KLEINE COURANT i weer Helder, Texel, Wierlngen en Anne Peulawnn. 't Vliegend Blaadje Ten doode vervolgd No, 4203 Woensdag 21 Hei 1918. 41ste Jaargang. 't Vliegend Blaadje p. 3 as, 50 cl., fi. f. poel 75 cl, euttealnaS i 1.34 Pre- I Zondagsblads 37| 45 t0.75 «üaModeblad 65 75 '1.— (Voor bet buitenland bg rooruitbetaliagl! Adrartsattsa «u t let 5 regelt (bf vooruitbettliag) ïf Ükf regel zatter. S fleergs-eiejapl*».- if i Vffnetten n yrool9 letten worde* tu; plaalsruia?» btnkael Varaohljnt Vrijdagmiddag. Uitgeven O. DE BOER Jr,, Raider. Buraaui Koaiagatraat 29. Interc. Talif. 60. Eerste Blad. ■IEUW9BERI0HTEH. HELDER, 20 Mei. Boekaankondiging. Wjj ontvingen ter aankondiging een bundel tje „Poëzie voor onze kinderen", uit de werken dor Noord- en Zuid-Ned. Dichtere versameid door W. L. BoldinghGoemans. (Ten gebruike van het lager on m.u.l.o., de laagste klassen der H.B.S. en Gymnasia, Kweek- en Normaalscholen). In twee deelen. (Eerste deel, prjjs f 0.25.) ^Op het taal- en letterkundig congres, dat ton vorigen jare te Antwerpen gehouden werd, betoogde mevr. Boldingh in eene keurige rede, dat zoo weinig gedaan wordt om de jeugd liefde voor het gedioht inteprenten en dat het aantal van hen, die gedichten lezen en begrijpen, dientengevolge zoo gering is. Do spreekster beval de uitgave van goede bloemlesingen aan. Door de uitgave van dit werkje heeft mevr. Boldingh op bescheiden schaal gebracht haar denkbeeld in toepassing te brengen. Wjj ge- looven, dat het goed gezien is van de ver zamelaarster om dit boekje vooral goedkoop to doen wordendaardoor staat niet-alleen niets de aanschaffing in massa voor scholen in den weg, maar zal menigeen, die voor poëzie voelt, er eerder toe komen dit eens afzonderlijk in eigendom te willen hebben. De groote op de scholen gebruikelijke bloem lezingen zijn daarvoor meestal te duur. Bovendien bevatten die niet een zóo uit- gelozon keur van voor kinderen geschikte gedichten als dit deeltje. De heer J. F. M. Sterck, schoolopziener in het arrondissement Haarlem, die deze verzameling van eene inleiding deed voorafgaan, schrijft daarin zeer terecht, na eene korte karakteristiek van do gedichten, die bij onze voorouders voor kinderlijk doorgingen, maar het geens zins waren (wie glimlacht thans niet over de ,,kinder"-gcdichtjee van Van Alphen?): „Daar ontbreekt nog, hoeveel goede lees- en verzenboekjes er ook zijn, een book met voor kinderen begrijpelijke poëzie, echte poëzie, geen rijmelarij. Zulko verzen zyn thans zeer goed te vinden, maar verspreid in allerlei tijdsohriften on bundels van Noord en Zuid Mevrouw Boldingh—Goemans is bijzonder gelukkig geweest in haar keuze. Verblijdend is het te ervaren, dat tal van onze beste diohters en dichteressen zoo juist den kinder toon wisten te treffen Nog een ander doel dan leesstof te verzamelen, heeft mevr. B. voor oogen gehadhet zeggen der verzen voor de klas, de kunst waarin zij zelve uit munt en die op school niet voldoende tot haar recht komt, tot nadeel der leerlingen". Hoe saai en vervelend, nietwaar waren meestal de versjes uit onze leesboekjes op school 1 Of zo waren zóó diepzinnig, dat we ze niet snapten. Wjj herinneren ons, dit, overigons voor een groot mensch zeer lieve gedichtje (wij meenen van Van Droogen- broeok) „Zijt gjj amber?" sprak een wijsgeer Tot een nietig klompje stol, r zoeten geur hem t 1 nietig k zoeten g< „Neen," was 't antwoord van het klompje, „Maar ik woonde oen korte poos In gezelschap van een roos." Eerst jaren later begrepen wij de beteekenis en de strekking van dit gedichtje. Vergelijk nu daarmee eens de in dit bundeltje voorkomende verzen. Die kan ieder kind begrijpen, on dat niet alleen, maar daar heelt elke jongen en elk meisje pleizier in. 