KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Heider, Texei, Wieringen en Anne Pauiownm* EINDELIJK VEREENIGD. No. 4188 Zaterdag 29 Maart 1918. 41ete Jaargang. 1 Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 ct., !r. e. port 75 ct., 5aitealti-J 11.25 Mierttnlië» rar i tol 5 regelt (big TooraitboUllag) 70 c«art Elke regel aeer 6 Ü-ïwigt-êiëfoplaar ij Vtfiettea es grootc letten «ordci aaar plmtiruimU berekead Waraohijnt Dinsdag- «n Vrijdagmiddag. Uitgever: C. DE BOER Jr., Halder. Bureau: Koningstraat 29. Interc, Tslef. 60 Eerste Blad. Aau onze Lezeressen. De bohoefte aan het betit van een degelijk, praclisch Modeblad, hetwelk volledig voorlicht, betrcffonde de eiscnen welke de mode stelt, doet zich thans het meest gevoelen. „HET NIEUWE MODEBLAD", (2e uitgave), hetwelk bij den uitgever van dit blad is verkrijgbaar gesteld, kost slechts 65 ets. p. 3 maanden (franco p. post 75 ets.) verschijnt 2 maal per maand, alzoo 6 nummers in één kwartaal, en is een Modegids bij uitnemendheid. Het bevat afbeeldingen van de fraaiste toiletten zoowel als van meer bescheiden costumes en eene uitgebreide collectie voor kindergoed. Het is onontbeerlijk voor elke huismoeder, die er priis op stelt, zich en hare kinderen smaakvol en toen weinig kostbaar te kleeden. Elke aflevering is vergezeld van een uitvoerig patronenblad, zoodat men in staat is een betreffend costuum of model daarvan zelf te vervaardigen. Het blad is van groote waarde voor jonge Dames, wegens een schat van afbeeldingen van handwerken. Meerdere malen wordt eene modeafbeelding op de voorpagina artistiek in kleuren afgedrukt. Wij wekken onze lezeressen op, zich op dit fraaie en goedkoope Modeblad te abonneeren. Voor nieuwe inteekenaren is een nummer ver krijgbaar, zoolang de voorraad strekt, aan het Bureau van dit blad. INSCHRIIV1NGSBILJET. De ondergeteekende abonneert zich tot wederopzegging op ,,HET NIEUWEMODE BLAD (2e uitgave), tweemaal per maand verschijnende, tegen den prijs van 85 ets per drie maanden, (franco p. p. 75 ets) WOONPLAATS: NAAM: De Administratie van dit blad. NIEUW8BERICHTEH. HELDER, 28 Maart. VervaUching van een reispas. In de zaak van den burgemeester van Zaandam, die tot één dag gevangenisstraf was veroordeeld wegens het valschelijk doen opmaken van een reispas ten behoeve van ijjn zoon, door den leeftijd onjajst op te geven, concludeerde de advocaat-generaal bij den Hoogcn Eaad mr. Ort tot ontslag van rechts vervolging, aangezien dit feit niet strafbaar is. Om een In een vergadering van de Ned. Ge'neel- onthoudersvereeniging H.-S. was statuten wijziging aan de orde, sohrjjft de to Wilder- vank verschijnende „Noord-Ooster". Men wilde in de statuten n.1. opnemen, dat loden, wanneer zij zonder werk zjjn, vrijgesteld worden van het betalen van contributie. Omtrent de quaestio of men voor het zonder werk z\jn nu hst woord werkloos, dan wel werkeloos moest bezigen, ontspon zich eon zeor heftige discussie, die wel eon uur duurde en tot gevolg had, dat het bestuur besloot ea bloc zijn taak noer te leggen. De algemiene staking In België. Met overweldigende meerderheid, ja byna met algemeene stemmen, hoeft het socialis tische Paaschcongres tot Jo algemeene werk- Btaking op 14 April besloten. Eo het heeft cr thans allen scbjju van, of werkelijk do groote strijd zal gestreden moeten worden. Niettegenstaande de ernstige waarschuwingen der voormannen, heeft do groote masBa haar wil doorgezetgestaakt zal er worden, er kome van wat wil; aan het woord van den Duitschen sociaal-demo craat AuerGeneralstreik-Gecoralunsinn, is niet gedacht. Op het congres werd alleen do socialistische pers toegelaten. By den aanvang brachten de Duitsche en Nederlandsche gedelegeerde Ebert en Van der Goes de groeten over van de buitenlandsche kameraden. De voorzitter De Brouckère las twee in gekomen brieven voor, n.1. van de Liberale Vereeniging te Gent, en van de liberale go- meenteraadsleden van die stad, waarin het congres met klem verzocht werd, de belangen van do stad in verband met de a.s. tentoon stelling in het oog te honden. In de middagzitting deden de verschillende gedelegeerden verslag van den toestand en de stemming bij afdeelingen. In de Borinage staan 40.000 mijnwerkers gereed om het werk