KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor HoltÈorTexel, Wioringon on AnnoPaulowrta
Ho 4218
Zaterdag 12 Jtdi 1918
4S.sUJaargang.
I
't Vliegend Blaadje p, 3m. 50 ct,, fr. p. post 75 etbuitenland f 1.25
Pre-Zondagsblad 37$ 45 f0:75
iniën j Modeblad 65 75 M.—
(Voor het buitenland bjj vooruitbetaling.)
Advertentiën van 1 tot 5 regels (bjj vooruitbetaling) 30 cent.
Elke regel meer6
Bewijs-exemplaar2J
Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte berekend,
Verschijnt Dinsdag- sn Vrijdagmiddag.
Intara.-
Tslslsss 50.
Uitgever i C, OE BOER Jr., Helder.
Bureau: Koningstraat 29. intgrc. Teief. 50
Eepete Blad.
RIEUtMSBERICHTER.
HELDER, 11 Juli.
Rijks H. B. School met 5-Jarlgen cursus.
Na gebonden overgangsexamen zyn be
vorderd
Van de .eerste naar de tweede klasse de
leerlingen: J. M. J. Bentz van den Berg, B.
M. J. de Boer, J. S. ten Brummeler, J. C.
Doornberg, C. 6. J. Dornickx, M. G. Dninker,
J. de Groot, E. F. v. d. Henvel, T. Kamp,
W. J. K. Labont, F. L, van der Leeuw, D.
van Leeuwen, I. Manheim, J. van Otteren,
A. van Pelt, W. van Prooien, W. G. H.
Rujjgrok, P. H. Spruit, A. P. Staalman, J.
Tiisot van Patot, G. Vriend, A. Warners,
C. J. H. M. van Wilpe en B. A. Buiskool.
Voorwaardelijk bevorderd werden 5 leer
lingen.
Niet bevorderd werden 7 leerlingen.
Van de tweede naar de derde klasse de
leerlingen: P. R. Huisman, C. Lemstra, G. J.
Muntinga, A.M.Francken, A.C.G. Oodemans,
J. W. du Pon, D. G. J. de Raiter, J. Salm,
A. J. F. Slendebroek, H. A. Appel, C. Th.
de Booy en V. Rahder.
Voorwaardelijk bevorderd werden 5 leer-
lingen.
Niet bevorderd worden 3 leerlingen.
Van de derde naar de vierde klasse de
leerlingen: P. J. Bakker, K. L. Bok, J. A.
Doelder, M. J. J. Hoogerduin, Th. M. Insingor,
J. J. Janzen, J. de Jonge, E. C. S. Kipperman,
J. F. Kipperman, P. A. Schagen en G. Slikker.
Voorwaardelijk bevorderd werden 6 leer
lingen.
Niet bevorderd werden 5 leerlingen.
Van de vierde naar do vijfde klasse de
leerlingen: S. J. Bruin, R. de Kok, M. J. Th.
Nittel, J. A. Schagen en J. M. E. Klik.
Voorwaardelijk bevorderd werden 3 leer-
liogen.
Niet bevorderd werden 4 leerlingen.
De Kuitche Suzsnns.
Woensdagavond was „Casino" flink bezet.
Het zoo gunstig bekend staand Nederlandsch
Operette-Ensemble gaf er de Woener succes
operette „De Kuische Suzanna", van George
Okonkowski, muziek van Joan Gilbert. Laten
we dadelijk zeggeD, dat de opvoering ons
volkomen bevredigde. De verschillende geestige
tooneeltjes werden magnifiek gespteld door
de hoofdpersonen, die telkens een stormachtig
applana verwierven. Het keurige bloemstuk,
aangeboden na het tweede bedrijf, was een
welverdiende hulde, welke door 't publiek
luide toegejuicht werd. Voor de goede aan
kleeding, de fraaie, frisscho costumes een
woord van lof. En een pluimpje verdient
zeer zeker het uitstekende orkest dat in deze
een belangrijk aandeel heeft.
De vlootpredikant.
Naar de „N. R. Ct." verneemt beeft bet
kiescollege te Helder na langdurige beraad
slaging besloten, het voorstel van minister
Coljjn niet aan te nemen.
UIT DE PERS.
De kabinetscrisis en de
sociaal-democraten.
