KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Helder, Texel, Wleringen en Anne Paulowna. Ho. 4192 Zaterdag 12 April 1918. 4late Jaargang. 't Vliegend Blaadje p. 3 m.50 et, tr. p. poet 75 ct., Pre- Zondagsblad i 37* 45 Pre- Zondagsbl miêzj Vodeblad (Voor bet bnitealaad bQ roomitbetaling.) Adrertentièa raa 1 to> 5 regels (bij vooruitbetaling) 30 ceat Elke regel meer. 6 Bewijt-exemplaar 2$ Vignetten en groote letters wordea itir plaaitrnimte berekend Infarct.. Telefoon SO. Verschijnt Dinsdag- sn Vrijdagmiddag. Uitgaven C. DE BOER Jr., Helder. Bureau Koningstraat 29. Intarc. Talaf. <0. Tweede Blad. Opgave van do alhier gevestigde en vertrokken personen. Gevestigd. Naam: Beroep: Woonplaats: J. Krab, pianist, Molenstraat 95, 's-Hage. Wed. T. Stom, x.b., Piet Heinstr." GeL N.H. Öchiedam. P. Vis, korp.-timmerman, Ooststeeg 4, Adam. T.v.Arkel, i.b., Achterbinnenhaven 58, Sliedrecht J.Ü.Roo',serg.-torpedom.,Breewateritr.54,A'dam. K.Ruurds,landbuuwer,Koegra*159,üude-Niedorp. G. Butter, stuurman, Hoofdgr. 63a, Wijdenes. H.G.Sondorp,kp.-st., '2eTroonstr.58, Hellevoetsl. R C. W.Hoflaud,serg.-seiner,Kon.dw.str.33b,'s-Hage. N.H. B.A.v.Arkel,serg -bott.,4chterbin.h 59,Sliedrecht. P.T.Luyckx, kantoorb., Weststraat 61, Alkmaar. R.C. 0. Verburg, mannier, Dijkweg 89, R'dam. N.H. Th. R. Luyckx, notarisklerk, Weststr. 61, Zijpe. R.0. J. A. de Ridder, korp.-stoker, Molengr. 23, A'dam. M. J. Kor ver, s. b., Weststraat 42, R'dam N H. T.Djjkstra, ma).lnf.,Djjkstraat3-2t, Amersfoort. Geen. H.J.Sandkuyl,gasst.,leVroonstr.ÖO,Maartenidjjk. R.C. G. C. de Groot, fotograaf, Spoorstr. 26, 's-Bosch. J.Paret, serg.-hofm ,Vlamingdw.str.8, Hellev.sl, N.H. Vertrokken. Naam: Beroep: Van: Naar: Gel. H.B.Pothof,maj.derInf,,Hoofdgr.,Princenhage. Geen. J. Engel, sluuknecht, Builenh. 42, Purmerend. N.H C.K.Dogger, smid-bankw., Kanaalw.116,Alkmaar. C. Bethlehem. bioscoophouder, Loodsgr., 's-Hage. A.J.v.Seumeren, bankw., Nieuwstr.^7,Zaandam. Ger. F. B. Tegeler, werkman, Achteratr. 41a, R dam. N.H. H. I. Hendrikse, gep., v.«n Galenstr. 47, A'dam. R.C. D. Ghrisiiani, gep., Goversstraat 13, A dam. N.H. J. Smit, serg.-stoker, Walvischstr. 48, N.-Helvoet. D.Doves,boerenkn.,Koegras 105,AnnaPaulowna. D.G. P.G.Busser.matr ,Bronwerstr.63,Hellevoetsluis. N.H. H.M.van Djjk, z.b., Loodsgracht 63, Hilversum. Geen. M.E. Pels, z.b, Achterbinnenhaven80, Adam. Ger. S. Groot, gepHoogstraat 26, Amsterdam. R.C. NIEUWSBERICHTEN. HELDER, 11 April. A.n.g.o.b. Zooals uit achterstaande advertentie bljjkt, heeft de Algemeene Nederlandsche Gsheel- onthondersbond, afdeeling Helder, een pro- paganda-aTond georganiseerd op Zaterdag 19 April. De heer F, Mol van den Haag zal te deser gelegenheid eene lezing houden over het onderwerp „Allen tegen den Alcohol", terw^l de heer Joh. Pala (riool), mejuffrouw R. Koek (piano) en het geheel-onthouders- zangkoor „Ons Doel" (directeur de heer C. W. Rusting) medewerking hebben toegezegd. Het belooft dus een nuttige en genoeglijke arond te worden. Telefoon. Nieuwe a a n e 1 ui t i n g e n 2 X 268 Krijgsraadkamer. 1 X 268 Marinierskazerne. 269 Leen, L., Rijwielen, Hoofdgr. en Langestraat (hnish.). Onze vloot en onze koloniën. In een dezer dagen gehouden vergadering van de afdeeling Amsterdam van de ver- eeniging Onze Vloot, heeft kapt. ter zee H. T. Hoven een lezing gehouden over de ver anderingen in en om den Maleischea Archi pel, de staatkundige en de staathuishoudkun dige vervorming van het verre Oosten en de oorzaken, waarom thans sooveel meer als vroeger voor de weermiddelen in onze kolo niën wordt geëischt. Uit de jongste geschie denis blijkt een streven van de verschillende mogendheden om onze rechten in den Ma- leisohen archipel te eerbiedigen. Maar, vroeg spr., zal dit zoo blijven? In den Japansch- Rnssischen oorlog vond de Nederlandsche regeoring het geraden de scheepsmacht in Nederlandsch-Indië aan te vallen, ten einde do neutraliteit krachtig te kannen handhaven. Ook werden eenige plaatsen, als SabaDg en de Emmahaven, versterkt, en door het leger bezet. Zoowel Japan als Rusland hebben toen onze onzijdigheid geëerbiedigd, maar voor geen der partijen bestond er aanleiding om dit niet te doen. Het zou echter een ge vaarlijke politiek zijn, te veel vertrouwen te stellen in deze weinige feiten. Wij behoeven niet eens