stop (e sottente Luik zullen 50.000 man staken, in Oost-Vlaauderen ovenveel, in Gent alléén 25.000 man. Een zelfde geest drift beerscht te Charleroito Verviers is de bewegiog zeer sterk. Alleen te Antwerpen is de stemming minder geestdriftigde meesten xjjn tegen staking. De Antwerpsche socialisten hebben niet meer gespaard na dm 6en Maart, toen Let bssluit tot intrek king der stakingsbedreiging werd genomen. Men verwacht derhalve, dat de dokwerkers r.iot zullen meedoen. Te Brussel zullen ongeveer 35.000 werk lui staken. Er zullen eenige honderden orde commissarissen worden benoemd, om zorg te dragen, dal de ftaking geen aanleiding wordt tot troebelen. Intusscheo neemt ook de regeering haar maatregelen, maakt haar „ooriogstoebereid- selen', zooals de „Nieowe Gazet'' zegt. Uit de vorschillerde maatregelen, welko het departement van oorlog neemt, schrijft het blad, blijkt, dat eon algemeene mobili satie in voorbereiding is. Alle bevelen voor het betrekken van kampen enz. z\jn inge trokken. Het garnizoen van Gent zal niet op manoeuvre gaan, quasi, omdat het noodig is voor het geven van eerbewijzen, als de koning in de stad komt, om de tentoonstelling te openen hstgeon de „Gazet" een be lachelijk voorwendsel noemtmen wist immers allang, dat de koning daarbij tegenwoordig zyD zou. Vorder heeft do regeering de noodigo maatregel on genomen om de voortzetting van het spoorwegvervoer te regelener is n.1. bepaald, dat dienstplichtige machinisten en stokers, die bebooren tot de reserve der genie, thans in werkeljjken dienst zullen worden overgeplaatst, zoodat de genie eventueel over 18 lichtingen zal kunnen beschikken. De „lodépendance" doet een kiachtig be roep op de socialistische partij, om alle krachten in te spannen, teneinde te beletten, dat do binneDlandsche vrede verstoord wordt. Storm in Amerika. Do tornado, die Zondagavond in het midden westen van Amerika he-ft gewoed, zegt de „New-York Herald", heeft den omvang van een nationale ramp Rangen omen, en zal ver moedelijk, als alle bijzonderheden bekend zgp, blijken even verschrikkelijk te zyn geweest, als de rampen, die ons bij de namer San Franoisco, Qa'veston on Johnstown voor den geest komen. De storm heeft dood en verwoesting ge bracht in de staten Colorado, Kansas, Dakota, Iowe, Missouri, Illinois, Wisconsin, Nebraska en Indiasa, maar vooral in de stad Omaha, die, volgens de eerste berichten, zoo goed als weggevaagd was, maar later bleek toch niet zoo zwaar te hebben geleden als aan vankelijk werd geloofd. De orkaan begon te twee nur 's morgens in Colorado met een stortregen, was in Kansas ïeedB tot eon storm geworden en in Nebraska aangewassen tot een cycloon, die vooral te Omaha hevig huishield. Het schoonste ge- doelto van de stad werd totaal met éoa grond gelijk gemaakt; de boomen in de parken werden geknakt als riet en op oen kwart mijl afstand» neergesmokt en tal van menschen vonden den dood onder het neerstortende pnin en in do brandende gebouwen. Onmid dellijk nadat de storm over de stad was heengestrekoo, geraakten nl. tal van ver woeste gebouwen in brand en hetgeen door den atorm nog gespaard was, zou door den brand verniold zyn, wanneer oen wolkbrenk de vlammen niet gedoofd had. Oumiddellyk werd de staat van beleg af gekondigd. Soldaten van Port Omaha en de nationale garde patrouilleerden door de straten en hadden strikte order iedereen neder te schieten, die trachten zou de huizen te plunderen of „de dooden te berooveD, ten einde te verhoeden, dat ook hier tooneelen worden afgespeold als indertijd te San Fran- cieco na de aardbeving werden aanschouwd. Het reddirgswerk werd onmiddellijk ter hand genomen en den geheelen nacht voort gezet. Bjj tientallen wetdeD de menschen onder hot puin vandaan gehaald. Toen de dag aanbrak was ieder, die ongedeerd was gebleven, nog in de weer om de deoden te bergen, do sterTendeD hulp te verleenen en de gewonden te verbinden. Omaha is de grootste stad van den staat Nebraska en telt 200,000 inwoners. Zjj ligt op een zaoht glooiend terrein aan den rechter oever van de Missonri en is met drie brnggen met het plaatsje Council Bluffs aan de andere zijde van de rivier verbonden. Do stad heeft verschillende fabrieken en ging tet dusverre thare productie met