KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Holtler,é Texel, Wieringen en Anna Paulowna.
Ho. 4194
Zaterdag 19 April 1918.
4lite Jaargang.
EINDELIJK VEREENIGD.
t Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 et, te. p. post 75 ct., baitealaad 1ISC
Pro- Zondagsblad 37J s 45 10.76
tniëa Modeblad
(Voor het baitealaad bij vooruitbetaling.)
Advertentiéa van 1 tot 5 regels (bfl vooruitbetaling) 30 een»
Elke regel meer.
Bewjjs-exemplatr2|
Vignetten ea groote letten worden attr plaaUrnimte berekend
Intaro.-
Talsfoon 50.
Varsohijnt Dinsdag- m Vpijda|)midiiag.
Uitgover O. DE BOER Jr., Helder.
Interc. Te lef. 50,
Eerste Blad.
NIEUWSBERICHTEN.
HELDER, 18 April,
De heer A. Roodhuyzen in „Casino".
Het bekende lid der Tweede Kamer, de
heer A. Roodhuyzen, hield Dinsdagavond
voor een aardig-gevnlde snul op uitnoodiging
van de Cenlralo Vryzinnige Kiesvereeniging
„Helder" een politieke rede.
Nadat de heer Do Qens met
woord de bijeenkomst geopend had, verkreeg
de heer Roodhuyzen het woord en begon met
te zeggen, dat hg zgne rede zoo inrichten
zon, dat er behoorlijk gelegenheid zon zijn
voor debat. Niet een debat voor geestver
wanten en partijgenooten, hetgeen geen debat
is, maar voor tegenstanders (applaus).
Zijn rede over „den aanstaanden strijd"
aanvangend, begon Bpr. met eene critiek op
het ministerie-HeemBkerck. Als men gezegd
had, dat in 1913 een strijd gevoerd zon
worden, die in felheid voor die van 1905
niet zon onderdoen, zon ik, aldus Bpr., gezegd
hebbengij vergist n, Heemskerck zit veel
te vast. Minister Heemskerck is een aange
naam man, gaarne zon ik mot hem ia een
whistclnb zitten, maar zijne beginselen strijden
tegen de mijne. Hy is de man, die zooveel
mogelijk niets doet, daardoor staat hij zoo
vast, want iemand die niets doet staat vaster
dan iemand, die wel wat doet. Zoo was het
mogeljjk, dat Heemskerck, optredend toen de
liberalen vrijwillig afstand van de regeering
hadden gedaan, zoo lang kon sfand hondeD.
Wanneer straks een omkeer komt en die
moot er komen en Heemskerck zou de
balans opmaken, zon hg, als eerlijk man (en
dat is hij wel, maar als politiens moet je
wel eeDS eerlijk zyn naar binnen) moeten
erkennen, dut hem de tengels door dr. Kuypor
uit de handen zgn genomen. Hg is niet moer
de hoofdfirmant, maar do zetbaas van den
man nit de Kanaalstraat (gelach). Troelstra
heeft gezegd, en het was een volkomen jniste
karakteriseeringdr. Kuyper is de booxe
geest van Heemskerck.
Dr. Knyper werkt graag met atteBten en
ton opzichte van Ommen kwam een attest,
dat het nn in de goede lyn was en dat hij
dr. K. mee kon gaan. Die stenn is
der coalitie duur te staan gekomenin de
omhelzing is zy bgna gestikt ideooratie-zauk).
Spoedig hooft dr. Knyper zijn invloed her
kregen. Dit wekt bewondering, al is het niet
door spr. Als je over het soort bewondering
heen bent, is het wel te begrgpen (gelach).
Toen heeft dr. Knyper do kaas met dikke
hompon gesneden, heeft De Waal Malofyt
gedwongen ongelijk te bekonnon, met tranen
in de oogon stond Malefyt om vergeving te
smeekon. Jammer, dat je op zulke dingen
geen amendementen kan indienen (gelach).
De koloniale politiek is sindsdien geheel
veranderd. Wanneer nit Indië geld ontvangen
wordt voor de vrijzinnige RCtie, is dat niet
alleen om te steunen, maar ook omdat men
hoe langer hoe meer het gevaarlijke inziet
van do hnidige kerstening van den Indiër,
hetgeen mot vnnr spelen is. Ik weet wel,
zegt spr., dat wy bitter vergnisd worden
omdat er gold bij is van een paar genaturali
seerde Cbineezen, maar ik weet ook, dat er
maar één soort geld is, dat men veilig kan
accepteeron: dat van Tilly Westmeyer (ap
plaus). Ons land mag geen groote mogend
heid »ijn, het is de tweede koloniale
beid en de geschiedenis le
werkelijk eon gevai
de geschiedenis leert, dat het gele
gevaar werkelijk eon gevaar is. Wij moeten
bizonder voorzichtig zgn en den Mohamme
daan, met ChrÏBten en Israëliet de cenigè
belijder van een monotheistischen godsdienst,
en wiens godsdienst daardoor op één lijn
staat mot den onzen, wij moeten oen
Mohammedaan den christelijken godsdienst
niet willen opdringen. Als morgen hier
Mohammedanen neerstreken om ons allen to
bekeoren, zonden we dat toch ook niet goed
vinden Precies zoo is het met den Javaan.
