KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder, Texel, Wleringen en Anne Paulowna.
Ho. 4192
Zaterdag 12 April 1918.
4late Jaargang.
't Vliegend Blaadje p. 3 m.50 et, tr. p. poet 75 ct.,
Pre- Zondagsblad i 37* 45
Pre- Zondagsbl
miêzj Vodeblad
(Voor bet bnitealaad bQ roomitbetaling.)
Adrertentièa raa 1 to> 5 regels (bij vooruitbetaling) 30 ceat
Elke regel meer. 6
Bewijt-exemplaar 2$
Vignetten en groote letters wordea itir plaaitrnimte berekend
Infarct..
Telefoon SO.
Verschijnt Dinsdag- sn Vrijdagmiddag.
Uitgaven C. DE BOER Jr., Helder.
Bureau Koningstraat 29. Intarc. Talaf. <0.
Tweede Blad.
Opgave van do alhier gevestigde en
vertrokken personen.
Gevestigd.
Naam: Beroep: Woonplaats:
J. Krab, pianist, Molenstraat 95, 's-Hage.
Wed. T. Stom, x.b., Piet Heinstr."
GeL
N.H.
Öchiedam.
P. Vis, korp.-timmerman, Ooststeeg 4, Adam.
T.v.Arkel, i.b., Achterbinnenhaven 58, Sliedrecht
J.Ü.Roo',serg.-torpedom.,Breewateritr.54,A'dam.
K.Ruurds,landbuuwer,Koegra*159,üude-Niedorp.
G. Butter, stuurman, Hoofdgr. 63a, Wijdenes.
H.G.Sondorp,kp.-st., '2eTroonstr.58, Hellevoetsl. R C.
W.Hoflaud,serg.-seiner,Kon.dw.str.33b,'s-Hage. N.H.
B.A.v.Arkel,serg -bott.,4chterbin.h 59,Sliedrecht.
P.T.Luyckx, kantoorb., Weststraat 61, Alkmaar. R.C.
0. Verburg, mannier, Dijkweg 89, R'dam. N.H.
Th. R. Luyckx, notarisklerk, Weststr. 61, Zijpe. R.0.
J. A. de Ridder, korp.-stoker, Molengr. 23, A'dam.
M. J. Kor ver, s. b., Weststraat 42, R'dam N H.
T.Djjkstra, ma).lnf.,Djjkstraat3-2t, Amersfoort. Geen.
H.J.Sandkuyl,gasst.,leVroonstr.ÖO,Maartenidjjk. R.C.
G. C. de Groot, fotograaf, Spoorstr. 26, 's-Bosch.
J.Paret, serg.-hofm ,Vlamingdw.str.8, Hellev.sl, N.H.
Vertrokken.
Naam: Beroep: Van: Naar: Gel.
H.B.Pothof,maj.derInf,,Hoofdgr.,Princenhage. Geen.
J. Engel, sluuknecht, Builenh. 42, Purmerend. N.H
C.K.Dogger, smid-bankw., Kanaalw.116,Alkmaar.
C. Bethlehem. bioscoophouder, Loodsgr., 's-Hage.
A.J.v.Seumeren, bankw., Nieuwstr.^7,Zaandam. Ger.
F. B. Tegeler, werkman, Achteratr. 41a, R dam. N.H.
H. I. Hendrikse, gep., v.«n Galenstr. 47, A'dam. R.C.
D. Ghrisiiani, gep., Goversstraat 13, A dam. N.H.
J. Smit, serg.-stoker, Walvischstr. 48, N.-Helvoet.
D.Doves,boerenkn.,Koegras 105,AnnaPaulowna. D.G.
P.G.Busser.matr ,Bronwerstr.63,Hellevoetsluis. N.H.
H.M.van Djjk, z.b., Loodsgracht 63, Hilversum. Geen.
M.E. Pels, z.b, Achterbinnenhaven80, Adam. Ger.
S. Groot, gepHoogstraat 26, Amsterdam. R.C.
NIEUWSBERICHTEN.
HELDER, 11 April.
A.n.g.o.b.
Zooals uit achterstaande advertentie bljjkt,
heeft de Algemeene Nederlandsche Gsheel-
onthondersbond, afdeeling Helder, een pro-
paganda-aTond georganiseerd op Zaterdag
19 April.
De heer F, Mol van den Haag zal te
deser gelegenheid eene lezing houden over
het onderwerp „Allen tegen den Alcohol",
terw^l de heer Joh. Pala (riool), mejuffrouw
R. Koek (piano) en het geheel-onthouders-
zangkoor „Ons Doel" (directeur de heer C.
W. Rusting) medewerking hebben toegezegd.
Het belooft dus een nuttige en genoeglijke
arond te worden.
Telefoon.
Nieuwe a a n e 1 ui t i n g e n
2 X 268 Krijgsraadkamer.
1 X 268 Marinierskazerne.
269 Leen, L., Rijwielen, Hoofdgr. en
Langestraat (hnish.).
Onze vloot en onze koloniën.
In een dezer dagen gehouden vergadering
van de afdeeling Amsterdam van de ver-
eeniging Onze Vloot, heeft kapt. ter zee H.