De beer F. van der Goes schrijft in het
Weekblad van „Het Volk":
Het deelnemen aan een burgerlijke regeering
wordt moenen wij, door de strekking van
ons program en van alle bestaande socialis
tische partijprograms in het algemeen uit
gesloten. In het algemeen, zeggen we. Er
zjjn omstandigheden denkbaar onder welke,
krachtens het bekende internationale besluit,,
het zitting nemen in een burgerlijk ministerie,
als noodzakelijk moet worden beschouwd.
Doob wij moeten herhalen, dat tot dusver in
de internationale arbeidersbeweging zoodanige
deelneming nooit anders beschouwd is dan
als een zaak waartoe men onzerzijds enkel
als hooge uitzondering en alleen in geval van
dringende onvermijdelijkheid zou kunnen en
mogen overgaan. Er wordt niet zóó over
geoordeeld alsof het een kwestie van taktiek
ware, over welke in ieder bijzonder geval
met weging van bet voor en tegen te beslissen
sou xijq. Neen, in het algemeen sluit de
internationale partij I101 aanvaarden van
FEUILLETOR.
„Welnu, dan moeten we geen tjjd verliezen,
maar morgen vertrekken. Kan dat gebeuren
„Ja zeker."
„Muur een paspoort?"
„Ik heb het mijne."
„Op naam van den heer van Clydemore
„Ja, en ik zal er bijvoegenen zijne zuster."
„Dat komt zoo net goed, en liet is geen
vervalsching."
„Wilt ge liever, dat ik naar Londen schrijf,
•lat men mij een tweede pasport stuurt?"
„Wel neen. daar gaat veel te veel tijd
mee been. Maar zeg nu eens, wanneer we
vertrekken."
„Zoodra ge maar wilt,"
„Kunnen we niet dadelijk vertrekken?"
„Zoudt ge niet te zwak zjjn?"
„Volstrekt niet, ik ben sterk. Zoodra ge
maar vertrekken wilt, zult ge mjj gereed
vinden."
„Over twee uren dan?"
„Dat is wel goed. Tot straks dus, mijn
broeder."
Mijne lezers zullen wel verwonderd zijn
■ver de liefde, die ik mijne zuster bleef toe
dragen, wanneer zjj weten, dat Margaret, na
in een hoogeren stand verheven tc zyn en
zooveel schatten te bezitten, zich geheel van
my en mjjne andere zusters had afgetrokken.
Ik bracht nu een bezoek aan de kleerkast
ministersposten door sociaal-democraten uit,
en eischt dat de aangeduide zéér excep-
tioneele verhoudingen aanwezig zullen zjjn
om een afwjjken van den regel te rechtvaar
digen.
Het punt zal ons nog nader moeten bezig
houden, maar wjj herinneren, voor zooveel
noodig, er nu reeds aan dat onze Internatio
nale ook alle reden heeft er zoo over te
denken. Zooveel koeren socialisten in de
regeeringen zyn getreden, evenveel keeren
heeft de arbeidersbeweging het zich bitter
moeten beklagen en het innig berouwd. Zoo
veel socialisten als naast burgerlijke ministers
plaats m men, evenveel strijdbare en uitmun
tend bekwame aanvoerders heeft de arbeiders
beweging verloren, en de hoogst geplaatsten,
zelfs, keerden sich met de meeBte felheid
tegen hun vorige volgelingen. Zonder uit
sondering doen de vermelding van hun namen,
de namen van Millerand en Briand in
Frankryk, eenigszins ook van John Burnsin
Engeland, dienst om uitdrukking te geven
aan het gevoel van spijt met verachting ge
mengd, dat de socialisten ook buiten die
landen vervult als zy gedenken hoe uit hun
vorige leiders, door het aanvaarden van het
hooge regeeringsambt, hun tegenwoordige
belagers zjjn geworden. (Van John Burni
geldt dat hjj de arbeiders, die eenmaal ont
zaggelijk veel van hem verwachtten, nog
meer teleurgesteld dan geërgerd heeft). Het
is trouwens op het eerste gezicht reeds vol
komen begrijpelijk, dat een revolutionaire
party alle kansen tegen zich heeft, wanneer
dón of meer van haar aanvoerders als minder
heid in een regoering zitting nemen, die tot
taak heeft de maatschappelijke orde te ver
dedigen, welke de partij ïb theorie verwerpt
en in de praktijk bestrijdt.
