KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Helder, Texel, Wieringen en Anna Pauiowna Het geheim van Reckdon Abbey. Mo 4216 Zaterdag 5 Juli 1913 4ia te Jaargang. 'i Vliegend Blaadje p. 3 m, 50 cl., fr p. poiü 75 cl,, bnitaalaad 1.2 (kodiM (Voor het buitenland bj Tooraitbetaling.) Advertealiêa ti> 1 tel 5 regelt (bf vooruitbetaling) 30 een». Elke regel meer Bevri)»-tïerapla*r Vignetten ea groote lettert wordte eaar pinrtruimtc berekend Intern.- Telefoon 00. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. Uitgavar O. DE BOER ir., Helder. Bnrenu i Koningstraat 29. intsrc. Teler. 60. Eerste Blad. IEUWBBERICHTEH. HELDER, 4 Juli. Revue-Hinrl tor Hall. De heer N. H. Wolf, redacteur van het weekblad „De Knoet", wijdt aan bovenge noemde revue eene uitvoerige bespreking. Zoo zegt hy o.a. „Ik herinner mg in géén der vorige revues een zóó goed geslaagd tooneel als dat van de „polletieke poppenkast" de heele „polletiek" ia poppenkastery, zegt deautenr- compère dat wat conceptie als wat uit voering aangaat inderdaad voortreffelijk is. Ook het aan dit tooneel voorafgaande „klokkenspel" koristjes als de carillon- klokken der Hollandscho kerktorens gekleed was van groot eflekt. „Ik zal jullie je mooie Hollandscho carillons eens laten kjjken", zei Piei-compère-Ter Hall, „maar jullie neemt daar toch geen notitie vanZéér ad rem, nu het carillonspel ook in ons land de belangstelling van het publiek begint te wekken, dank «jj vooral den voortreffeljjken Amsterdamachec carillonnenr J. Vincent. Ik gedeok slechts enkele momentende oDderwyzers-salarissen in de Tweede Kamer, de Tariefwet, de Onafhankeljjkheidsfeesten waarbij goed-gestelde tableaux-vivants„C'est l'Empereur", „De Brand van Moskou", „Het Roode Kruis") en tot slot: Nederland ont vangt de mogendheden der geheele wereld bjj de openiDg van het Vredespaleis. De door W. Blokland gearrangeerde muziek wordt door het orkest onder Jac. Blazer'» leiding beschaafd ou welluidend ten gehoore gebraoht.' „Het Vaderland" van 6 Mei 1913 schrfjfc hierover „D> ch me.t zjjn jongste werk heeft de heer Ter Hall, meer nog dan in één van zijn vorige, bewezen ook een inhoudrijke revue te kunnen geven. De revue sprudelt van leuke, guitige, humoristische en vaak geestige setten en intermezzo's, die de zaal den heelen avond bijna in één lacb houden, den goed ronden, gullen, ODbedaarljjken lacb, dien geen ffauwiteit verwekken kau. Een lach slechts onderbroken telkens door een stille van be wonderend kijken naar een nieuw, schitte rend tooneel in onbegrijpelijk snelle afwisse ling ons op het tooneel voorgetooverd. Wy treden niet in détails. Men ga zelf zien ön vermake en verpooze zich een avond met deze alleraardigste revue, die van alle gepeperde smetten vrjj is en waarvan de voortreffelijke vertolking, zoowel wat dictie, als solo-zang en koron betreft, den inhoud tot zijn volle recht doet komen." Terwijl de „Dolftsche Courant" van den zelfden dag zich aldus uitlaat: „Scala. We zagen verscheidene revues van Henri ter Hall, doch eene soo mooie, friasche en aardige als deze, meenen we nog niet van hem gezien te hebben. Wat het meeste te prijzen in deze revue: den bumor, het cynisme, of de schoonheid der meeste taforeelen en niet te vergeten den goeden, soms zeer mooienzang?" Een en ander zal, meenen wjj, voldoende zjjn om onze lezers te doen verlangen naar wat de heer Ter Hall ons ook hier zal aan bieden. Mr. Troelttra. zal mr. P. J. Troelstra, Naar wij vei gevolg gevende aan de tot hom door de Koningin gerichte uitcoodiging tot een onder houd, zich Zaterdag 5 Juli naar het Loo begeven. (.Hbld.") De Telegraaf" schrijft naar aan leiding van het onderhoud, dat Mr. P. J. Troelstra morgen, Zaterdag, zal hebben in verband met de kabineta-crisia, het volgende Mr. Troelstra zal zoo schreven wjj zijn vacantie, die bij in het Hartsgebergte doorbrengt, wel spoedig moeten onderbreken, om een woordje mee te praten over de op lossing van de staatkundige crisis. Het is reeds gekomen. Het Volk" heeft het bericht gebracht, dat mr. Troelstra door de Koningin is uitgenoo- digd tot een onderhoud in het laatst van deze week. Dat kon trouweos wel niet anders. Een partij, die 'n 100 belangrijke mate de crisis mede herft helpen veroorzaken, kan thans niet FEUILLETOfl. 