T. Hoven een lezing gehouden over de ver
anderingen in en om den Maleischea Archi
pel, de staatkundige en de staathuishoudkun
dige vervorming van het verre Oosten en de
oorzaken, waarom thans sooveel meer als
vroeger voor de weermiddelen in onze kolo
niën wordt geëischt. Uit de jongste geschie
denis blijkt een streven van de verschillende
mogendheden om onze rechten in den Ma-
leisohen archipel te eerbiedigen. Maar, vroeg
spr., zal dit zoo blijven? In den Japansch-
Rnssischen oorlog vond de Nederlandsche
regeoring het geraden de scheepsmacht in
Nederlandsch-Indië aan te vallen, ten einde
do neutraliteit krachtig te kannen handhaven.
Ook werden eenige plaatsen, als SabaDg en
de Emmahaven, versterkt, en door het leger
bezet. Zoowel Japan als Rusland hebben
toen onze onzijdigheid geëerbiedigd, maar
voor geen der partijen bestond er aanleiding
om dit niet te doen. Het zou echter een ge
vaarlijke politiek zijn, te veel vertrouwen te
stellen in deze weinige feiten. Wij behoeven
niet eens ver terug te gaan in de geschiede
nis om daden van geweld te vinden, die
volkomen in strijd zijn met het volkenrecht
of wat als zoodanig door de bedrijvers van
dat geweld erkend was. Spr. herinnerde in
dit verband aan de aanleiding van den
Spaansch-Amerikaanschen oorlog in 1898.
Tevergeefsch zoekt men naar een rechts
grond voor dezen oorlog; het is het ruw
geweld dat zegeviert.
En een zelfde voorbeeld levert de verdeeling
van China in 1897 en 1898. Het eenige motief
voor deze daad van geweld is het quia
nominor leo„omdat ik de leeuw ben", zoo
als mr. dr. C. O. Ph. Creutz in het Tijd
schrift Themis opmerkt (1901). Meermalen
wordt in Nederland verkondigd dat het be
houd onzer koloniën ons gewaarborgd is door
den onderlingen naijver van de mogend
heden. Laten degenen die zoo spreken, don
ken aan Denemarken in 1866, aan de Trans
vaal en Oranje-Vrijstaat in 1900, aan Tripoli
in 1912. 't Is, zooals Recé Pinon in «La
Lntte pour le pacific" omtrent onze koloniën
zegt: ,Het is gevaarlijk voor een kleine,
slecht gewapende natie, omringd door mach
tige en naijverige naburen, een zeer rijk
grondgebied te bezitten. Het goede recht,
zonder kracht zou op zekeren dag voor de
Nederlandsche koloniën niet meer een vol-
doendo waarborg kunnen bljjken te zijn'
Bovendien, zeide spr., de koloniën zijn rijk,
waarom zijn wjj dan, in dit opzicht
kracht Spr. gaf van den rijkdom een I
door het noemen van cijfers, en hjj trad
by in eene vergelijking tnsschen Nederland
en de andere landeD. Ook betoogde hij, in
aansluiting daarmede, welk een groot belang
Insulinde voor het Nederlandsche volk beeft.
Daarna kwam spreker tot de taak van
onze vloct in Indië. Allereerst ging hjj daar
toe in de geschiedenis terug. Behalve de
kleinere oorlogsschepen, bestemd tot hel
bandharen van orde en rust en het beteu
gelen van den zeeroof, waren na het over
nemen der koloniën van bet Engelsche tus-
echenbestaar, altijd eenige groote
schepen in Indië aanwezig voor i
meenen dienst.
De Indisohe regeering klaagde herhaaldelijk
dat Nederland oude en slecht-uitgeruste
schepen zond, waardoor de kosten van her
stelling en en onderhond, die te haren laste
hoog werden. En in 's lands
werd dikwerf de meening ver
kondigd, dat de eischen voor den Iodischen
dienst, zwaar drukten op het budget van
Marine.
Na langdurige wrjjving kwam in 1875 een
regeling tot «tand, waarby een auxiliair es
kader voor Indië werd ingesteld, bestaande
uit eenige groote schepen, speciaal bestemd
aven van Nederland's sonve-
reine rechten in den Maleischen Archipel.
De kosten daarvan werden volgens een vasten
grondslag tnsschen Nederland en Neder
landsch-Indië verdeeld. Die grondslag onder
ging sedert eenige wyziging; do naam auxi-
liair eskader werd in 1906 veranderd in
dien van Nederlandsch eskader; maar sedert
1875 was er stseds een eskader bestaande
uit 4 tot 6 groote Bchepen aanwezig.
Die schepen waren wel niet groot, maar
toch ongeveer van hetzelfde charter als de
schepen, welke de andere koloniale mogend
heden in Oost-Azië hadden.
In 1871 stonden wy met het ramtorenschip
Prins Hendrik der Nederlanden" zelfs aan
le spits.
Tot de bewapening der kleinere oorlogs
schepen behoorde dén groot kaoon, waardoor
zjj ingeval van stryd tegen een bniteoland-
schen vjjand te gebruiken zonden zyn. Zoo
hadden de schroefatoomschepen 4e klasse,
ongeveer 1874 op stapel gezet, één
n van 18 cM., de latere een achterlaad-
n van 16 oM, beide geschutsoorten
uitgerust met pantserprojectielen.
Maar door de meerdere toepassing van
het pantser op de moderne oorlogsschepen
door de invoering van het snelvnurgeschnt
waren de kleinere oorlogsschepen niet meer
bruikbaar tegenover een Europeeschen vyand.