't Begiet al dadelijk met een van die heerlijk- spontane, blijmoedig-geestige versjes van Adama van Scheltema: Het regent, o wat regent hetl Ik hoor het uit mjjn warme bed, Ik hoor de regen zingen. Dat pakt dadelijk, daar heeft een kind schik inlekker warm in bed liggen, en den regen hooren ruischen, en dan straks tooh je eigen zin doen en in die „schoon geworden wereld" ver weg loopen, wie zou niet mee willen Of dit van Marie Boddaert: „Nacht is niet boos Als hjj komt de nacht Haakt hjj den hemel open, En veel sterren en sterretjes komen zacht Op gouden voetjes geloopen." Verrukkelijk, nietwaar? Als de juffrouw op school zoo iets vertelt, zouden dan de kinderen niet aan haar lippen hangen En FEUILLETOR. In dit uiterste vorderde Louvière van Rooanst, hem de boeken voor te leggen. Dit geschiedde, maar de doortrapte bedrieger had ze opzettelijk zoo verward en slordig bijge houden, dat Louvière er niet wjjs uit kon worden en alleen de zekerheid kon verkrijgen van zjjn algeheelen ondergang. Hij zag wel in, dat Rocanet hem «chandeljjk moest be drogen hebben, doch daar hij zich zelf aan verscheiden bedriegerijen had schuldig ge maakt, welke zyn zaakwaarnemer desnoods voor de rechtbank kon bewijzen, durfde hjj hem niet aanklagen omdat hjj dan gevaar liep, zelf verraden te wordenhij zweeg dus. Nu alle hulpbronnen van Louvière waren uitgeput, moest hjj zjjn heil weer zoeken in het spel. Hjj hervatte dus weer de bedrieg ljjke kunstgrepen, die hjj in Parjjs reeds uitgeoefend had, zoodat hjj weer veel slacht offers maakte. Op een avond, dat hjj zich in een koffie huis bevond, waar veel vreemdelingen en bjjzonder zee-offleieren kwamen, maakte hjj een partjjtje met een scheepskapitein, die hjj in korten tjjd eene aunmerkeljjke som afwon. De verliezer, over dit zeldzame geluk ver- bausdv vatte rerdenking op, sloeg hem, zonder iets te laten bljjken, opmerkzaam gade en betrapte hem in de volgende partij juist, toen hjj de kaarten verwisselde. Gloeiend van zonden niet de jongens schik hebben in Pol de Monts „Jan Lijmpot", die kindeke's oogjes dichtljjmt, of in '(„Muizeke" van Antheunis, dat geen „iawjjt" mag maken, opdat het kindje niet wakker wordt? En wat zegt men van dit juweeltje van Jacqueline van der Waals „Op het geitenweitje staat het kleine geitje bjj de groote geit. Qeiteke, wat moet je met je tjjne snoetje dat zoo klaagljjk schreit?" Zoo zouden wjj door kannen gaanschier elk versje is van oven groote bekoring, en kweekt den lust bjj het kind aan, om, groot geworden, te blijven genieten van de poëzie, die het dan, doordat reeds vroeg het gemoed ontvankelijk ïb gemaakt, zal begrijpen en waardoeren. Dit boekje zal zjjn weg wel vinden. Postduiven-vereen, „Holland's Noordpunt" te Oen Helder. Bovengenoemde vereeniging hield onder staande wedvluchten met oude duiven. Wedvlucht van Dordrecht op 27 April. Afstand 140 K.M. 47 in ooncours. Gelost met mooi weer en Z.-O. wind, 's morgens om 8 u. 15 n*. De prjjson werden als volgt behaald le pr. A. Felkers, 9 u. 52 m. 47 sec. 2e pr. A. Felkers, 9 u. 53 m. 3e pr. W. Dienaar, 4e pr. A. Felkers, 9 n. 58 m. 49 sec. 9 u. 54 m. 20 sec. 5o pr. J. Tieleman, 9 u. 54 m. 32 sec. 6e pr. H. J. Holtz, 7e pr. Joh. Darphorn, 9 u. 55 m. 17 sec, 9 u. 55 m. 27 sec. 8e pr. W. Dienaar, 9 u. 56 m 9e pr. A. Felkers, 9 u. 56 m. 10e pr. W. Dienaar, 9 u. 56 m. 11e pr. A. Felkers, 9 u. 56 m. 12e pr. J. Bakker, 9 u. 57 m. 1 seo. 13e pr. M. Bruin, 9 n. 57 m. 4 sec. 14e pr. A, Felkers, 9 u, 58 m. 45 sec. 15e pr. A. Felkers, 9 n. 59 m. 52 sec. 16e pr. C. Bakker, 10 u. 2 m. 9 seo. Door het zeer mooie weer en den gunstigen wind waren de duiven spoedig thuis, liep de vlucht snel at en zjjn geen verliezen geleden. Wedvlucht van Hoorn op 4 Mei. Afstand 50 K.M. 80 in concours. Gelost om 2 u. 80 m. 's middags mot goed weer en Z.-O. wind. Later onweers-verschjjnsolen, Dete wedstrijd werd gehouden op verzoek van de PoBtd.- vereen. „Do Hoornsche Luohtbode", daar deze vereen, mot de Hoornsche Onafhanke- ljjkheidsfessten een groote oplating van post duiven wilde houden. De prjjzen werden als volgt behaald le pr. A. Felkers, 8 u. 10 m. 86 sec. 2e pr. H, J, Holtz, 3 u. 13 m. 14 sec. 3e pr. M. Bruin, 3 u. 14 m. 28 sec. 4e pr. J. Ticlcman, 8 u. 14 m. 85 sec. 5a pr. W. Dienaar, 8 u. 14 m. 36 sec. 6e pr. J. Bakker, 3 u. 15 m. 7e pr. Joh. Darphorn, 8 u. 15 m. 81 sec. 8o pr. A. Felkers, 3 u. 15 m. 83 sec. 9e pr. A. Felkers, 3 u. 15 m. 33 s8c. 10e pr. A. Folkors, 3 u. 16 m. 18 sec. 11e pr. Joh. Darphorn, 3 u. 17 m. 29 sec 12e pr. A. Felkers, 8 u. 26 m. 38 seo. 18e pr. K. Kcoh, 3 u. 28 m. 86 sec, OndankB het onweer liep de vlucht snel van stBpel, en daar de afstand zeer klein was, waron geen verliezen to betreuren. Wedvlucht van Mechelen (België) op 11 Mei. Afstand 220 K.M. 28 in concours. Ga- lost om 8 u. met goed weer en N.