8) worden gepasseerd. Zjj wordt voor de conse quentie van haar eigen politiek gesteld. En zoo zal dan voor het eerst een sociaal-democra tisch politicus in onmiddellijk confereerend contact komon met de Kroon. Want het spreekt van zelf, dat de heer Troelstra naar Het Loo gaat. Hjj is Roalpoliticus genoeg, om aan de uitnoodiging gevolg te geven. Toen in November 1911 het bekende voorstel der socialisten aan de orde was, om een kiesrecht- adres te zenden aan de Koningin, wees men er in het debat op, dat mr. Troelstra het dan zélf zou moeten gaan aanbieden. En toen autwoordde de heer Troelstra als volgt: De overweging, dat ik, met andore beeren, netjes aangedaan, mij zou spoeden naar Het Loo, om te doen wat mij door de Kamer is opgedragen, schrikt mij echter niet af. Wanneer de heeren ooit neiging mochten gevoelen mij een werkzaam aandeel te doen en, niet in partijen, feesten, bijdragen, franje en oranje, maar in zaken, het Neder- landsche volk betreffende, tot uitvoering van zaken, die ik hier zelf heb voorgesteld, en waarvoor ik naar de Koningin moet gaan, dan doe men dat gerost. Ik zal mij daar fatsoenlijk gedragen en de Koningin zal zich ook wel fatsoenlijk tegenover mjj gedragen Dit is duidelijk. F.c zoo zal dan mr. Troelstra binnen enkele dagen gelegenheid hebben als raadsman der Kroon op to treden, en Hare Majesteit mede te deolen, of de sociaal-democraten bereid zijn do verantwoordelijkheid te helpen dragen voor een toestand, dien zjj zeiven mede in het leven riepen. Niets beter dan dit onderhoud van de Koningin met mr. Troelstra bewijst, dat de tjjd van enkel critiseeren voor de S.D.A.P. voorbij is. Die schoone dagen van Aranjuez heeft zij thans gehad. De periode van ver antwoordelijkheid komt. Het nieuwe tramtarief. 't Nieuwe tramtarief te Amsterdam is Dins dag in werking getreden. Retourtjes, over stapjes, secties, 't behoort alles tot den goeden ouden tijd. Tegen den civielen prijs van vjjf cents kunnen we voortaan Amsterdam door kruisen. 't Publiek is over "t algemeen zéér ingenomen met don maatregel, al zal 't na tuurlijk nog wel eenige dagen duren eer men zich het vragen naar een pasje of het hand gebaar van heen en weer heeft afgewend. Wat al dadeljjk opviel was de vraag naar boekjes. Zooals men weet zijn bjj de conduc teurs alleen boekjes, inhoudende 20 kaartjes, te verkrjjgen. De depóthouders daarentegen hebben ze ook van tien en vjjf. Nu de retourbiljetten de wereld uit sjjn, zal zeker menigeen voortaan „op boekjes" trammen, waardoor 't lastige wisselen of 't zoeken naar pasmunt voorkomen wordt. Wat de administratie betreft, brengt de nieuwe regeling den conducteurs groote voor- deelen. Aangezien ze nu slechts met twee soorten kaartjes te doen hebben, die van vjjf en die van 21/, cents, is de afrekening zeer vereenvoudigd. 't Ret;u, den passagier uitgereikt, dient teveDS voor contrólebiljet. Vergiftiging. Over een dubbele vergiftiging te Oude Wetering meldt men nader Woensdag 25 Juni stierf to Oudo Wetering onder zeer verdachte omstandigheden de boerenarbeider P. P. De man was slechts één dag ziek geweest en had, naar men den dokter meedeelde, hevig gebraakt, doch toen de dokter aan de woning kwam, lag do man wel (e krimpen van pjjn, doch van uitbraakselen of anders zins was geen apooi*. Die had vrouw P. in de vaart geworpen, zei ze. De man overleed, dr. Melchior, de genees heer, waarschuwde de justitie, de burge meester liet de vrouw gevangen nemen en naar Roelof-ATendsveen brengen, doch toen het parket uit Haarlem kwam, vond het niets in de woning te Oude Wetering, dat verdacht voorkwam, het verhoor leverde Diot voldoend s'.of op om de vrouw nog langer vast te hondeD en zjj werd Donderdag weer dadeljjk in vrjjheid gesteld. Het ljjk van P. werd naar Leiden ter schouwing opgezonden, dit ondersoek bracht aan het licht, dat de man met arsenicum was vergiftigd. Maandagavond half elf werd de vrouw opnieuw aangehouden en na een verhoor van vier uur, haar door de veld wachters Bodiu en Dupeau afgenomen, viel ze door de mand en bekende niet alleen haar man, doch ook, in vereenigiog mot den boerenarbeider B., met wien zjj in intieme Bjj gebrek aan beter werd ik aangenomen en wij begaven