Dit is een zoo volkomen omwisseling van
de rollen, dat de mogelijkheid het zonder
rampen voor de beweging te zien gebeuren,
in het oog vallend klein moet heeten. Tot
dusver, daarover kan althans geen verschil
bestaan, is het steeds mislukt. De personen
gingen onder, en de partijen leden schade;
de party iQ Frankrijk leed zelfs een schade
die sjj nog niet geheel te boven is. Daarom
was tenminste in Frankrijk de verderfelijke
werking zoo sterk, omdat het overgaan van
een socialistisch leider in een burgerlijke re-
grering het socialisme aantast in de Benige
plaats waar he'. kwetsbaar is, nl. in zjjn ver
band met de arbeidersbeweging. Het geor
ganiseerde Fransche proletariaat heeft spoedig
de ministers, die socialisten waren geweest,
met hoon en smaad van zich gejaagd, maar
niemand kon verhinderen, dat zjj iets van de
politieke eer dor arbeiders beweging met zich
namen.
Wy voegen er, wat hot uitzonderingsgeval
betreft dat van den gestelden regel kan doen
alwyken, aanstonds by, dat het uit de oogen-
blikkoljjke politieke gesteldheid van ons land,
naar onze meening, by geen mogelijkheid kan
voortkomen.
Keuringsdienst van Melk.
schenen en wy ontleenen hieraan het volgende:
Totaal werden onderzocht 502' monsters
volle melk en voor het eerst ook karnemelk.
Reeds terstond deed het algemeen lage vet-
cjjfer der morgenmelk bemerken, dat ii dit
seizoen het doorgaans onmogelijk is deze met
avondmelk te meDgen en haar daarmee van
beter gehalte te maken. Door het ongelyk-
tijdige melken wordt dan het natuurlijke
verschil nog verhoogd, zoodat vaak een
verschil van 15% vet tnsschen morgen en
avondmelk gevonden werd ook by controle-
monsters.
Melk van Koegras en Anna Paulowna
die middags zeer vroeg gewonnen moet
worden, spant hierin de kroOD, de eenige
manier om te maken dat ook die morgenmelk
van voldoende vetgehalte wordt, is de avond
melk later in do stad te brengen, er kan
daardoor later gemolken worden, waardoor
do volgende molkgift wat vetrijker wordt.
Het publiek moet hierin echter medewerken,
aangezien dit dan de melk een uurtje later
zal ontvangen.
De votcyfers waren de volgende:
Aantal monsters in
0
8.74
15.02
85.42
40.82
Vetgehalte.
1.5-2.2
2.2—2.5
2.5—2.7
2.7-3.0D
3.00
mjjncr hospita. Margaret had niets anders
dau de japon, die zij aanbad tijdens zy-opge
sloten werd. Ik was bang Ivoor nacht- en
ochtendnevel, daar zy nog altijd zwak en
pijnlijk was, en kocht haar nu een Schotsoben
mantel, dien ik voor haar had uitgezocht.
Zoo zou myne reisgezellin van den boottocht
naar Liverpool geen last hebben. Ik besteedde
den tijd die my nog overschoot, met het
voldoen mijner rekening, waarna wy slechts
naar de haven behoefden te gaan om ons in
te schepen.
Gelyk ik voorzien had, was de nacht, of
schoon kalm on schoon, koud. Ik wikkelde
myne zuster in haar mantel en verlangde dat
zij zich naar hot conversatie salon begaf,
maar de heldere hemel en de kalme zoe
hielden haar op het dekik liet daarom een
paar stoelen brengen en wij namen naast
elkander plaats.
Wy werden zoodanig door onze gedachten
beziggehouden, dat wij een poos sprakeloos
bleven zitten. Ik herdacht met verbazing de
rcoks zonderlinge avonturen, die voor my be-
gonneu was en zich waarschijnlijk tot in hot
oneindige zou uitstrekken. Ik brandde van
nieuwsgierigheid om te vernemen, door welke
aaneenschakeling van gebeurtenissen liet met
de hertogin van Kilmonray, die jong en rjjk
was, en naar den schijn te oordeelen uogal
door haar inaD bemind werd, zoo ver gekomen
was, dat zy ïd den grafkelder eener vervallen
abdij den dood had moeten afwachten, waar
aan ik haar had ontrukt. Met welk oogmerk
had haar gemaal het gerucht van haar dood
verspreid en liet lyk eener vreemdelinge
voor het hare uitgegevon Was het, omdat
Margaret haar man even trotsch en hard
behandelde als zy myne zusters ou my had
gedaan?... Dit was liet denkbeeld, dat zich
Onder de 2.7 vet: 23.76
Boven de 2.7 76.24
Gemiddeld vetgehalte 29.44
Er valt een belangrijke verbetering te
bespeuren, niettegenstaande het grooter per
centage, dat de 2.70% vet niet haalt. Dit
toch komt om bovengemelde reden, verbeto-
ring is, dat er geen monster onder de 2.2
was, en het gemiddeld gehalte ook steeg
(vorig kw. 2.90%), hoewel er 2 maal zoo
veel morgenmelk werd bemonsterd dan avond
melk. Hierdoor is het verschil met de controle-
melk verklaard.
