KLEINE COURANT I 't Vliegend Blaadje woor NelderTexel, Wieringen en Anne Pmulownm No. 4184. Zaterdag 16 Maart 1918. 4lste Jaargang. 't Vliegend Blaadje p. 3 na. 60 cl., Ir. p. post 78 ct, tuiUnlaad 11.44 Pre- Zondagsbltd 37* 45 f 0.78 miia fModeblad 66 75 10.90 (Voor bet buitenland vooruitbetaling. Advertentie* van tot 9 rage 1» (bij rooraitbotaliag) 90 een'*. Elke regel aaeer 6 3ew$t-exemplaar Vignetten en groote letten worden aaar plaatsruimte berekend. I Uitgever: O. OE BOER Jr„ Helder. BurendKoningstraat 29. intarc. Telef. 60 Eerste Blad. NIEUWSBERICHTEN. HELDER, 14 Maart. Afslsgquaestie te Enkhuizen. Door ilo viasohersvoreeniging „One Belang" dio einde eenigon ty<i ten behoeve haror noodlijdende fondsen voor „weduwen en weezon" en „ouden van dagen" aan den Baad dor gemeente de exploitatie van den visch- afelag had verrooht, of althans een zeker percent van de netto-winst, doch beiden zonder succes, is sodort Zaterdag een eigen afalag opgerioht. Reeds den eereten dag werd tegen don afelager prooee-vorbaal opgemaakt evenals tegen eenige vieechers, wegens het lossen van viech in do buitenhaven, zonder dat die aan den gemeenteafslag was verkocht. Daarop heeft een groot aantal visschers een afslagvereeniging „De Eendracht" ge vormd, doch ook statuten en reglement van dom wordeD door den Burgemeester, bijge staan door rijks- en gemeeDle-polilie, in beslag genomen. Tegen de bestnurders zal mede procos-verbaal worden opgemaakt. Armenraad Zaandam. Do burgemeester van Zaandam heeft Dinsdagavond ten Baadhnize aldaar den Armeuraad geïnstalleerd, 21 instellingen van weldadigheid waren toegetreden en hadden een bestuurslid aangeweren. Aangemeld. De Haagscho koffiehuisknecht, die er Zon dag vóór een week vandoor ging met een bankbiljet van f 100, dat zijn patroon hem ter inwisseling had toevertrouwd, heeft zich te Amsterdam by de politie aangemeld. De man had nog 22 centen op zak. H\j is naar Den Haag overgebracht en ter beschikking van de justitie gesteld. Een verhinderd plan. De politie te Nieuweschans heeft aldaar aangehouden een gehuwde vrouw uit Emden (Oost-Friesland;, die in gezelschap van een ongohuwden jongeman de reis naar Amerika wilde ondernemen. Zy hadden meer dan 20,000 mark by zich. De vronw had haar man met kindoren achtergelaten en al het geld meegenomen, dat zo los te krygen wisf, en de jongeman had een som gelde van zyn ouders mecgonomen. Beiden zyn naar Emden teruggeleid'. 0, die hoedenpennen! In het „Nieuws van den Dag" doet iemand een bijna roeroud verhaal, dat wij hier laten volgen Zondag met myne vrouw en dochter i an het Centraal-Station te Amsterdam komende, wandeldon wy over den Nieuwondyk. By hot nitgaan uit een magazyn voel ik een herigon steek onder myn oog en een hoeden pen eener dame verwondde my ernstig in myn gelaat. Het bloed stroomde er uit. De dame, wier beido lange hoedenpennen niet beschermd waren, ontstelde hevig en bood duizend excuses aau. Een sakdoek was niet voldoende om het bloed te stelpen. WD waren naar Amsterdam gekomen om te genieten van de Familie Fourchambault, waar wy ons zoo veel van hadden voor gesteld en waarvan de plaatsen waren ge nomen. Het verzoek van de dame om odb to raogon geleiden naur haar huisarts en haar innige bedroefdheid wekte myne sym pathie; ik overhandigde haar m^jn plaats biljet stalles voor de Fourchambanlts en terwyl ik 's avonds in myn hotel op myn kamer moest doorbrengen (ik kon met twee verbandon op m\ju wang niet in den schouw burg komen) woonde zy in geze schap mijner vronw en dochter de voorstelling in den Stadsschouwburg by. Hedenmorgen werd op onze kamer bezorgd een prachtige bloemenmand en een kistje Henri Clay, mot het volgende briefje: Hooggeachte Heer! „Het leed dat ik u gisteren aandeed (door verwonding door twee onbeschermde hoeden- naalden), kan ik niet herstellen. Doch doe my het groote genoegen nevensgaande bloemen en sigaren van my aan te nemen. Ik heb hedenmorgen voiligheidsknopjes gekocht en. het zal my niet meer overkomen. „Hopende, dat u spoedig geheel hersteld moge zyn en dat eindelek de gemeente Am sterdam ons verplichten zal de hoedennaalden te beschermen, ter voorkoming van onge- lokken, verbluf ik, (volgt onderteekening). Van een huzaren-order. Aan „De Avondpost" ontleenden wy de vorige maand