ons op weg naar Reai L'astle. Mijn aanbod was onwillekeurig ge- daan, om Margaret nog eenmaal te zien, voor het graf' voor altijd boven haar gesloten werd. Wjj kwamen aan het kasteel zonder den hertog te zien, daar hjj dien morgen naar Douglas was vertrokken om verlof te krijgen het lijk naar den grafkelder zijner familie te Londen te vervoeren, en om zich te verwijderen, had hij juist het oogenblik gekozen, waarop de justitie haar koude voor de droefheid zoo onaangename plichten kwam vervullen. Ik kon nauwelijks op de been blijven, mijn hart begon te bonzen, mijn knieën knikten, ik was gewis doodsbleek. Wij traden de kamer binnen, en toen ik op liet bed een menschelijk lichaam zag liggen, reeds met een lijkkleed omwikkeld, begaven mijne krachten mij en moest ik mij aan de denr vasthouden. De geneesheer trad, met eene kalmte en koelbloedigheid, die gevolp der gewoonte zijn, op het bed toe, en tilde het laken op, waarmee het ljjk bedekt was. Op dat oogenblik „wist ik niet, of ik waakte of droomde. Het lijk dat daar lag, was niet dat van de hertogin van Kilmonrayde ver moorde vrouw, wier dood wy moesten eon- stateeren, was Margaret niet HOOFDSTUK IH. Het was eene blonde vrouw met blauwe oogen en fijn gevormde handen, een mooie jonge vrouw, maar Margaret was het niet Zij had een wond bij de borstde kogel was aan de rechterzij binnengedrongen en had het hart getroffen, zoodat de dood oogen- blikkelyk had moeten volgen. Dit alles was zoo zonderling, dat ik er geheel door ver bijsterd werd ik wist niet, wat ik er va» moest denken, maar zooveel was zeker, dat deze vrouw niet Margaret was, die door haar echtgenoot als doed werd opgegeven en onder wier naam men een vreemdeling ging be graven. Ik wist niet, waartoe ik eigenlijk van nut was bij deze gerechtelijke schouwingik wist evenmin, wat ik als proces verbaal onderteekende gelukkig wilde de dokter van Port St. Mary zjjne meerderheid boven eon student handhaven, en verzocht alleen mjjne handtcekening, terwijl hij zich met de ge heele werkzaamheid had bezig gehouden. De schouwing duurde omtreDt twee uren, daarna gingen wy naar de eetzaal, waar men voor ons eenige ververschingen had ge reed gezet. Terwjjl mijne metgezellen hiervan gebruik maakten, leunde ik met het hoofd tegen het venster. Ik kon zoo ongeveer een kwartier aldus gestaan hebben, toen iemund in vollen galop het voorplein kwam oprennen, van het paard sprong zonder om te zien of iemand voor zijn paard zou zorgen, en zich Ijlings naar de deur begaf. Hoewel ik dezen man slechts even had gezien, herkende ik hem toch, trots zijn veranderde kleeding. Dat was de man, dien ik uit het onderaurdsch verblijf iu de bouwvallen had zien komen, verstandhouding stond, den vader van B. te hebben vergiftigd. Vrouw P. is 29 jaar en moeder van vier kinderen, waarvan het oudste 13 jaar ia. Haar- man was boerenarbeider by den landbouwer J. N. Los. Deze waarschuwde hem Maandag voor acht dagen, dat hjj wat boter op zjjn vrouw moest passen. Thuis komende heeft P. haar onder handen ge nomen, daarover is een woordenwisseling ontstaan en Dinsdag tegen den avond, nadat hy zyn warme maal had gebruikt, is P. plotseling ziek geworden. Hy kreeg krampen en braakte. Zjjn vrouw heeft hem toen een ei met cognac klaar ge kt, waarin ze, evenals in het eten, een groote doBis arsenicum heeft gedaan. Volgens haar eigen bekentenis heeft ze niet meer dan tweemaal het vergif toegediend. Met den vader van B. is het anders gegaan. Deze woonde in bjj zyn zoon. Dezo was weduwnaarhjj wist, dat zjjn vader f 400 k f 500 had overgespaard. Dit geld heelt hjj zjjn vader afhandig gemaakt, tengevolge waarvan er moeilijkheden zjjn ontstaan, waar om B. besloot zjjn vader uit den weg te ruimeo. Als rattengif had do onde B. arseni- in huis. Zjjn zoon diende hem dit toe in kleine doses, de vader werd ziek en vrouw P. kwam hem te Abbenea zoogenaamd ver plegen. Wel dertig maal bobben de twee den ouden man toen arsenicum ingegeven, waarop deze is gestorven. is in den nacht van Maandag op Dins dag van zjjn bed gelicht 90 naat Roelof Arendsveen gebracht waar ook hjj een be kentenis heeft afgelegd, eerst tegenover de veldwachters, later ook tegen don rechter commissaris mr. JosBelin de