De tweede zaak waarin dr. Knyper getoond
heeft nog de baas te zgn is het nltimatnm.
Knyper wilde het staatspensioen voorop
zetten, maar Talma de ziekteverzekering.
Toen heeft Knyper zgn bekend ultimatum
gestelder moet aan de staatspenBioneering
begonnen worden. Dat lijkt meer op het
optreden van den Czaar van Roeland dan op
dat van de a.-r.» party, die democratie in
haar vaandel voert.
Spr. zet dit alles voorop, omdat hg wel
van Heemakorok houdt. Heemskerck houdt
van oen grap, er zgn kamerloden, die ook
wel eens een grapje maken (gelach). Maar
hg doet niet wat hg doen moest en is de
manns ministra van dr. Knyper. Heemskerck
!b wethouder van flaantiën te Amsterdam
geweest, heeft dos proefondervindelijk geleerd
hoe noodig een finantieele regeling is. Hij
heeft er vijf jaar tijd voor gohad en gaat
heen zonder ieta te hebben gedaan. Terecht
is hg hierover door de Kamerleden Patgn
en Vliegen onderhanden genomen. Wel verre
van de groote steden in haar nood te helpen,
komt hg met een ontwerp om gemeente
ambtenaren te pensioneeren. Op zichzelf
alleszins sympathiek, maar waardoor hg de
groote steden, die voor het meerendeel zelf
al zulke verordeningen hebben, op groote
kosten jaagt, zoo, dat de hoofdelijke omslag
met 2% Z»1 moeten worden verhoogd. Spr.
echter op wat niet gedaan is niet verder
'at wèl gedaan is, beantwoordt aan de
len der meest zwarte reactie. Spr. heeft
het oog op de voorstellen tot grondwets
herziening, waarin de rechten van de Tweede
Kamer worden beknot en vrouwenkiesrecht
ten eenenmale wordt uitgesloten. O per de
heelo wereld is een draDg naar vrouwen
kiesrecht, die ook allerwege sympathie vindt
(behalve het optreden der suffragettes, die
haar eigen zaak bezig zyn te bederven) en
het is reactie als Heemskerck de rechten der
vrouw niet erkent. En het is onnoodig ook,
want in de coalitie zgn elementen, chr.-hist.
bv., die volstrekt niet gekant zgn tegen
vrouwenkiesrecht. Eigenlyk is er maar één
partjj, de a.-r., die er tegenover staat, op
grond, dat Adam eerst is geschapen en
daarna Eva (gelach). Spr. heeft de waarde
van dit argument lang overwogen, maar de,
kraeht er van niet govonden en zou hot
jnist willon omkeeren Eva is nit do rib van
Adam geboren om hom ter «jjde te staan,
niet nit zgn hoofd om boven hem, niet nit
zgn voet om onder hem te Btaan.
De poging die gedaan iB om de wetgevende
macht te verandoren, om de macht der Stuton-
Generaal te verkorten, is zwart reaotio-
nair, dat zelfs een katholiek als profStrnycken
er zich tegen verklaarde.
Op de schoolkwestie komend, ^verklaarde
spr. geon tegoc stander te zjjn van subsidie
stelsel aan de bisoudere school, maar dan
moet ook do voorwaarde gesteld worden,
dat hot geld voor het onderwgs gebruikt
wordt. En ook, dat blgkt, dat de bizondero
scbool opgericht wordt uit diepgevoelde ge
loofsovertuiging. Het eenige positieve pnnt
in het coalitie-program is de geheele gelijk
stelling van openbaar en bgzonder onderwgs.
Daardoor krijgt men het gevaar, dat do
schoolstrijd naar de gemeenten verplaatst
wordt. Men legt bet aan, op den dood der
openbare school. Of die aanvulling of regel
zon zgn, duar zon het niet om gaan als het
or om te dooii was of or meer openbaar dan
bizonder onderwgs zal zgn. Maar met den
eiscb, dat de openbare school aanvulling zal
sijn, wordt bedoeld, dat de bizondero rogel
zal zgn en dat de openbare school zal dieDon
voor hen die den schandnaam „God noch
Zgn gebod te dienen" bezitten.
Wg kannen, zoo zeido spr., de openbare
school niet missen, zg is de waarborg voor
de minderheden, toegankelijk voor alle kinderen
en alle onderwijzers. Daarom moeten we pal
staan voor dese inrichting.
Is het wonder, dat, waar de tjjden zoo
ernstig zgn, do drie vrijzinnige partijen by
elkaar zgn gekomen Spr. refereert zich aan
wat de heer Troelstra heeft gezegd, n.1., dat,
wanneer ze zich niet hadden gevonden, de
t.-z. partgen een politieken zelfmoord hadden
geploegd. Dat vinden is vanzelf gegaan en
zooale men van de overzijde decreteert,
bovon opgedrongen. De roepstem is ge
komen tot de drie v.-z. partgen om do handen
ineen to slaan. Er moet leiding worden ge
geven dit is niet moeielijk, want men voelde,
dat het noodig was, dat wg v.-z. schuld
hadden aan de macht der coalitie, dat wij
veel te voel het werkwoord .ruzie maken"
hadden vervoegd: ik maak ruzie, zij maken
ruzie, w(j maken ruzie (hilariteit). Daar de
concentratie niet op macht uitging, geen
zetels wilde verwerven, ging het niet aan
wol eens werd
wat door een enkelling
dat het om de zotels ging.