-W. wind. De prjjzen werden als volgt behaald: le pr. A. Felkers, 11 u. 14 m. 44 sec. 2e pr. J. Tieleman, 11 u. 14 m. 47 sec. 3e pr. A. Felkers, 11 u. 16 m. 38 sec. 4e pr. J. Bakker, 11 u. 18 m. 25 sec. 5e pr. W. Dienaar, 11 u. 20 m. 18 sec. 6e pr. A. Felkers, 11 u. 22 m. 58 sec. 7e pr. M. Bruin, 11 u. 24 m. 36 sec. 8a pr. M. Bruin, 11 u. 24 m. 86 sec. 9e pr. M. Bruin, 11 u. 24 m. 39 sec. 10e pr. H. J. Holtz, 11 u. 27 m. 59 sec. 11e pr. W. Dienaar, 11 u. 29 m. 89 sec. 12e pr. W. Dienaar, 11 u. 29 m. 89 sec. 13e pr. A. Felkers, 11 u. 88 m. 58 sec. 14a pr. A. Felkers, 11 u. 83 m. 68 sec. 15e pr. Joh. Darphorn, 11 u. 45 m. 29 sec. 16e pr. Joh. Darphorn, 11 u. 45 m. 29 sec. 17e pr. K. Koch, 11 u. 54 m. 2 sec. Door het mooie weer kwamen ook nu weer de duiven snel achter elkaar binnen cd is ook nu maar een enkele achtergebleven. toorn, rukte de kapitein hem de kaarten uit de hand en spreidde ze voor do oogen der verwonderde toeschouwers op do speeltafel uit. Zjj waren zoo gerangschikt, dat Louvière een onfeilbaar gewonnen spel in de hand moest hebben. Daarvoor zorgde Rocanet, die na elke partjj ongemerkt de neergelegde kaarten tegen een ander spel verruilde. De scheepskapitein sprong nu op den lagen handlanger toe, die, de oorzaak van de ont stane woordenwisseling niet kennend, juist de speeltafel weer naderde met de reeds ge rangschikte kaarten, en rukte hem het spel uit de hand. Nu bleek het, dat deze evenals de andere in het voordeel van Louvière verdeeld waren, on zoo kwam het bedrog aan het licht. Er ontstond een algemeen gemor onder de getuigen van dit tooneel. De kapitein schold hem voor een ellendigen schurk en eischte liet hem ontstolen geld terug. Toen Louvière, die het bedrog wilde ontkennen, hom wegens die beleediging uit daagde, voerde de kapitein hem op den toon der diepste verachting te gemoet: „Een eer- looze schoft als g(j is het kruit en den kogel niet Waard, dien ik hem door den kop zou jagenik zou mjj levenslang schamen, het werk van beul aan u verricht te hebben. Ga heen! Ge zult hem gauw genoeg ii handen vallen." Louvière mompelde eenige bedreigingen, die den kapitoin geen antwoord waard waren, en sloop stil heen, om de gevolgen der ver ontwaardiging, die reeds in de -zoal ontstond, te ontgaan. Het was nogal gelukkig roer hem, dat er niemand in dit koffiehuis was, die hem kende. De geschiedenis met den kapitein ging ondertusschen van mond tot mond, en dikwijls moest hjj het voorval hoorsm verhelen, waarbij msn geweonljjk De Rijksmiddelen. In de afgeloopen maand hebben de inkom sten der schatkist uit de middelen A—L, die van het vorige jaar met niot minder dan f 1.813.000 of 12 overtroffen, nadat April 1912 re6ds f 952.000 meer had opgeleverd dan de overeenkomstige maand van het vorige jaar. Met een totaalcijfer van f 16.969.842 hebben de Rijksmiddelen verreweg het hoogste bedrag opgeleverd dat ooit in April is binnen gekomen. Verleden jaar waren voor het eerst de 15 millioen bereikt en overschreden, in 1910 voor het eerst de 14 millioen. Weliswaar wordt het resultaat desen keer geflatteerd door het feit dat de grillige suc cessierechten plotseling zeer ruim hebben gevloeid. Zij leverden f 593.000 meer op dan verleden jaar en gaven op 66a na de hoogste opbrengst die ooit in April is voorgekomen, doch zelfs na aftrek van deze bjjsondere bate blijft het oindcjjfer buitengewoon gunstig, zells als men in aanmerking neemt dat het Paaschfeest met zjjn storenden invloed op het zakenleven ditmaal in Maart is gevallen, doch verleden jaar in April, hetgeen overigens niet verhinderd heeft dat toenmaals schier op elk gebied record-ontvangsten werden geboekt. Wat de April-cjjfors nog bevrodigender maakt, is het feit dat lotterljjk bjjna alle middelen tot de vermeerdering hebben bij gedragen. Een uitzondering vormde alleen het personeel, waarvoor April overigons niet van groote beteekenis pleegt te zjjn en een paar der kleine bronnen van inkomsten (domeinon en akten voor jaoht en visscherij) waaruit een luttel bedrag minder werd ont vangen. Veor het overige zjjn schier op elk gebied record-cjjfers to vermelden. De op