Het volgend staatje geelt duidelijker de
verbetering aan:
vorig dit
kwartaal
2-8 2.0»/,
I
3.9 13 2
6.0 2.6
I
I
7.25.9
Onvoldoende
wegens vervalsching
Onvoldoende
morgenmelk
Onvoldoende menging
wegens
andere invloeden, als
voer, lactatie
De lichte morgenmelk heeft dus, hoewel
niet vervalscht, het leeuwenaandeel der on
voldoenden. Het is echter onze volstrekte
overtuiging, dat dit grootendeels zal ver
dwijnen, indien de melktijden beter genomen
worden. Het gemiddeld vetcjjfer der controle-
melk was 3.19%.
Alhoewel de verordening keuring van
karnemelk niet toelaat, werd ter oriënteering
een 16-tal monsters onderzocht. Het resul
taat was treurig: 75% was onvoldoende.
Voor dit goedkoope en belangrijke volks-
voedsel zjjn bepalingen in de verordening
blijkbaar zeer gewenscht.
De hoedanigheid der melk was zeer ver
beterd. Het vuil dat nog hardnekkig in de
melk bleef, was er dit kwartaal geheel nit,
en naar wQ verwachten voor goed. De katalase
werd daardoor lager.
Zieke melk werd slechts eenmaal gecon
stateerd, eenmaal werd een party zure melk
onbruikbaar gemaakt, en een veehouder ge
waarschuwd, dat de melk zijner koeien een
vischachtige smaak bezat. Het bleek, dat het
land met. vischafval bemest was. Hjj heeft
deze weiden daarna braak Uu» liM«.
Het aantal slyters is met een tiental ver
minderd, iets wat slechts hel publiek ten
goede kan komen. Alle zyn thans by de
waterleiding aangesloten of bezitten een
goede andere waterbron ter achoODmaking
van de bussen.
Een 5-tal malen werd procesverbaal opge
maakt, en wel tegen L. D., J. v. B., L. V.,
C. R. en Kr. K., laatstgenoemde werd door
de Rechtbank van Alkmaar veroordeeld tot
een week gevangenisstraf wegens vervalsching.
Den 15en Juli gaat de keurmeester, de
heer v. Leeuwen, den dienst verlaten. Het
is my aangenaam te kunnen mededeolcn dat
doo'r zijn takt en kalm ovorleg de heer v. L.
veéi er toe heeft bijgedragen den dienst by
de slyterB in te leiden. Geheel belangeloos
heelt hy zich in het le halijaar van zjjn
moeilijke en niet altyd aangename taak
voortreffelijk gekweten.
DK G. A. Stuttkuueiai.
IMGEZONDEK.
Mijnheer de Redacteur
Niet zonder eenige verbazing heb ik 't
ingezonden stuk van den heer G. J. H.
Verstegen in uw vorig nnmmer gelezen, 't
Stuk komt in 't kort hierop neer, dat de
bandteekeningen verzameld als protest tegen
de gedwongen winkelsluiting (zelfs tegen
betaling van een bepaald bedrag per hand
teekening) ryn opgeschommeld.
In de eerste plaats wil ik er eventjes op
wijzen, dat zich hier voor de zooveelste
maal 't geval voordoet en opnieuw een be
wijs geleverd wordt van 't feit, dat, waar
zich twee tegon elkaar strijdende partyen
voordoen, veelal do verliezende party haar
toevlucht zal nemen tot minder eerlyke
middelen en zich niet zal ontzien, door
insinuaties en lastqrlyko aantijgingen haar
tegenpartij zooveel mogelijk afbreuk te doen.
Do heer Verstegen weet evengoed als ik,
dat de oppositie in Don Helder tegen de
gedwongen winkelsluiting zoo groot is, dat
de A.H.W.V. de verantwoordelijkheid voor
de uitvoering van dat plan niet op zich
wilde nemen.
Wat 't niet kunnen contróleeren aangaat,
dit is een uit de lucht gegrepen argnmentje,
want wanneer mijnheer Verstegen werkelijk
het eerst in mijn geest opdeed: liet was ver
schrikkelijk Dit denkbeeld vernietigde al
myne droomerijeu.