ver terug te gaan in de geschiede nis om daden van geweld te vinden, die volkomen in strijd zijn met het volkenrecht of wat als zoodanig door de bedrijvers van dat geweld erkend was. Spr. herinnerde in dit verband aan de aanleiding van den Spaansch-Amerikaanschen oorlog in 1898. Tevergeefsch zoekt men naar een rechts grond voor dezen oorlog; het is het ruw geweld dat zegeviert. En een zelfde voorbeeld levert de verdeeling van China in 1897 en 1898. Het eenige motief voor deze daad van geweld is het quia nominor leo„omdat ik de leeuw ben", zoo als mr. dr. C. O. Ph. Creutz in het Tijd schrift Themis opmerkt (1901). Meermalen wordt in Nederland verkondigd dat het be houd onzer koloniën ons gewaarborgd is door den onderlingen naijver van de mogend heden. Laten degenen die zoo spreken, don ken aan Denemarken in 1866, aan de Trans vaal en Oranje-Vrijstaat in 1900, aan Tripoli in 1912. 't Is, zooals Recé Pinon in «La Lntte pour le pacific" omtrent onze koloniën zegt: ,Het is gevaarlijk voor een kleine, slecht gewapende natie, omringd door mach tige en naijverige naburen, een zeer rijk grondgebied te bezitten. Het goede recht, zonder kracht zou op zekeren dag voor de Nederlandsche koloniën niet meer een vol- doendo waarborg kunnen bljjken te zijn' Bovendien, zeide spr., de koloniën zijn rijk, waarom zijn wjj dan, in dit opzicht kracht Spr. gaf van den rijkdom een I door het noemen van cijfers, en hjj trad by in eene vergelijking tnsschen Nederland en de andere landeD. Ook betoogde hij, in aansluiting daarmede, welk een groot belang Insulinde voor het Nederlandsche volk beeft. Daarna kwam spreker tot de taak van onze vloct in Indië. Allereerst ging hjj daar toe in de geschiedenis terug. Behalve de kleinere oorlogsschepen, bestemd tot hel bandharen van orde en rust en het beteu gelen van den zeeroof, waren na het over nemen der koloniën van bet Engelsche tus- echenbestaar, altijd eenige groote schepen in Indië aanwezig voor i meenen dienst. De Indisohe regeering klaagde herhaaldelijk dat Nederland oude en slecht-uitgeruste schepen zond, waardoor de kosten van her stelling en en onderhond, die te haren laste hoog werden. En in 's lands werd dikwerf de meening ver kondigd, dat de eischen voor den Iodischen dienst, zwaar drukten op het budget van Marine. Na langdurige wrjjving kwam in 1875 een regeling tot «tand, waarby een auxiliair es kader voor Indië werd ingesteld, bestaande uit eenige groote schepen, speciaal bestemd aven van Nederland's sonve- reine rechten in den Maleischen Archipel. De kosten daarvan werden volgens een vasten grondslag tnsschen Nederland en Neder landsch-Indië verdeeld. Die grondslag onder ging sedert eenige wyziging; do naam auxi- liair eskader werd in 1906 veranderd in dien van Nederlandsch eskader; maar sedert 1875 was er stseds een eskader bestaande uit 4 tot 6 groote Bchepen aanwezig. Die schepen waren wel niet groot, maar toch ongeveer van hetzelfde charter als de schepen, welke de andere koloniale mogend heden in Oost-Azië hadden. In 1871 stonden wy met het ramtorenschip Prins Hendrik der Nederlanden" zelfs aan le spits. Tot de bewapening der kleinere oorlogs schepen behoorde dén groot kaoon, waardoor zjj ingeval van stryd tegen een bniteoland- schen vjjand te gebruiken zonden zyn. Zoo hadden de schroefatoomschepen 4e klasse, ongeveer 1874 op stapel gezet, één n van 18 cM., de latere een achterlaad- n van 16 oM, beide geschutsoorten uitgerust met pantserprojectielen. Maar door de meerdere toepassing van het pantser op de moderne oorlogsschepen door de invoering van het snelvnurgeschnt waren de kleinere oorlogsschepen niet meer bruikbaar tegenover een Europeeschen vyand. Het groote kanon op de kleine schepen ver- dwjjnt dan ook. De schepen na 1888 voor de Indisohe Militaire Marine gebouwd, werden met geen zwaardere kanonnen dan van 12 c.M. bewapend, spoedig daarop, in 1892, selfs met nog kleinere, van 10.5 c.M. De verwachting van hen, die kleine oorlogsschepen te kuonen aan krijgsverrichtingen tegen moderne oorlogs schepen ging in 1898 in Caritz, naby Manilla, st de schepen te gronde. In 1898 werd voor de verdediging van Nederlandsch Indië het type „Koningin- Regentes" op stapel gezft, een gepantserd schip, bewapend mee 2 kanonnen van 24 c.M. en 4 van 15 C.M., een voor dien tjjd