Het groote kanon op de kleine schepen ver-
dwjjnt dan ook. De schepen na 1888 voor
de Indisohe Militaire Marine gebouwd,
werden met geen zwaardere kanonnen dan
van 12 c.M. bewapend, spoedig daarop, in
1892, selfs met nog kleinere, van 10.5 c.M.
De verwachting van hen, die
kleine oorlogsschepen te kuonen
aan krijgsverrichtingen tegen moderne oorlogs
schepen ging in 1898 in Caritz, naby Manilla,
st de schepen te gronde.
In 1898 werd voor de verdediging van
Nederlandsch Indië het type „Koningin-
Regentes" op stapel gezft, een gepantserd
schip, bewapend mee 2 kanonnen van 24 c.M.
en 4 van 15 C.M., een voor dien tjjd geluk-
kig. „plc.bg van het kleine pantserschip.
De vreemde mogendheden bouwden toen
wel slagschepen, die grooter waren, en van
meer en zwaarder kanonnen waren voorzien,
kleine pantserschip was toch een
tegenstander waarmede rekening gehouden
moest worden.
De 4 sohepen, type «Koningin-Regentes",
die met de 8 krnisers, type «Holland", tjjdens
den Japansch-Rassischen oorlog in Indië be
schikbaar waren tot de haudhaviog der
neutraliteit, waren individueel wel niet opge
togen de grootere schepen, waaruit
sche vloot bestond, die op weg naar
Japan door of langs onze koloniën zonden
gaan, maar in geval het op vechten sonde
zjjn aangekomen, zonden die Nederlandsche
schepen, den vjjand aanzienlyke schade heb
ben kunnen doen.
De tot op dat tydstip gebouwde slag
schepen der groote zeemachten hadden als
een bewapening van vier zeer groote
kanonnen, van ongeveer 30 c.M. kaliber, een
tiental minder zware maar toch ook groote
kanonnen van 28 of 24 c.M., behalve bet
lichter geschut, bestemd tot afweer van
torpedoboot-aanvallen.
Hoewel met dat soort sohepen de Japan-
rs de Russische vloot geheel hadden ver
nietigd, werd toch in dien oorlog de onder
vinding opgedaan, dat, om op de groote af-
waarop iu het moderne zeegevecht
de grootste uitwerking van
e scheepsartillerie te verkrijgen, het nood
zakelijk was, dat de zware kanonnen op een
schip, alle van deselfde soort waren. En
verder dat om en welgericht geschutvuur te
afgeven, een minimam-aantal van 8
ion noodig is. Aan deie overwegingen
beeft de «Dreadnought" haar ontstaan te
tnken.
Het kenmerkende verschil tnsschen dut
schip en zijne voorgangers bestaat niet zoo
seer in de meerdere grootte, als wel hierin,
dat de «Dreadnought" het eerste schip was,
waarvan de bewapening nit één soort van
zware kanonnen bestond, n.1.10 van 80.5 c.M.
Na dien tijd (1905) volgen alle groote zee
mogendheden dit voorbeeldalle alagsohepen,
gebouwd na den Japansch-Rassischen oorlog,
hebben 8 tot 12 groote kanonnen, alle van
één soort, die zelfs op groote afstanden een
alles vernietigend geschutvuur kunnen af
geven. Zelfs kleinere zeemachten, als Brazilië,
Chili, Argentinië, Oostenrijk, Tnrkije, Spanje,
Griekenland, bouwen tegenwoordig slag
schepen, type-*Dreadnonght."
Daardoor, door het scheppen vao de
DreadDongbtt" is het kleine pantserschip
met een zeer beperkt aantal kanonnen vao
groot kaliber een te ongelijke party geworden,
is het niet meer te gebruiken tegenover eeu
moderne scheepsmacht. Hierop berustte dan
ook de algemeene tegenstand tegen het ont
werp van den laaUtafgetreden minister van
marine, toen deze een pantserschip van 7600
ton met 4 kanonnen van 28 C.M. voorstelde.
Is al zoo de stadwaarde vau onze vloot in
Nrderland8ch-Indië verminderd door den
vooruitgang van de techniek, de behoefte
aan een vloot om op te treden tot hand
having onzer souverrine rechten is grooter
geworden, en wel door do veranderingen op
staatkundig en staathuishoudkundig gebied
rondom onzen Archipel.
Ter verdediging van ons waardevol kolo
niaal bezit hebben wjj thans in Nederlandsch-
Indië een viertal kleine pantserschepeD, wier
gevechtswaarde zeer gering gewordon is, be
nevens eeoige torpedo-jagers en torpedo
een macht, ten eenenmale onvol-
voor de haar opgelegde taak. Het
besef onzer onmacht ter zee in Nederlandsch-
Indië drong door tot bet corps zee-officierent
waaruit een anderhalf jaar geleden, unisono
stemmen opgingen tot ophefflog der zeemacht.
Deze stemmen zyn toen opgevangen door
De Nederlander van 15 Maart 1912; en het
besef van den gevaarleken toestand drong
door tot de leden der Tweede Kamer, waar
van weer het gevolg was de instelling van
eene Staatscommissie. Aan deze commissie de
taak om voorstellen te doen nopens een betere
inrichting van onze vloot; aan het Neder
landsche volk de verplichting om de daartoe
bcnoodigde gelden ter beschikking van de
regeeriog te stelieD.