Indieu zy strafbaar ware, was de wraak
van den hertog veel te strengin zjjne
plaats zou ik haar gewis niet hebben doen
sterven. Margaret schuldigO, deze gedachte
deed my pjjn Langzaam hief ik het hoofd
op; Margaret 9taardc, met hot hoofd achter
over, naar den hemel, terwjjl de tranen haar
langs de wangen vloeiden.
„Wat deert u? Mijn Hemel, wat mankeert
er aan?" riep ik.
„Gelooft gij dan," zei de ze, terwijl ze onbe
weeglijk bleef zitten, „geloolt gij dan, dat
men voor altyd vaderland, bloedverwanten en
eone moeder gaat verlaten, zonder dal ons
hart breekt? Gelooft gjj dau, dat ons liet
hart niet bloedt, wanneer men van geluk of,
laat mij liever zeggen, van een stille rust,
tot wanhoop overgaat? Gelooft gij dan, dat
men den oceaan oversteekt om op myne jaren
het overige deel van zijn leven in een vreemd
land tc gaan doorbrengen, zonder een traan
tc storten in den stroom, diet u verwijdert
van alles, wat gij ooit hebt bemind?"
„Maar is het dan oen raarwel voor altyd
vroeg ik.
„Voor immer," zuchtte zy Hauw met het
hoofd knikkend.
„Zult gij niemand weerzien van hen, die
ge bemint?"
„Niemand."
„En moet het iedereen, zonder uitzondering,
voor altijd onbekend blijveu, dat zij die men
betreurt en alB dood beweent, nog in het
leven is?"
„Iedereen altyd zonder eenige uit
zondering."
„O, welk een zwaren lust neemt ge me
contróle uit zou willen oefenen, och, 't zou
hem als Heldersch winkelier toch zoo moeilijk
niet vallen de namen thuis te brengen van
de reeks neringdoenden, die in zooverre met
de winkelsluiting te maken hebben, dat zy
geen oogenblik aarzelden met 't teokenen
van hun naam, om langs dezen weg mede te
protesteeron tegen een dergelijke inkrimping
van do vrijheid des handelsmans in de uit
oefening van zjju beroep, en 't zetten van
de handteekening mot potlood set dit protest
des te meer kracht by, daar 't getuigt van
den wil des onderteekenuars van 't protest,
om, was by op 't moment niet in de gelegen
heid met inkt te schrijven, ook met potlood
van zjjn inzicht in doze te getuigen.
Een lasterlijke aantijging is 't, te durven
schrijven, dat de bandteekeningen in kwestie
in werkelijkheid niet op 't adres, dal ten
Raadhuize ligt, syn verzameld.
Wat 't verzamelen van bandteekeningen
tegen betaling aangaat, het komt mij voor,
alsof de heer Verstegen opzettelijk den indruk
tracht te wekken dat aan de onderteek en aars
een bepaald bedrag is uitbetaald. Tegen dit
boos opzet gaat mijn protest. Ik zou den
heer Verstegen willen verzoeken, in den
vervolge ietwat voorzichtiger te wezen met
't klakkeloos neerschrijven van beschuldi
gingen, waarvan de inhoud, wekkende eon
verkeerden indruk, als beslist onwaar zal
moeten worden gekenmerkt.
Wat, toch is 't geval. De man die belast
was met 't verzamelen van handtekeningen
heelt eenvondig, toen de lyst gesloten was,
nis vergoeding voor zyn moeite en opoflering
van vrijen tjjd een klein bedrag per hand
teekening ontvangen.
Dit is de juiste omschrijving, en wanneer
mjjnheer Verstegen 't in desen zin verteld
had, zou hjj ons zeer aan zich verplicht
hebben,
Ik ben den heer Verstegen zeer erkentelijk
voor zjjn felicitatie en verzeker hem, dut ik
my in :t minst niet bezwaard gevoel ook in
den Raad mjjn stem togen de winkelsluiting
te verheffen en wederzjjds feliciteer ik ook
n, mjjnheer Verstegen, met den jjver waar
mede gjj een zaak voorstaat, die een derge
lijke propaganda behoeft.
U, mjjoheer do Redacteur, dankend voor
de verleende plaatsruimte, teeken ik my
Hoogachtend,
Jb. Hakjes
Mjjnheer de Redacteur!
In een ingezonden stuk onderteekend G. J.