reuzenschreden vooruit; steeg van 89 millioen dollar in hot jaar 1890 op 220 millioen in 1907. Eenige K.M. ten zuiden van Omaha ligt Lincoln, tot dusverre de woonplaats van Bryan, den nieuwen Amerikaanschen minister van buiteclandsche zaken, dat eveneens, hoewel minder hevig, van den storm heeft goleden. ,,0e bult voor de overwinnaars." De stelregel „<le Luit voor de overwinnaars" heeft in de Vereenigdo Staten nog steeds tal van aanhangers. Dat blijkt nit hot. grooto aantal personen, die aan het feit, dat z\j hun stem hebben uitgebracht op dr. Woodrow Wilaon bet recht ontleenec om onder do nieuwe democratische rogeering in een of andere staatsbetrekking te worden geplaatst. Er hebben zich reeds 181,580 democraten aangemeld voor de verschillende baantjes, die tengevolge van het ontslag van de tegenwoordige repnblikeinsoho titularissen vrfj komen, dit zijn er echter slechts 10,884. De postmeester-generaal zal vooral heel wat hoofdbrekens hebben met de vervulling der vacante plaatsen. Aan zijo departement toch ijjn niet minder dan 8414 plaatsen opengevallen. Daarvoor hebben zich echter meer dan 80,000 personen beschikbaar ge steld. En de heer Mc Adoo, de secretaris van financiën, die niets anders te vergeren heeft dan de betrekking van chef van den dotec- tivedienst, heeft niet minder dan 5000 sol licitatiebrieven ontvangen. Dat schijnt dus wel een veelbegeerende betrekking te zijn. e Gevraagd, liefst terstond, een schoenmakers- knecht, good op de hoogte met dames en heeren, zoowel afgeiapt als genaaid werk." SPORT. Voetbal. Uitslag der SeriewedetrijdeD. Derde afdeeling. HerculesLeonidita 01. H.V.V. H.F.C. ni8-0. Leonidas—H.V.V.1—0. Leonidss is dus de winnaar geworden der zilveren medaille, voor deze afdeeling uitge loofd. Tweede afdeeling. Sportclub—Volharding 6—0. Sparta - Qaick01. O.k.K.H.F.C. li1-0. SportclubO.k.K.80. Sportclub—Qaick8—1. De Sportclub (Texel) heeft dut den len en Qaick dc-n Jen prijs, resp. eene verguld zilveren on cone zilveren medaille. Eerste afdoeling. H.F.C. i—H.B.S. i1—1. O p b t e 11 i n g Rieinerts. Goes. Hoogenboseh. Bak R.ynders Wal. Dorlijn. v. d. Poll. Dito. Rapati. Corthals. Scheidsr. O J. Kamp. Meerens. H. de Beurs. Ten Hacken. Heijting. Taylsr. Hoek. S. Luijckx. de Beurs. P. Luijckx. R. Luyckv Bob. Een oudorwotsche wedstrijd heeft Zondag op het vootballerrein a. d. Strooweg plaats gr-had, een wedstrijd, die onze gedachten terugvoert naar vroegere dagen, toen b.v. 't Galgenveld nog 't slagveld bij uitnemend heid was. Wel moeten we de spelkwaliteit minder noomen, maar wat de opkomst van 't publiek betreft, hebben we weinig verschil kunnen conetateeren. 't Was dan ook een spannend en zenuwachtig oogenblik, toen het sein tot den aanval „geblazen" werd. Kees trapt af en tegelijk barst aan alle kanten een oorverdoovond gejuich en getoeter los, waaTdoor de geheele achter- en midden linie van H.F.C. zoo wordt aangegrepen, dat ze gemakkelijk overrompeld worden door 't vlugge spel van Hejjting en zijn partners. Goes faalt, de doelman mist jammerlijk en binnen de minuut weet Ten Hacken onder uitbundig geschreeuw zijn party de leiding to geven (0—1). Heel H.F.C. staat verslagen, aan den kant zet Janus al een zwaarwichtig en bedenkelijk gezicht, maar „Chef" houdt den mood er ia en hij krijgt gelyk, want als de zenuwachtige rood-witten tot bedaren zijn gekomen, lost Bak 't eerste schol op 't H.B.8.-doel, dat, hoewel 't naast gaat, toch de orde in de H.F.C.-gelederen herstflt. Meerdere aanvallen volgen en dikwijls moet een hoekschop redding brengen. Maar ook de H.B.S. voorhoede laat zich niet onbetuigd, vooral Heijting is uiterst gevaarlijk door zijn razend snel opbrengen, Meerens echter heeft in Bak zijn mannetje gevonden en richt niet veol onheil aaD. Een worsteling voor 't H.F.C.