brengst der bedrjjfsbelastingateeg me t f128.000, die der vermogensbelasting met f 176.000. Vergeleken met 1904 is de opbrengst der vermogensbelasting in April verdubbeld. Iu het geheel werd uit de directe belastingen f 283.000 meer verkregen dan verleden jaar. De invoerrechten gaven f221.000 (17%) moer. De sccjjnzen op zout, bieren en nzjjn en op het geslacht gaven alle een ongekord hooge opbrengst. Laatstgenoemde, die in 1901 voor het eerst boven de 3 ton en in 1908 boven de 4 ton was gekomen, is thans bjjna tot 6 ton gestegen. De vooruitgang tegenover het vorige jaar bedraagt weder f 28.000 of 5 De totale inkomsten uit de aocjjnzen ad f 5.39 millioen zyn voor de eerste maal boven de vjjf millioen gekomen. De overige middelen, welker meer of minder ruim vloeien verband houdt met den algrmeenen toestand in zakeD, sjjn evenmin achtergebleven. De posterijen gaven f84.000 (6 meer, de telegraaf f 4000 (1 meer, de loodsgelden f 21.700 (8 Donkergekleurde centen. Men schrjjft uit Den Haag: Het valt niet te ontkennen, dat or een ker bezwaar voor de munt-oirculatie is gelegen in de overeenstemmende kleur van onze gouden munten en die van nieuwe bronzen stukken. Er bestaat daardoor eenigo kanB op verwarring, wanneer bjj de uitgifte minder nauwkeurig wordt toegezien. Dezolfde moeilijkheid heeft zich in Engeland voorge- ti bjj den bronzen farthing ten opzichte het halvepond-stuk. Men heeft daar het bezwaar volledig ondervangen door de far- thing's bjj de fabricatie een donkorbruine kleur te geven. Goleideljjk sljjt deso in den omloop af; de dan aan het lichtkomende tint is niet die van het op goud geljjkendo nieuwe bronB, maar die van brons, dat reeds in de circulatie is geweest, waarvan de kleur veel minder gelijkenis vertoont met die van goud. Dit denkbeeld zal ook bjj de Nederlandsohe bronzen munten in toepassing worden gebracht en in het vervolg zal de nieuwe bronzen specie in bovengenoemde kleur wordon uit gegeven. Intusschen is hot tor bevordering van de ciraRlatie dor vjjfjeB goweoscht, dat de reeds in het begin van 1918 vervaardigde 1-oentstukken die nog sleohts ten deele in circulatie zjjn, voor het overige (grootere) gedeelte aan het kleurproces worden onder worpen, hetgeen dan ook op dit oogenblik aan 's Rjjks Munt geschiedt. Deze bewerking op reeds gereed gekomen muntstukken heeft echter een schaduwzijde; de kleuring daarvan toch veroorzaakt, hoewel tijdelijk, een minder fraai uiterlijk, dan wanneer hetzelfde proces wordt toegepast op de muntplaten, v<jór den eigenlijken muntslag. Men heeft zich hierdoor echter niet laten weerhouden om reods aan stonds de nog voorradige centen een kleuring zjjne spjjt tc kennen gaf, dat de onbesohaamde bedrieger niet gevat geworden was, om op het schavot zjju verdiend loon te ontvangen. De Louvière durfde zich in het koffiehuis niet meer laten zien. Op straat was hjj zelfs niet zeker, herkend te worden door personen, die getuigen waren gevreest van liet voorval. Hij zon nu weer op een nieuw middel om uit de verlegenheid te geraken. HOOFDSTUK V. Toen Louis zjjne zuster in hst huis van inad. De Jüville zoo goed geplaatst zag, haalde hjj vrjjer adem. Daar hjj vlytig, vergenoegd en voor den zwaarsten arbeid niet bevreesd was, had hjj geen zorg voor zjjn eigeu bestaan. Ook kon hij verwachten, aan een aanzien lijk koopmanshuis geplaatst te worden, eu zoo legde hjj zjjn hoofd eiken avond tevreden op zjjn nachtleger neer. De overleden dochter van mail. De Juville had een kind nagelaten. Het waa eon vier jarig meisje, dat het evenbeeld haror vroeg tijdig ontslapen moeder beloofde te worden. Het kind heette naar hare moeder Madeleine. Het werd aan de hoede van Mathilde toe vertrouwd, die zich met opoffering en liefde aan de opvoeding dor kleine weeze wjjdde. Zjj verzon spelletjes, die Madeleine onder hielden en tevens leerzaam waren, zoodat het kinderlijk gemoed zich zoo vast Mathilde hechtte, dat deze eeu tweede moedor voor de kleine werd. Eens, toen zjj allen aan tafel zaten, ging plotseling de kamerdeur open en trad onaan gemeld een jong officier binnen, metschoone en edele gelaatstrekken. Dadeljjk snelde hjj op mad. De Juville toe, die nauwaljjks den tjjd hRd hem aan te zien, en riep uit: „Moeder, lieve moeder to doen ondergaan en deze van nu afin omloop te brengen. De donkere kleur van nieuwe I-centstukken behoeft derhalve niemand te weerhouden om ■e als goede munt aan te nemen. Aangezien echter reeds nieuwe 1- centstuk ken van 1913 in den omloop verkeeren, be hoort het publiek, althans voorloopig, evenalB tot dusver, te wakon tegen mogoljjke ver warring van nieuwe bronzen munten met gouden munten. Landelijke Idylle. Dit is gebeurd in een welvarend dorpje, dat door den rijksstraatweg wordt doorsneden. 