Jongh en den griffier mr. Merkman. Het tweetal is op last van do justitie over gebracht naar hot huis van bewaring te Haarlem. De kinderen van vrouw P. zjjn voorloopig onder dak gebracht bjj den landbouwer Los. Sarekat Islam en Indische partij Aan een Indisch blad is bet volgende ont leend Jelui zult zeker reeds gelezen hebben van de Sarekat Islam en de Indische parljj De laatste werd de Regeering te gevaarljjk is niet als rechtspersoon erkend. Vergade ringen werden door justitie eu politie uiteen gejaagd. Ambtenaren, die lid waren, kregen een wenk te bedanken. Enkele firma's ont sloegen hun employé's, omdat ze lid waren van I.P. Nu bestaat die vereeniging niet officieel meer, doch is thans een geheime. Van de ruim 4000 leden vóór de transactie der regeering zjjn er nu 700 geheime loden overgebleven, die met een nummer worden aangeduid. M. i. heeft de regeering in dezen meer kwaad gericht tegen zichzelf, dan zjj wel denkt. Nu dreigt het gevaar van een Anderen kant en heusch eon niet te onder schatten gevaar de S. I. Tegen deze ver eeniging van Mohammedanen is de regeering niet branie. Het is schande zooals de Javaan thans durft optreden. In Cheribon kun je voor geen goud kippeneieren on visch krijgen. De schoften zeggen je brutaal, dat zjj lid van de S. I. zjjn en niet aan kafirs verkoopen. De meeste Europeanen zitten zonder be dienden, omdat de Javaan niet onder een kafir wil dienen. Te Pekalongan kregen eenige mjjner kennissen hnn vuil wasebgoed terug mot de boodschap „suja soeja masoep lid S. I. dan sida hisa sjoedi boewat orang, blanda/' Hier zjjn er de koelieloonen in l*/s maand tijds door het bestuur van S. I. van f 0.25 op f 0 40 gebracht. De meeste Europeanen loopen met een revolver op zak, wat wel noodig is. Misschien hebben jelui in couranten gelezen, dat een wapenhandel in Soerabaya in een maand voor f 12,000 revolvers en geweren heeft verkocht en de firma Kessing in één maand voor f 13,000 met f 32,000 telegrafische bestelling van Mauser-geweren en revolvers. Ik ken den Javaan door en door on zooals bun optreden nu is, met de laffe toegevend heid der regeering daartegenover, zul jo binnen korten tjjd van Europoanenmoorden vernemen. Als hier ooit een opstand uitbreekt en wjj moeten in handen van dat tuig ▼alleD, schiet ik eerst de mjjuen eu dan mjjzelf neer. De Javaan hurkt niet meer en «preekt je niet meer in het Javaansch aan, en als je hen op die onbeleefdheid wjjst, is het antwoord„Ik ben lid van S. I." In Tegal vergaderen zjj clkon Zondag on dan is er minstens tnsschen de 3000 k 6000 man op de been. Van politie geen spoor. De vergaderingen zjjn openbaar, alleen mag er geen blanda of Chinees in. Van drie kanten (en juist onder de grooten onder de Euro peanen) worden hier schietvereenigingen op gericht. Henri Rochefort. t Parjjs, 1 Juli. Henri Rochefort is gisteren avond te Aix-les-Bains waar hjj sedert een jaar genezing zocht, in den ouderdom vun 88 jaren overleden. Victor Henry, graaf de Rochefort-Lu<?ay, Fransch journalist, werd 30 Januari 1880 te Parjjs geboren. In 1869 bad hjj zjjn grooten invloed en werd hjj te Parjjs als afgevaardigde verkozen. Wegens zjjn aanval op de keizerlijke familie in zjjn blad «Marseillaiso" werd hjj in Januari 1870 tot zes maanden gevangenisstraf ver oordeeld. Den vierden September nam hjj zitting als minister zonder portefeuille. In 1873 werd hjj verbannen, doch keerde het volgend jaar naar Europa terug en vertoefde in België of Zwitserland. Na de algemeene amnestie keerde hjj in 1884 naar Parjjs terng, waar hy de ,In- transigeant" oprichtte, waarin hjj de regeering voortdurend te Ijjf ging en aanzette tot den revanche-oorlog. Zjjn leven is één lange roman geweest van vrooljjk, satanisch verzet. Hjj is etteljjke malen veroordeeld, heeft de ballingschap en de ontbering gekend, bleef altjjd de «lustige vagebond" en de markies tegeljjk, is lang de meest aangehoorde raadgever van hot Parjjsche gepeupel geweest en was iotusschon, behalve eon stylist van fonkelend vernuft, een man vun kunstsin en andere verfijning. Door den dood van den ouden markies met de witte kuif, dien men nog op alle generale repetities en kunstverkoopingen zag, verliest Parjjs een van de laatste lovocdige figuren, die