger reeds ia hooge mate geldt, is zooals vanzelf spreekt nog veel meer van toepassing op de vloot, omdat deze in de allereerste plaats van de deugdelijkheid van het materioe! on dus van de aan haar besteedde geldelyke offers afhankelijk is. In dit verband zy de aandacht gevestigd op de in het geci teerde artikel van de «P. Lloyd" ten opzichte van de marine voorkomende zinsnedewaar mede het dan ook zeer bedenkelijk gesteld is en die ternauwernood over 'n enkel modern vaartuig beschikt. Op het eerste gezicht zal dit hno, dio in de Marine belangstellen, over- voorkomen, omdat onze oorlogsvloot in elk geval 15 schepen telt, welke dan 20 jaar oud zijn, en dus volgens de algemeen geldende opvatting als .modern" beschouwd worden. Intussohen zal men goed doen het woord .modern" op te vatten in den sin van «vol doende aan alle eischen van snelheid, bewape ning en bescherming". Eene eenvoudige ver gelijking van onze nieuwste schepen met die van do mogendheid, welke de schryver in de jPc^ter Lloyd"al8 onze toekomstige tegenstand ster aanduidt, n.1. Japan, is toereikend om te doen iuzioD, dat van een krachtig verweer onzerzijds geen sprake zoude kannen zijn. Tot bewys doon wy hier eenige cijfers volgen welke betrekking hebben op ons nieuwste schip „De Zeven Provinciën" endenJapan- schen bodem „Kawatscbi", respectievelijk in 1909 en 1910 van stapol geloopen. Pantser: „De Zeven Provinciën"waterlijn 100150 m.M. flanken ongepantserd, zwaar geschat 250 m.M. „Kawa'schi"waterljjn 127—805 m.M., flanken 152229 m.M., zwaar geschut 229 m.M. Bewapening: „De Zeven Provinciën"zwaar geschut st. van 28 c.M. kal., middelbaar geschat 4 st. van 15 C.M., kal,, licht geschat 10 st. van 7,5 c.M. kal., torpedoboizeo geene. „Kawatsohi"zwaar geschut 12 stukken van 301/» c.M. kal., middelbaar geschut 10 stukken van 15 c.M., 10 id. van 12 c.M. licht geschut 8 stukken van 7,6 c.M., torpe- dobaizon vjjf. Snolheid: „De Zeven Provinciën": 16.8 Z.M. „Kawatsohi" 21 Z.M. Deze offers loeren in korte woorden het volgende Het nieuwe Japansohe slagschip heeft evenveel zware kanonnen als 6 van schepen lypo „De Zeven Provinciën' hebbendit geschut is bovendien van zwaarder kaliber daarenboven is hc het Jap. schip in bijna al zyn doelen belangrijk beter beschermd, terwijl bet bovendien een snelheid van byna 5 Z.M. per uur moor ontwikkelen kan. Dit laatste brtoekent, dat in een gevecht de vijand in staat zou zyn den vunrsfstand te dioteeren m. a. w. het vuur over een afstand to openen, waarop zjjn zwaardere projectielen het zwakke pantser van „De Zeven Provin ciën" gemakkelijk kannen doorstaan, terwyl hot vuur van laatstgenoemde tegenover zwaarder bepantserden tegenstander zoo als zonder uitwerking zal blyven. Wjj gaan nog verdor. Zelfs in het onwaarschijnlijke geval, dat by hot uitbreken van een conflict onze g o h o o 1 e vloot zich in de Indische wateren zou bevinden, dan nog ware zy aan do genade of ongenado van eon enkel modern Japansob slagschip overgeleverd, en zou zulk een, naar bot aantal eenheden gerekend, ongeljjk treffen desalnietemin met eene noode- looze opoffering van meer dan 3000 Holland sche zeelieden en eon ongekend aantal milli- oonen aan materieel, geljjk staan. Dit iB de toestand waarin onze zwaartillende kort zichtigheid ons gebracht heeftonze koloniën liggen feiteljjk onbeschermd ter vrjje beschik king van iedere mogendheid, dio er do hand naar wonsebt uit te strekken. Hierin zal ook door den aanbouw van twee schepen van 7000 ton (d.i. 500 ton grooter dan „De Zeven Provinciën") niet de minste verandering ge bracht worden. Wy weten, dat werping zal maken, dat wij eene vloot, die bjj machte is het met eene der groote mogend- hoden op te nemen, niet bonwen k n n n e o, doch jnist met betrekking tot dit bezwaar willen wy sr op wyzen, dat sedert in 1906 de eerste Dreadnonght van stapel liep, de toestand zich sterk ten voordeele van de kleine zeemogendheden gewjjzigd heeft. Dit klinkt gewis paradoxaal, doch