't Hoofdhotel, goed en degeljjk, staat op hot gunstigste punt. Het is met den tjjd mee gegaan on bezit zjjn garage", die door een sierljjk geschilderd bord van verre wordt aangekondigd. Toch poozen er geen auto's dan die gebrek hebben aan benzine, of een fout aan het mechanisme, 't Is de vraag, of de gerage wel ooit oen normaal werkende auto van een normale automobilist binnen haar wanden heeft gesien. Niettemin staat de hotelier, ietwat boersch in «jja manieren, dagelijks op den uitkjjk. 't Is hom een ergenis als zoo'n taf-tuf voorbjj- Zjjn oogen rollen dan schier uit hun zjjn vuisten ballen zich heimeljjk en in verbeten woede mompelt bjj iets, dat weinig op een gelukwensch ljjke. Maar dadeljjk ont spannen zich zjjn trekken, zyn wezen wordt goedlachs, en buikschuddende komt hjj naar voren, zoodra er eindeljjk een tuf voor zijn hotel stilhoudt. Zoo dan onlangs. Torwjjl hjj in den ruimen gang loopt to ijsberen, ontdekt hjj het moderne voertuig stilstaande voor iyn deur. Nog even heeft hy don tjjd zjjn eonigen kellner uit de gelag kamer te waarschuwen. „Kees, oen auto, gauw naar voren en maak je complement." KeeB, die meer van de wereld heeft gezien dan zjjn patroon on zelfs in een Amstordamsoh hotel moet gediend hobben, snelt met oen blos van emotie naar voren cn vindt nog juist gelegenheid 't portier te openen voor een heer, rjjk in bont gebuid, minstens Kees buigt on houdt de deur open bonlmantol. lotelgang staat de corpulente dorps logementhouder zyn beleefden kellner na te volgen en maakt zoo goed en kwaad zjjn dik heid dit gedoogt een reverentie in de richting j van fminstens een baron". Een genadig knikje is zjjn loon. De kellner gaat voor en wjjst mijnbeer op diens gefluisterde vraag een be kend kabinet aan het einde van de gang. In gespannen afwachting, welke zegeningen op zyn hotel sulion nederdalen, ziet onze hotelier door de geopende deur naar de straat, waar da chauffsnr zjjn plaats bljjft innemen en de nieuwsgierigen als bjj tooverslsg uit den grond rjjzen. Kellner Kopt bedrjjvig hoen en weer, legt tegelijk het oor te luisteren naar de gangzjjde, en droomt van een zeldzaam groote fooi. Eindeljjk 1 Daar is Zjjn Eminentie I Kees, op zjjn post, laat buigende den tnf- tufler passoeron; onze hotelier, die vergeof- Bche pogingen aanwendt zyn kellner in lenig heid te evenaren, doet hetzelfde en vóór beiden sioh goed bewust zjjn van wat er ge schiedt, is de anto weer in beweging. Verbluft staren Kees en zjjn patroon elkaar aan, tot do trekken van den laatste zioh ont spannen en zjjn goedlachsohe geest hem doet zeggen ,'t Is niks, Kees, 't bleven stinkdinge die automobiele!" B. (Hbld.) Vaderlandsliefde. De Fransche royalistische afgevaardigde Bsudry d'Asson heeft het aangedurfd een nieuwen aanslag te doen op de zakken der afgevaardigden: hjj heeft een wefsontworp ingediend om de vergoeding der Kamerleden vau 15000 frs. terug te brengen tot 9000 fra., do bepaling, dat hetgeen zoodoende ver diend wordt, ter beschikking moet worden gesteld van deu minister van oorlog ten be hoeve van de landsverdediging. Men mag benieuwd ernaar zjjn hoe do vaderlandslievende Kamerleden dit voorstel zullen begroeten 1 Do eerste geboorte op Spitsbergen. Er is op Spitsbergen een kiud geboren, hot eerste zoover men weet. De moeder is de echtgenooto van een voorman van werk volk, dat op Spitsbergen overwintert. Moeder en kind een zoon maken hot best. Vrijdag werd het geboren en den volgenden dag stond de kennisgeving reeds te Kristiauia in de krant. „Mjjn Philip!" was alles, wat de verraste moeder kon uitbrengen, en met de grootste vervoering zonk zij in de armen van haar geliefden zoon, dien zij verscheiden jaren niet gezien