hot bericht, dat by een der eskadrons huzaren te Zutphen een order was uitgegeven, waarin werd bepaald, dat leden van het reserve-kader, moeten worden aan- g*.proken mot „jonker", zoo lang zy geen rang btkleeden en voorts met „U". Dit bericht werd ook opgenomen in het „Alg. Mil. Weekblad" en gevraagd of de ver houdingen in het leger werden bepaald door het bezit van „geld", „titels" of verkregen militaire rangon. In het jongste nummer van het „A.M. W.': komt nu het volgende voor: „Op 18 Febr. j.1. werden alle onderoffi cieren van den staf en die der alhier garnizoen houdende eskadrons verzameld in het gymnastieklokaal, waar de w.n. regimentscommandant in een toespraak bovenbodoeld berioht o. m. schetste als vlegelachtige critiek op oen door een eskadronscommandant gegeven order, de leden der Vereen. „O. B." collectief ver antwoordelijk eteldo voor de in hun hoofd orgaan voorkomende Btukken, daar deze zelf hun hoofdbestuur kiezen, dat tevens de redaotie van het blad is. Verder deelde Z. H. E. Q. mede dat by wyze van protest goen der officieren van het Regiment de uitvoering, welke op Zaterdag 22 Febr. te Zutphen zou worden gegeven ten bate van het „Sanatoriumfonds" der VereeD., zou bijwonen, en wanneer dergelyke berichten, waarin zulke vlegolachtige critiek wordt uitgeoefend, weer in het blad voorkwamen, Z. H. E. 6. zyn steun zoude onthouden aan een vereeniging en hare instellingen en aan Z. Exc. den M. v. O. zou voorstellon strengere maatregelen to nomen ten opzichto der Vereen, en do lokalen waar de leden vergaderen te ontnomen." Aan het vertrouwen, dat Z. H. E. G uit sprak, als zoude dit berioht zyn gevloeid uit da pen van oen jeugdig, onbezonnen en over prikkeld onderoffidior, meent de schrijver in ,Do Avondpost" te mogen twyfelen. Het hoogste onrecht. Een hotelhoudor te Arnhem ontsloeg naar hot „Nieuwebl. van Ned." vertelt een dienstmeisje op stel en sprong. De reden doet er niet toe, doch was van zoo dringenden aard, dat hy haar onmiddellijk gedaan gaf. Het meisje zon op wraak, doch het dnnrde wel een veertien dagen vóór zy tot oen be sluit kwam. Toen stapte zy, niet naar den kantonrechter, maar naar de politie en deed daar eon verhaal van een zeer ergerlijke daad door den man t genover haar, minder jarige, gepleegd. Den anderen dag kreeg de hotelier bezoek van een paar agenten, die hem naar het bureau medenamen. Hy werd daar onder vraagd, ontkende natunrlyk, omdat er absolaut niets van aan was, doch men hield hem niettemin vast, leidde hem voor den officier van jnslitie en deze verkreeg van de rechtbank een bevel om hem in preventieve hechtenis te brengen. Een instructie werd tegen hem geopend, welke drie maanden duurde, on al die drie maanden zuchtte by in het buis van bewaring, op alle mogelyke wyze zyn onschuld betoogend. Zyn gezond heid leed er ODder, zyn zaak ging met reuzen schreden aohteruit, zoodat hy ten slotte failliet werd verklaard. Na drio maanden stond hy terecht en toen bleek or zoo weinig bewijs materiaal togen hem te zyn, dat de reohtbaok, i&dat de offioior van justitie twee jaar ge vangenisstraf had geëischt, onmiddelyk vonnis velde en don man vrysprak. Toen kwam by weder in de vrye lucht, maar was door de justitie tot een bedelaar gemaakt. De eenige voldoening die hy heeft gehad, dat de president der rechtbank de voor naamste getuige, het weggejaagde dienstmeisje, een flinke schrobbeering voor haar liegen gaf. Of do officier van justitie er aan denkt haar ter verantwoording te roepen wegens het raisdryf valscho aanklacht, vertelt de geschiedenis niet. De geschiedenis die we aan het blad ontleenen is geen fantasie, maar pure waarheid. Do vryspraak van den amen kerel hoeft men dezer dagen in verschillende dag bladen kunnen lezen. Daaraan voegt het „Nieuwsblad" o.m. het volgende toe „Tweeërlei ergernis heeft het feit gewekt. „In de eorste plaats de wyze van optreden ,van den officier van justitie te Arnhem, dio, „afgaande op de verklaring van oen vronw, ,naar wier vertrouwbaarheid hy niet eens ,een onderzoek had ingesteld, een gezeten „burger eenvoudig uit zyn gezin, uit zyn „zaken weghaalt, zonder zich maar eon „oogenblik af to vragen, wat daarvan de „gevolgen kunnen z\jn. Natuurlyk zich be roepende op de eischen der rechtszekerheid, „legt hy beslag op den persoon