geluk- kig. „plc.bg van het kleine pantserschip. De vreemde mogendheden bouwden toen wel slagschepen, die grooter waren, en van meer en zwaarder kanonnen waren voorzien, kleine pantserschip was toch een tegenstander waarmede rekening gehouden moest worden. De 4 sohepen, type «Koningin-Regentes", die met de 8 krnisers, type «Holland", tjjdens den Japansch-Rassischen oorlog in Indië be schikbaar waren tot de haudhaviog der neutraliteit, waren individueel wel niet opge togen de grootere schepen, waaruit sche vloot bestond, die op weg naar Japan door of langs onze koloniën zonden gaan, maar in geval het op vechten sonde zjjn aangekomen, zonden die Nederlandsche schepen, den vjjand aanzienlyke schade heb ben kunnen doen. De tot op dat tydstip gebouwde slag schepen der groote zeemachten hadden als een bewapening van vier zeer groote kanonnen, van ongeveer 30 c.M. kaliber, een tiental minder zware maar toch ook groote kanonnen van 28 of 24 c.M., behalve bet lichter geschut, bestemd tot afweer van torpedoboot-aanvallen. Hoewel met dat soort sohepen de Japan- rs de Russische vloot geheel hadden ver nietigd, werd toch in dien oorlog de onder vinding opgedaan, dat, om op de groote af- waarop iu het moderne zeegevecht de grootste uitwerking van e scheepsartillerie te verkrijgen, het nood zakelijk was, dat de zware kanonnen op een schip, alle van deselfde soort waren. En verder dat om en welgericht geschutvuur te afgeven, een minimam-aantal van 8 ion noodig is. Aan deie overwegingen beeft de «Dreadnought" haar ontstaan te tnken. Het kenmerkende verschil tnsschen dut schip en zijne voorgangers bestaat niet zoo seer in de meerdere grootte, als wel hierin, dat de «Dreadnought" het eerste schip was, waarvan de bewapening nit één soort van zware kanonnen bestond, n.1.10 van 80.5 c.M. Na dien tijd (1905) volgen alle groote zee mogendheden dit voorbeeldalle alagsohepen, gebouwd na den Japansch-Rassischen oorlog, hebben 8 tot 12 groote kanonnen, alle van één soort, die zelfs op groote afstanden een alles vernietigend geschutvuur kunnen af geven. Zelfs kleinere zeemachten, als Brazilië, Chili, Argentinië, Oostenrijk, Tnrkije, Spanje, Griekenland, bouwen tegenwoordig slag schepen, type-*Dreadnonght." Daardoor, door het scheppen vao de DreadDongbtt" is het kleine pantserschip met een zeer beperkt aantal kanonnen vao groot kaliber een te ongelijke party geworden, is het niet meer te gebruiken tegenover eeu moderne scheepsmacht. Hierop berustte dan ook de algemeene tegenstand tegen het ont werp van den laaUtafgetreden minister van marine, toen deze een pantserschip van 7600 ton met 4 kanonnen van 28 C.M. voorstelde. Is al zoo de stadwaarde vau onze vloot in Nrderland8ch-Indië verminderd door den vooruitgang van de techniek, de behoefte aan een vloot om op te treden tot hand having onzer souverrine rechten is grooter geworden, en wel door do veranderingen op staatkundig en staathuishoudkundig gebied rondom onzen Archipel. Ter verdediging van ons waardevol kolo niaal bezit hebben wjj thans in Nederlandsch- Indië een viertal kleine pantserschepeD, wier gevechtswaarde zeer gering gewordon is, be nevens eeoige torpedo-jagers en torpedo een macht, ten eenenmale onvol- voor de haar opgelegde taak. Het besef onzer onmacht ter zee in Nederlandsch- Indië drong door tot bet corps zee-officierent waaruit een anderhalf jaar geleden, unisono stemmen opgingen tot ophefflog der zeemacht. Deze stemmen zyn toen opgevangen door De Nederlander van 15 Maart 1912; en het besef van den gevaarleken toestand drong door tot de leden der Tweede Kamer, waar van weer het gevolg was de instelling van eene Staatscommissie. Aan deze commissie de taak om voorstellen te doen nopens een betere inrichting van onze vloot; aan het Neder landsche volk de verplichting om de daartoe bcnoodigde gelden ter beschikking van de regeeriog te stelieD. Het gestrande zinkstuk. Uit West-Terschelling schryft men d.d. 6 •zer aan het ,N. v. d. D.": Heden kwam hier binnen de Dnitsche sleepboot „Fairplay", van Hamburg, die een tros in de schroef had gekregen. Dit st •om achip was 3 April van Emden vertrokken reusachtigen lichter op sleeptouw van 40 voet hoogte. Dit gevaarte was ten gevolge vau den Oostenwind van Zaterdag j.1. op drift geraakt en nadat nog twee Hollandsche