Het gestrande zinkstuk.
Uit West-Terschelling schryft men d.d. 6
•zer aan het ,N. v. d. D.":
Heden kwam hier binnen de Dnitsche
sleepboot „Fairplay", van Hamburg, die een
tros in de schroef had gekregen. Dit st •om
achip was 3 April van Emden vertrokken
reusachtigen lichter op sleeptouw
van 40 voet hoogte. Dit gevaarte was ten
gevolge vau den Oostenwind van Zaterdag
j.1. op drift geraakt en nadat nog twee
Hollandsche trawlers tevergeefs hadden ge
tracht, het af te sleepen, was het steeds
westelijke richting afgedreven, en,
tenslotte op het Noorderstrand alhier by paal
17 vastgeloopen. Het ziet er nit als een
groote vierkante bak, veel gelykende op een
dryvend droogdok, is geheel van yzer en
et cement beswaard.
Zyn bestemming was Helgoland, waar het
zou worden gebraikt als zinkstok voor de
aan te leggen fortificatiën. Daar het hoog
verzekerd is, zullen vanwege assurantie zeker
alle pogingen in 't werk gesteld worden het
af te brengen.
Nog van de seesyde, noch van het strand
is het echter te naderen, zoodat er eerst
een diepe genl zal moeten worden gezogen,
alvorens sleepbooten iels kannen ondernemen.
Een mooie affaire voor don Eugelschen
bargingsstoomer „Lyons", die hier weder is
geariveerd, om de werkzaamheden op de
„Lutine" te hervatten.
Nieuws uit Spitsbergen.
Eerder dan verwacht was is zekerheid ver-
aangaande het lot van een achttal
der Schröder-Stranz-expeditie op Spits-
By Avcntbaai zyn tbans n.1. in ver
wonderlijk goede conditie de loods StenerseD,
db stuurman Rotvold en twee matrozen, Jör-
gen en Jnlins Jensen aangekomen. De kok
Stave is aan boord van het expeditieschip ge
storven en ook de vliegtechnicns Eberhard is
I. Dr. Rildiger, die met een bevroren voet
de Wydebaai was achtergebleven by de
t van de Treurenbergbaai naar de Advent-
baai, waar tot dusver nog maar alleen kapi
tein Ritscher den 27sten December verle
den jaar was aangekomen, is thans met
kunstschilder Raabe in het huis van do
Zweedsche expeditie voor graadmeting by
de Treuren baai, waar tot Juli voor bon b«'
genoeg proviand ie. De vier te Advenl
aangekomen zijn blijkbaar de andere
zeilen van kapt. Ritscher geweest, die ii
December naar het schip terugkeerden, ten
einde den aan de Wjjdebaai achtergebleven
oceanograaf bijtijds van proviand te voorzien.
Tot deze groep, die onder leiding van kapi
tein Ritscher trachtte Adventbaai te bereiken
behoorden aanvankelijk ook nog de zoöloog
dr. Detmers en de botanicus dr. Moeser, die
zich echter van de hoofdgroep hebben afge
scheiden om te beproeven langs een korteren
weg niet over de Wydebaai de Advent
baai te bereiken. Van ben beiden weet men
nog steeds Diets. En evenmin van luitenant
Scmöder-Stranz, die met kapt.-luit. Sand-
leben, den geoloog dr. Mayr en den praepara-
tor Schmidt in Augustus 1912 de „Herzog
verliet voor een oefentocht op het
pakys' ten noorden vanSpitsbergen.
Men weet, dat daarop in September, toen
Sohröder-Stranz en de zjjnen maar niet terug
kwamen en kapitein Ritscher insag, dat on
mogelijk alle overgeblevenen den geheelen
winter door konden bljjven teren op de voor
raden aan boord van het schip, door den
laatston het sein word gegeven tot den exodus
naar de Adventbaai, waar by alleen aankwam*.
Treln-kinema.
Het moest gebeuren, en dan moest het
Amerika zjjo, dat er het eerste mee voor
den d«g kwam. Sedert kort rjjden op de lyoen
der Pittsbnrg-maatscbappy kioema-wagens,
waarin de reizigers, wanneer de reis hen
weinig to lang begint te vallen, zich
kunnen laten vermaken met het kyken naar
een bioscoop-voorstelling. De bonw van
spoorwegwagens leent zich zeer goed voor
de inrichtiug van een rjjdend schouwburg-
zaaltje; de bezwaren waren .slechts, dat 't
schudden van den trein aan de duidelijkheid
vortooning zou schaden. Doch dit be
zwaar heeft men weten te ondervangen, zoo
dat do films zeer goed tot ban recht komen.
Op de lange rristrajecten zyn deze nieuwe
kinemawagons druk bezet; de luiken worden
voor de rniten gezet, de stoelen worden om
gedraaid, en de wagen, die eenige minuten
te voren een salonwagen was, is getrans
formeerd in een bioscoop-zaaltje.
Uit: „Onder de streep" in het „Handels
blad".