liad. Nadat de eerste indruk van het blijde wederzien voorbjj was, beschouwde de moeder haar eenigen zoon met een blik vol liefde, en ua hem zacht verweten te hebben, dat hjj haar zoo overviel en niet vooruit zjjn onverwacht bezoek gemeld had, zeide zjj „Sinds gjj mjj verliet, Philip, om naar uw regiment te gaan, hebben ons vele rampen getroffen. Doch laat mjj voor het oogenblik daarover zwijgen en mjj geheel overgeven aan mjjne onuitsprekelijke blijdschap, u weer te zien. De krijgsdienst zal u geen lang op onthoud bjj ons veroorloven, en als gjj ons opnieuw vorlaat wie weet, of ik nog een maal het genoegen zal smaken u in mjjne armen tc sluiten. Ik heb gelukkig een goeden steun aan Mathilde, die ray bovendien mjjn leed helpt verzachten." Nu eerst werd Philip's aandacht gevestigd op Mathilde, wier lieftallig gezicht met een purperen gloed overtogen werd, eu ook op Philip's wangen kwam een blos. Nadat de tafel was afgenomen, vertelde Philip zoo bescheiden raogeljjk, hoe hjj het geluk had gehad zoo spoedig tot kapitein bevorderd te worden en het eereteeken, dat op zjjne borst prjjkte, te behalen. „Wjj stonden", zei hjj, „met eenige compagnieën op een voorpost, die sedert eenige dagen geen last had ondervonden van den rjjand. Wjj wachtten op orders van den opperbevel hebber, die in een dorp, eenige uren achter on?, zjjn hoofdkwartier had opgeslagen, toen is ons leger door landlieden «n overloopers het gerucht werd verspreid, dat de vjjasd De prijs van een dameshoodl Zog, amice, wat heeft je vrouw een mooien hoed op; die zal ook wat gekost hebben I B. (zuchtend): 5 cent Hofimann, vier slapelooze nachten, en 35 galden 1 DE WEEK. 17 1 't Staat mjj nog zoo helder voor den geest, dat kleurige, frissche, artistieke woord, door dr. Schaepman gesproken, nu ruim twintig jaar geleden Toon, in de Tweede Kamer dor Staten-Generaal, aan de orde was het wetsontwerp tot instelling der ridderorde van Oranjc-Nassau. Door het overlijden van Willem III was de mogelijkheid om ridders der Eikekroon en van den gulden Nassau- leeuw te benoemcD, vervallen. En de traditie bruoht mee, dat de hooge orde van den Neder- landoohen Leeuw niot aun „den eerste den e" werd verleend. Dat was een lastig gevalMen heeft telkens, als Regeeriog, den plicht om „verdiensten te Erkennen" van allorlei brave eerljjke, trouwe vader- laudors, dio zich gedurende reeksen van jaren onderscheidden door plichtsbetrachting ei wyding alsmede van personen, die den dionsten bewijzen, soms belangrjjke, c< dat men daarvoor eene geldsom kan uit trekken. Voorts heeft men, in 't internationaal verkeer, hoffeljjkhoid te betrachten tegenover vreemdelingen, die met plichtplegingen e.d. belast zjjn Eu waarvoor de Nederlandsohe Leeuw weër te „hoog" is En oen eenvoudig „bedankje" te min, te schraal. Die men ook niet met een gouden snuifdoos of een doekspeld met diamant of monogram kan afschepen, zooals vroeger zeer gebruikelijk is en door luchtige mannen en vronwen nèg wel in toepassing wordt gebracht tegenover hötel-gërants, e. d. m. Voor al-zulke gelegenheden was een „lintje" noodig. En daarvoor werd de orde van Oranje- Nassau gesohapen. De radicaal Kerdjjk had zioh danig vrooljjk gemaakt over het voorstel. don draak mee gestoken. En hjj, Kerdjjk, meende zeer zeker echt eerlijk wat hjj toen zei. Hjj be hoorde niet tot de breede categorie van men- schen, op wien minister Kolkman doelde naar aanleiding van mr. Biohon's rede, de welke berokkende dat het Parlement eerst .4 Mei definitief kon uiteengaan Voor wio geljjk de ooljjke vos Reinaert, dio ze niet te pakken kon krijgen, de druilen, deze sappig-verkwikkende vrachten, „te zuur" waren Toen nadat de heer Kerdjjk gespot had met de nieuwe „twocde-hands-orde" kwam de dichter Schaepman aan 't woord. Hjj was nog in z'n volle kracht. En hjj bield een warm pleidooi voor het ontwerp. Wijzend op de onuitbluschbare be hoefte, in den wensch levend, om nu een- 1 iets te hebben dat „de fantasie" be vredigt Tot het gemoed spreektNog iets anders is dan het dorre ojjfer, de nuchter- koude werkelijkheid zonder „franje". De ïer van toeD, in haar geheel, was onder den indruk van dr. Schaepman's bezielend woord. En ik vind, dut deze stemming niet tegen i Kamer van 