trawlers tevergeefs hadden ge tracht, het af te sleepen, was het steeds westelijke richting afgedreven, en, tenslotte op het Noorderstrand alhier by paal 17 vastgeloopen. Het ziet er nit als een groote vierkante bak, veel gelykende op een dryvend droogdok, is geheel van yzer en et cement beswaard. Zyn bestemming was Helgoland, waar het zou worden gebraikt als zinkstok voor de aan te leggen fortificatiën. Daar het hoog verzekerd is, zullen vanwege assurantie zeker alle pogingen in 't werk gesteld worden het af te brengen. Nog van de seesyde, noch van het strand is het echter te naderen, zoodat er eerst een diepe genl zal moeten worden gezogen, alvorens sleepbooten iels kannen ondernemen. Een mooie affaire voor don Eugelschen bargingsstoomer „Lyons", die hier weder is geariveerd, om de werkzaamheden op de „Lutine" te hervatten. Nieuws uit Spitsbergen. Eerder dan verwacht was is zekerheid ver- aangaande het lot van een achttal der Schröder-Stranz-expeditie op Spits- By Avcntbaai zyn tbans n.1. in ver wonderlijk goede conditie de loods StenerseD, db stuurman Rotvold en twee matrozen, Jör- gen en Jnlins Jensen aangekomen. De kok Stave is aan boord van het expeditieschip ge storven en ook de vliegtechnicns Eberhard is I. Dr. Rildiger, die met een bevroren voet de Wydebaai was achtergebleven by de t van de Treurenbergbaai naar de Advent- baai, waar tot dusver nog maar alleen kapi tein Ritscher den 27sten December verle den jaar was aangekomen, is thans met kunstschilder Raabe in het huis van do Zweedsche expeditie voor graadmeting by de Treuren baai, waar tot Juli voor bon b«' genoeg proviand ie. De vier te Advenl aangekomen zijn blijkbaar de andere zeilen van kapt. Ritscher geweest, die ii December naar het schip terugkeerden, ten einde den aan de Wjjdebaai achtergebleven oceanograaf bijtijds van proviand te voorzien. Tot deze groep, die onder leiding van kapi tein Ritscher trachtte Adventbaai te bereiken behoorden aanvankelijk ook nog de zoöloog dr. Detmers en de botanicus dr. Moeser, die zich echter van de hoofdgroep hebben afge scheiden om te beproeven langs een korteren weg niet over de Wydebaai de Advent baai te bereiken. Van ben beiden weet men nog steeds Diets. En evenmin van luitenant Scmöder-Stranz, die met kapt.-luit. Sand- leben, den geoloog dr. Mayr en den praepara- tor Schmidt in Augustus 1912 de „Herzog verliet voor een oefentocht op het pakys' ten noorden vanSpitsbergen. Men weet, dat daarop in September, toen Sohröder-Stranz en de zjjnen maar niet terug kwamen en kapitein Ritscher insag, dat on mogelijk alle overgeblevenen den geheelen winter door konden bljjven teren op de voor raden aan boord van het schip, door den laatston het sein word gegeven tot den exodus naar de Adventbaai, waar by alleen aankwam*. Treln-kinema. Het moest gebeuren, en dan moest het Amerika zjjo, dat er het eerste mee voor den d«g kwam. Sedert kort rjjden op de lyoen der Pittsbnrg-maatscbappy kioema-wagens, waarin de reizigers, wanneer de reis hen weinig to lang begint te vallen, zich kunnen laten vermaken met het kyken naar een bioscoop-voorstelling. De bonw van spoorwegwagens leent zich zeer goed voor de inrichtiug van een rjjdend schouwburg- zaaltje; de bezwaren waren .slechts, dat 't schudden van den trein aan de duidelijkheid vortooning zou schaden. Doch dit be zwaar heeft men weten te ondervangen, zoo dat do films zeer goed tot ban recht komen. Op de lange rristrajecten zyn deze nieuwe kinemawagons druk bezet; de luiken worden voor de rniten gezet, de stoelen worden om gedraaid, en de wagen, die eenige minuten te voren een salonwagen was, is getrans formeerd in een bioscoop-zaaltje. Uit: „Onder de streep" in het „Handels blad". Ontvangen den volgenden brief nit IJmuiden „Mynheer. Ik bad geleezen in uwe alge meen „Handelsblad" van dien 12} kabeljou met belangstelling, das mynheer nw denkt dat die daarom eDe helft goet is het Artis dominee heb laast gezeg 't heet Obscura Artis Sinistra en opgeschreefn mynheer) das myheer uw geeft ra doch biyk hiervan te niets begrypen geen laasrment want mynheer met, hsflo kaabeljou bedoel wjj een bnneje den maut alzoo mynheer uw is mescbien zelfs een kabeljou of een lefer of toch geen stommeling met kaablesjausogen op uwa test niewaar uw moet mijn niet meogosie in