Het program der concentratie is sober,
niet armoedig, integendeel. Spr. tart iedereen
te ontkennen, dat het eon zegenrijk ministerie
zon zijn dat instaat was in het S'.aatsblad te
brengen wat in bet program staat. Maar
natuarljjk is het ook geen program van wie
niet zonden willen zitten. Niets is gemakke-
lyker voor hen, die toch niet zullen regeeren
«g kunnen wel do maan van den hemel be
loven. Maar het is sober omdat er alleen dat
in geset is wat een leidsnoer is voor de
Regeering. Misschien zal A of B straks in
hot debat wel verklaren, dat er niet genoeg
in staat. Best, maar is het niet veel meer
dan do coalitie kan geven en zeg mg of gy
alleen daarvoor niet de voorgestelde grond
wetsherziening weg zondt willen
We staan voor een gewichtig punt. Het
gaat er om of de coalitie blj}ft regeeren dan
wel de concentratie. Als de concentratie zelve
niet maohtig genoeg is, kan zg in iedor ge
val het aanzyn geven aan een ministerie
waarop zy grooten invloed kan uitoefenen.
Spr. komt nu op de wyze waarop de
coalitie de v.z. bestrijdt. Alle punten worden
niet of zwak weerlegd. Iedere linksche spre
ker wordt getroffen door het feit, dat, waar
in 1905 de a.-r. party meetings hield, die
voor iedereen toegankelijk waren, thans zelfs
Staalman, die in zgn tgd nog wel debat aan
durfde, zich opsluit onder zgn geestverwanten.
Is het dan wonder als zoo'n man, die dan
toch niet tegen debat opzag, reeds niet meer
durft, dat andoren, die meer boter op hnn
hoofd hebben, zich ook onttrekken aan debat
De heer Aalberso heeft gezegd dat het
niet gaat om staatspensioen, maai' voor of
tegen Cbristns. Als christelijke arbeiders zich
willen vereenigen met andere niet christeiyke,
dan loopt hun ziel gevaaT. Maar als, zooals
thans, bg de schandelijke uitsluiting der
sigarenmakers, de patroons, paganistisoh en
Christel gk, zich vereenigen, dan loopt hnn
ziel geen gevaar! Men legt de leus uit net
zooais men dat wil. Men begrypt, dat men
met die lenze wordt beetgenomen. Men trekt
op onder eon bepaald vaandel maar steekt een
r op, waarnit do guldens rollen en de por-
van zekeren baron e
Het is alleen om de i
i een juffrow
t te doen. 1
dan komt De Visser on zegt: de antithese
stuit mg tegen de borst! Zeker is dat toch
nog niet voor lang, want 's hoeren De VisBers
in de Kamer was zoo vol anti
these, dat een vriend van spr. zeiEigen
aardig, dat een moordenaar altijd naar de
plaats der misdaad terugkeert. (Gelach).
De ontevredenheid in de vryzinnige kriDgcn
groot, maar de ontevredenheid by dr.
Knyper is ook groot. Knyper zelf heeft ge
schreven, dat het jammer is, dat de parle
mentaire periode van dit Ministerie geen
neiging geeft om langer aan big ven te wenscheD.
Zelfs ia het tamme, altgd tevredene Patrimo
nium heersoht nu ontevredenheid.
Thans het concentratie-program besprekend,
zei spr., dat de noodzakelijkheid om samen
te gaan te meer klemt tegenover de sooiaal-
democrateD. Over het (hersenschimmig eind
doel" der sociaal-democratie kan Bpr. kort
zgn, de s.-d. spreken daar liefst zelf niet
over. Er ia een tijd goweest, dat ze hot wel
deden, dooh die is voorbjj.
Het principioele ondoricheid tusschen de
sociaHl-domocratoD en spr.'s party is het zich
doodkyken op één klasse. Eéa voorbeeld, het
jongste nit de parlementaire geschiedenis.
De houding van de soc.-dem. fractie bg het
amendemsDt-Aolberse op de Invaliditeits
verzekering. Dit amendement strekte om in
de laagste loonklasse eon deel van de premie
le laten betalen door den staat. Alle v.-z.
stemden voor. 't Gaf natuurlijk niets. De
doodstraf is in Nederland wel afgeschaft,
maar niet voor amendementen (gelach). Rechts
voelde echter, dat het niet aanging lage
loonen van 15.en minder te doen betalen
en toen stelde Aalberee voer in do laagste
klasse de grootste helft te laten batalen door
den werkgever. Dus een klein barbiertje, die
met een jongen werkt, betaalt meer aan
premie dan oen grootfabrikant die mot uato
rjjdtTroelstra, toegevend, dat het amende
ment onrechtvaardig was, «eimaar wie
wordt er beter van De arbeiders.
Dus wy stemmen voor. We weten nu, dat
er heol veel werkgevers zgn, die het slechter
hebben dan werknemers.
Dit raakt een groot en principieel verschil
tusschen ons on de s.-d. en behalve dit is
er nog een bezwaar, n.1. dat de taktiek der
s.-d. van dien aard is, dat ze ten voordeelo
komt der clericalen.