van den „verdachte, en de rechtbank, by welke de „eerbied voor persoonlijke vryheid ook niet „groot is, machtigt hem daartoe. „Maar we hebben ook nog oen opmerking „van algemeenen aard, n.1. dat het gebeurde „het zooveelste bowys oplevert, dat ons straf- „proces niot deugt. De feitelijke toestand ia „thans zoo, dat de justitie een persoon, dien „zy van een ernstig strafbaar feit verdenkt, „maanden en maauden achter slot en grendel „kan zetten, en hem daarna weer op vrye „voeten kan laten sonder zelfs verontschul diging aan te bieden, laat staan hem eenige „schadeloosstelling toe te kennen. „Tegen dit laatste hebben we reedB meer- „malon geprotesteerd en we zullen dit bly- „ven doen, overtuigd als we zyu, dat wanneer „een orgaan van den staat het voor een „goede rechtspraak noodig heeft geacht „iemand aan te houden en blykt zich ver- „gist te hebben, de staat vergoeding schnldig „is voor het nadeel en het leed, dat zyn .dienaren den ten onrechte verdachte hebben .berokkend." Het gebeurde te Arnhem leert ons, zegt iet blad verder, nog wat anders, en dat is, dat we in ons strafproces de borgstelling, gelyk men elders vindt, niet kannen missen. „Tegenover do mooiste theoriën der juris ten, die, door opleiding tot zeker conserva tisme geneigd, beweren, dat borgstelling in ,onze rechtspraak niet noodig is, bewysthet „gebeurde te Arnhem, hoe uitstekend de in stelling zou kunnen werken. Wanneer vrien- „den of verwanten de bevoegdheid hadden „gehad een bepaalde waarborgsom te storten „als zekerheid, dat do hotelhouder niet op de „vlucht zou gaan, doch zich ter beschikking „van de juatitio houden, dan ware alles zoo „rustig mogelijk verloopen. De man zou toch „een onaangenamen tijd hebben doorgemaakt, „gebukt onder de onware beschuldiging door „een leugenachtige deerne tegen hom inge bracht, doch hy zou niet voor zyn leven „zyn ongelukkig gemaakt, tot den bedelstaf „zyn gebracht door de handeling van een al „te orimiDoelen officier van justitie. Deze „was formeel in zyn recht in zooverre, dat „de wet hem vryheid liet zoo wreed te „handelen, doch zoo ooit, dan is hier be- wezen, dat het hoogste recht tot het hoogste „onrecht kan worden. „Doch moet de wetgover niet zorgen, dat „dit zooveel mogoiyk wordt voorkomen Het gevaar van het straatverkeer in de bioscoop, Om kinderen een goed begrip te geven van de gevaren van het verkeer in groote steden, zullen door toedoen van de politie in een bioscoop te Etsen beelden uit het verkeer op straat vertoond worden. Men zal de gevaren lat6n zien, die onstaan door ryden aan den verkeerden kant van den weg, het hangen van kinderen aan rytuigen, het springen op en van de tram enz. De hoogste klassen van de lagere scholen, eeDige klassen van de hoogere burgerscholen en gymnasia en de leerlingen van verschillende meisjesseholen sullen dererteoniogen bezoeken. De familie Leiter. Te Washington is dezer dagen de weduwe van den groot kapitalist Levi Z. Leitor over leden. De Leiters waren, ook buiton do Ver- eenigde Staten, maar vooral in Engeland, zeor bekend. Leiter zelf was n.1. een beurs- magnaat van beteekenis. Hy had door eigen werkkracht en financieregaven zyn groot fortuin byeengegaard. En, eenmaal ryk, word zyn echtgenoote een figuur van invloed en aanzien in do kringen der uitgaande wereld in Washington, New-York en Londen. Do dochters Loiter, meisjes van opmerkelyke schoonheid, deden huwelykon, die uit sociaal oogpunt zeer' geslaagd zyn to noomen. Een dier dochters trouwde met lord Suflolk: eon andere met den oudsten zoon ?an lord Scarsdale, George Curzon. Deze was toen reeds onder minister van koloniën geweest in een ministerie- Salisbury. Het huwolyk vond plaats in 1895 en in 1899 werd hy onderkoning van Indië. De dochter van Levi Leiter, eertyds beschei den klerkje in een wÏDkol te Chicago, maar sindsdien multi millionair en beurskoning ge worden, zag zich verheven tot onderkoningin van Britsch-Indië, welk hoog eere-ambt zy met glans en waardigheid heeft bekleed. Blykens een mededeeling, die wy in een Engelsch blad vinden, zyn de Leiters van Hollandsche afkomst. Een Jacob van Leiter zou in 1760 nit Amsterdam zyn gekomen en zich in Maryland hebben gevestigd, in welken staat door een zyner nakomelingen, Andrew Leiter, het plaatsje Leitersburg was