in het eind van het tweede Keizerrijk een zeer groote rol gespeeld hebber. Rochefort was de groote pamflet-schrjjver van dat tjjdpark, die met zyn stem den meest verwoeden, heftigen strijd tegen Napoleon III gevoerd heeft. Iu de zeer moeiljjke nren van den val vun het Keizerrjjk bleek Roche fort echter, als man, niet van de kracht, dio zyn vurige pen had doen verwachten en zjjn werkelijke rol was in de republiek weldra afgeloopeD. Maar als een groote figuar van weleer, als een wereldbekende Parjjsenaar, vol anecdoten, als onvermoeid journalist, die op sjjn 80ste jaar nog altjjd strjjdlustig en verwoed pamflet-schrjjver was, nam hjj te Parjjs nog een plaats in en zal er gemist worden. Een kranige «lieglooht. De Franecho vlieger Brindejonc heeft een reusachtige tocht per vliegmachine uitgevoerd. Van Parjjs over Berljjn naar Warschau, Petersburg, Reval, Stockholm, Kopenhagen, Hamburg, den Hang, terug naar Parjjs. Aan de »N. Rott. Ct." ontleenen wjj de volgendo beschrijving omtrent dezen bekwamen vlieger 's Gravenhage, Dinsdagmiddag 2 uur. De kloeke Franschmau, die zoo maar eventjes een Europeescb rondreisje aan het maken is en kalmweg in Parjjs op zjjn vlieg tuig is gaan zitten om via Wanne naar Berljjn te vliegen en toen hjj daar eenmaal was meteen maar doorgevlogen naar Warschau en, och, waarom niet, zoo om naar Petersburg gegaan is om, in 't voorbjjgaan, Reval en Stockholm nog even aan te doen voor hjj een bezoek bracht aan Kopenbagen en Ham burg diezelfde nuchtere, kalme baas ligt nu in Hotel de Twee Steden wat uit te rusten, want hjj is zoowat een uur geleden hier geland op het terrein van den Bond van Lichamelijke Opvoeding achter Houtrust. Reutor had ods zjjn vertrek uit Kopen- h.g„0 ;emeld ook zjjn aankomst in Hamburg en de vlieger zelf seinde aan de» secretaris van de Nederlnndsche Vereeniging voor Luchtvaart, dat hjj om 1 uur in Den Haag zou komen. Brindejonc heeft zich 3 minuten verrekend, want om 12.57 precies streok hjj neer op de breede witte linten, die men over 't gras op het landingsterrein gespannen had. Uit het toestel stapte oen jonge man, die, toen hjj het loeren stofjasje had uitgetrokken, eigenlyk heelemaal niet op een vlieger leek. En nog minder op een Franschman. Hjj heeft een vrooljjk jongensgezicht, maakt een blonden indruk en mist de pose en de de man met zjjn hartsvanger, die de spade had gedragen. Ik riep een bediende en vroeg hem, wie die ruiter was Dat is mijnheer de hertog van Kilmonray", was liet antwoord. «Hij komt van Douglas, waar hjj verlof is wezen vragen om het lijk te mogen vervoeren". Ik vroeg toen, of het spoedig naar Londen zou vervoerd worden. .Dezen avond", hernam hjj, «want de wagen, die het lijk van mevrouw moet ver voeren, staat gereed en de paarden zijn tegen vjjf uur besteld". Zoodra wjj de zaal verlieten, hoorden wij hamerslagende kist werd gosloteD. Alles ging dus geregeld, maar haastig. Ik vertrok naar Douglas en 's namiddags te vier uur kwam ik daar aan. Mijn besluit was genomen, dien nacht zelf op onderzoek uit te gaan, en zoo mijn werk vruchteloos was, alles den volgenden dag te openbaren en aan de politie het ontwarren dezer zaak 'over te laten. Het eerste, wat ik nu deed, was, een nieuwe boot te buren met twee man om te sturenvervolgens stak ik twee uitmnntende pistolen inet dubbelen loop en een langen dolk bij mij, liet in dc boot een lantaarn en een breekjjzer brengen en nam mijn geweer mee, voorgevende meeuwen te willen schieten. De wind was gunstig, in minder dan vier i uren waren wij op de hoogte van Port St. Mary: daar gekomen, gaf ik mjjn matrozen last, te blijven liggen tot het geheel duister zou zijn. Toen dit zoo was, liet ik hen op de kust aanhouden en stapte aan wal. Daarna gaf ik hun de volgende bevelen: zij moesten mij in eene rotskloof wachten, beurtelings de wacht houden, en gereed zjjn, op het eerste sein t*e vertrekken. Als ik met den dag niet allure, die andere vliegers wel hebben. Geen beenwindsels of een pet met de klep naar achteren en geen brillen of kleurige vesten boven druk-geraite broekenneen, dit was nu oen gewone jongeman, die uit een vlieg tuig stapte. Hij was zoo op tjjd, zoo vóór zjjn tjjd zelfs, dat hjj nog menigeen verrast heeft. Gelukkig