bosspoteljjk nachtlicbie stelen? want mijhoer dat sou uws niet en passen en overigs hoorl mynheer als uw myn een kaabeljantie bestelt nw krijg goet waar, mooi vischie en leefent niet uit ijs en den Mand gratis en. franco met groete van huis tot hnis en ia beleid verwagehtin met versche gnldicht minagchtink nws toe- geneegm vrient klaas J. Stoetman in visch leefent en nit ijs en pruma agentsapsigareD ook pruimtabak voor heeren Rijksweg c no. 62 IJmuideD. P.C. Mynheer wat is een Axaarium Dominee is uit stad en ik wou dat morregen avond op den VerGaaderink graag weten met dank dag mijheer, klaas" SPORT. Voetbal. H.V.V.Leonidas80 overgespeelde serie-wedstrijd, waardoor thans H.V.V. in 't bezit komt van de zilveren medaille, die, met de overige, tentoongesteld zyn in 't schoenenmagazijn van den heer Feyen, Spoorstraat. H.F.C. n—O.k.K. 1—1. H.F.C. i—Wilhelmina i 8—1. Riemerts. Goes. Ter Burg. Bak. Reynders. Wal. Dorlijn. Riomers. Dito. Rapati. Corthals. Olven. v. d. Burg. Verbrugge Ondanks 't minder gunstige weer was de opkomst van 't publiek zeer goed te noemeD. Jammer dat de vry sterke wind veel bedierf en misschien is by wel de oorzaak geweest van 't minder goede spel van W. Als de scheidsreohter beginnen blaast staat Bak nog «op stal", zoodat H. met 10 man begint. By W. zjjn allen present, d.w.s. er staan 11 spelers, waaronder 3 nieuwelingen en één veteraan, die zyn stramme leden nog eens los komt sohoppeu. H. heeft 't voordeel van den wind, maar weel er nog geen ge bruik van te maken, want W. schynt 't al dadelyk te meoneD. Gelukkig komt Bak juist bijtijds aanzetten, om den reddenden «schoen" uit te steken en 't spel te keeren. W. geeft eobter niet op en krijgt zelfs een vrijen schop te nemen, die door Riemerts goed gekeerd wordt. Van nu af is 't vrij wel gedaan met W. Bak plaatst het leder voor Dorljjn's beentjes, een aan ons allen bekende ren van Ko volgt en uit zijn voorzet weet Rapati heel netjes 't le punt te maken (1—0;. Nu schynt W. wat overrompeld. De middenlinie tst zeer slecht, en v. Benthem faalt meer - sn. Nauwelijks heeft v. Olven den bal dan ook weer aan 't rollen gebracht of Kees is er als de kippen by om hem af te nemen, passeert eerst Krnit, deponeert dan den bal bjj Corthals en, als de rechtervleugels niet buiten spel had gestaan, zou de stand 20 zyn geworden. Toch duurt 't niet lang of dit wordt werkelijkheid. De middenlioie van H. is ver opgedrongen en W. totaal ingesloten. Reynders maakt hiervan gebruik om met een ver, hard schot, dat prachtig geplaatst wat, Hermans ten 2en male te doen visschen (2—0). Maar nu werkt W. zich ook wat los, Wilhelm trapt wat by kaD, Kruit is wat op dreef gekomen en de vleugels verrichten meermalen goed werk. Doch 't geluk is niet met hen vóór de S kwartier byna verstreken zjjn, want dan is Groote met Tamsma niet meer te houden en by een scrimmage voor H.'s doel weet v. Olven 't le tegeDpunt te :en (2—1). Kort daarop is 't pauze, ia de rust is W. vol vuur. Meermalen komen ze vinnig opzetten, door slecht schieten echter steeds sonder succes. Beter vergaat 't H.F.C. ees, met zyn taaie, overrompelende kracht, vergezeld van den springlnstigen Rapati, zoeken meermalen 't doel van W. en weldra 1 Riemers dan ook den stand te verhoogen, Hermans een schot van hem verkeerd behandelt (8—1). Toch blyft W. flink door spelen en eens schijnt zo byna succes te hebben, maar Goes vangt het doodelyk schot op, om er weldra de gevolgen van te onder vinden. Hy moet nl. even uitvalleD. Aan beide zyden weet men nu vorder onheil te voorkomen zoodat H.F.C. een misschien iets geflatteerde overwinning kan boeken en tevens in de le afd. don len prijs behaalt. Om den 2en znllen nu a.s. Zondag H.B.S. en Wil helmina moeten kampen. Algem. indruk: By W. was Wilhelm wel de bestev. Benthem bad zyn dag niet, de middenlinie plaatste te weinigin de voorlinie waren de nieuwelingen nog niet gewend aan hnn partners. Bjj HF.C. was alles als gewoonlijk, de invaller Ter Burg viel zeer mee. Rapati, die voor 't laatst mee speelde, heeft H.F.C. mooi door de 2e ronde ge holpen en aldus eea goeden indruk achter gelaten. Minder zyn wy te spreken over 't onhebbelijk optreden van sommigen onder 't publiek. Zy schijnen hun sympathie voor H.F.C. te willen toonon door den tegenstan ders allerlei scheldwoorden