Spr. bespreekt ten bewijs hiervan de hou
ding dor s.-d. kamerleden bg de behandeling
der leerplichtwet in 1901. Het ministerie is
op die wet gevallen. Men meende dat dit
het ergste was. Ds a.-r. zeiden, de man was
priester in zyn gezin, men mocht zgn macht
niet verkoren. Men had mogen verwachten,
dat de s.-d. in deze zaak het ministerie
hadden gestennd. Maar ze stelden hun stom
afhankelgk van de verplichting om van de
gemeente voeding en kleeding te eisohen.
Het was alles of niets. Als de s.-d, hun zin
hadden gehad, zouden wy nog geen leer
plichtwet hebben. Van de bestaande bevoegd
heid der gemeenten is zoo ruim gebruik ge
maakt, en bovendien heeft het particulier
initiatief nog veel gedaan, dat de s.-d. als
we hun vroegenzondt ge willen, dat er
geon leerplicht was, tooh wel zouden ant
woorden neen. In een debat heeft de heer
Ter Laan toegegeven, dat voor spr. opinie
ook iets te zeggen was, men moet de socia
listische wjjto van uitdrukking kennen om te
weten wat dit toegeven" beteekent.
Dit is nu wel oude plunje, en spr. zon er
niet ovor sprekeD, wanneer niet de s.-d. in
die lgn doorgingen. In 1909 waren ze eigenlyk
de eenige principieelo voorstanders der tarief-
wet. Dit lykt zonderling gezegd, maar is waar.
lu Utrecht hebben zo meegewerkt om Roëll,
een anti-tariefwetman, te doen vervangen door
een ander, pro-tariefwet on in Rotterdam han
delden ze met Plato insgolyks, enkel en alleen
op grond, dat die mannen geen voorstanders
waren van algemeen kiesrecht. Er waren toen
55 clericalen, dio de s.-d. versterkt hebben
met 2. Als dit ministerie aanblijft, is de
fariefwet er, dat weet ieder. En nu bemoei
lijkt het den strjjd dat we 2 districten moeten
vorovereD, die de s.-d. voor ons hebben be
dorven. Het is een jammeriyke tactiek, die
de reactie in de hand werkt en de coalitie
tot voordeel strekt.
Ten derde bemoeiiyken de s.-d. de regee-
riog der liberalen, door hun dogma, dat zg nooit
mogen stemmen véör de oorlogsbegrooting.
Spr. heeft over een vroeger geval in zjjn
blad geschreven en nn verdedigt het (Volk"
zich, door te zeggen, dat de begrooting te
hoog was, minister Van Rappard had niet
voldaan aan de belofte die het ministerie
gegeven had. Maar dat gaat buiten de saak
om, want al was de begTooting niet te hoog
geweest, dan nog hadden zy tegen gestemd.
In den naoht van Staal verlieten de soc. de
aer, omdat ze geen handlangersdiensten
wilden verrichten. Maar zy deden hot wel,
want wy waren 44 togen 49 rechtschon. Dat
de zaak tenslotte anders liep, kon niemand
vooruit weteu. Nu ziet men weer waartoe die
ellendige tactiek van tegen stemmen leidt.
Ja, zeggen ze, dan moet ge komen met een
begrooting die goed is. Maar dat kan geen
regeericg, ook de s.-d. niet. Tenzy ze onze
soldaten aan de grenzen met spek willen laten
schieten, dan kan bet goedkooper. Zoolang
men oorlog s*l voeren, moet een land zorgen
weerbaar te zyn.
Wat hot verwyt betreft van de s.-d., dat
wg toch niet rekenen op 61 zetels en dan
niet regeeren willen, in een debat met den
hoer Troelstra zou spr. dat gezegd hebben,
vraagt spr., of er dan niet een storm van
verontwaardiging opgegaan zou zyn als by
gezegd had: ik reken er vast op?
Spr. weidde nog over eeDige andere punten
uit, die wy niet verder zullen vermelden en
«eide het te betreuren, dat er onder de jongere
vrgiinuigen zoovelen geneigd waren de so
ciaaldemocraten met fluweelen handsohoenen
aan te pakken. Znlks op grond dat men ze
by de herstemmingen noodig heeft. Spr. wilde
den nadruk leggen op de noodzakeiykheid van
de versterking van het vrijzinnig elementen
was geneigd aan de B.-d. toeteroepen houd
u by de herstemming op den achtergrond.
Tenslotte wekte spr. met een slotperoratie
op om te zorgen voor het behoud van den
setel in dit district.
Na een korte pauze meldden zich voor
debat aan de heereu Verstegen (s.d.a.p.) en
Bakker (a.-r.), terwyi mejuffrouw Blaauboer,
van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht,
zich opgaf voor het stellen eoner vraag.
Mejuffrouw Blaauboer kreeg het eerst ge
legenheid haar vraag te stellen. Zy vroeg
wat de heer Roodhuyzen verstond onder
«algemeen kiesrecht", spreekster verstaat
daaronder kiesrecht voor mannen en vrouwen,
vreest echter, dat de heer R. alleen mannen-
kiesrecht op het oog heeft. Zoo niet, hoo stelt
de heer R. zich dat vrouwenkiesrecht dan
voor
De heer Verstegen is min of meer met
knikkende knieën op het podiam gekomen.
Vooral dat laatste gedeelte vau spr. rede,
waarin de soc. dem. aan stukjes is gescheurd,
heeft debater min of meer boklemd gemaakt.