-doel brengt voor H.B.S. een vrye Bohop, die echter door handig opzy springen van den overtreder Biemerts, geen succes oplevert, daar hij niet ineens geplaatst mocht worden. De pariyen blyken du verder aan elkaar gewaagd to zyn, zoodat ruet ingaat met 0—1. Na do pauze valt Hoek uit. Gocb staat welwillend een invaller toe, nl. Muller. Nu gaat het er op of er onder en een vinnige stryd volgt. Beide partijen wegen echter vol komen (egon elkaar op. Maar 't geluk is m-t H.F.C., want, als na een schot van Kees do groenwitte doelman zelf den bal weer in 't vo'.d trapt, zet Rapati voor en Kootje brengt onder donderend hoera don gelijkmaker ter wereld. Ontzettend ia de geestdrift, minuten lang gebral der H.F.C. aanhangers weer klinkt, terwijl Kootje eenige halsbrekende toeren ten beste geeft, tot groot vermaak der omstanders, 't Spel wordt nu nog spannender en verplaatst zich snel van dool tot doel zonder 't gawenschte gevolg. Het einde komt dus met een gelyk spel, scodat er verlengd moet worden. Als echter ca 4 X min. verlenging nog geen verandering in den stand is gekomen, blaast de scheidsrechter de if gematto spelers uit 't veld. De wodstryd wordt over overgespeeld. Algem. indruk: Een uiterst spannende wedstrijd, waarin beide partijen elkaar niets toegaven, vooral daar H.B.S. zich door eenige zoogenaamde „buitenleden" duchtig verstrekt had. By H.B.S. vielen Heijting en R. Luijckx op, evenalB de roiddenspeler de Benrs en de middenvoor Ten Hacken. Bob was weer do oude, dus zeer goed. Bij H.F.C. waren Bak, Rejlndcrs en Wal aitstekond, vooral Buk was haast niet to paBBeoren. De achterspelers zyn geiukkig weer gepromoveerd, al deed 't begin 't ergste vreezee v. d. Poll verkeerde in ongunatige conditie en viel tegen. Rapati was beter dan den rorigen keer. De overigen als altijd. Rest nog te vermeiden, dat H.F.C. gedurende de verlenging met 10 man speelde, daar v. d. Poll uitviel. Een invaller werd toege staan, maar niet aanvaard. Kbks. DIT DE BELDEBSCB8 SAMBNLBYIH6. Door P. N. v. R. Onder vlwcher* atn boord. IX. r/'t Ia zoo'n eigenaardig wys beost 1" Do Wieringer schipper zei 't met een zekcron trots en ov6r het kleine keffertje dat als bezeten op het dek heen en weer rende scheen hy niet gauw uitgepraat. iEn wil uwo nou wol geloove, dat-ie mensohenverstand hoit Kijk, nou weet-ie dat er een vreemdeling aan boord is en als 'k hier niet stond dan kon het wel eens ver keerd voor je nilpakken, want Fik is niot erg lekker warneer 't er op aan komt". Fik spitste zyn ooren, sprong op syn baas too on het scheen waarlyk alsof 't dier wist dat or over hem goaprokou word. Do schipper ging naast hem staan, klopte herhaaldelijk op »ijn mg en zoi, terwyl hij do hoed met een soort van teedorheid bekeek ,We hebben al heel wst doorgemaakt en zijn al zoo lang samen geweest, hè, ouwe jongen Komaan, laat ereis zien wat je ken 'n poot Nee, de rechter, jo hebt toch opvoeding gehad I Zie je wel, dat-io 't ver ste at Ja, dat heit-ie nou uit z'n eigen ge leerd, toen-ie zoo sukkelde met zeore pooten. Ocb, als ik jo vertellen moest, wat 'n gedoe dat was om dien stnmperd te genezen, had 'k wel een dag werk. 'k Ben zeker honderd maal met 'm by deD veearts geweest, maar die bad er totaal geen zicht op. 't Dnurde lang, de woeden gingon niet dicht en toen er eindelijk wild vleesch in kwam, heb ik ze zelf uitgebrand met 'n glooiend ijzer dat deed 'm goed". De hond schudde plots heftig met zyn kop en onwillekeurig moest ik lachen over die toevallige beweging. Dat zag de schipper en hy zei ernstig >Nee, dat doet-ie nou maar casuweel. Hy wist heel goed dat die operatie gebeuren moest, anders was-ie vast gestorven, 'k Heb 'm verder geeureerd met water en azjjn en zoo is-ie, op 'n beetje kreupeligheid na, weer in orde gekomen. Hy zit ook niet slecht in z'n waDt, hè? Dat komt omdat io best voer krijgt. Sommige schippers zeggen wol eens: je bent to goed voor hem, je moet 'm meer slaag goven. Maar dat maakt me nit m'n humeur. M'n Fik, die m: zoo door en door kont, ransel 'k niet ik zou veel liever de schreeuwers, ea vooral dat tuig van Urkere, eens over de ribbon willen strijken. Fik zou 't niet kunnen verdragen, hy staat op z'n ponteneur net als 'n menaoh en voor 'r. vriendelijk woord doet-ie alles. Wanneer 't buiten erg ruw is, dan kruipt-io in de roef en dan zeg ikboe is 't nou, Fik, moet do baas alleen aan 't roer staan, kan je dat dou van je hart krijgen Dan is 't precies of-ie mo begrijpt on in z'n eigen deDkt waarachtig niet war.t dan xet ie zich by me neer cn geen zeetje is in staat om hem weg te jagen". Terwyl de schipper sprak proestte en kuchte de hond een paar maal op luidruch tige, akelig benauwde wyze. wHjj zal 't weer loelyk beot