men houdein het oog, dat sedert het bedoelde tydstip het militaire ovenwiebt ter zee slechts nog naar bet aantal Dreadnoughts berekend wordt (terwyl de andere schepen, althans als stryders in de eerste linie, als byzaak beschouwd worden.) Wanneer wij in het bezit waren van 6 Dreadnoughts zjj het ook van de kleinste soort, zooals thans Spanje (1) er 8 in aanbouw !t zouden wjj in Oost-Azië zoo goed als onaantastbaar zjjn, niet omdat we zolfs kans zonden hebben de Japansohe of welke andere vloot ook to vernietigen, maar de grenzonloozo najjver tusschen de groote zeemogendheden hon Diet veroorloven zon de vernietiging dor Nedorlandsohe vloot met do daaraan verbonden offers te koopon. Zonder een BChot to losson zonden wjj langs dien weg het behoud onzer kostbare koloniën verzekeren in plaats van, zooals thans, uit zninigheidsmotievon door het in stand honden van eon schynvloot, niet alloon het bezit oaior koloniöa in do waagschaal to stellen, maar tevens, zooals do briofschry ver van het Honga&rsche blad zoor juist bemerkt, den eoonomiscbon ondergang van ons land te riskeeron. Het woord van De Rnyter, hetwelk wy boven dit artikel plaatsen, krygt heden ten dago eene diepere beteekenis, want waar- lyk, wanneer wy op dien weg voortgaan, _,de Heeren Staten" niet alleen hun vlag, maar ook 'slands welvaart en onaf- hankeiykheid. Het «Handelsblad" maakt hierby de vol gende aanteekeningen, en wyat op enkele onjuistheden in het artikel van de ,Pester Lloyd" lo. De opgegeven legersterkte (180.000 h 200.000 man) is te groot wanneer alleen gerekend wordt met de troepensterkte in eerste linie (de militie) doch veel te klein wanneer, zooals gebruikelijk is, ook de tweede linie (by ods do landweer) meegerekend wordt. Dan komen wjj op ongeveer 300.000 an. 2o. Er heeft, by de Militiewetswyziging in 1911 '12, geen vermindering van eer- ston-oefsntyd (wat blykelyk bedoeld wordt diensttyd") plaats gehad, doch een vermindering van dienstdnnr (van 8 tot 6 jaren) in verband met de verhooging van het jmarlyksch conligent van 17500 tot 28000 man, waardoor mon ongeveer dezelfde sterkte van de militie behield. De &l/2- maandscho eerste-oefontjjd bestond reeds sedert 1901; de wet Cool-Colyn heeft daarin geen verandering gebracht; veeleer is de oefentyd in zooverre iets verlengd voor oen deel van de geoefenden, als nameljjk do (voorgeoefendel) v i e r-maanders zyn ver vangen door (eveneens voorgeoefendel) ö'/a* maanders. 3o. Dat onse vloot te nauwernood over in enkel modern oorlogsvaartnig beschikt, is evon onjnist als dat men van plan is, nog een paar schepen van 7000 ton te boawen. De aanbouw van snlko schepen is voorloopig gestaakt (er staan er ook geen op stapel) in afwachting van het rapport der Indische defensie-commisie. En wat de modernitoit van onze vloot betreft, zy het opgemorkt dat do 6 pantsorsohepen van de ,De Ruyter"-klasse (van 5000 tons, «De Zeven Provinciën" van 6500 tons) alle in 1900 of later te water zyn golaton, dat de Kortenaora" (8600 tons) in 1894 te water zyn gelaten, de 4 nog in dienst zynde pant serkruisers (4000 tons) van 1896 van stapel zyn geloopon en dat wy voorts aan modern klein materieel beschikken over 4 torpedo- bootjagers (or syn or nog vier ia aanbouw) van 1910 of latoron datnm. 29 torpedobooten waarvan slechts den 25 jarigen leeftydheeU bereikt, terwyl de overgrooto meerderheid (23) in 1900 of later van stapel is geloopen (voorts 4 in aanbonw) en 2 zeer moderne onderzeeërs i3 in aanbonw). Wanneer men de al het overige materieel bniten rekening laat en ook do «Korteoaers" on de pro vincie-kruisers waardeloos acht in eon stryd tegen een modern uitgemeten tegenstander, dan kan men toch waarlyk over de moder niteit van onze oorlogsvloot niet zoo oor als de »P. L." doet. Tenzy men elk schip dat geon «Dreadnonght" is, voor on verklaard Maar dan zyn de meeste marines, selfs van groote mogendheden, voor icerendeel onmodern. Ook die van Oosten- ryk-Hopgarye! 