Ma«r hoezeer de sociaal-democratie honderden
malen is afgemaakt door den heer Roodhuyzen
en zyn politieke vriendeD, steeds wint zg,
eiken dag gaat zy voornit en denkt men dan
eens over die doodmaBk-taktiek, dan denkt
men: 't zal nog wol losloopen.
De heer Verstegen verweet spr. diens
tactiek om door grappen de lachers op zyn
FEUILLETON.
18)
Op vermoeden» gevangen te nemen en
roor tiet gerecht te brengen een man, die
van alles wat met den moord in verband
stond, onkundig moest zijn!
Wat moest, wat kon or gedaan worden
liet sclieon mjj toe, dat alles verloren was.
Alles! Er bleef my slechts één weg open.
Anna moest zich zelve by de justitie aan
geven en door hare bekentenis dien onge
lukkige, wiens vrjjheid groot gevaar liep,
redden. Zy moest de schande van liet verhoor
dragen en vertrouwen op menschelyke recht
vaardigheid on op de genade die zg ver
wachten mocht.
O, het was vreeselyk!
Eon andere uitkomst wist ik niet. Hoe
kon nu liet huwelijk mijn verklaringen
ongeldig mankte bewezen worden, dat zy
krankzinnig was toen zy den man doodde?
Ik werd woedend bij die gedachte. Het scheen
mij toe, dat wy geheel in den strik verward
zaten. Ik kon weliswaar Johan, mjjn vroegeren
bediende, laten oproepen om te bezweren
dat haar manieren dien avond vreemd waren
geweest; ik kon de verpleegster» doen.op
roepen om te verklaren, dat Anna, toon zy
kwamen, herstellende was van een aanval
van waanzin. Maar zou men hen gelooven?
Zon een bekwaam aanklager niet spoodigde
rechter» overtuigen, dat het niet de waanzin
was, die haar de misdaad had doen plegen,
maar dat. veeleer de misdaad den waanzin
had te voorschijn geroepen Wij waven
inderdaad hulpeloos cn, naar het scheen,
was onze toestand hopeloos.
En dit alles moest Anna worden verteld
Waar zou ik de kracht vinden om haar met
de waarheid bekend te maken nu vooral,
nu liare gezondheid nog verre van hersteld
va».
Er was geen uitkomst. Geen uitkomst
Ja toch, één wa» er. Het scheen zoo een
voudig, zoo gemakkelijk, dat ik lachte om
mijn domheid, het niet terstond te hebben
gezien.
Scheur dat vervloekte papier in stukken.
Vergeet, wat ge gelezen hebt. Keer terug
naar uw vreedzame woning. Zeg van liet
nieuws van dozen morgen niets. Begraaf het
diep in uw hart. Doe dit en wees gelukkig,
gelukkig voor altyd! Maar de man,diebinnen
vier en-twintig uur zal terechtstaan voor de
misdaad van oen ander? Wat kan hy u
schelen Hy zal ongetwijfeld worden vrij
gesproken. Maar indien het gerecht den
verkeerden weg volgt indien de man ver
oordeeld wordt? Wat dan? Zal dan het leven
van een boer gewicht in de schaal leggen
Dit was dc verzoeking waarmee ik uren
worstelde. Herhaaldelijk was ik op het punt
te zwichten. Ik stond eenige malen op, om
liet papier te vernietigen, en de zaken hner
gang te laten gaan; doch eiken keer kwam
ik op myn voornemen terug.
Weldra stapte ik door de poort van ons
huis en met wankelende «chreden kwam ik
op de binnenplaats, waar ik de gelukkigite
uren van myn leven had doorgebracht.
Daar zaten zij bij elkander, myn moeder
en Anna, myn vrouw. Zy schenen de be
lichaming van ernstig geluk. Anna had den
arm uitgestrekt liaar fraai gevormde hand
slak in het holdore water dat uit de foutoiu
spatte cu een wit marmeren bassin vulde,
waarin gouden karpers in snelle wendingen
ronddartelen. Zacht bewoog zy de vingers
voor- en achterwaarts en verschrikte daar
door de .ecbuwc visschen, half glimlachende
om hun vrees. Het scheen, dat mijn moeder
haar onderhield over het oproer, dat zy onder
de schitterend geschubde waterbewoner* ver
oorzaakte.
Het was voor ons beiden goed, dat ik den
strijd met my zelf had gestreden in de een
zaamheid, waar geen oog my zie» kon on ik
niemand kon zien. Zelfs nu nog kwam de
verzoeking in mg op on draalde ik het nienwê
mede te deelen. Ik dacht aan de verandering,
den schok, die mijn modedeelingen zouden
teweegbrengen. Docli langer dralen was thans
onmogelijkAnna had rag opgemerkt en mijn
moedors oogen volgden dc richting dei-
liar e.
Ik vermande mij en trad op haar toe met
zooveel opgewektheid in myn uiterlijk voor
komen, als ik kon verzamelen. Myn moeder
maakte oen spottende opmerking, dat ik
Anna en haar zelve zoo verlaten had. Hare
woorden klonken my scherp in de ooien.
Mijn blik ontmofitte dien myner vronw. Het
ergste was gekomen. Myn oogen moeten haar
de waarheid verteld hebben. Ik zag haar
lief gelaat rood worden van onrust. Hare
lippen trilden. Een angstige blik sprak van
hare ontroering. Ik wist, dat ik niet kon
helpen, zelfs niet in de geringste mate. Zy
stond op. Ik verzon een verontschuldiging
•n ging naar myn Jfaraer. Het volgende
oogenblik wa» Anna by mij.