hebben, mam dat komt van de vorige week, "bij 'I Molen gat werd ik op het droge geslagen, heb daar ongeveer drie uur gezeten en ben er wonder lijk genoeg heelhuids afgekomen, maar 't was een heele toer, nietwaar Fik Hy was ten- >te dryfnat. Maar daar heeft-ie dikwijls last van, wat jij Vroeger gaf ik 'm, na een beroerd avontunr op 't water, wel ereis bier met stroop gekookt, maar nou geef 'k hem meestal een maatje lavas, wrijf z'n buik met olie en terpentijn en dat knapt hem gewoonlijk gauw op. Maar als, als-io 't er mee te kwaad heeft, dan is z'n heele gestel haast kapot. Nee, k(jkt uwes nou maar niet zoo oigeloovig, want 't is sïcuur waar. M'n kneobt heit me 'e nachts wat dikwijls aangestooten er- wakker gemaaktbaas, hoor je hot we zullen d'r weor uit moeten, want Fik gaat zoo te keer en dan lag-ie in 't kor gat te hygen met z'n snoet er heelemaal uit, dat jo er miserabel van werd". Je bent zeker bijzonder aan het beest gehecht Het is alles wat ik op do wereld bezit vader noch moeder heb ik ooit gekeud familie, vrienden of kennissen houd ik er niet op na". •Heb je hem al lang?" Laat eens zien ruim vijftien jaar. Ja, hij wordt oud, maar is nog kras voor z'n leeftijd. ,En heeft u hem van jongsaf gekweekt?" iWacht ja beurt af, dan zal 'k verklaren hoe ik aun Fik bon gokomen". Ik had mijn zin gekregen en luisterde met attentie naar den schipper, die zioh even voorover boog om zjjn hals en wangen door den goedigen "iervoetigon kameraad te laten lokken. 'k Ben nooit bijzonder vroom of gods dienstig geweest", zoo begon hij, r maar dien nacht heb ik toch gebeden dat ik niet voor de haaien mocht gaan en 't heoft waar achtig geholpen, want ik ben weor behouden op Wieringen aangekomen. En dat is een gevoel wanneer je Und onder de voeten krijgt na eenige angstige oogenblikken I Varen op kalm water ljjkt zoo aardig, maar de waarheid is eigenlyk dat het visscberman wezen meestal eon vak is van schrik en dood, vol afgrijzen cn ontzetting. Enfin, laat ik niet afdwalen. Op den 29on September 1898 hcerschte daags een bijna verstikkende hitte, doch 's avonds, tegen dat 't ging schemeren, kwam or langzamerhand veran» d-rbs i. de lucht. Voorschietende onweers gevaarten droTon overal rond en het duurde dan ook niet lang of boven onze hoofden grommeldo een uitbarstende donder. Geen ster, geen maan was meer te zien, alleen groote en felle bliksemstralen verlichtten her haaldelijk de duisternis We waren halver wege Wieringen toen het zoo'n beetje sput terde en ik zei tot m'n knecht Kees: daar heb je 't al, 't zal gaan regenen. Eu wer kelijk, eerst traag en dunnetjes, maar weldra znel en dik vielen de buien neer. Do wind, die om circa half twaalf ook opstak, werd gestadig harder en schokkender, zette zich uit tot een Z.-W. storm en dc vale baai van esn half uur geleden word opeens een wild en woest water, waarop onze schuit bet danig te verantwoorden kreeg Ja, 't was beestig weer. Ieder oogenblik sloeg zoo'n helle flikkering om je heen, de schorre donder daverde hol en bol, de gruwzame windvlagen gierden rond en do hooge golven schenen alle kracht in te spannen om het je zoo ondragelijk mogelyk te makoD. Al ben je ook geen lafaard, hot geeft toch altijd een benepen gevoel om in zulke omstandigheden te zeilen. Doch wat gebeurde over twaalven? Voor on», goen driehonderd meter verwydur sloeg de bliksem reoht op het dek van een Wieringer schuit en flikkerde nog voor m'n gezicht, toen een ontzettendo knal weerklonk, daarna nog één, zoo dof en rollend, en hartverscheurend, dat ik de oogen sloot en neerviel. Ik bleef eenige seconden liggen, want :k had alle begrip van de werkelijkheid verloren. Ik was verdoofd, stompzinnig als 't ware, alsof 'k een geweldigen vuistslag in den nek had gekregen. Eindelijk kwam ik mozelf. Ik lag nog altijd op de knieën, don rug togon bet stuurboordwand ge leund, toen o n andero donderslag in myu nabyheid neersloeg en ik opnieuw achterover tuimelde. Hoe lang ik bedwelmd gelegen heb, weet ik niet. Weer bijgekomen, beproefde ik op te staan onmogelijk. Myn beeren waren slap, machteloos. Ik daobt dat er iels aan me gebroken wa», dat mjjn armem om zoo te zeggen my niet meer toebehoorden, dat ik hon niet meer kon gebiodon, dat -.e iny niet meer wilden