gesticht. Aardbeving. New-York, 11 Maart. Een telegram uit Guatamala aan de „New-York Herald" be vestigt het bericht, dat Guajimquipala door een aardbeving verwoest is en meldt lovens dat daarby ongeveer 100 sohoolkimleren om het leven zyn gekomeD. Lacombe aangehouden. Parys, 11 Maart. De bandiet Lacombe, wiens spoor de politie sedert twee dagen in omtrek van Parys volgde, is vanmiddag om 4 uur op don Bonlevard do la Villette, waar kermis wordt gehouden, aangehouden, terwyl hy voor eon kraam stond te kyken. Hy werd onverwachts van achteren vastge grepen en bood geen weerstand. Ontniddellyk werd hy psr taxi naar het commissariaat van politie gebracht. De bandiet had twee geladen revolvers, twee dynamietbommen en dynamietpatronen by zich. Lacombe heeft bekentenissen afgelegd. Hy zeide, dat de aanslag te Beuzon vooraf was beraamd. Hy verklaarde niet te hebben deelgenomen aan den moord te Dócazeville. Over 't algemeen num hy een cynische houding aan („N. Rott. Ct.") De stemrechtvrouwen. De volkswoede begint zich hoe langer hoe meer tegen de stemrechtvrouwen te koeren. Zondag trachtten zy in Hyde Park, Hampstead en Wimbledon weer vergaderingen te honden, maar de menigte belette haar, zich verstaan baar te maken. De vrouwen stellen zich nn nog aan nog erger bejegening bloot, want de stoornis, die zy by de opening van het Parlement op straat hebben veroorzaakt, en de nienwe brandstichtingen het plat branden van het station SaundertOD, in Buckinghamshire, is althans zekor haar werk geweest hebben den algemeenen wrevel tegen de feeksen nog versterkt. i de sociëteiten te Londen vertelt men, dat dezer dagen in een zeer bekende golf club in den omtrek, waar men verwoesting van het speelveld duchtte, twee leden de wacht hebben gebonden on dut toen twee irechtfu iën op heeterdaad betrapt werdeD. Zy werden in het clubhuis opgesloten en vervolgens aan vier pootige vrouwen over geleverd, dio haar kaatydden op de wyze, als men stoute kinderen doet. ien telegram heeft al gemeld, dat eenige xwen ondanks alle voorzorgsmaatregelen de politie er in geslaagd zyn, toen de Koning en de Koningin in de prachtige, "e met acht paarden bespannen staatsie- karos by het paleis van St. James aan kwamen, door de heg van soldaten en agenten heen te breken en tot op enkele passen van de koets door te dringen, waar zy stapels strooibiljetten in de richting van den Koning slingerden. Ooggetuigen verzekeren, dat de Koning van verontwaardiging een klenr kreeg, toen hy zich van de vrouwen af en naar de Koningin toe keerde. Men weet, dat de politie de furiën tegen de woede van de menigte moest beschermen. Over de vernieling van de stations vinden wy do volgende by zonderheden. Het station Saunderton werd Maandagochtend in do vroegte geheel door brand vernield. Brand spuiten uit den omtrok konden niets van het gebouw behouden. Het station ligt aan oen eenzamen weg, 9 K.M. van Wyoombe. Aan .e, h.kj. b() het station vond men papieren vastgespijkerd, waarop men las„Stemrecht voor vrouwen" en „Wy stichten brand voor het stemrecht". Het andere uitgebrande station, Croxley Green, ligt aan de zyUjn van den electrischen spoorweg, dio kortgeleden door de London and North Western Spoorwegmaatschappy is geopend. Men weet niet, hoe de brand aan gekomen is, maar heeft een sterke verdonking dat ook hier de stemrechtfeeksen de hand in het Bpel hebben gehad. Vader van 33 kinderen. Een merkwaardig man is de bakker Bookett van Yarmonth. Deze is voor de tweede maal gehuwd en had uit zijn eerste huwelijk elf, uit het tweede twee-en-twintig kinderen. Van de 83 kinderen zyn er nog negentien in leven, van wie er nog tien tbuia zyn. De namen van al de kinderen kende Bcckott niet m Eiken avond houdt hy een appèl om te weten of de jeugd binnen is. Zulk een familievader zou in Frankryk zeer zeker het Legioen van Eer krygen. EERSTE KAMER. Marlnebegrootlng voor 1913. Memorie van Antwoord. De Minister a.i. meent thans niet diep te moeten iDgaan op de beschouwingen gewyd aan de instelling vaD een Departemont van Defensie. Dit onderwerp zal beter besproken kunnen worden by de behandeling van de daarop betrekking hebbende wetsontwerpen. De Minister meent daarom to kunnen vol staan mot de modedeeling, dat hy niet be vreesd is, dat de te benoemen commissarisson- generaal