Willem, man, liefste, fluisterde zy, is
het oogenblik gokomon
Ik legde het hoofd op de tafel en snikte
luid. Anna logde haar arm om mijn hals.
Ik wist, dut het komen moeit, boste.
Reeds zoolang heb ik dat geweten. Schrei
niet, Willem. Ik zeg je nog eens, dat ik een
liefde als de uwe niet waardig ben. Zeg mij
alles, liefste, zcide zy kalm. Laat mg het
ergste hooren. Met een plotselinge verande
ring van 6tem zeide zijWanneer vertcckken
wij naar Nederland, Willem?
Ik sidderde, toen ik die vraag hoorde,
ofschoon ik ze wel had verwacht. Het be-
teckende: Anna in een rechtzaal staande, te
midden eener nieuwsgierige menigte, zich
zelve aanklagende als do moordenaarstor van
haar echtgenoot. En zie, toen ik in myn ver
beelding dit tooneel zag, kwam nog eens
voor het laatst de verzoeking tot mij.
Ik sprak, maar wendde myn oogan van
dc hare af: ik kon haar blik niet ontmoeten.
Heesch en vreemd klonk myn stem. Eon
bjjgcdachte vloog my door het brein; zoo
Anna die slechts met my wou deolon,
ik eiken last kunnen dragen.
Luister, zei ik vlug. Wg zgn ver weg
en veilig. Wij beminnea elkander en kunnen
gélukkig zyn. Laat deu man de kans eener
veroordeeling loopen. Niets kan ons deren,
zoolang wy elkander liefhebben on sameu zyn.
Ik voelde, dat hare oogen de myne zochten.
Ik bemerkte een verandering in den greep
barer hand. Ik wist, dat zij edeler wa»
dan ik.
Willem, zei ze, zacht sprekende, liet
wa» niet myn echtgenoot, niet de man dien
ik liefheb, die dat zoide. Ter wille van je
groote liefde vergeef ik het je. Ik vergeef
het je ter wille van alles, wat je veor n»y
hand to krjjgen. In een ernitigen stryd komen
geen grappen te pas, zei debater. Debater zou
met den heer Roodbaaien ook wel eens een
partijtje willen whisten, vermoedelijk zou de
heer R. het niet aannemen, maar daar gaat
hot niet om, we moeten de zaak van alle
kanten ernstig bekjjken en er ons niet met
kwinkslagen afmaken.
Er moet verandering komen, zegt de
R. Debater is het daarmee eens, en zegt den
heer Schaper na, dat alles beter is dan wat
thans aan het bewind is. Debater komt eohttr
straks aan deze kwestie, moet eerst trachten,
wat door spr. verkeerd is gezegd van de
s.d.a.p. recht te zetten.
De drie door den heer Roodhnyzen
de s.-d. ontwikkelde stellingen zal debater
weerleggen. De heer R. neemt het ons kwalijk
als bij ons de arbeiders véér olies gaanwij
pleiten slechts voor ééne klasse. De heer R.
noemt als voorbeeld een klein barbiertje, die
in de invaliditeitsverzekering, wanneer het
umondement Aalberse werd aangenomen, meer
zou moeten betalen dan een groot-fabrikant.
Hierop antwoordt debater, dat elke patroon
zijo arbeider er op nahoudt om er aan te ver
dienen, en wij kiezen de partij den arbeider
die do minste is. Dat de s.-d. het arnon-
dement overnamon, ligt geheel in de lijn de
s.-d., dat weet de heer R. ook zeer goed.
Hy is veel te veel politicus om niet te weten,
nog een andere ondergrond is voor de
der s.d.a.p. Wjj komen op voor de
werklieden, zert de heer R. on boem, wy
stemmen voor alles wat in hnn belang is.
Maar het is toch wat al te gemakkelijk er
zich zoo aftemaken. Dat was dan ons bewijs
van klasse-verblindheid, en maar dat zei
de hoor R. er niet bjj dat de v.-z. zooveel
voelden voor den middenstand. Spr. gaat terng
naar het Ministerie De Meester om aante-
toonen, dat de v.-z. toch niet altijd bescher
mers zijn van den kleinen middenstand. Een
democratisch belastingplan was voorgesteld,
waarbij °/o bedrijfs- en 10 uit de
vermogensbelasting zou worden geheven. De
s.-d. stelden toen voor, omdat de bedrijfsbe
lasting drukt op den kleinen middenstand,
om 20 °/e van de vermogens te heffen en het
bedrijf vrij te stellen. Met behulp vau deu
heer Roodhuyzen is dat verworpen.
2o. Oaze tactiek druischt in tegen elk re
delijk begrip. Spr. haalt als voorbeeld aan de
geschiedenis der leerplichtwet. Een massa
menichen zullen niets van die geschiedenis
afweten, en nu moet dit eenige bewjjs uit den
oertijd dienen om onze verkeerde tactiek aan
te toonen. De heer Roodhuyzen zegt, dat ver
schillende gemeenten sehoolvoediDg etc. hebben
ingevoerd; de geschiedenis in den Helder is
spr. seker niet bekend, waar een v.-z. Raad
weigerde sohoolpantoffelz te veratrekken. Hoe
noodig is dus verplichte voeding en kleoding.