gehoorzamen. Toen heb ik gebedon als een klein kind om uitkomst. Ton laatste was bet me, Rlsof ik van oen var. honderden mijlen terugkwam. Ik riep om Kees, maar mjjo makker was ver- dwe-en, als met tooverslag weggerukt. Zou do bliksem hem opgeslokt hebben Nauwe lijks was m\J deze eerste gedachte duidelyk geworden en ik krabbelde overeind zoo slecht als het ook ging en ksek eens rond of ik s ergons zag. Jawol, in 't trapgat vond ik hem op den grond. De bliksem had zyn lichaam daar neergesmeten. Nadat ook bjj gelukkig weer op dreef was, gingen we op ;oed geluk af verder, want in al die ho- iryven van tegenspoed waren wo een eind uit den koers geraakt. Daar onderscheidde ik plotseling de schaduw van een schuit, die vreemd tolde alsof er geen man aan boord was. Was dat Barendje Scbeltens nog, die zooeven voor ons uitvoer en wiins dek door den bliksem was getroffen Kon niet. HtJ moest al voel verder «ijn, want wy waren juist op achter geraakt. Maar Kees zei, dat het Barendje Scheltens wèl was, hy zag het den botter. We kwamen naderbij, dicht laogs hem. Ik brulde uit allo macht naar schipper. Geen antwoord. Ik riep tien, twintigmaal zijn naam. Nog geen antwoord. Ben jy het, Barend? Barendje Scheltens! Barend IIk spande mjjn oogen in, maar er was geen sterveling te zien. Esn onver klaarbaar iets dwong my hoelcmaal naast zyn boord te gaan en over te springen, om te kyken of zo daar soms ook buiten westen waren vanwege het onweer. Net toon ik aau boord wildo gaan, sprong oen hond op my die zoo kweadaardig (o keer ging, dat ik voorbaat m(ja mes trok om hem dc-snoeds met geweld van het l(jf te houden. Ik stapte het roer, gevolgd door het beest, een se, jonge tecf, die huilde en jaokte en de tanden liet rieD. Daar lag inderdaad Barendje Scheltens op z'n rug. Zyn wyd geopende oogen staarden my met een uit drukking van machteloosheid aan. Ik was alleen met de ruwe natuur on met dio on bewegelijke gestalte. Ik boog my over hom heen en greep zijn slap-noerhangende hand, die nog warm was. Barend, zei ik, sta op! Maar hij gaf geen teeken ran loven. Een aantal hongerige meenwen vlogen vlak in den omtrek en het geklepper van bnn vleu- deed my het konde zweet uitbreken, ïk kroop, over al myu ledematon hovend, r de donkore massa, doed zyn oliejas los en voelde zyn hait, het klopte niet r, maai- een z.waar notitiehoekje rustte or op. Het mechanisme, dat men noemt Gods oigen werk, was vernietigd. De haren rezen mi) te berge, een zenuwachtige koorts maakte zich van my meester. Barendje Scheltens was dood 1 Ik lichtte hot zware lichaam om hoog, waarby het hoofd slap tegen myn arm aanviol, en, geholpen door Kees, bracht ik het lyk bij m§ aan boord on ramen wy zyn schuit op sleeptouw. Onmiddcljjk nadat we Barend hadden meegenomen, was do hond zijn overledon meester gevolgd on hoe wol Sehelters al meer dan vijftien jaar op het kerkhof rust, is hot tlorome dier van de begrafenis af niet meer hier van boord ge weest en daar ik direct mjjn beet heb godaan om hem by my te wennen, schijnt het of by zich in het lot van z\jn vorigen baas heeft berust, want we zyn sinds dien t jjd onaf scheidelijk aan elkaar verbonden, bè, Fik? Wil je bij me vandaan? Moot je weg naar Barendje Scheltens Dit laatste sprak do schipper half tot my, half tot zyn hond, die by de tot hem ge- riohte woorden de ooren •pitste en een zacht brommend geluid deed hooren. (Wordt vervolgd.) FEUILLETON. Ik ging récht op mijn huis af, in de koop, «lat Anna daarheen gevlucht was. Zoo snel rnogelyk zou ik er heen loopen. Wa9 zy daur niet, dan moest ik haar,* met de hulp, die ik krygen kon, overal zoeken. Eindelijk was ik er, binnen een oogenblik zou ik 't ergste vernemen. Ik opende hot deurtje van myn lantaren en liet de stralen vallen op het pad, dat naar de deur voerde. Ik was verheugd, toen ik daar op de sneeuw, nog uiet door de vallende sneeuwvlokken uitgewi8cht. de sporen van een kleinen voet gewaar werd. Anna was, zooals ik gehoopt had, recht op myn woning afgegaan. Mijn bediende opende my de deur. Nu ik wist, dut Anna binnen was, sloeg ik een natuur lijken toon aan. Is myn zuster gekomen? vroeg ik. Ja, raynheer, eou kwartier geleden, ongeveer. Wij hebben elkander op den weg ge mist. Wat een nacht! zei ik, myn