oppermachtig sollen zyn. Het denk beeld, om het marinebeetuur op te dragen aan eon soort Raad van Admiraliteit, die dm door den commissaris-generaal zou kunnin wordon voorgezeten, is door den Minister reods in versohillende vormen overwogen. Eene beslissing is in deze belangryke aan gelegenheid nog niet genomen. Het verheugt den Minister, dat men zich in beginsel voreenigt mot de door hem voor gestelde geldbesteding voor materieel-aanbouw, en dat men zich ulgemeen voreenigdo met xyce aanvankelijke gezindheid tot opheffing der werf te Amsterdam. De hoop dat wanneer tot opheffing wordt overgegaan deze binnen enkele jaren haar volledig beslag zal kunnen krygen, wordt door den Minister gedeeld. Het vraagstuk, of met de opheffing der erf to Amsterdam, eene uitbreiding van die te Willemsoord gepaard zal moeten gaan, is nog in onderzoek. By de behandeling van het ontwerp kust- fonds, zul de vraag kunnen worden besproken, of door de voorgestelde voorzieningen met betrekking tot de stelling van Den Helder, het marine-etablissement tegen eene beschie ting uit zee voldoende wordt beschermd. Het komt den minister voor, dat zulks thans niet het geval is. De Minister is dankbaar voor het uitge sproken vertrouwen, dat by door een tactvol 'i streng optreden er in zal slagen om in den geest van het mindere personeel ver betering te brengen. Wat betreft de vervanging van bet vry- willigersperaoneel door zeemilitie wyst de MinisLr er op, dat hy by de tegenwoordige organisatie onze zeemaeht niet in die richting stnnrt, maar in die richting gedrongen zal worden door de consequenties van een streven, dat het militair beroep met ieder ander beroep op óón lyn wil plaatsen. Die actie leidt er toe, dat de vereenigingen van beroepsmili tairen zich ontwikkelen als moderne vakver- eenigingeD, die, zich spiegelende aan hetgeen in de burgermaatschappy geschiedt, het karak ter van strydende organisaties aannemen. Aangezien dit karakter indruischt tegen de voor oone krygsmacht onmisbare eeDheid en discipline, is stryd tegen deze opvatting een ouafwysbaro eiscb. Mocht echter blyken, dat hot een hopelooze pogicg is om het begrip van de vakvereeniging, of wel van do stry- dendo organisatie, nit de marine te wereD, dan zal dit feit logisch moeten voeren tot instelling van eene militie-marine. Niettemin zal getracht worden om eener- zyds door tegomootkoming aan eventueel be staande rechtmatige grieven en verbetering van bestaansvoorwaarden, anderzyds door verwijdering van elementen die een lydelyk ver.'.et plegen of een slechten invloed op het personeel oefenon, den geest onder het per soneel te verbeteren. Wanneer deze middolcn mochten falen, en eene militie-marine de eenig mogelyke oplossing mocht blyken, zal de noodsakeiykheid blyven bestaan om een kern van vrywilligers te behouden ter voor ziening in het noodigo kader en in de meer technische qualiteiten, wier opleiding langen tyd in beslag neemt. Op do vraag of wellicht by de wet het oprnien tot iodisciplinairo of manifesteerende handelingen zou kunnen worden strafbaar gesteld, vermag de Minister zoo voetstoots wn antwoord te geven, vooral niet, waar en [door soodanige strafbepalingen ook op- iers, bniten de zeomacht staande, wenschte treffen, en deze aangelegenheid in de ïste plaats behoort tot de competentie van in Minister van Justitie. Naar 's Ministers meening bestaat er alle aanleiding om over te gaaD tot eene goed georganiseerde en zorgvuldige vakopleiding van jeugdigo inlanders tot oorlogsmatrozen. Overwogen wordt op welke wyze van de op te riebten vliegtchool voor de landmacht worden geprofiteerd tot het verkrygen geschoolde marine-verkenners op vlieg tuigen dan wel marine-vliegeniers. De Minister deelt Diet de meening van hen, die IJmuiden een uitnemende nitvalshaven ook voor bovenwatertorpedobooten achten. Wel leent zy zich z.i. uitstekend voor het gebruik van onderzeebooten. Het komt den Minister echter niet wen- belyk voor in de visschersbaven te IJmuiden in soort van bomvry reduit to maken, aan- rn z.i. de daaraan verbonden kosten niet het nut daarvan zonden worden gewettigd. De uitslag van het onderzoek, ingesteld et betrekking tot hotgeen gedurende de pzoeftoohton sou zyn voorgevallen met de monometers der torpedojagers „Bulhond" en „Jakhals", zal