Ontvangen den volgenden brief nit IJmuiden
„Mynheer. Ik bad geleezen in uwe alge
meen „Handelsblad" van dien 12} kabeljou
met belangstelling, das mynheer nw denkt
dat die daarom eDe helft goet is het Artis
dominee heb laast gezeg 't heet Obscura
Artis Sinistra en opgeschreefn mynheer) das
myheer uw geeft ra doch biyk hiervan te
niets begrypen geen laasrment want mynheer
met, hsflo kaabeljou bedoel wjj een bnneje
den maut alzoo mynheer uw is mescbien zelfs
een kabeljou of een lefer of toch geen
stommeling met kaablesjausogen op uwa test
niewaar uw moet mijn niet meogosie in
bosspoteljjk nachtlicbie stelen? want mijhoer
dat sou uws niet en passen en overigs
hoorl mynheer als uw myn
een kaabeljantie bestelt nw krijg
goet waar, mooi vischie en leefent niet uit
ijs en den Mand gratis en. franco met groete
van huis tot hnis en ia beleid verwagehtin
met versche gnldicht minagchtink nws toe-
geneegm vrient klaas J. Stoetman in visch
leefent en nit ijs en pruma agentsapsigareD
ook pruimtabak voor heeren Rijksweg c
no. 62 IJmuideD. P.C. Mynheer wat is een
Axaarium Dominee is uit stad en ik wou
dat morregen avond op den VerGaaderink
graag weten met dank dag mijheer, klaas"
SPORT.
Voetbal.
H.V.V.Leonidas80
overgespeelde serie-wedstrijd, waardoor thans
H.V.V. in 't bezit komt van de zilveren
medaille, die, met de overige, tentoongesteld
zyn in 't schoenenmagazijn van den heer
Feyen, Spoorstraat.
H.F.C. n—O.k.K. 1—1.
H.F.C. i—Wilhelmina i 8—1.
Riemerts.
Goes. Ter Burg.
Bak. Reynders. Wal.
Dorlijn. Riomers. Dito. Rapati. Corthals.
Olven. v. d. Burg. Verbrugge
Ondanks 't minder gunstige weer was de
opkomst van 't publiek zeer goed te noemeD.
Jammer dat de vry sterke wind veel bedierf
en misschien is by wel de oorzaak geweest
van 't minder goede spel van W.
Als de scheidsreohter beginnen blaast staat
Bak nog «op stal", zoodat H. met 10 man
begint. By W. zjjn allen present, d.w.s. er
staan 11 spelers, waaronder 3 nieuwelingen
en één veteraan, die zyn stramme leden nog
eens los komt sohoppeu. H. heeft 't voordeel
van den wind, maar weel er nog geen ge
bruik van te maken, want W. schynt 't al
dadelyk te meoneD. Gelukkig komt Bak juist
bijtijds aanzetten, om den reddenden «schoen"
uit te steken en 't spel te keeren. W. geeft
eobter niet op en krijgt zelfs een vrijen schop
te nemen, die door Riemerts goed gekeerd
wordt. Van nu af is 't vrij wel gedaan met
W. Bak plaatst het leder voor Dorljjn's
beentjes, een aan ons allen bekende ren van
Ko volgt en uit zijn voorzet weet Rapati
heel netjes 't le punt te maken (1—0;. Nu
schynt W. wat overrompeld. De middenlinie
tst zeer slecht, en v. Benthem faalt meer -
sn. Nauwelijks heeft v. Olven den bal
dan ook weer aan 't rollen gebracht of Kees
is er als de kippen by om hem af te nemen,
passeert eerst Krnit, deponeert dan den bal bjj
Corthals en, als de rechtervleugels niet buiten
spel had gestaan, zou de stand 20 zyn
geworden. Toch duurt 't niet lang of dit
wordt werkelijkheid. De middenlioie van H.
is ver opgedrongen en W. totaal ingesloten.
Reynders maakt hiervan gebruik om met een
ver, hard schot, dat prachtig geplaatst wat,
Hermans ten 2en male te doen visschen (2—0).
Maar nu werkt W. zich ook wat los,
Wilhelm trapt wat by kaD, Kruit is wat op
dreef gekomen en de vleugels verrichten
meermalen goed werk. Doch 't geluk is niet
met hen vóór de S kwartier byna verstreken
zjjn, want dan is Groote met Tamsma niet
meer te houden en by een scrimmage voor
H.'s doel weet v. Olven 't le tegeDpunt te
:en (2—1). Kort daarop is 't pauze,
ia de rust is W. vol vuur. Meermalen
komen ze vinnig opzetten, door slecht schieten
echter steeds sonder succes. Beter vergaat
't H.F.C.
ees, met zyn taaie, overrompelende kracht,
vergezeld van den springlnstigen Rapati,
zoeken meermalen 't doel van W. en weldra
1 Riemers dan ook den stand te verhoogen,
Hermans een schot van hem verkeerd
behandelt (8—1). Toch blyft W. flink door
spelen en eens schijnt zo byna succes te
hebben, maar Goes vangt het doodelyk schot
op, om er weldra de gevolgen van te onder
vinden. Hy moet nl. even uitvalleD. Aan
beide zyden weet men nu vorder onheil te
voorkomen zoodat H.F.C. een misschien iets
geflatteerde overwinning kan boeken en tevens
in de le afd. don len prijs behaalt. Om den
2en znllen nu a.s. Zondag H.B.S. en Wil
helmina moeten kampen.