1892 pleit 1 Waarom zou 't ook 1 De heer Kolkman heeft, op dien op-oen- ua laatsten zittingdag van het Parlement, de zaak nuohtertjes praotieoh behandeld. Hjj redeneordeals wjj 't goed nagaen, dan brongen die „lintjes" wel degeljjk hnn rente (en zelfs zeer kwistige 1) op Om gedeco reerd te worden doen „de menscBenvaak heol wat, waar de gemeensohap van profiteert. En bjj het internationaal-diplomatiek verkeer zjjn ze nu eenmaal onmisbaar. Daar geldt het „do ut des" (voor wat hoort wat) in volle b. En wanneer Z. Exc. de gezant van dezen of genen maohtigen staat inlevert een lange, lange Ijjit van menschen, die „aanbe volen" worden voor eene „onderscheiding", dan strookt 't niet jnet den eisch van internationale hoffelijkheid om te gaan schiften, keuren, critiseeren Dan heeft men zoo'n ljjst te acceptoeren. Anders niet. De hoeren diplomaten zjjn op dat sluk uitermate gevoelig on prikkelbaar. En misschien zou 't aanbe veling verdienen te overwegen, of voor dien h van „internationaal verkeer" niet een speciale soort van ondersoheiding mogelijk wareVan huisorde of zoo Die haar onmiddellijk deed horkonnen als hebbend de wanrdjj van de „mot diamanten versierde zich gereed hield terug te trekken, en voor nemens was eene afdeeling, die zijn linker vleugel verontrustte, aan te vallen. Hetzij dit werkeljjk zjjn voornemen of slechts een valsch gerucht wa3 om ons onverhoeds te kunnen overvallen, toch had het voor ons de na- deeligste gevolgen kunnen hebbeD, want ter wijl wjj daar zoo zorgeloos voortleefden, rukten overlioeds eenigo regimenten van den vyand gedurende den nacht uit het woud voorwaarts op. Ware het hun gelukt onzen voorpost te overrompelen, dan zou het hoofd kwartier on het geheele leger in het grootste gevaar verkeerd hebben. Ik deed juist de ronde, toen ik de vjjandelyke scharen op geringeu afstand go\yaarwerd. Te gelijk zag ik het dreigende gevaar en de onmogelijk heid om tegen de overmacht stand to honden. In het eerste oogenblik wilde ik naar het leger terugtrekkendooh ik wist niet, of my de weg daarheen niet reeds was afgesneden. Toen viel mjj iets in, en ik besloot, list met list to keoren. Ik liet dadeljjk op verschil lende punten de trom roeren en door hier en daar verspreid staande onderofficieren verschillende commando's roepen, alsof c geheele macht daar was verzameld, en mjj aan de spits mjjner compagnie stellend, wi in ik als luitenant diende, greep ik den vijund hevig aan. Deze werd in zjjne vaart gestuit. De trommen en de commando's die van alle zjjden weerklonken lieten niet indruk te maken. De eerste vjjandelijke troepen werden teruggeworpen, en in de meening verkeerend, dat het geheele leger voorwaarts rukte, trokken zjj in de grootste wanorde terug. Mjjn kapitein gaf dei* opper bevelhebber kennis van dit voorval en had de goedheid, loffelijk melding te maken van mjj* goeden inval wjj aan te merken als snuifdoos", waar mëe in vroeger dagen Ma jesteit of Hoogheid van bare allerdoorluoh- tieste tevredenheid bljjk placht te geven Opdat het overbrengen van een „eigenhandig geschreven brief", met aankondiging van bruiloft, overljjden of geboorte, reeds vele weken achter den rug liggend en „arbi et orbi" bekend gemaakt, niet op éën Ijjn worde gesteld met waarachtige verdiensten, met een leven van mooie toewijding en plichts betrachting Dit alles had de liohteljjk-uitmiddelpuntige Ommensohe heer Bichon kunnen bedenken en overwegen, sonder de Kamer, hunkerend naar 't ten leste op groot recès kunnen gaan, te prikkelen door zijne onaardige en voor driekwart gewild-uitdagcnde bespiegeling. Deze bejaarde Volksvertegenwoordiger met zjjn zeer jeugdig parlementair verladen en zjjn gemis aan „parlementaire toekomst", zal toch genoeg wereldwijsheid en ervaring heb ben opgedaan om te beseffen dat de mensche- ljjke jjdelheid zich in vele, velerlei vormen en gedaanten vertoont, 't Zou nog de vraag zjjn, onder wie het jjdclheids-percentage, om 't zoo maar eens te noemen, grooter* is, onder de lintjes-dragers, alsmede de menschen, die eerljjk bekennen zoo'n onder scheiding te begeereD, dan wel onder „de noderig-trotschen", die 't niet dragen, als- medo onder hen, die er allergoestigst en -gnitigst més kunnen spotten Wie