mm ti room 5 EIWITSTAAL De Wit Werf'. ZEEPPOEDER en VETLOOGMEEL „DE: DUIF" T Thee E.Br^ndsm^ UW GOED SLIJT V «rkoopiug- Ateliïr „MODERN Alkmaarsche Slagerij, Yerkoopiog wegens opheffing. AMSTERDAM. Thee is Hennep-Enveloppen HGRIHM IVYPEI8, iToorJ Noord-Amerikaaasche Hypotheekbank FlraaDf BIE BIERSTEKER, J. PRINS JR., J. PRINS JR., GROOTE UITVERKOOP J. PRINS JR., J. PRINS JR., NALAAT BE VAN OUDS BEKENDE CHR. PLEINES. Tbr doode vervolgd j - (wagens vertrsk), op WOENSDAG II JUNI 1913, voormiddags 10 uur. A. Van divorso Moubiloiro •n Inboodelgoodopon, w.o. den inboedel van den heer W. THIE, als diverse tafels, bekleede en rietgaat- stoelen, linnen- en penantkast, chiffon nière, spiegels, schilderijen, veeren- en kapokken bedden, matrassen, dekens, étagères, regulateur, kachel, lampen, gasornamenten, marm. schaakbord, mah. dambord met schijven,ledikanten, wasch- tafels, vloerkleeden, zeilen, porselein-, glas- en aardewerk, keukenbenoodigd- heden, enz. enz. 6. Van divorso Goodopon, w.o. de schilders-inventaris van den heer W. DE VRIES, als trappen, ladders, verfmolen, vaten, enz. enz. Te bezichtigen daags te voren van 10-4 uur. Deupw. W. BIERSTEKER. Dagelijks geopend, ook des Zondags. C. ARENTS, Fotograaf. HET GOEDKOOPSTE ADRES VOOR nieuwe en gebruikte RIJWIELEN is G. KOEDIJKER, Wetereteeg 1. Verkrijgbaar in de Schagenstraat 16, Beleefd aanbevelend. ZAL OP DOHDERDAG 12 JUNI 1913, 'e namiddags l'/i uur in het huis Kanaalweg 137/188, ten verzoeke van den heer J. J. M. SMIT publiok vepkoopen i alle aanveiige vintel-Muli en étalage-artikelen, wagen, casse, gasornamenten, zeilen, trappen, enz. Voorts eenige INBOEDELGOEDEREN ala stoelen, tafels, spiegels, schilderijen, kachel, fornuis, glas, aarde- en koper werk, bad met geyzer en al wat meer zal worden aangeboden. Te bezichtigen 's morgens vóór de ver- kooplng van 9-12 uur. HooJf*-'«ortsn f 1.80 GEOLPONCCIU) Herstelplaats voor RIJWIELEN. Firma P.J.Laièber, Zuidstraat. onovertroffen van kwaliteit en zeer water houdend, 70,80,90 en 100 cent per pond. Pakjes van V» - - *7» In het oude Victualiehuis 1 WAALSTEBD, Dljkltriit 22, Helder. Wederverkoopers provisie. „HELDRIA". HAARHERBTELLER. Beproefd middel tegen het uitval- i j b en tot bevordering van den haargroei ▼au Kt hoofdhaar, blijkt steeds het beste, pap flaoSS M oenft. Alleen verkrijgbaar bij T. van Zuylen, SPOORSTRAAT. CalffauPv I l,7B, f 2,-, f 2,29, f 2,40 f 2,90, f 2,79, I 3,-, pep 1000 met firma bedrukt. C. OE BOER Jr. Spoorstraat 41, Helder. Telef. Interc. 140. Witte Costumes. Maohinakamappakjas. Cibaalen, Slaapbroeken, Pyama't Nethemden, dunne Ondergoederen, In alle prijzen steeds voorradig. ■T Vraagt onze uitvoerige Prijscourant. Oeupeur door het geheele Rijk te ontbieden. KIEST Dinedag 17 Juni alleen T egenstanders «en da Tarief wei. De TftRIEFWET SOhaadt den Burger door nieuw of verhoogd invoerrecht op aat- en drinkwaren, als: havermout, gerookte visch, konijnen, eenden, ganzen, zwanen, schapenvleesch, varkensvleesch, rundervet, slachtpaarden, margarine, boter, kaas, gebrande koffie, honig, sucade, zout, specerijen, appelen, peren, pruimen, vijgen, mineraalwater, bier enz. Gevestigd te LEEUWARDEN. PANDBRIEVEN irfm-'"1"1000'"1"00 - Verkrljgbaer bij de Heeren P. GROEN ZOON, Den Helder. Koere IOO'/i pCt. nhe fabriek en daarom het best te vertrouwen. "BE BBZgHflTRiAAT 83, Helder. Texel: A. Wnis.aO.Rijf, P. Kiel, Daalder, J. P. Droi, D. Kuiter, Wed. Blom, P. Brouwer. W i e r i n g e n: N. Omet, M. Oorter. Ju 1 i a nad or p:M, Noot. Anna Paulowna: Neutel en A. Wiggen, 't Zand: O. A. de Wit. Oudeiluis: O. v. Doorn. S c h a g e nRotgans cn Purmer. Breezand: G. Borst. Helder: D. Bruin v/h. Balgkanaal. BIJITB3 3ST WONBN. Nog drie peroeelen, t.wi Noe. 5,6 en 7 van bovenstaand schetskaartje, te keop, ad f 80.