besnecuw- den hoed afwerpende. Waar is zy nu? Z\j js in de zitkamer, mijnheer. Toon zijn stem latentie dalen, vervolgde Johan: Toen zij vernam, dat gjj niet thuis waart, scheen zij slecht gehumeurd. Ik verwacht, dut we het haar moeiljjk naar den zin zullen kunnen maken. Zijn woerden verbaasden mij zeer. Ik dwong mij zelf echter om lachend een op merking te maken. Ik draaide de kruk van de deur om en trad de kamer, dio Anna zich tot verblijfplaats gekozon had, binnen. Een rilling voer mij door de leden. De herinnering aan wat er zooeven gebeurd was, kwam my weer levendig voor den geest. Anna zat tegenover 't vunr. Haar hoed was afgeworpen; heur donker haar hing wan ordelijk dooreen, het was nat geworden door de gesmolten sneeuw. Zy scheen niet te hebben opgemerkt, dut ik biunengekomen was en do deur liacl gesloten. Toeu ik nader de, draaide zij my gemelijk den rug toe, alsof ze door die handeling haar afkeer wilde to kennen geven. Ik ging naast haar staan, wachtende tot zy zou opzien. Eerst moest zy spreken. Wat toch kon ik, na al hetgeen or gebeurd was, zeggen? Maar zy hield hare oogen van de myne afgewend en bewaarde een hardnekkig stil- zwijgen. Ten laatste riep. ik haar bjj den naam en keek haar, mij voorover buigende, in het gelaat. Haar gezicht drukte een onhcilspollenden toorn uit, die nog heviger scheen to worden, toen zjj mjjn stem hoorde. Zjj maakte een hooghartig gebaar, als wilde ze my van hare zijde weren. Zoo kalm ik kon, zoi ik: Anna, spreek tot mij. Ik legde mjjn hand op haar arm, maar zjj schudde die woedend af en rees plotseling op. - Jjj, die mjj zoo hebt behaudeld, vraagt mij nog, tot je te spreken? zeide zij. O, het is schandelijkDoor storm en sneeuw kwam ik tot ti, die mjj, naar ik meende, al6 'n broeder zou verwolkomen. Waar was je? Ha, weg! Je ongelukkige bediende vertelde het mjj. Waarom waart ge weg? Ik ver trouwde je. Eeu mooie broeder ben je! Indien je my achtet, indien ik je niet onver schillig was, zou je hier geweest zijn om mij te begroeten. Je spant alles samen om mjj te vernietigenWat wil je met mjj doen, nu ik hier ben Natuurlijk mjj vergiftigenNet als die andere dokter mijn arm kind deed, mjj ook dooden. Ik zeg: hjj deed het. Ik heb het gezien, hij-doodde hot. Allen spannen tegen mij samen, zelfs jjj, dien ik vertrouwde! Zij trilde van opgewondenheid. Bliksem snel volgden hare woorden elkander op; ik kon ze nauwelijks volgen. Zjj ging met onbe lemmerde snelheid voort zeer vele buiten sporige en kleingeestige verwijten en beschul digingen op mijn hoofd te stapelen. Eindelijk zweeg ze. De onheilspellende, toornige blik straalde weer uit hare oogen. Zij zette zich weer in hare vorige houding. Ofschoon ik, die haar boven alles liefhad, liet voorwerp was harer verwjjten, moet ik toch zeggen, dat ik nimmer in mijn leven woorden hoorde, die mij zoo streelden als deze. Mijn hart sprong op van vreugde en een golf van verlichting voerde mij als het ware op tot een betrekkelijk geluk. Zjj was zedelijk onschuldig; welke verschrikkelijke daad zij ook mocht gepleegd hebben, bare liaudelingen waren Diet toerekenbaar. Als dokter raadde ik de waarheid. Alles wat zy zei, wat zij deed, overtuigde rnij en zei mij, wat haar scheelde, en de woorden van mevrouw Herder omtrent Anua's ge zondheid bevestigden die zekerheid. Zij was namelyk het slachtoffer van die krankzinnig heid geworden, welko zich niet zelden na dc geboorte van een kind vertoont. Het is eeu feit. dat zulke krankzinnigheid om dezen tjjd niot zelden door een krachtige verstoring van den geest veroorzaakt wordt. Het it dus geen wonder, dat Anna, toeu zji gistermorgen vernam, dat haar huwelyk Tellings bedrog was, in een toestand geraakte, waarin ze zeer vatbaar werd voor deze ziekte. Het zorgeloos zich blootstellen aan de winterlucht, zooals zij gedaan had toen zij gisteren mijn hulp kwam inroepen, had blijkbaar den aanval des vijands nog verhaast. De snelle overgangen van kalmte tot opgewondenheid hadden reeds eerder myn aandacht getrokken. Het begon mij thans duidelijk te worden, dat de gedachte aan de misdaad toen reeds haar brein bezig hield, dc daad reeds in beginsel was be raamd. Hoe was ik toch zoo blind geweest, dat niot te zien! Het moest my duidelijk geweest zyn, dat