Betreffende het verwijt, dat de s.-d. Roell
en Plate hebben doen vallen, ter wille van
het kiesrecht, bewijst alochts de vastheid van
beginselen der s.d.a.p. Als op het oogenblik
het concentratie-program de kiesrechtpara-
grMf bevat, is dat te danken aan de s.-é.
3o. Het vasthouden aan het dogma om tegen
i oorlogsbegrooting te stemmen. Het geldt
alweer een beginsel//geen man en geen cent
oor hot leger", luidt het program.
De heer Roodbuyieu interrumpeert en vraagt
of debater lid is der s.d.a.p. Op diens bevat-
t de heer 1
tigend antwoord zegt
- Roodhnjjct
dat de heer Verategen zyn eigen program
kent, want dat dit niet in het program
der s.-d. staat.
De heer Verstegen, voortgaande, betoogt
dat dit niet zeggen wil, dat er gestemd wordt
door dn s.-d. tegon evontueele verbeteringen
in de positie van personeel, dat ze geen geld
willen voteeren voor mannon, die dienst hebben
in dat instituut. Iedereen weet, dat de s.-d.
altjjd stemmen voor verbeteringen. Ook wil
bet niot zeggen, dat do «.-d. tegen elke volks-
weer zouden z^jn. Er is een volksleger waar
zg wel iets voor voelon, maar het is niet het
leger van het oogenblik. De boer R. zegt:
zoo'n leger moet millioenen kosten, dat is nu
niet anders, welnu, zegt debater, stemt dan
ook maar vóór do begrooting-Colgn, daar
arden die millioenen in gevraagd.
De heer Verstegen betoogt hoe er wel steeds
geld is b.v. voor de stallen der Koningin,
maar niet voor sociale wetten. Het ministerie
De Meester is onder de leus van een bezui-
nigingiministerie aan het bewind gekomen,
de begrooting beliep al dadelijk 2 mil-
mser. Colyn maakt een compliment aan
omdat hij het leger 4 maal zoo groot
heeft gemaakt, enz.
De heer R. verwjjt ons, dat wij de maan
gedaan hobt of trachtte te doen. Zeg mij nu,
wanneer wc naar Nederland vertrekken.
Hare woorden riepen my weer tot mij
zolven. Nimmer beminde ik ADna vuriger
dan op dit oogenblik. Ik verzocht haar om
vergiffenis. Zij had my reeds vergeving ge
schonken.
Nog een» herhaalde zy hare vraag.
Mot schijnbare kalmte raadpleegde ik een
reisgids en bevond, dat we, indien we nog
dienzelfden avond om kwart véér achten
Parijs verlieten, wij 's morgens vroeg in Am
sterdam, waar de zitting der rechtbank werd
gehouden, konden aankomen. Ik deelde mijn
vrouw toen mede, dat wg niet veel tjjd had
den, want dat we te kwart véér achten
moosten vertrekken. Zg liet, na dit gehoord
te hebben alle schikkingen voor de reis aan
mg over.
Handel naar goeddunken, zei ze. Zorg
alleen, dat we er intjjds zyn.
Nadat wy 'n poos met myn moeder had
den gezeten, vertrok deze naar de opera.
Toon wy alleen waren, schreef ik een brief
voor mijn moeder, dien ze zou vinden, als
ze uit de opera thuiskwam. In dit schrijven
deelde ik haar mede, dat oen belangrijke en
gewichtige zaak my plotseling naar Neder
land riep, en dat Anna besloten bad mg te
vergezellen. Ik zou, zoodra wy Amsterdam
bereikt hadden, nader sohrjjven. Verdere
verklaring gaf ik niet. Ik hoopte, dat ze myn
plotseling vertrek op rekening zou stellen
van de grillige natuur, die ze mg zoo dik
wgls had toegeschreven.
Toen wy gereed waren, gingen wy, wee
moedig gestemd, door de kamers en daarna
over de binnenplaats.
Wjj waren in tusschen by de poort ge
komen, die de binnenplaats van de atraat
van den hemel kunnen beloven, maar dat
kuunen de v.-z. ook wel, want 61 «etris
krjjgen ze toch niet. Spr. raadt niet aan hot
concentratie-program te steunen, datzelfde
program, dat hier door eon democraat wordt
verdedigd, wordt in Tiel door den aarts
conservatief Tydeman besproken en aanbe
volen. In verschillende opzichten is het pro
gram aanvechtbaar. De concentratie wil zgn
het behoud en zich stellen tegenover de
reactie, maar ieder die vooruit wil moe;
noch behoud noch reactie hebben, maar voor
uitgang is alleen to verwachten van zuivere
doorvoering van algemeen kiesrecht.
De heer Bakker is erg verward in het
duidolyk maken zjjner gedachten. Hy had
allerlei dingen verwacht, maar vindt het niet
aardig, dat dr. Kuyper door spr, zoo door
den modder wordt gehaald.
De hoer Roodhnyzen: BewijsI
De heer Bakker: U hebt gezegd, dat dr.
Kuyper met mejuffrouw Westmeyer in aau-
raking is geweest. (Gelach).
De heer Roodhuyzon: Dat kan ik toch
niet helpen? (Gelach).