niet de bestuurderen van de Nederlandsche Vereeuiging voor Luchtvaart, dio ter officioele ontvangst aanwezig waren en van wie jhr. v. d. Borcb van Heemstede, de secretaris van de afdeoling voor de vliegsport de eerste was, die Brindejonc in 't Fransch toesprak. De heer v. d. Bergch heette den luchtheld welkom op Nederlandrchen bodem, en bjj achtte het oen voorracht dit te mogen doen. „Gjj vindt aldus spr. ongeveer hier niet do grooto menigte die gy elders mogeljjk bjj uw komst aangetroffen hebt, maar wees er van overtuigd, dat u hier even harteljjk welkom bent." Briudejonc kreeg een mooie lauwerkrans en dankte met een paar woorden. De aanwezige toeschouwers, er zullen er ruim 150 geweest zjjn, jubelden hun hoera's de lucht iu, en bescheiden, met een bjjna onverschillig glimlachje, dankte de Fransch man. Ietwat bezorgd keek hjj naar een loods om, maar die was er ni"t en toen hielp bjj zelf maar mee met soilen zjjn toestel te bedekken. Fotografen en journalisten verdrongen zich rond den bjjzonderen man, die niet bijzonder was, maar niet lang duurde het, of de heer Van den Bergch baalde hem mee in een auto en daar ging de vlieger, naar „Be Twee Steden". Toch volgo hier eenig nieuws van Brinde jonc zelf. In Kopenhagen heeft hjj een goede ont vangst gobad. De koning heeft hem zelf gelukgewenscht eu hem de medaille van de Danebrog-orde overhandigd. Om 6 uur 40 is by vertrokken uit Kopen hagen en om 9 unr uit Hamburg. De 400 K.M. (Hamburg—Den Haag) heeft bjj in b|jna vier uur afgelegd. „En met den weg gesukkeld? vroegen wjj. ,Ocb noen, als ik maar spoorlijnen zie ben ik al klaar eu uw land met die .ig.D- aardige torentjes en met de DoD is niet makkeljjk. Ik zag de slooten al en al dat glas van uw broeikassen, maar alleen boven Den Haag zat ik er mee. Maar na een cirkeltje boven de stad had ik het vliegterrein al in de gateD, zag ik ds daggen al." Brindejonc vertelt van zjjn toebten net zoo gewoon als een Rotterdammer, die een wan deling gemaakt heeft over Sohiebroek en Rodenrjjs en dan thuis in den familiekring er een praatje over maakt. Beseft hjj eigenlijk wel wat voor verrichtingen hjj achter den rug heeft en wat kranigo stukjes bjj uu al twee weken lang met geregelde tusschen- poozen uithaalt? We gelooven het niet. En wat voorspelt zulk een tocht niet op toeristisch gebied? Met de nauwkeurigheid van een sneltrein, maar alleen meer dan tweemaal soo snel, heeft hjj Hamburg—Den Haag afgelegd. „En morgenochtend 8 uur denk ik weg te gaaD, via Brussel naar Parjjs en liefst zonder t usscheulan di ng. Over zjjn motor was Brindejonc buitenge woon tevreden. Hjj sprak daarover met ont zag; van den motor hangt immers heel veel, zoo niet alles af. „Hjj heeft mjj nu al ongeveer 4500 kilo meter getrokken en zolfs de bougies heb ik nog niet behoeven te verwisselen. Hjj is nog niet uit elkaar geweest." Maar Brindejonc wilde alleen zjjn. „Want zeide hjj ik moet straks officieel dejeuneeren en nu wil ik graag even een schoon frontjo aandoen." Eu de aardige eenvoudige kerel haalde een pakje in een grauw papiertje uit zjjn binnenzak. Met het schoone frontje hebben wjj hem alleen gelaten. Nader meldt men uit Den Haag: Er stond Woensdagochtend een aardige bries, daar op het open terroiu van den Bond voor L. O. en de regen kletterde neer, maar thuis gebleven waren de menschen niet. Brindejonc had immers aangekondigd dat hjj om 8 uur vertrekken zou en dat bjj een man van de klok was, had hjj den vorigen dag bewezen. Ditmaal moest echter gewacht worden. De belangstellenden, welke om 8 unr het terrein aardig begonnen te vullen, vonden daar wel een wagenpark van auto's, verder de Morane eendekker, nog verscholen onder vuile lappen zeildoek, welke er over gelegd waren en een paar grimmige bewakers de lakonieke Franschman was nergens te bekennen. Tegen half negen snorde do auto van den heer Jochems het veld op en achterin, dood op zjjn gemak, absoluut onverschillig voor de toejuichingen die aan allo zjjden spontaan opklonken, Brindejonc. Dadeljjk liet hjj bot toestel uit de lappen en doeken te voorschjjn halen en begon hjj benzine bjj te vullen. Terw|jl bjj hiermee bezig was, kwam in een anto de Prins aangereden, vergezeld door zjjn adjudant den heer Bjjl de Vroe