aan de beide Kamers der Staten-Generaal worden medegedeeld. werk en wordt goed bedwongen door den rechts midden, terwyl de links-achter vele aanvallen van den anderen vleugel van H. doet stranden en de doelman der A. niet veel te verwerken krygt door het te weinig of te Biecht Bchieten van H. Aan den anderen kant gaat 't niet veel beter met het doel punten. De middenlinie werkt als een paard, de achterspelors zyn in oervorm, terwyl de doelman aan de spits staat. Het laatste kwartier brengt gelukkig wat variatie, want al heeft de midden-voor on zyn partners veel pech mot bet schieten, tooh blyfc 't succes van den eerste niet uit, als hjj via de lat het leder achter de doellyn weet te krygen on dus den A. do leiding geelt. (01). Maar nn ie ook voor H. de tyd gekomen. Geweldig dringen zy op en als ten 2e male een hoekschop moet redden, ie één der A. zoo welwillend desen in een golykmaker om te zetten (I—1), waarna Kootje vergenoegd wegrent, teneinde een „bakkie" by vader Laan te halen, want de panzo is gefloten. Na de rust wordt 't spel slapper. Maar ruim een kwartier voor den tyd laait de verwoedheid weer op en een krachtig spel volgt nog. Vliegensvlug verplaatst het zich, maar vooral het H.-doel wordt geweldig be legerd, doch het achterspel is uitstekend, xoodat, als het einde gefloten wordt, de stand 11 blyft. Algem. indrnk: Spel soms heel goed, grootendeels echter van weinig beteekenis. Scheidr. heel goed, nog weinig sulken By de A. schynt de doelman beter, dan z o oogenachynlyk zeggen zou. Achter: goed, vooral de links. Ia 't midden viel de rechts op. Vóór waren de vleugelmannen haast niet by te houden, vooral de linker, die by 't doel een goeden steun had aan don links binnen. 't Combine eren ging best. Echter werd op kritieke oogenblikken dikwyls naast ge schoten. By H. F. C. was de keeper enorm, de ster. Achterspol uitstekend, alleen moet de middenlioie niet te veel opdringen, waar door de voorlinie der A. dikwyls vry spel had. Voorlinie viel tegen. Te weinig ge schoten. Veel geknoeid, 'k Wil nog geen namen noemen, Riemers, maar volgenden keer beter, hoor, je hadt bepaald 's morgens te hard gewerkt. Enfio, een menach kan niet altijd zyn dag hebben. Voortaan mag ook nog wel eens op 't plaatsen gelet worden, want dat is by H. nog niet veel. C. v. S. DIT DE HELDERSCHE SAMBNLEÏIKG. Door P. N. v. R. SPORT. Uitslag, Wilhelmina ii—Spart» 17. Wilhelmina iQaick 0—5. Wegens niet opkomen van W., dat zelfs zoo onbeleefd was, om hiervan geen bericht te sturen. Vooral door bykomende omstandig heden is de houding van W. in dezen sterk af te keuren. Nautulus—H.B.S. 4—2. H.F.C.i—A.F&H.C. 1—1. Kort verslag, 't Terrein was zwaar, daar 't nog nooit bespeeld iB en gerold kon worden. Opkomst van 't publiek als nooit te voren. Jammor, dat de sleohte wind veel bedierf. H.F.C. Vericbljnt met een invaller voor deu ex-midden voor Kater, die verhinderd is voortaan mee te spelen. De A. brengen geen volledig eerste elftal in 't veld. De stryd begint om half drie met een „hoera" (dat navolging verdient) der A., waarna als gewooniyk een beproeven van eikaars krach ten volgt, dat zich openbaarde in een orde loos spel, waaraan de vlugge linkervleugel dor A. gelukkig spoedig een eind maakte, door Riemerts te bezoeken, die in orde is. Hierna acht Kootje zich tegenbezoek af te leggen, helaas met hetselfde ichter het ti genoodzaakt een helai sein gegeven resultaat. Na is echter beide partyen stormen op elkaar" af wisselend ovor wicht. Vooral de linkervleugel van H. heeft druk Onder vistchers aan boord. VI. „Zeg, baaB, hoorde 'k je zoo passies niet prate over Teun Markens vroeg een in elkaar gevouwen kerel, die op 'n hoop oudo kieeren vlak by het gloeiende kookkaoheltje aan een stompje pyp lag te lurken. „Die met zoo'n scheel oog en 'n rooie snor informeerde men aan drie kanten tegelyk. „Junstemènt," stemde de schipper in. „Hebbe jnllie 'm nog gekend De oudste knecht, die met zyn scherp, mager, grauw-geel gelaat oen poosje vol aandacht en zonder te sprekon in de be- wde atmosfeer van het duf-stinkende kor- gat had gelegen, drukte zyu verweerde, pe hoed vaster op het hoofd, schoof zich den bnik meer Daar vorec, zoodat zyn hals buiten het vierkante gaatje kwam, en toonde neiging tot een vertrouwelijk gosprek. ,'k Heb