4o. Opgomerkt zy voorts dat de (P. L", de maatrogelon van Minister Colyn opsom- goheel verzuimt te gewagen van den recenten: de legerreorganisatie die toch missohien de bslangrykste van alle is omdat daardoor de snelst mogelijke mobili satie wordt verzekerd. Wy kannen das, op gevaar af vaa door de twee Hollandsche schrijvers te worden meer dan «i gebonden voor nog meer dan «de grootste ehaavinist", seker Diet toegeven dat de critiek van do »P. L." nn jnist in alle op- volkomen rechtvaardig is." Mis schien sollen de scbryvers er nn ook wel anders over danken en aanleiding vinden (aandacht van de «P. L." op haai feiteiyke onjuistheden te vestigen. tevens sullen zy ontwaren dat zyzel- e fout van do (P. L." omtrent den aanbouw van tweo schepen hebben overge nomen. Wat de vergeiyking tusschon «De Zev< Provinciën" on het Japansche schip betreft zy opgemorkt dat nit de qnalificatio «onge pantserd" betreffende de «flanken" van eerstgenoemd vaartnig zou zyn op to dat het daar geheel onboschermd is. Dit is niet juist; er is oen gordelpantser van 100 150 mM. en alleen geen huidpantser. Doch overigens zal niemand de inferioriteit zolfs van oen modern schip als «Do Zeven Provinciën" togenovor con «Dreadnonght" als het Japansche schip ontkoDneD. Eerst na het verschynen van hot rapport der defen- sio-commissie zal men knnnen uitmaken, hoe Indië zal worden verdedigd, en of wy den moed znllen hebben om te erkennen dat wy in Europa een kleine, doch in Azië groote mogendheid syn. Het besef dit laatste spreekt levendig nit bet stnk onze beide Hollanders. En het ware te wenschen dat alle Hol landers in Holland zooveel hart toonden voor hnn land als deze twee die in den vreemde wonen. TWEEDE KAMER. De belangstelling van de leden voor de Invaliditeitswet ecbynt to gaan tanen: tot tweemaal toe bleek, by bet appèl nominaal, dat het voldoend aantal leden niet aanwezig was en moest de vergadering worden ver daagd. Of zonden de heeren, met de kou niet nit ban bed hebben kunnen komen' Zooiets is' te begrijpen, we zyn allemaal menschen Hoe het zy, te 1 nnr wordt Dinsdagmiddag met nienwen moed doorgegaan. Wy meenen te knnnen volstaan met hetgeen de Overzicht schrijver van het „Alg. Handelblad" hier omtrent zegt: Men was gevorderd tot artikel 62 dat de technische kern van het ontwerp kan wor den genoemd. Immers, dit artikel houdt in dat do renteberekening zal geschieden Daar vasten „grondslag" en eon vorander- ljjke „verhoöging" Do „grondslag" is 825- maal de gemiddelde woekpromio. De „ver hooging", dio daarby kan komeu, is 14 °/0 van het totaal der betaalde premiën en ton minste 1/5 daarvan. Tegenover dit stelsel nu word door den heer Goeman Borgosius oen ander ontwikkeld in aansluiting aan do verzeke ringstheorie welke deze afgevaardigde reeds by do algemeene beschouwingen hoeft ver- dndigd. De heor Borgosius wil namolyk oen van znÏ7ero verzekering waarin ieder jnist die rente krygt, niet meer maar ook niet minder, waarop hy volgons zyn pre miebetalingen rocht zal hebben naar wis kundige verzekeringsberekening. En hy is van meening dat het stolsel van het ont werp den belanghebbende noodeloos veel doen betalen zoodat de Bank met groote overschotten zal komon to zitten. Wat daarmee dan te doon wanneer immers vele belanghebbenden reeds overledon znllen .jja en men hun das noch terugbetaling van premie, noch renteverhooging kan geven De Minister bleef aaD zyn stelsel vast houden en daar do heer Borgesius het zyne kwaljjk in een amendoment kon gieten, Art. 62 zooals 't in het ontwerp was voorgesteld. Een amendement-Patyn, dat beoogde, een hooger ouderdomt- dan invaliditeitsrente toe te kennen o.a. om simulatie tegen te gaan, werd met groote meerderheid verworpon, □adat dc Minister had verklaard, niet veel uitwerking van zulk een bepaling te ver wachten. een ander amendemont-Patyn (op Art. 62a) werd ingetrokken nadat de Minister had opgemerkt dat dit artikel toch pas over 10 jaar kan beginnen te werken. Ook van