on den heer v. d. Bercb van Heemstede. Z. K. H. werd ontvangen door de heeren De Booy en Van Eek, waarna het gezelschap op eeriigen afstand van het vliegtoestel bleef staan. Brindejonc stoorde zioh er in 't minst niet aan. Kalm bleef hjj aan 't vullen; bus na bus verdween in het reservoir en toen dit vol was, begon hjj olie bjj te gieten. Inmiddels was het weer gaan regenen, de Prins zocht een plaatsje in de auto, Brinde jonc bleef aan 't werk, blootshoofds en zonder zelfs een begin van haast te maken. Toen er voldoende olie was ingenomen en alle ge morste druppels zorgvuldig waren afgeveegd, kwam de heer v. d. Berch van Heemstede hem halen; de Prins wenschte hem te zien. Kalm klnuterdo hjj uit zjjn toestel en kalm liep »..r de auto. De Prins noodigde hem uit even plaats te nemen, onderhield zich eenige oogenblikkon met hem en sprak zjjn bewondering uit over zjjn kranige pro staties. Bjj het afscheid wenschte Z. K. H. hem een goedo reis. De Prins die het zendingsfeest op Raap horst moest bjjwonen vertrok en Brinde jonc, die alle voorbereidende maatregelen getroffen had, liet het toestel naar den ando ren kant van het vold brengeo, tusschen de hooischelven in. Vandaar kon hjj togen den wind in opitjjgen. Het pnbliek, dat den nnchteren Fransch man als het achtste wonder scheen to be schouwen, werd toen geducht hinderlijk eu drong zoo op, dat Brindejonc niet dan met moeite het toestel kon nazien. Ruimte om zich te bewegen werd kom zoo goed als niet gelaten. Tot overmaat van ramp voor hem dan altjjd vroeg een dame zjjn hand- teekening. Even fronste hjj de wenkbrauwen, dan nam bjj het potlood en krabbelde gauw wat neer. De gevolgen bleven niet uit, een tweede vraagster drong op, eon derdemet eon zucht onderwierp het slachtoffer zicb, maar toen nog een half dozjju handen met kaarten smeekend naar hem uitgestoken werden, kreeg hjj er genoeg van. „Nu is 't uit!" riep hjj, met geweld door de menigte heen brekend. Het was de laatste overlast, die bem in Holland aangedaan zon worden. De tjjd van vertrek naderde; niet zonder moeite werd deDgeneD, die den staart zouden vasthoudou beduid, wat zjj hadden te doen. Brindejonc klom in zjjn kastje, trok zjjn regenjas aan, zette den valhoed op een bril versmaadt hjj jhr. Ram deed den motor aan slaan, nog een oogenblik van oorverdoovend ge knetter en stuwend waaien dan ging de hand omhoog tn schoot de Morane vooruit, onder donderend gejuich. Do tjjd wees 8 uur 53. Gemakkelyk had Brindejonc het daar boven niet. Het toestel slingerde geweldig, en werd dan links, dan rechts gedreven. Het koerste recht naar zee en klom steeds hooger. Op een 300 meter gekomen, schommelde het veel minder en toen deed Brindejonc bet draaien. Hjj maakte eeD grooten boog naar het Zuidoo en schoot op Rotterdam af. Spoedig was bjj uit 't oog verdwenen. Reuter meldt uit Compiègne, dut Brindejonc om 11 uurteCorbeaulieu aankwam. Hjj logde don afstand van Den Haag naar Compiégne in 2 uur 16minutenaf. Om 3.30 vertrok hjj van daar, en kwam te 4.18 nabjj Versaillos aan. Alweer dus een wondersnelle vluchtDen HaagCompiógne in 2 uur 16 minuten. En dat over een afstand, waarover een sneltrein zeker een uur of acht werk heeft. Toen wjj hem Woensdagmorgen om 9 uur zagen ver trekken konden wjj ons oomogeljjk voorstellen, dat hjj dien afstand zóó gauw zou afleggen. Maar hy had veel voordeel van den sterken wind, dien by ,mee" had en die hem stellig een groote anelheidsvermeerdering heeft gebracht. teruggekomen mocht zjjn, moesten zjj zich naar Douglas begeven en den burgemeester een verzegelden brief ter hand stellen, die mijne geschreven en geteekeude verklaring bevatte, waarin vermeld waren de bijzonder heden van den tocht, waarop ik uit was, en inlichtingen gaven, waardoor men mjj levend of dood zou kunnen terugvinden. Na deze voorzorg genomen te hebben, wierp ik mijn geweer over den schouder, nam mijn lantaarn, breekjjzer en vuurslag, en ging op weg. Weldra kwam ik langs den weg, dien ik op mijn eersten tocht was gevolgd, aan de bouw vallen der oude abdjj, die door de eerste stralen der maan verlicht werden. Ik ging den ingang door en bevond mij evenals dc eerste maal in de kapel. Mjju hart klopte hevig toen ik aan den pilaar kwam, waar