gistere toevallig an do afslag ge hoord, dat Teun Markens op 'n briefie van Lotisico de vyf-en-twintig-dnizend zou gehad hebbe," duisterde hy vo rziohtig. Allen keken star on als verschrikt. „Hè? - Wat? Teun Markens? - Teun Markens memoreerde Bertus met zyn bol-bleek gelaat en fletse oogen. „Heeft die vroeger niet in de Bronwerstraat ge woond „O, daar is-ie al lang vandaan," snerpte Heintje. jDat kan wel," beet Bertus terug, „maar wéér zit-ie nou „Niet meer an 't Nieuwediep," wist Dries. „En z'n vrouw dan?" vischte de kerel uit 4 korgat weer nieuwsgierig. „Was Teun getrouwd riep een andere stem. „Wete jullie dat wol goed 'k Heb 'm nooit met een wijf gezien." „Waarachtig 1 Maar 't mensch kwam 'r huis nooit nit, se sokkelde an do kliertering, ze had poleies as 'n pDpesteel en ze hoestte bewyle dat je er akelig van werd." „Ja, 'k zou ok wel eens wille wete waar- ie tegenwoordig uithangt," bracht de schipper in het midden. „As 't gien leuge is, dat-ie zooveel geld heeft gekrege, dan zal-ie 'm rake, want 't gebeurde dikwyls dat-io z'n vleesch zooda nig onder de pekel lei, dat-ie heelemaal buite weste was. Op de wal kon-ie gien cent in z'n zak houwe, had dan meestal doorloopend 'n stuk in z'n kraag. An boord morkte je haast nooit niks an 'm, daar be redderde hij alles en wat ferm hoorEn toch op zee wel eens half sikker. Zoo stilletjes weg, vat je. TusscheDbeide sliep-ie in z'n kooi zoo vast as 'n os en dan kon je gerust rekene dat 't niet pluis was geweest, 't Is zelfs gebeurd, dat ik 'm voorin snapte met een flesch klare. Gewooniyk wist hij dun 'n loopje op, bad-io 'n doekje voor 't bloedeD, vertelde me glashard dat 't een drankie was van do dokter on meer van die tierelantijntjes. Ruim vyftien jaar was-ie by me in dienst, maar 't liep de laatste tyd dermate de spnigate uit, dat 'k hem op keie heb gezet. As 'k zoo wel creis zei't is toch miserabel met je gesteld, Teun foei, schaam je om zoo te drioke, dan had-ie altijd z'n praatje klaar: och, baas, 'k heb 't weer zoo erg in mien lyf, kramperig weet je!'' Men schoot in een lach. De schipper begon zelf van pret uit zyn keel te scharnieren, doch herstelde zich spoedig en hernam „Jawel, 'k kon dat smoezie al, 't verveelde me ten laatste en daarom heb 'k hem ont- slage. Lui, die graag borreltjes loste, kan 'k gewoonweg niet uitstaan, ze benne j j elk oogenblik tot ergernis, ze stelle met ban suffe kop je leve in de waagschaal en 't mooiste is dat je op ze moet passé as klsine kindera, want as 'k hem gien honderdmaal uit 't water heb gehaald, dan zal ik bier niet levend vandaan gaan. By het ophale van 't zwaard was 't of de duvel 'm to pakke had, af en toe gitg.ie voorover en kopje onder en as 'k dan m'n handen niet telkens naar 'm uitgo- stoke had, dan was-ie al lang naar do hauio geweest, want-ie roerde gien vin, lioowel by kon zwemme as 'n rot." „Kwam-ie niet van Urk viel Dries be langstellend in. „Welnee jong, op Urk. hebbe zo niet van die portrette, 't was 'n gebore Niouwodiepcr, 'n eohte in z'n soort. As jong kerel mankin h\j al rare bokkesprongeD, op de loggers was ie bekend as At bonte hond, ovoral werd-ie om z'n nitspattingon weggejaagd en toen-ie nergens meer terecht kon, heb ik 't mot 'm geprobeerd. Eerst ging alles goed, maar langzamerhand kwamme do ouwe ge breke weer bove. Jammer van de vent, want as 't moest kon-ie anpakko voor vier. En weet je waarin ik hem altyd heb bewonderd Hy was in het grootste gevaar niet bang- Er loope genoeg branies mot ridders op de borst, met lintjes in 't knoopsgat, dio nog niet in z'n schaduw ker.ee staan." ,,'t Is best mogelyk," meende Bertus, „maar waarom heb )8 dan niet eens 'n rekest daar over late schryve an de Koningin Die deelt zulke dinge toch uit as ze jarig is De anderen murmelden eenige woorden als van instemming. Maar de schipper, die het lang niet eens was, gooide zyn forsch lyf met een ruk in kromme honding, zoodat de krib er van kraakte, en kwam er scherp tegen op. „Och, watDenke jullie nou, dut Hare Majesteit zich druk maakt om Teun Markens Gekheid. Kyk eens naar z'n vader, Dirk Markens, die hebbe zo ok nooit geteld. En dat was toch 'n held in de dage van Klaas Duit en Corneb's Dito. Teun heeft 't me meermale verteld, dat z'n onwe onder-andere den 27en November 1878 I by de stranding