— per Meter, gemeten langs den Polderweg. De perceelen zijn 40 M. diep, de breedte langs den weg 15 Meter, kan eventueel vermeerderd of verminderd worden. Inlichtingen bij den Architect S. KRIJNEN, alhier, en bij ondergeteekende. G- ADRIAANSE. UWiwaUUUVIU pliteit, 7« 27. 5 10 f 0.85 0.60 1.45 2.80 5.80 VBIRF. Qlanavarf Kg. f 0.40 1 0.70 21/, 1.70 5 3 30 10 6.40 Da goedkoopste li bet gebruik. Verkrijgbaar te Helder b(j: Qeert Bakker, Biunenh. en H. W. Zegel, Kanaalw. 63te Schagen bfiJ. Rotganste Den Burg (Texel), bjjJb. Kejjeer Dzn.te Oudeacbild (Texel), bfj i P. Vos. Naaml. Venn. Verffabrlek v/h. A. PLEGING Co., Amsterdam, Binnenkant 34 Spoorstraat 30. Spoorstraat 30. WEBEOS OPHEFFIOO DEB ZRftK. ALLE VOORRADIGE GOEDEREN TE VEEL OM OP TE NOEMEN, WOR DEN BEOEDEO FABRIEKSPRIJS UITVERKOCHT. De meeet gevraegde en voordeellgete zuivere bereide Verf Ie Gevestigd IS76. Fabriek Helder. Verkrijgbaar gesteld bjj do Heeren: A. Kortr Az., Kanaalweg; H. dr Wit Jrz., Kei zerstraat 13 (direct bjj 't Spoor)Texel: P. Boon Mz„ CocksdorpA. Ellen, Oosterend Wieringon: Wed. KalrteldJoh. Takrs Tz., NoorderbuurtKoegras: D. Mareks; Julianadorp: M. Noot; 'tZand ZiJpe: P. Run; IJmuiden: D. C. Kaan. En gros. Verzendingen nnnr alle plaatsan. En Datail. Magazijn en fabriek BINNENHAVEN 74, HELDER. H. DE WIT. Spoorstraat 30. Spoorstraat 30. moer door 't WA8SOHEUV dan <Xoor Hot getorulKen als se ion te nemen. NA/ aartaorg "Cr daarom Het allerbeste op dit gebied door uitsluitend aan te wenden van Vraag ookPLEINES' TBIOMFZEEP. Op elk stuk en pakje moet niet alleen HET MEUK, maar ook DE NAAM staan. Anders is het namaak. FEUILLETON. 10) In liet gevolg der overwiunaars bevond zich een bruine slaaf, Ibrahim, die aan eou Europeeseh koopman in Fez had toebehoord, en bij wien hy gedurende een veeljarig ver blijf eenige keunis van de Franscbe taal had verkregen. Van hem vernamen Philip en Louis nu de oorzaak van den bloedigen strijd. Soliman, de aanvoerder van den zogepralen- den troep, was een moedig en krijgszuchtig man en liet hoofd van een machtigen stam. Om de menigvuldige aanvallen, die hy op naburige, zwakkere stammen deed, en de rooverijen waaraan zij in zyne nabijheid waren blootgesteld, werd hij door hen ge vreesd en gehaat. Nu had hy weer zoo'n aanval gedaan. Zoodra de naburige stammen de nederlaag vernamen, ontvlamde hunne.wraakzucht. Zij vereenigden zich en vervolgden Soliman met groote woede en hardnekkigheid. De ver metele hoofdman kon hun geen tegenstand bieden, daar zijn stam te klein in getal was, en nu trok hy zich, al vluchtende, diep in het binnenland terug. De karavaan had met allerlei moeilijkheden te kampen. Philip en Louis moesten nu honger en dorst lijdende zon brandde steeds boven hun hoofd, zand wolken en de heete sirocco kwelden hen verschrikkelijk. Er was geen bron te ont dekken, waar ze hun verschroeid verhemelte konden verkoelen, noch een boom of een struik, die hen tegen de brandende hitte der zon kon beschermen; niets dan zandvlakten vertoonden zich aan hun oog. Met smart dachten zij aan de lommerrijke boschjcs en de gezegende velden van hun geboorteland. HOOFDSTUK X. In liet nevelachtig verschiet pakten zich dikke stofwolken samen. De verstikkende lucht werd nog drukkender, cn fijn, brandend zand viel in een dichten regen neer en vulde bij de ademhaling den uitgedroogden mond dor ongelukkige reizigers. De gloeiende sirocco stak op. Er bleef den reizigers geen ander middel over om hem nog wat te ontgaan, dan zich inet het aangezicht plat op het zand to leggen. Na een pijnlyk uur was de gloeien de orkaan voorbijgetrokken. Nu stonden zij weer op, schudden liet zand al, waaronder de wind hen schier