Algem. indruk: By W. was Wilhelm
wel de bestev. Benthem bad zyn dag niet,
de middenlinie plaatste te weinigin de
voorlinie waren de nieuwelingen nog niet
gewend aan hnn partners. Bjj HF.C. was
alles als gewoonlijk, de invaller Ter Burg
viel zeer mee. Rapati, die voor 't laatst mee
speelde, heeft H.F.C. mooi door de 2e ronde ge
holpen en aldus eea goeden indruk achter
gelaten. Minder zyn wy te spreken over 't
onhebbelijk optreden van sommigen onder 't
publiek. Zy schijnen hun sympathie voor
H.F.C. te willen toonon door den tegenstan
ders allerlei scheldwoorden toe te schreeawen.
We zonden de betrokken personen dringend
willen verzoeken niet op soo'n verachtelijke
wyze lucht te geven aan hnn gevoelens,
maar ook hot spel van niet-H.F.C.'ers te
waardeeren, daar zij op die manier de reputatie
van H.F.C. eer kwaad dan goed doen.
Tot slot een woord van lof voor de wer
kelijk uitstekende wyze, waarop de scheids
rechter (een adelborst) dezen wedstrijd tot
aller tevredenheid heeft geleid. Eeks.
DIT DE HELDKRSCH8 SAMEHLEYIKG.
Door P. N. v. R.
Onder vistchert aan boord.
XIII.
„Wat vraag je voor dat zoodje, baas?"
„Zeven stuivers."
,,'k Geef een kwartje."
„Laten we het verschil deelen, dertig
centen."
„Nee, 't is te veel, met vyf-en-twintig is
die katvisch r1 duur genoeg betaald."
„Katvisch? God laat je gezond! Katvisch?
Man, je weet er niets van. Kjjk ereis wat
een jnweel van een schol, soo'n kostelijk
beest kryg je alle dagen niet onder den
nens, twee duim dik visch op de graat en
vet van belang."
Met beide banden aan kop en staart hield
hij er een omhoog.
„Non, moet je Versche, levende waar,
hoor. Kom maar bier op dek, dan kan je ze
beter zien. Bedriegen doe ik niemand. Aan
de kar zal je dat soort vast niet koopen.
Allo, graag of niet
Een ond, klein manneke, met paarsig-roode
bolle waDgen, een geponBionneerde naast me,
sprong kwiek op den Helderschen botter, die
voor den bcg h6t donkere Wachtschip
lag, en hurkte neer bij een mand met viscb.
Met kennersblikken brsag bij de schol,
woelde ze om, gooide ze nit elkaar en veegde
z'n vieze vingers af aan een nog stijf ge
vouwen helder schoone roode sakdoek, om
dan opeecs als teleurgesteld op te kyken en
hoofdschuddend te zeggen:
„De meesten zijn dood, ik bied twee
dubbeltjes."
„Kristenzielen, wat zeg je daar Dóód
Dat zal je me waar maken, leelyke ouwe
suuifnensl Wat verbeeld jy je wel? Wou jij
soms een fatsoenlijk menach voor schandaal
zetten? Nou krijg j0 D'0t 000s. Blyf er
asjeblieft af en ga zoo gauw mogelijk van
boord. Znlke klanten als jij kunnen voor
mijn part naar den dnivel loopen. Stap maar
weer aan wal, vader, je eet van my morgen
len lekkere visch in boter en mosterdsaus."
Het verblufte kooplustige mannetje deed
nog een zwakke poging om de vig"ch toch
voor twintig centen mee te nemen, maar
zonder verder met hem in woordecwisBeling
te treden, schudde de schipper van neen.
andere collega-liefhebber, bedaard
rookend nit zyn houten tabakspijpje, gekleed
in een lange zwarte jaa, die hoog aan den
hals gesloten was, misschien vervnld van
bet aangename vooruitzicht op gestoofde
schol met schyfjez citroen en notemnskaat,
bood vyf cent meer.
kwartje maar maak je ze dan ook
voor me schoon
'n Verachtelijk nens ophalen van den schip
per.
„Hè Ben je mal M'n goeie vriend, dat
doe ik nooit I"
„En de venters dan
„De venters do venters o, maar met
die hoef ik niet te concurreeren trouwens,
het piysje is me te laag om nog zoo'n karwei
op den hals te halen."
Een derde burgerman, met een chocola-
bruin vilten deukhoed) e op het flksche ge
zicht, die er nieuwsgierig naar keek, pakte
iniatnnr scholletje dat naar lucht
aan de kieuwen beet, en waagde in
midden te brengen dat zulk klein goed,
verkocht.
voor een dubbeltje, in de gemeente 1
van tong:
)ch kc
De schipper, rood van kwaadheid, nam de
drie personen van het hoofd tot de voeten
■pottend en vroeg met radheid
.,Och kom, wou jo ze niet voor niemendal
hebben Een dnbbeltje I Meen je dat Wil
ik ze er soms óók nog voor schoonmaken?
En thuis brengen? Hahaha, het is om er
vroolyk bij te schaterenHoor eens, men-
schen, doe me nou het genoegen on vertrek
zoo spoedig mogelyk, want jullie verveelt
me al lang."
Na deze uitbarsting ging het drietal heen
i langzaam opwandelend over den steiger
naar 't Havenpleiu, badden de brave Helder-
sche huisvaders onderling nog nitbnndigen
schik om de lichtgeraaktheid van den schipper,
die met lnider stemme hen de noodige ver-
rentchiogen nazond.