Wilhelm" bijna van de mailboot „König Wi honderddertig opvarenden hielp redden, dat- zelf toen in de golven omkwam en dal moeder voor dat verlies gien rooie pen- ning kreeg uitbetaald. Nou moete je wete, dat die man volstrekt gien dronkaard maar 'n knap, fatsoenlyk mensch was, een bnrgcr die in z'n tyd steeds klaar stond om z'n medemensch by noodweer van 't grafrandje te scheure. Op die manier worde do meeste beloond, 't Gaat net as by de paarde: die de haver verdiene kryge 't niet. God weet, hoeveel moedige dade worde verricht door eenvoudige borste onder ons volk, die ncoit opgemerkt worde. Wn eige zwager, Gerrit Bakker, heeft in z'n leve hondord-twee-on- dertig menschen op zee gered en denk je dat de regeering 'm ooit heeft erkend Gerrit heeft nooit gien dikkoratio gezien. Eo wouë jullie dan Teun MarkeDs voor 'n medailje voordrage 'k Geloof, as ze 'm in Den Haag tegenkwammo, dat-ie voor 'n land- looper werd angekeko. 't Ib 'n barrel, 'n deugniet, maar wat z'n courago aangaat, heeft-ie 'n aardje naar z'n vaAr. Zonder do minste vrees offerde hg «ig. op voor 'n ander. Nu op de laatste reis gaf hy daarvan een bewys. Ziehier de toedracht. Wo kwamme Vrydag 8 October 1910 vlot weg met 'n harde bries van 't vuurschip en dachto niet anders of we zoude zonder stoornis in 'n wip te Nieuwediep zyn. Maar het pakte ge heel anders uit 'n Heel stuk voor KykdMin hadde we louter storm uit 1 Z-W. We krege soms zeetjes dat je er heelomaal onder raakte, maar de schuit hield zich kranig, 'k Was eve naar ondere gegaan om 'n bak koffie en Teun had 't roer. Juist zou 'k m'n inschenke, toec-ie me riop. Ik vloog boven, want hy had grschrcenwd alsof er een groot onheil gebeurde. Wat was er loos Daar schove we dwars wog, in 'n diepe kuil, en 'n hooge kolom water sloeg over onze hoofden. Je kon eerst geen band r oogen zien, maar toen 't cvon bedaarde, zag 'k dat Teun in een heel andere richting was gegaan. Ik stikte haast van woede. Meenende, dat-ie stiktam drank had gedronko en dat-ie in z'n zuip bui me 'n leelyko poes wilde bakke, sprong ik als 'n tyger op 'm los. Maar hy dnwde me in dezelfde vaart terug, gaf geen kik en wees alleen met do hand naar óón punt, waarop hy kalm aan hield. Ik bleef een paar seconden kyken, doch ontdekte niets. Dat ik op dat oogen blik niet krankzinnig ben geworden, begryp ik nog niet. Stel je voor wat er in je hersecs afspeelt, wanneer een knecht, dio van 'n spatje houdt, je moedwillig in de branding stuurt. Doch binnen enkele minuten begreep ik opeens alles wat er voorgevallen was. Een windhoos had een vlet van 't Nieuwe diep, die van Texel kwam oversteken, om geworpen on de vier man ervan voerden eon afgryselyken doodstryd. 't Is eigenaardig, maar zoo bruin kan 't buiten niet wezou, of je treft altyd van die vlotterlui aan. Wat moesten ze in dat hondenweer? Enfin, door middel van een lyn hadden we or óón behouden op dek gehaald, maar terwijl we aan do anderen zouën beginnen, verspeelde ik het roer dat middendoor brak. Een golf nam ons op, kwakto de schuit buiten het bereik van de drenkelingen en de kans om zo te bemach tigen was gering. Toen alle pogingen mis lukten, ging Teun Markens er moederziel alleen op af. Gekleed wipte hy over boord, als 'n veer werd hy opgenomen en al zwem mende ondernam hy oen stonte redding. In -drie tochten zag ik hem met durf on beleid bandelen en toen ik al die natte, bibberende kerels aan het tonw binnon had en hy zelf zich liet optrekken, vlogen de rampzalige stakkerds hem byna om den hals van dank baarheid. Maar daar hiold hy beslist niet van. Zyn opinie in deze zaakjes was altyd dat je mekaar op tyd moest helpen. En daarin geef ik hem gelyk, want vandaag heeft een vlotterman een ongeluk zoodat jo moet bijspringen en morgen kan je met jo botter van hem weer assistentie noodig Zoodanig en op deze wyze praatte men tot half twee. Toen kwam de een na den ander weer overeind, de schipper klauterde uit de krib, de oudste knocht verliet hot korgat, Bertus ging by het kookkachellje vandaao, Dries sprong op van de bank, Heintje kwam nie de lade en nog eon, wiens naam ik niet kon gissen, rees van den grond by het trapgat. Allen kwamen op dek voor verschillende werkzaamhodon. (Wordt vorvolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1913 | | pagina 1