bedolven had, en sleepten zich weer voort, door honger, dorst en ver moeidheid gefolterd. By ccn zandheuvel ge komen, werd de troep door een bende Mooren aangevallen. Er was aan geen verdedigen of vluebten te donken. Philip en Louis, die van uitputting nauwelyki verder konden, lieten zich in de algeineene verwarring op den grond vallen en zagen zoo het bloedige gevecht aan. Zy geloofden hun laatste uurtje geleefd te hebben. Van alle zjjden vlogen vergiftigde pijlen. De kleine schaar van Soliman werd omsingeld en zonder genade neergchonwen. Alleen Ibrahim, de slaaf van Soliman, wist te ontkomen, door zich in een kuil te ver bergen, cn toen de vyand, die nog eenige vluchtelingen vervolgde, zich verwijderd had, kroop hij uit zijn schuilhoek te voorschijn, liep nog eenige sehreden en viel toen uit geput en buiten kennis neer. Philip en Louis, die het geluk hadden gehad onopgemerkt te bljjven achter den heuvel, stonden op. Ilun leven was voor het oogenblik buiten gevaar, hoewel zy nog veel kans hadden het te verliezen in deze wilder nis, door allerlei gevaren omringd. Zij wilden zich nu, zonder tijd te verliezen, noordwaarts naar de kuBt begeven, toen zij Ibrabim bemerkten, die op eenigen afstand bewuste loos neerlag. Hoe gevaarlijk elk oponthoud ook voor hen was, draalden zij niet, naar hem toe tc guun en hem hulp te bieden. Zij herkenden hom terstond, hoewel een diepe hoofdwond en het bloed, dat daaruit over zijn gelaat gestroomd en deor de zon zwart jebrand was, hem bijna oukenbaar maakten. Philip voelde hein den pols en bespeurde nog levenin lange en onregelmatige tusschen- poozen voelde hij de matte slagen. Philip had een blaas bij zich, die nog eenige drup pels water inhield. Ofschoon dit water door de zonnehitte warm geworden en by na stinkend was, zou het toch een ware lafenis voor de beide vrienden geweest zyn. Nochtans bedacht Philip zich geen oogenblik. Ily scheurde een stuk van zyne kleederen af en goot het kost bare water er over uit, reinigde de wond van den slaaf zoo goed mogelyk, en verbond die toen. Deze verpleging had den gewenschten uitslag; nu oenigo oogenblikken sloeg Ibrahim de oogen op en gaf door een blik zijn dank te kennen. Intusschen zonk de zon steeds dieper aun den horizon. De lucht werd een weinig koeler en minder drukkend, en dank zij de zorg van Philip en Louis, was de slaaf in zooverre hersteld, dat hy kon opstaan. Philip liet Ibrahim de nog overgebleven druppels water opdrinken, en toen deze zich weer wat op geknapt gevoelde, beraadslaagden zy, hoe uit deze wildernis te komen. Ibrahim, als een kind der woestijn, wist dadelijk zijn koers te nemen. De waarneming van zekere gesternten was hem genoeg, om te weten, in welke richting zij moesten gaan om een oase te bereiken, waar zij water en eenige wilde vrachten zouden vinden om hun honger en dorst te stillen. De drie ongelukkigen gingen den geheelen nacht door, slechts van tijd tot tijd uitrustend, 's Morgens, toen de brandende Afrikaansche zou opsteeg, verlichtte zij weer de onmetelijke zandzee; van de vurig verlangde oase was nog geen spoor te ontdekken. Altjjd liooger rees de zon aan het blauwe hemelgewelf en pijnigde de wandelaars weer verschrikkelijk, zoodat de moed hun dreigde te ontzinken. Gelukkig ontdekte Ibrahim in het zand sporen van eenige dieren dei- wildernis, die steeds de onfeilbare voorteekenen van de nabyheid eener oase zijn. Dit gaf den voetgangers nieuwen moed. Na *een moeilyk uur ontwaar den zy een donker punt, waarin de slaaf de gezochte oase meende te herkennen. Spoedig werden de sporen op het zand menigvuldiger, en eenige verdorde mosplanten vertoonden zich hier en daar op den verzengden grond. Ken doornige, bladerlooze acaciaboom was liet