Dien Zaterdagavond woei er oen frisch,
zuiverend windje, er was geen wolkje aan
den met sterren verlichten hemel en in het
Oosten hing de maan als een groote gele
lampion stralend te scbynen.
Ik stond aan den waterkant naar dit altijd
aanlokkende panorama van de Zuiderzee te
gluren, toen de schipper plotseling riep:
,Ncu moet u toch eens zier, wat een
fatsoenlijke schol voor den Zondag. Endaar
durven zulke kale lui een dubbeltje voor te
bieden. Ik gooi ze nog liever te water. Na
tuurlijk zyn het weer gepensionneerdeD, die
voor eeD fu'je willen smullen. Ik krijg ze
wel meer hier aan boord, maar er is geen
cent aan te verdienen. Zeven stuivers ge
vraagd en een derde geboden. Is dht visch
zoo'n bagatel? Ik wed dat de beste
burger ze morgen niet beter krijgt. Mag je
voor zoo een prachtige partij eigenlijk geen
twee kwartjrs hebber?"
Aangemoedigd door myn toestemmend ge
baar, ging hy voort:
„Twee, vier, zes, acht, tien twaalf
kltioe scharretjes en de rest, wel dertig,
veertig grooto schollen. Weet je wat Ik
neem ze straks zelf mee om m'n vrouw te
dan hebben we morgen van den
slager niets noodig en
Eensklaps trof een zonderling gelnid zijn
ir. In onze onmiddellijke nabyheid begon
n kind zachtjes te schreien. De schipper
luisterde aandachtig en na een oogenblik van
stilte werd het denrtje van de roef geopeDd
en een allerliefste jongen van vijf of zes
jaren, met friszche koontjes en tranen in de
oogen, kwam te voorschijn.
«Ik kan niet meer zien, vader steek jo
hot liebt op gaan we nog niet naar huis
«Ja, liefje ik kom bij je"
De schipper stak een banglaropje aan en
toen het licht voldoende de lage ruimte
bescheen, zag ik een bniselijk hokje, opval
lend zindelijk en warm van gezelligheid.
Alsof we reeds ende kennissen wa
noodigde de schipper my nit om even binnen
te komen teneinde zyn vertrekje aas boord
in oogenachouw te cemeD, en met trots ver
telde hy wat de doelmatige vertimmering en
het schilderwerk bad gekost, dat allemaal
noodzakelijk was geweest, omdat zyn scbnit
de volgende maand vijf-cn-twintig jaar ou4
was en het dagelykache verblijf in den laat-
zten tyd er zeer verwaarloosd had uitgezien.
„Dat is myn jonste meneer," zei dé schip
per, toen bet bydebaudte drommelije een
aanval op het melkkannetje deed en zijn
vingertjes in de suikerpot stak, „en het ia
al een groote baas, hoor; als hg niet op
school zit en ik hier binnen ben, dan is hg
»iet van boord te slaan. Wat moet je worden,
KlaaB Hoort n welschipper, 't Zit in het
bloed, meDeer. Enfi als hg later
kan krygen, dan geef ik hem groot gelyk,
ander ambacht loop ik niet
hoog. En wanneer hg dan net zoo gelukkig
wordt als zyn vader, dan zal by nooit klagen,
want ik ben best tevreden en heb tot nog
toe geen spgt dit vak gekozen te hebben.
Wg waren vroeger tbnis met vgftien
kinderen, negen jongens en zez meisjes,
allen welgeschapen, allen gezond, allen op-
pazsend. Het was bg ons een gezin vol
vrede en liefde, want mgn ouders hielden
veel van elkaar en hoewel mgn vader geea
fortuin had, daartoe kostte het gezin te veel,
toch heerschte er een goed-bnrgerlyke wel
vaart, want mgn ouwe heer verdiende flink
geld, sprak zes zeven verschillende talen en
deed dienst als tolk toen hier in 'tNieuwe-
.i veel vreemde koopvaardgsohepen kwa
men. Wg, kinderen,'groeiden voorspoedig op
en hadden alle vlugge hoofden en geen onzer
was zonder talent. Mgn oudste broer werd
ambtenaar by de poztergen, die er op volgde
ia predikant geworden, de derde kwam op
een advocaten-kantoor te Amsterdam, de vierde
d bg de belasting geplaatst, de vgfde
d monteur aan een machinefabriek te
Dasseldprf, de zesde wist het te brengen tot
majoor by de infanterie, de zevende werd
onderwgzer aan een christelgke school en
de achtste machinist bg de Hol land- Amerika-
Lgo, terwyl mgn zusters, bgzondere mooie en
ontwikkelde meisjes, allen goede betrekkingen
kng.. Alleen ik was een heele gewone jon geD,
die niet van leeren hield omdat ik er zoo'n
moeite mee had. Varen en vizscheD was mgn
lust en mgn leven. Doch mgn vader won het
eerst op een andere manier met my prebeeren,
ik werd kruideniersbediende in een klein
winkeltje, melkboer, krantenjongen, smid,
timmerman, schilder, schoenmaker, kantoor
bediende, slager, kleerenmaker en stoker.
Maar nergens kon ik in uitmunten, overal
scheen ik te dom om het tot iets te brengeD.