toe te schreeawen. We zonden de betrokken personen dringend willen verzoeken niet op soo'n verachtelijke wyze lucht te geven aan hnn gevoelens, maar ook hot spel van niet-H.F.C.'ers te waardeeren, daar zij op die manier de reputatie van H.F.C. eer kwaad dan goed doen. Tot slot een woord van lof voor de wer kelijk uitstekende wyze, waarop de scheids rechter (een adelborst) dezen wedstrijd tot aller tevredenheid heeft geleid. Eeks. DIT DE HELDKRSCH8 SAMEHLEYIKG. Door P. N. v. R. Onder vistchert aan boord. XIII. „Wat vraag je voor dat zoodje, baas?" „Zeven stuivers." ,,'k Geef een kwartje." „Laten we het verschil deelen, dertig centen." „Nee, 't is te veel, met vyf-en-twintig is die katvisch r1 duur genoeg betaald." „Katvisch? God laat je gezond! Katvisch? Man, je weet er niets van. Kjjk ereis wat een jnweel van een schol, soo'n kostelijk beest kryg je alle dagen niet onder den nens, twee duim dik visch op de graat en vet van belang." Met beide banden aan kop en staart hield hij er een omhoog. „Non, moet je Versche, levende waar, hoor. Kom maar bier op dek, dan kan je ze beter zien. Bedriegen doe ik niemand. Aan de kar zal je dat soort vast niet koopen. Allo, graag of niet Een ond, klein manneke, met paarsig-roode bolle waDgen, een geponBionneerde naast me, sprong kwiek op den Helderschen botter, die voor den bcg h6t donkere Wachtschip lag, en hurkte neer bij een mand met viscb. Met kennersblikken brsag bij de schol, woelde ze om, gooide ze nit elkaar en veegde z'n vieze vingers af aan een nog stijf ge vouwen helder schoone roode sakdoek, om dan opeecs als teleurgesteld op te kyken en hoofdschuddend te zeggen: „De meesten zijn dood, ik bied twee dubbeltjes." „Kristenzielen, wat zeg je daar Dóód Dat zal je me waar maken, leelyke ouwe suuifnensl Wat verbeeld jy je wel? Wou jij soms een fatsoenlijk menach voor schandaal zetten? Nou krijg j0 D'0t 000s. Blyf er asjeblieft af en ga zoo gauw mogelijk van boord. Znlke klanten als jij kunnen voor mijn part naar den dnivel loopen. Stap maar weer aan wal, vader, je eet van my morgen len lekkere visch in boter en mosterdsaus." Het verblufte kooplustige mannetje deed nog een zwakke poging om de vig"ch toch voor twintig centen mee te nemen, maar zonder verder met hem in woordecwisBeling te treden, schudde de schipper van neen. andere collega-liefhebber, bedaard rookend nit zyn houten tabakspijpje, gekleed in een lange zwarte jaa, die hoog aan den hals gesloten was, misschien vervnld van bet aangename vooruitzicht op gestoofde schol met schyfjez citroen en notemnskaat, bood vyf cent meer. kwartje maar maak je ze dan ook voor me schoon 'n Verachtelijk nens ophalen van den schip per. „Hè Ben je mal M'n goeie vriend, dat doe ik nooit I" „En de venters dan „De venters do venters o, maar met die hoef ik niet te concurreeren trouwens, het piysje is me te laag om nog zoo'n karwei op den hals te halen." Een derde burgerman, met een chocola- bruin vilten deukhoed) e op het flksche ge zicht, die er nieuwsgierig naar keek, pakte iniatnnr scholletje dat naar lucht aan de kieuwen beet, en waagde in midden te brengen dat zulk klein goed, verkocht. voor een dubbeltje, in de gemeente 1 van tong: )ch kc De schipper, rood van kwaadheid, nam de drie personen van het hoofd tot de voeten ■pottend en vroeg met radheid .,Och kom, wou jo ze niet voor niemendal hebben Een dnbbeltje I Meen je dat Wil ik ze er soms óók nog voor schoonmaken? En thuis brengen? Hahaha, het is om er vroolyk bij te schaterenHoor eens, men- schen, doe me nou het genoegen on vertrek zoo spoedig mogelyk, want jullie verveelt me al lang." Na deze uitbarsting ging het drietal heen i langzaam opwandelend over den steiger naar 't Havenpleiu, badden de brave Helder- sche huisvaders onderling nog nitbnndigen schik om de lichtgeraaktheid van den schipper, die met lnider stemme hen de noodige ver- rentchiogen nazond. Dien Zaterdagavond woei er oen frisch, zuiverend windje, er was geen wolkje aan den met sterren verlichten hemel en in het Oosten hing de maan als een groote gele lampion stralend te scbynen. Ik stond aan den waterkant naar dit altijd aanlokkende panorama van de Zuiderzee te gluren, toen de schipper plotseling riep: ,Ncu moet u toch eens zier, wat een fatsoenlijke schol voor den Zondag. Endaar durven