De Voorsitter roept den heer Bakker tot
de orde.
De heer Bakker meende niet buiten de
orde te sjjn, de kwestie raakte den parlemen
tairen stryd en de («warte bende". Het op
gaan in partijen is geen goede toestand,
spr. zou het beter vinden twee partyen
tegenover elkander. Van het lodische ver-
kiosingsgeld heeft debater een andere nit-
logfti°gt ff'1 is gezonden om de kerstening
op Ja* a tegen te houden. Betreffende bizonder
onderwijs heeft de heer R. zelf gezegdwat
zou er tegen z\jn Er zjjn v.-z. monschen,
die véér secte-soholen zijn. Bjj het amendement
Dnys op art. 857 der Inv, verzekering was
wat te halen geweest (een stukje staats
pensioen) en de v.-z. wilden niet.
Debater vraagt inlichtingen ovor eenige
dingen, die niet helder zyn in het ooncentratïe-
program. Over geldmiddelen wordt niet ge
sproken.
De heer Boodhuysen, het program over
reikend: Dan moet n het maar eens goed
door lezen. (Gelach).
De heer BakkerEr wordt grootendeels
op de personeele belasting gesteund. Die
brengt 82 millioen op, voor soc. wetgeving
is 35 millioeu noodig, dus dan zon men
dubbel moeten betalen. Eigenaardig, dat over
marine of oorlog niet wordt gesproken, die
kwestie raakt niet alleen geld, maar ook
geestelijke en zedeljjko opvoeding. Hoe denkt
de concentratie hierover? Zg kan hoogstens
10 zetels winnen, dus zal zij met de soc.-dem.
samen moeten werken. Troelstra is al aardig
de liberalen aohterna goloopen. Zg vechten
op alle manier, maar zullen tooh eindigen
in elkanders armen te vallen. Wo krygon
dan hetzelfde ala onder het kabinet-Do
Meester, die vorklaren moestw\j konden
niet regeeren. Van sooiale wetgeving komt
dus niets terecht. Is het niet beter rochts
nog eon poosje te laten voortsukkelen?
(groote vroolykheid, het rumoer belet debater
voort te gaan). Over twee jaar staan we
toch weer voor een verkiezing.
De heer Roodhuyzen beantwoordt allereerst
mej. Blaauboer. Bg de concentratie heeft
voorgezeten te streven naar het bereikbare.
De beletselen voor vrouwenkiesrecht moeten
worden weggenomen, we hadden vrouwen
kiesrecht wel in ons program kunnen zetteD,
maar zonden dan niet waar zyn geweest.
Als de beletselen weg zjju en er algemeen
kiesrecht voor mannen ia, zal mon heel wat
verder zyn om de zaak goed te doen. Demo
cratische vronwen tallen dns goed doen het
boreikbaro te aanvaarden. Porsoonljjk is
spr. véér vrouwenkiesrecht.
Wij zullen van de uitvoorigo repliek aan
de heeren Verstegen en Bakker niets ver-
i. De spr. had er gelegonheid door
eenige standpunten nader toeteliohten en
nogmaals tot versterking der concentratie
optewekken. Te half twaalf werd de geani-
vergadering gesloten.
collecte voor de uitgesloten sigaren-
bracht f 10.66 op.
Wij zenden van ingezonden stukken, in
dien wij dat noodig oordeeien, een afdruk
aan belanghebbenden, ter beantwoording In
betzelfde nummer.
Aiie stukken bestemd voor de Redactie
en voor de administratie, te richten aan
C. DE BOER ir., te Halder.
scheidde, en ik opende die. De poort viel
achter ons dicht wij stonden op straat.
Ik riep oen koetsier, die ons naar het station
bracht. Ik haalde kaartjes en binnen weinige
minuten zaten wij in den gercedstaanden
trein. Wy staarden naar buiten, naar de
stad, die wij ontvluchtten. Parijs begon zich
reeds in schemering te hallen. Een korte
wyle cn de stad was uit ons gezicht ver
dwenen. Thans werd het doel, waarmee wij
gingen, ons ten volle bewust.
Te zes unr 's morgens bereikten wy Utrecht.
Hier stapten wy over in een anderen trein
en spoedig waren wij nu te Amsterdam. Het
uurwerk ecnor naburige kerk sloeg zeven
nnr toen wij 't Centraal-atation binnenstoom-
den. Wy namen een dor voor het station
staande rytuigeu en lieten ons naar ons hotel
brengen. De kamers waren voor ons in ge
reedheid gebracht: ik had ze namelijk per
telegraaf besteld.
Op dc leestafel van het hotel zocht ik
naar oude nummers van bladenwaarschynlyk
zou ik daarin wel iets aangaande het vroeger
gedane onderzoek der zaak van Frans Stapel-
man vindon. Zeker was hy reeds door eon
lagere rechtbank veroordoeld. Kon ik het
verslag dier zitting vinden, dan zou ik ook
over de waarde der togen hem ingebrachte
beschuldigingen kunnen oordeeien. Tk vond
echter niets, hoe ik ook zocht.
Wij verlieten het hotel, nog in het duister
verkeerende omtrent de zaken, die de be
schuldiging op dezen man hadden doen vallen.
Het werd zachtjes aan tjjd om ons naar liet
gerechtsgebouw t« begeren.
(Wordt vervolgd).