Daarom nam myn vader mg thniz en ik liep
een jaar werkeloos rond. Het was de treurig
ste tyd van mya leven, want ik wist niet
wat te beginnen. Aan tafel at ik 's middags
met schaamte en van allen het meest, want
ik waa lang en robuat en zeer gezond. Myn
der hield het meest van mg en daar xg
wist waar ik idéé in had, bewerkte zg mgn
vader dat ik naar zee mocht. Hg gaf na
veel gepraat toestemming en ik werd knecht
op de „H.D. 428", eigenaar schipper Aria
van der Plaat. Ik deed erg mgn best, was
vlgtig, oppassend en had in eenige jaren
aardig wat geld gespaard, toen mgn patroon
stierf en zgn schuit zon verkocht worden.
Met myn moeder overlegde ik of ik desaak
niet zelf kon overnemen. Maar mgn vader
er tegen, want bg meende dat znlke
dingen met te groot kapitaal moesten aan
gepakt worden. Myn moeder leende echter
bg een vriendin een fliok bedrag en zoo
werd ik dan zelf acbipper en het ging
my waarlyk goed. Mgn oudste broer bad een
zieke vronw en erg zwakke kinderen en had
een swaren dobber om allen in het leven te
hondende dominéé leed aan een hartkwaal,
moest zgn ontslag nemen en is nn tot last
van zyn schoonvader; de bediende van den
advocaat is aan de tering gestorven; de
ambtenaar van de belasting zit in het krank
zinnigengesticht te Moorenberg; de monteur
werd wegens faillissement ontslagen en is
nn mynwerker; de infanterie-majoor is wegens
dronkenschap nit dienst ontslagen; de onder
wgzer is borstig en moet acht maanden van
het jaar rust honden op een ledikant voor
het open raam; de machinist is te New-
York aan een blinde-darm-ontsteking over
laden en van mgn zes znsters zgn er vier
altgd ziekelyk en twee zgn door tegenspoed
in saken zoo achteruit gekrabbeld dat sg af
en toe by my wel eens aankloppen om wat
afgedragen kleertjes voor bun kinderen. Het
is zonderling, maar van allen was ik, die
toch zoo bitter weinig van de natnur had
meegekregen, de eenige wien het financieel
goed ging, die dikwyls in stilte de broers en
znsters kon stennen waar dit noodig was.
Nu ben ik straks vyf-en-twintig jaar ge
trouwd, woon aangenaam met mgn vrouw en
zes kinderen aan 't Nienwediep, leef be
scheiden en werk hard voor m'n brood, maar
als ik op zee zoo aan het roer sta, dan komt
het wel eens in mg op, dat ik mgzelf niet
zoo geheel hoef weg te werpen en dat ik,
al was ik dan ook niet zoo talentvol als
lijn broers en zusters, toch ook een soort
talent heb meegekregen, een talent om je
zelf niet te overschatten en verstandig in je
scbippersbedryf te zgn, zoodat jeonafhanke-
Igk in bet leven kan staan, want zoolang ik
aan boord myn eigen baas ben, beb ik nooit
van iemand iets noodig gebad, en wat nn
myn familie betreft, als de een of andere
broer of zuster in stilte geitennd moet wor-
des, dan denk ik: ze hebbeD toch allen een
heelen toer gehad met al faun talenten eu
is zaliger te kannen geven dan te ont-
igenHalo, Klaassie, we gaan van
boord en naar moeder, dan kan te de visch
schoonmaken voor morgen. Geef die meoeer
maar eens een mooi handje. Of loopt uwes
mee iug. de haven en over het Aokerpark?"
EINDE.
TWEEDE KAMER.
Dinsdagmorgen begon de Kamer aan de
beraadslagingen omtrent de oprichting van
een nienw krankzinnigengesticht. Dit gesticht
zal in de gemeente Woonsel (bg Eindhoven)
komen. Da heer Oosterbaan (a.-r.), de af
gevaardigde van Enkbuizen, vreesde, dat het
gesticht te Medemblik ontvolkt zou worden.
Anderen badden het over de kosten en het
meer of minder geschikte van de plaats.
De Minister stelde de ongernsto leden ge
rust van ontvolking van bet gesticht Medem
blik is geen sprake en wat de kosten betreft,
zal nog eens nagegaan worden of het goed-
kooper kan. Het wetsontwerp werd daarna
aangenomen.
Hierna behandelde de Kamer het wets
ontwerp tot overneming door het Rgk van
de locale telefoonnetten der Ned. Bril Tole-
foon-maalschappg, een kwestie van f 1.300.000.
De bedoeling is, dat zooveel mogrigk andere
particuliere netten worden Rangekooht; wordt
te veel gevraagd, dan zal de Staat desnoods
■elf een net exploiteeren in zulk een ge
meente. Een algeheele staatsexploitatie das
van de telefoon, met uitzondering voorals
nog van de drie groote steden Amsterdam,
Rotterdam en Den Haag. Ook dit ontwerp
werd aangenomen.
Over de oprichting van een Surinaamsche
Caltunrback sprak Woersdag de heer De
Meester (u.-l.) en verschillende andere heeren
voegden er zich bjj. Het resultaat was, dat
de kwestie van de baan is en blyft. De
bacovenplanters krjjgen het gewone znbzidie
niet meer en krjjgen nn ook geen bank-
orediet.
Overigens Woensdag nog wat Ziektever
zekering, waaruit niets t« reviewsa valt.