zulke kale lui een dubbeltje voor te bieden. Ik gooi ze nog liever te water. Na tuurlijk zyn het weer gepensionneerdeD, die voor eeD fu'je willen smullen. Ik krijg ze wel meer hier aan boord, maar er is geen cent aan te verdienen. Zeven stuivers ge vraagd en een derde geboden. Is dht visch zoo'n bagatel? Ik wed dat de beste burger ze morgen niet beter krijgt. Mag je voor zoo een prachtige partij eigenlijk geen twee kwartjrs hebber?" Aangemoedigd door myn toestemmend ge baar, ging hy voort: „Twee, vier, zes, acht, tien twaalf kltioe scharretjes en de rest, wel dertig, veertig grooto schollen. Weet je wat Ik neem ze straks zelf mee om m'n vrouw te dan hebben we morgen van den slager niets noodig en Eensklaps trof een zonderling gelnid zijn ir. In onze onmiddellijke nabyheid begon n kind zachtjes te schreien. De schipper luisterde aandachtig en na een oogenblik van stilte werd het denrtje van de roef geopeDd en een allerliefste jongen van vijf of zes jaren, met friszche koontjes en tranen in de oogen, kwam te voorschijn. «Ik kan niet meer zien, vader steek jo hot liebt op gaan we nog niet naar huis «Ja, liefje ik kom bij je" De schipper stak een banglaropje aan en toen het licht voldoende de lage ruimte bescheen, zag ik een bniselijk hokje, opval lend zindelijk en warm van gezelligheid. Alsof we reeds ende kennissen wa noodigde de schipper my nit om even binnen te komen teneinde zyn vertrekje aas boord in oogenachouw te cemeD, en met trots ver telde hy wat de doelmatige vertimmering en het schilderwerk bad gekost, dat allemaal noodzakelijk was geweest, omdat zyn scbnit de volgende maand vijf-cn-twintig jaar ou4 was en het dagelykache verblijf in den laat- zten tyd er zeer verwaarloosd had uitgezien. „Dat is myn jonste meneer," zei dé schip per, toen bet bydebaudte drommelije een aanval op het melkkannetje deed en zijn vingertjes in de suikerpot stak, „en het ia al een groote baas, hoor; als hg niet op school zit en ik hier binnen ben, dan is hg »iet van boord te slaan. Wat moet je worden, KlaaB Hoort n welschipper, 't Zit in het bloed, meDeer. Enfi als hg later kan krygen, dan geef ik hem groot gelyk, ander ambacht loop ik niet hoog. En wanneer hg dan net zoo gelukkig wordt als zyn vader, dan zal by nooit klagen, want ik ben best tevreden en heb tot nog toe geen spgt dit vak gekozen te hebben. Wg waren vroeger tbnis met vgftien kinderen, negen jongens en zez meisjes, allen welgeschapen, allen gezond, allen op- pazsend. Het was bg ons een gezin vol vrede en liefde, want mgn ouders hielden veel van elkaar en hoewel mgn vader geea fortuin had, daartoe kostte het gezin te veel, toch heerschte er een goed-bnrgerlyke wel vaart, want mgn ouwe heer verdiende flink geld, sprak zes zeven verschillende talen en deed dienst als tolk toen hier in 'tNieuwe- .i veel vreemde koopvaardgsohepen kwa men. Wg, kinderen,'groeiden voorspoedig op en hadden alle vlugge hoofden en geen onzer was zonder talent. Mgn oudste broer werd ambtenaar by de poztergen, die er op volgde ia predikant geworden, de derde kwam op een advocaten-kantoor te Amsterdam, de vierde d bg de belasting geplaatst, de vgfde d monteur aan een machinefabriek te Dasseldprf, de zesde wist het te brengen tot majoor by de infanterie, de zevende werd onderwgzer aan een christelgke school en de achtste machinist bg de Hol land- Amerika- Lgo, terwyl mgn zusters, bgzondere mooie en ontwikkelde meisjes, allen goede betrekkingen kng.. Alleen ik was een heele gewone jon geD, die niet van leeren hield omdat ik er zoo'n moeite mee had. Varen en vizscheD was mgn lust en mgn leven. Doch mgn vader won het eerst op een andere manier met my prebeeren, ik werd kruideniersbediende in een klein winkeltje, melkboer, krantenjongen, smid, timmerman, schilder, schoenmaker, kantoor bediende, slager, kleerenmaker en stoker. Maar nergens kon ik in uitmunten, overal scheen ik te dom om het tot iets te brengeD. Daarom nam myn vader mg thniz en ik liep een jaar werkeloos rond. Het was de treurig ste tyd van mya leven, want ik wist niet wat te beginnen. Aan tafel at ik 's middags met schaamte en van allen het meest, want ik waa lang en robuat en zeer gezond. Myn der hield het meest van mg en daar xg wist waar ik idéé in had, bewerkte zg mgn vader dat ik naar zee mocht. Hg gaf na veel