haar iets deerde. Hare opgowondon beid had mij voorzorgsmaatregelen moeten doen nemen. Ik had die veranderlijke opwel lingen toegeschreven aan den verklaarbaren hartstocht eener fijn gevoelende vrouw, die zich zelve bedrogen en tot schande gebracht ziet. Geen rechtgeaard mc-nsch kon Anna schul dig noemen. Wel kleefde er bloed aan hare handen,doch zij had het vergoten, niet wetende, wat zy deedhaar waanzin moest op dat oogenblik zyn hoogste punt hebben bereikt. Waarschynlyk wus de gedachte, dat hij komen zon. dien nacht télkens bij haar opgekomen en, gedreven door 't verlangen om hem te zien, was zij hem tegemoet ge guun. Dat zij zich wapende, vond misschien zijn oorzaak in de vrees die zy voor hem koesterde; zy dacht misschien het noodig te hebben tot zelfverdediging. Hoe bet ook zy, by haar vertrek was zij krankzinnig, zy handelde in waanzin, toen zjj den trekker overhaalde, en ook toen zij vluchtte. Zelfs thans, nu zy by myn vuur zat, was z\j nog in de macht des waanzins; dat was duidelijk waar te nemen uit de booze, wantrouwige blikken, die zij mij toewierp. Krankzinnig, ja maar dan nok onschul dig! Haro vreemde houding verontrustte my weinig, 'l Is een gewoon verschijnsel bij deze ziekte, dat de patiënt zich vol haat afwendt van wat haar anders het dierbaarst en het liefst is, en dat vhigen van gemelijkheid cn somber stilzwygen afgewisseld worden door wilde uitbarstingen van Woede. In werkelijk heid is de ziekte niet van zoo verontrusten den aard als ze wel schijnt; de meeste ge vallen worden met volkomen succes behandeld. De ontdekking van Anna's benevelden geestestoestand was voor my een groote ver lichting. Mijn geweten was van een druk kenden lust bevryd. Wy waren nu dokter on patiënt. Ik had al myn overredingskracht noodig om haar de hand te doen uitsteken, zoodat ik haar pols kon voelen. Zooals ik verwachtte, sloeg haar pols ontzettend snel ik telde 120 slagen per minuut. In myn practijk had ik meermalen derge lijke gevallen behandeld, zoodat dit my niet byzonder verontrustte. Slaap moest echter tot olkon prijs verkregen worden. Gelukkig dat ik eon welvoorziene medioyn kast had. Binnen enkele minuten had ik haar een dosis opium klaar gemaakt, zoo sterk al» ik durfde toedienen. Een paar druppels zouden in een geval als dit niets uitwerkenik nam er zestig. Het woelende, koortsige brein moest gedwongen worden enkele uren te rusten. Wijl de slaap hier noodig wa», moeBt hy door kunstmiddelen worden aangebracht. Na de rust zou ik in staat zyu te bepalen, welke kans er bestond om lichaam en geest te redden. Maar een medicyn gereedmaki I en het een patiënt als Anna doen innemau zijn twee verschillende zaken. Elke kunst en overreding beproefde ik. Hoeveel moeite ik ook deed, zij weigerde standvastig, want zy geloofde, dat ik haar wilde vergiftigen. En toch, als zy het slaapmiddel wilde inneineu, haar toestand in 't geheel niet hopeloos zyn. Voor een oogenblik staakte ik mijn pogingen i haalde lauw water. Zij duldde na eenigen tegenstand, dat ik hare 9lapen bevochtigde. De verfrisschende koelheid, die op deze be handeling volgde, was haar zoo aangenaam dat ze my die zonder tegenstand liet herhnlcn. Haar schoon gelaat nam oen zachtere uit drukking aan. Deze verandering ten goede greep ik aan om haar het geneesmiddel nog eens op te dringen en met succes. Mijn hart trilde van vreugde, toen ik het haar zag innemen. Zy kon nu gered worden. Ik bevochtigde nu onophoudelijk hare slapen en wachtte het oogenblik af, dat het genees middel 5011 beginnen te werken. Langzaam naderde dit. De groote, donkere oogen sloten zich, het moede hoofd zonk zwaar op myn schouder, en ik wist dat Anna een toestand van weldadige vergetelheid was ingegaan. Toen haar slaap was als die van oen doodc, riep ik myn bediende. Reeds vroeger had ik hem gezegd, dat myu zuster zeer ziek was. Met ons beiden namen wij liunr voorzichtig op, droegen haar naar hare kamer en legden haar te bed. Ik maakte hare kleedercn los en trok de schoenen van haar kondo voeten. Ik deed alles, wat ik kon, om het haar warm en gernakkelyk te maken. Biddende, dat de zware slaap, dien zy sliep, uren en uren mocht voortduren, verliet ik haar. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1913 | | pagina 1