ik had geslapen. Ik bleef hier staan om eens rond te zien. Alles was stil, geen gedruisch deed zich hooren dan het doffe geklots der golven. Ik besloot eerst de plaats te onderzoeken, waar ik den hertog van Kilmonray had zien graven, liet mijn breekjjzer en lantaarn daarom tegen den pilaar staan, laadde mijn geweer om ter ver dediging gereed te zijn, en liep de gang door, waar ik tegen een der pilaren de spade vond staan. Deze nam ik op, en nu mij nog eens overtuigd te hebben, dat er niemand was, tilde ik de gebroken grafzerk op. Aan de aarde kon men zien, dat deze kort geleden was omgewoeldik stak de spade op dezelfde plaats er in en reeds bjj den eersten schep zag ik den sleutel blinken; ik vulde het gat weer, legde er den steen op en bleef een oogenblik in den donkersten hoek staan, om nog eens na te denken. Met dezen sleutel moest de hertog de deur geopend hebbendus bad ik mjjn breek ijzer niet noodig, dat nu achter den pilaar bleef liggen. Ik nam alleen de laotaarn, ging naar het ver wuift en daarna drie treden om laag, om vervolgens den sleutel op de deur te passen. Dit giug goed en nu draaide ik hem om, waarna de deur openging. Ik wilde haar weer sluiten, toen ik bedacht, dat een of ander toeval mij kon verhinderen haar weer met den sleutel te openen, waarna ik het breekjjzer opzocht en achter de deur legde op de vierde of vijfde trede in den donkersten hoek. waarna ik de deur sloot. Daar het nu zeer duister was, stak ik de lantaarn aan en kon toen het ouderaardsche gewelf rondzien. De gang,1 waarin ik stond, geleek volkomen op den ingang van een kelder eu kon op zyn hoogst vijf of' zes voet breed zijn. Dc muren en het gewelf waren van steen. Voor mij was een trap met een twintigtal treden. Onderaan vond ik eene gang, die weer onder den grond voortliep, en op eenigen afstand zag ik voor mjj eene tweede deur. Ik ging er heen, legde het er tegen, doch vernam geen enkel geluidik probeerde hier ook weer mijn sleutel en t" deur week eveneens als de vorige. Ik ging j er door, maar zonder haar achter mjj sluiten, en bevond mij toen in dc grafkelders, voor de oversten van het klooster bestemd Iiier bleef ik een oogenblik staan; de plaats i waar ik mij bevond, inaakte een somberen indruk op mjj, het klamme zweet brak mij uit. Wat zou ik vinden? Maar mijn beslait was te vast genomen en ik zou nu niet meer van het einde van mjjn locht zijn. Eensklaps drong er een zacht gekerm tot mij door. In plaats van bevreesd te worden, werd mijn moed aangewakkerd en liep ik driftig voort, zonder te weten, van welken kant het geluid kwam. Terwijl ik rondzag, hoorde ik opnieuw kermen. Ik ging naar de zjjde, vanwaar het geluid kwam, zag allo grafkelders na, zonder iets te ontdekken dan grafBteonen met de namen der overledenen, totdat ik aan den laatsten kwam, waar ik in een hoek, met over elkaar geslagen armen en gesloten oogen, eene vrouw zag zittetrr die bezig was op hare haarlokken tc bjjtcn. Naast haar, op een steen lagen een brief, oen uitgebrande lamp en een ledig glas. Was ik te laat gekomen? Zou zij sterven? Ik bc proefde ook hier den sleutel, maar dit slot week niet. Door het gedruisch opmerkzaam gemaakt, sloeg de vrouw de oogen op, streek zich de haarvlokken uit het gezicht en stond werktuiglijk als een schaduw op. Ik uitte con kreet en riep uit: „Margaret!" Daarop nader de de vrouw de yzeren staven en viel op do ~kniëen. „Och", riep zjj op angstigen toon uit, „voer mjj hier vandaan. Ik heb niets gezien, ik zal niets zeggen, dat zweer ik je!" „Margaret, Margaret!" herhaalde ik, haar door de staven mjjn hand toestekend. „Gjj hebt niets te vreezen, ik kom u redden." „Redden!" riep zij. „Komt gij mjj redden Maak deze deur dan dadelijk open; zoo lang die gesloten is, geloof ik niets van wat gij zegt. Doe deze deur dan open." Zij schudde dc staven met een kracht, dat ik er verwonderd over was. „Wees toch bedaard," antwoordde ik; „ik heb den sleutel niet van deze deur, maar ik heb wel iets om haar open te maken. Ik ga het even halen." „Verlaat my niet!" gilde Margaret, en greep door de staven heen mjj stevig bjj den arm. „Verlaat mjj niet, gij kondt wel eens niet terugkeeren." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1913 | | pagina 1