gepraat toestemming en ik werd knecht op de „H.D. 428", eigenaar schipper Aria van der Plaat. Ik deed erg mgn best, was vlgtig, oppassend en had in eenige jaren aardig wat geld gespaard, toen mgn patroon stierf en zgn schuit zon verkocht worden. Met myn moeder overlegde ik of ik desaak niet zelf kon overnemen. Maar mgn vader er tegen, want bg meende dat znlke dingen met te groot kapitaal moesten aan gepakt worden. Myn moeder leende echter bg een vriendin een fliok bedrag en zoo werd ik dan zelf acbipper en het ging my waarlyk goed. Mgn oudste broer bad een zieke vronw en erg zwakke kinderen en had een swaren dobber om allen in het leven te hondende dominéé leed aan een hartkwaal, moest zgn ontslag nemen en is nn tot last van zyn schoonvader; de bediende van den advocaat is aan de tering gestorven; de ambtenaar van de belasting zit in het krank zinnigengesticht te Moorenberg; de monteur werd wegens faillissement ontslagen en is nn mynwerker; de infanterie-majoor is wegens dronkenschap nit dienst ontslagen; de onder wgzer is borstig en moet acht maanden van het jaar rust honden op een ledikant voor het open raam; de machinist is te New- York aan een blinde-darm-ontsteking over laden en van mgn zes znsters zgn er vier altgd ziekelyk en twee zgn door tegenspoed in saken zoo achteruit gekrabbeld dat sg af en toe by my wel eens aankloppen om wat afgedragen kleertjes voor bun kinderen. Het is zonderling, maar van allen was ik, die toch zoo bitter weinig van de natnur had meegekregen, de eenige wien het financieel goed ging, die dikwyls in stilte de broers en znsters kon stennen waar dit noodig was. Nu ben ik straks vyf-en-twintig jaar ge trouwd, woon aangenaam met mgn vrouw en zes kinderen aan 't Nienwediep, leef be scheiden en werk hard voor m'n brood, maar als ik op zee zoo aan het roer sta, dan komt het wel eens in mg op, dat ik mgzelf niet zoo geheel hoef weg te werpen en dat ik, al was ik dan ook niet zoo talentvol als lijn broers en zusters, toch ook een soort talent heb meegekregen, een talent om je zelf niet te overschatten en verstandig in je scbippersbedryf te zgn, zoodat jeonafhanke- Igk in bet leven kan staan, want zoolang ik aan boord myn eigen baas ben, beb ik nooit van iemand iets noodig gebad, en wat nn myn familie betreft, als de een of andere broer of zuster in stilte geitennd moet wor- des, dan denk ik: ze hebbeD toch allen een heelen toer gehad met al faun talenten eu is zaliger te kannen geven dan te ont- igenHalo, Klaassie, we gaan van boord en naar moeder, dan kan te de visch schoonmaken voor morgen. Geef die meoeer maar eens een mooi handje. Of loopt uwes mee iug. de haven en over het Aokerpark?" EINDE. TWEEDE KAMER. Dinsdagmorgen begon de Kamer aan de beraadslagingen omtrent de oprichting van een nienw krankzinnigengesticht. Dit gesticht zal in de gemeente Woonsel (bg Eindhoven) komen. Da heer Oosterbaan (a.-r.), de af gevaardigde van Enkbuizen, vreesde, dat het gesticht te Medemblik ontvolkt zou worden. Anderen badden het over de kosten en het meer of minder geschikte van de plaats. De Minister stelde de ongernsto leden ge rust van ontvolking van bet gesticht Medem blik is geen sprake en wat de kosten betreft, zal nog eens nagegaan worden of het goed- kooper kan. Het wetsontwerp werd daarna aangenomen. Hierna behandelde de Kamer het wets ontwerp tot overneming door het Rgk van de locale telefoonnetten der Ned. Bril Tole- foon-maalschappg, een kwestie van f 1.300.000. De bedoeling is, dat zooveel mogrigk andere particuliere netten worden Rangekooht; wordt te veel gevraagd, dan zal de Staat desnoods ■elf een net exploiteeren in zulk een ge meente. Een algeheele staatsexploitatie das van de telefoon, met uitzondering voorals nog van de drie groote steden Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Ook dit ontwerp werd aangenomen. Over de oprichting van een Surinaamsche Caltunrback sprak Woersdag de heer De Meester (u.-l.) en verschillende andere heeren voegden er zich bjj. Het resultaat was, dat de kwestie van de baan is en blyft. De bacovenplanters krjjgen het gewone znbzidie niet meer en krjjgen nn ook geen bank- orediet. Overigens Woensdag nog wat Ziektever zekering, waaruit niets t« reviewsa valt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1913 | | pagina 1