eerste groote gewas, dat zy op hun weg vonden. Toen zij in de nabyheid van dien boom kwumeu, zagen zij, dat zijn stam en de grootste takken trapsgewijs met knoesten van eon eenigszins doorzichtige laag over trokken waren; zij herkenden de zoogenaamde Arabische gom, en bij gebrek aan beter probeerden zy hiermede hun hongor te stillen. Hun mond was eobter zoo droog, dat zij de steenharde gom niet konden oplossen, en zy moesten dus nog verder gaan om iets eetbaars te vinden. Spoedig bereikten zy een boomgroep, waar onder de grond geheel met schoono gele bloemen bezaaid was. Zij raapten die gretig op en beproefden hiermee hunne verbrande tongen tc verkoelen; maar dit bekwam hun niet te best, want het waren sene- en kolokwintpianten, die om haai- bitteren smaak en hare werking niet als voedingsmiddelen kunnen gebruikt worden. Het kon reeds middag zyn, toen zy eindelijk het zoo vurig verlangde doel hadden bereikt. Een hosclije van bloeiende boomen, een waar paradijs in deze verschrikkelijke woestijn, bood den reizigers een verrukkelyken aan blik onderscheiden vruchten bogen de takken der boomen tot bijna op den grond. Op dit gezicht wilden Philip en Louis zich met de eerste vruchten, die onder hun bereik waren, verkwikken. „Doe dat niet", zei Ibrahim, hen tegen houdend. „Gij hebt mij het leven gered, nu vergeld ik het u dubbel, want gij hebt slechts cdn menschenlevon gered en nu red ik er tweedus wy zyn elkaar niets meer schuldig. Deze vrucht is een der vergiftigste in deze strekenniemand heeft die ooit geproefd zonder het met het loven tc bekoopen. Het is de Manchenel-appel, in welks sap wij onze pjjlen doopen. Deze kunt ge wel nemen'', voegde hij er bij, terwijl hy zelf eenige anderen afplukte; „deze zyn onschadelijk." Philip en Louis sloegen geen acht op de dubbelzinnige woorden van den slaaf en luisterden alleen naar zijne waarschuwing. Later echter herinnerden zy zich die, toen de trouweloosheid van Ibrahim hun bewees, dat zij een slang hadden gekoesterd, die hen tot dank met haar venijn zocht te bespatten. Na zoovele geleden vermoeienissen was hun de rust zeer noodzakelijk geworden. Zy vertoefden twee dagen in dit Eden. Aan eene frissche bron vulden zy de bladeren van een grooten pompoenstruik, zoodat zij by de voortzetting hunner reis van water voorzien waren. Ook namen zy zooveel vruchten mee, als zy dragen konden, en zoo zetten zij tegen den middag hun tocht voort naar de kust, die niet ver meer verwijderd moest zijn. Na verscheidene uren loopen9 bereikten zij een bosohje en besloten hier den nacht door te brengen. Zij wilden hunne afgematte lede- moten op een soort heidekruid uitstrekken, dat daar veelvuldig groeide, toen het vreest-- lyk concert van eene menigte wilde dieren weerklonk en de rust stoorde, die zij zoozeer behoefden. Het eenige, wat hun nu te doen stond, was, in de boomen te klimmen; mam- aleer zij hiermee een aanvung konden maken, kwam er reeds een troep hyena's en panters aanrennen. Een geluid, dat Ibrahim liet hooren, om het geBis van de slang na tc bootsen, die door deze dieren gewoonlyk.ge vreesd wordt, deed hen een oogenblik wijken doch weldra kwamen zij terug naar de plaats, waar zy hunne prooi roken. De fonkelende oogen, de onrust waarmee zij zich heen en weer bewogen, het gebrul en gehuil dat de lucht vervulde, veroorzaakten den reizigers een doodólyken angst, die hen don nacht, in hunne ongemakkelijke houding, slapeloos deed doorbrengen. Eindelyk brak de dag aan en de roof dieren trokken langzamerhand af. De drie reizigers klommen uit de boomen en spoedden zich verder, zoodat zij de boomgroepen weldra achter zich hadden. (Wordt vervolgd). gi>- J.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1913 | | pagina 4