de Woensdag gevoerdo debatten imen wjj de qnintessens over die het Hdbl. in haar overzicht daarovor geeft: Op initiatief van don heor Dujz werd art. 67 zóó door den Minister gewijzigd dat van de weezenrente ook pleegkinderen zul len profiteeren, mits ze reeds oen jaar vóór het overlyden van den verzekordo in diens gezin waren on daarna geen andore kost winners hebben. En het amendement-B o r g e s i u e, dat j.1. Vrydag aanleiding had gegovon tot zulk een groot rumoer werd nn heel vreedzaam door den Minister overgenomen. Althans in wezen. Namelijk door do bepaling dat iemand dio op of na zyn 60e jaar sedert 5 jaren een blijvende invaliditeitsrente heeft, deze niet meer kan vsrliezon ook al zon hy minder invalide worden. By art. 166 ontmoette men in eon amen- dement-D u y s, weer eeas oon belangryke qnaestie. De afgevaardigde van Zaandam wilde namelijk de premieheffing niet alleen naar loonklaase maar ook naar bedryfsge- varenklassen zien geschieden, teneinde (de quaestie is reeds by de algemeene besohoc- wingen uitvoerig door hem besproken) de arbeiders in minder gevaarlyke bedryven niet een te hooge premie te doen betalen wegens het grootere risico van de moor ge vaarlyke. Doeh hy wilde bovondion, na eenmaal deze schifting te hebbon gemaakt, van gebrnik maken om zoodoende het le bedryfB-risico in de invaliditeits- freq uentie af te scheiden van de rest cn het bedrijfsrisico door den werkgovcr te doen dragen. Nn ware het niot zoogemak- kelyk om zoo spoedig een zuivoro gevaren- classificatia voor de invaliditeitsverzekering op te maken gelyk men die voor de onge vallenverzekering heeft geniiakt, maar dat voor het doel des heeren Dnya voorloo pig ook niet noodig. Men had alleen maar het laagste risico to zoeken en dat dan aan nemen als het niet nit bet bedryf voort vloeiende. Slechts voor dat risico mocht dan, in de premieheffing het systeem van het ontwerp worden toegepast: de helft der premie ten laste van den werkman. Do premie tot dek king van dat risico was de „normale pre mie" en ook in alle koogore gevarenklaison zon alleen van die „normale" premie do en laste van den arbeider mogon worden gebracht. Al wat daarboven tot dekking van het risico mocht wordon ge vorderd zon voor rekening van den werkge ver komen. Want dat hooge risioo vloeide voort nit het bedryf, was zuiver bedrijfs risico cn moest door den patroon worden gedragen evengoed als het ongevallen-risico. Wilde de Minister dit stelsel niot als im peratief voorschrift aanvaarden, dan zon heor Trosb, die hot in beginsel steunde, vond dit zelfs verstandiger, zoodat de heer Dnys deze wyziging dan ook maar aanbracht voorloopig de govarenclassifi- catio f a c u 11 a t i o f in het ontwerp kunnen worden opgenomen. Doch de Minister wilde ook daarvan niets weten,'toonde aan dat het verschil in inva- liditeitsfrequentio by verschillende bodryvon volstrekt niot alleen aan grooter gevaar is te wyten (porsonon van zwakken aanlog b.v. kiezen liefst een lichten arbeid, wordon echter door hnn aanleg vaak invalide, en zouden, in het systeom-Doys, zulk eon on schuldig bedryf in oen hooge gevarenklasse brengen) en dat het stelsel-Dnys totsonder- linge consequenties zon leiden. Want daar immers by hoogere premie ook de rente hooger wordt, zon men herhaaldoiyk gevallen krygen waarin personen dio togen hetzelfde loon hebben gewerkt, verschillende rente- uitkeeringen zonden krygen, doordien ze in verschillende „gevarenkl&ssen" zoudon z^'n geweest. Het amendsment-Dnys ging dan ook in tegen het stelsel van de wot voor zoover dit in het gisteren aangenomen Art. 67 waa belichaamd. De Kamer verwierp het amendement mot 42 tegen 20 stommen. Rechts tegen links. En eindelyk, toon do Kamer jnist 100 artikelen achter den rng had sinds Dinsdag, kreeg zy, by Art. 167 de qnaeetio der pro- mieheffing naar de indeeling in loonklasseo. Wjj bfrinneren ar nog oen» aan dat het

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1913 | | pagina 1