denkt hierbjj niet aan den zoo-nede- rigen wijsgeer nit het onde Hellas, van wien Socrates verklaarde, dat hjj 's mans hoovaardjj scherp en dnideljjk kon zien door de gaten van den bedelmantel, waarmêe hjj, de nede rige, door Athene's straten stapte Wie in de groote en kleine steden van omen tijd, ruim twintig eeuwen na Socrates, rondkjjkt, bjj zal nog vele nederigen kunnen ontdekken, in schamele bedelaars-plunje ge stoken, in letterlijken of figuurlijken zin En wanneer men dan met scherp oog gluurt door de gaten dier haveloozo plunje Door Socrates' opmerking geleerd heb bend Ik vermoed, dat de heer Bichon, de klas siek-genoemde man, deze herinnering niet noodig hadschoon hjj tooh zjjn lange rede in hst Parlement nuttig en oirbaar achtte Een scherpe Ijjn moet worden getrokken tusschen hen, die van hunne krachten, gave, bezit aan de gemeensohap schenkon om, ter- wille van eene „onderscheiding", en de anderen, dio zich gevon uit heerlijk-mooi, groot plichtsbesef en ook gepantserd zjjn tegen de valsche schaamte, de pseudo-nede- righeid, den gemaskerden trots, de speciale soort van jjdelheid om eene eerljjk-verwor- ven toeken van hulde kwaaie af te wjjsen opdat de menigte hen in dubbele mate sal toejuichen; roepend vanWat 'n zielegroot- heidl Welk een gemoedsadel! Zjj willen niet eens „erkend" worden 1 Wanneer een Treub die zich vrijwillig in (hopen wjj allen) tijdelijke „ballingschap" begaf, in de nu-gestorven Tweede Kamer tot het laatste uur toe streed, kampte, met onverflauwden ijver voor hetgeen hjj in het algemeen belang achttedan ge schiedde dit zeer zeker, enkel en alleen om de zaak, en om niets anders. Dan had men hier te doen met den nobelst dank baren, en meest onbaatzuchtigen vorm van toewjjding. En datzelfde is van toepassing op <-en Drncker. Op nog anderen, van de voortref- feljjken, die helaas voorloopig niet meer in de Volksvertegenwoordiging znllen terugkeeren. En welke weemoedige gedaohte ons den wensch op de lippen brengt, dat Z. M. den Kiezor toch (naar de woorden, waarmee in gebed de Amsterdamsche Raad wordt ge opend) „wjjsheid en voorzichtigheid" zullen worden geschonken bjj de gewichtige taak, straks te vervullen, van 's ochtends acht tot 's middags vjjf ure, en niet later Maar wanneer de gemeenschap mannon als een Treub, een Drucker, het zichtbaar teeken van eerbiedige huldiging op do borat ziet dragen, dan siert zjj daarmee zichzelve. Gelijk de besten onzer medeburgers zioh niet hebben te sobamen voor het eerljjk en door noeBte inspanning vordiende „eereteeken". Ook dit is dnnkt me over „lintjes" te «eggen. De eene kant der „medaille" ziet er sjj toegegeven weinig sympathiek uit, maar de billijkheid vordert, ook de andere zijde te bekjjken Mn. Ahtonio. de redder van het leger. Tot erkenning van dezen dienst kreeg ik spoedig daarop den rang van kapitein en dit eerokruis. Het regiment, waar ik nu bjj kom, ligt aan de Spaansche grenzen, en ik verzocht drie dagen verlof op mjjne reis daarheen, ten einde die in den kring mjjner familie te kunnen door brengen. Daar ik met mjjne bevordering, die de generaal me zelf' aankondigde, ook bevel kreeg my soo spoedig mogeljjk naar myn nieuwen post te begeven, was het mjj on mogelijk u bericht te zenden van mjjne komst, moeder." Mevrouw Ds Juville gevoelde zich zoo gelukkig als ooit in haar lovenzjj durfde zich evenwel niet geheel en al aan hare vreugde overgeven, daar xjj, hoewel niet bjjgeloovig, toch van gevoelen was, dat elke gelukkige gebeurtenis met geëvenredigd ver driet en Ijjden moest worden bekocht. „Alles verandert op deze wereld", zeide zjj, „en liet geluk is het onbestendigst van allee." Dooi de treffende gewaarwordingen van dien dag te veel aangedaan, legde mad. De Juville zich op de sofa neder, om door eene korte sluimering haar ontroerd gemoed een wei zij te doea bedaren. HOOFDSTUK VI. De kleine Madeleine was den geweten loozen Louvière een doorn in bet oog, daar zjj eenmaal het aaDzienljjk vermogen van een oom zon erven, dat anders hem als naasten erfgenaam ten deel zou gevallen zjjn. Om zich van het bezit dier orfenis te ver zekeren, moest het meisje dus uit den weg geruimd worden. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1913 | | pagina 1