H. Verstegen, en waarin doze aankondigt
dat een adres aan den Gemeenteraad werd
gericht, met do bedoeling dat de Raad moge
besluiten tot invoering oener „gedwongen"
winkelsluiting ten 9 uur des avondswordt
óók gewag gemaakt van een tegon-adres
te dier zake, welk adres volgens genoemden
Verstegen, op eene minder correctie wjjze
zou zyn tot stand gekomen; immers de schrjj ver
spreekt vanhandteekeningen die geen ver
band houden met het verzoek, 't welk dat
tegen-adres bevat, «tegen een bepaald
bedrag per handteekening verzameld",
«opgeschommeld bjj de oppositie der
A.H.W.V.?"... verder bjj .caféhouders",
«straatventers" en anderen, alle menschen,
die »met den winkelstand niets te maken
hebben". Van namen «met potlood" geschreven,
zonder adres, beroep of bedrjjf eut., en
schrijver concludeert ten slotte: dat de bij
voeging dier handteekeningen bjj dat tegen-
adres is een grove opzettelijke
misleiding van de autoriteiten,
die straks over «ons" (d.i. het adres van
Verstegen c.s.) adres te hollissen tollen
hebben!" En .dan vervolgt de heer Verstegen
aldus: >ik (Verslegen) feliciteer de
hoeren De Geus en Harjer. die
als medeplichtigen in den Raad
dat moois hebben goed te praten!"
Aangezien
a. tot op dit oogenblik door my geen keoDis
is genomen van het tegen-adres zooals
dat is ingediend;
b. ik ciut behoor tot het comité tegen
den sluitiogsdwang
c. het togen-adros door my ^.eteekend is
geworden, nadat door my kennis
is genomen van d« strekking
daarvan;
d. ik niet geacht wil worden «medeplichtig"
te zyn, aan, naar de heer Verstegen
beweert, plAats gehad hebbende «in
correcte handelingen", bjj de ver
nn van liet hart'.'' riep ik.
„Ik begrijp u lioelemaal niet," zei Hargurel.
„Kunt ge u niet voorstelleu, hoe hevig
twijfel en ouzekerheid in mij woedden?"
vroeg ik. „Verlangt ge niet te vernemen,
door welke reeks van opeenvolgende om
standigheden ik tot u gekomen ben?... En
dankt ge den Hemel voor uwe redding, zonder
le willen weten, hoe het komt, dat ge gered
rijt?"
„Ge hebt goljjk, eeu broeder moet voor
zjjne zustor geen geheimen hebben ge
moet me alles vertollen en wederkeerig
zal ik voor u ook niets verborgen lioudou."
„Niets? Belooft ge me dat? Zult ge me
iu uw hart laten lezen als in een geopend
boek
„Ja, dat zal ik Maar uu is het de tjjd
nog niet. Die voorvallen liggen me nog te
versch in het geheugen om ze nu reeds te
kunnen verhalen."
„Nu, wanuoer ge het goedvindtik zal
wachten."
Weldra kwamen we te Liverpool, slapten
in den trein, gingen te Dover weer aan boord
van de boot naar Calais en kwamen den
volgenden avond per spoor te Parjjs aan.
HOOFDSTUK V.
Het eerste, wat ik bjj mjjne aankomst
deed, was een verblyf voor mijne zuster en
mij te zoeken; daartoe begaf ik mjj dien
zelfden dag naar den bankier, aan wien mijne
kredietbrieven luidden; bjj gaf mjj een Hef
gelegen, niet al te groot huis op, dat volkomen
voor twee personen en eenige dienstboden
geschikt was; ik droeg de geheele zaak aan
hem op en deu volgenden dag schreef hjj
mjj, dat het te mjjner beschikking stond.
zameling van handteekeningen op dat
tegen-adres.
Wenscht ondergeteekende hieromtrent open
lijk te verklaren
le. dat hjj het ingezonden stok van den
heer G. J. H. Verstegen in de hoogste
mate voor zoover zjjn persoon daarin
is genoemd als aanmatigend,
leugenachtig en beleèdigend
qualificeert
2e. dat bjj over het kl of niet gewenschte
van eene gedwongen" winkelsluiting,
niet in de bladen, en voorkl niet
met den hoer Verstegen zal
polemiseeren, doch zjjn meening daar
omtrent zal zeggen in de lichamen waar
znlks behoort te geschieden,
in de «vakvereenigingen", en in den
«gemeenteraad"
3e. dat by op eventueel verder geschijjf van
den beer Verstegen «alleen" reeds om
«den styl' en «den toon*niet zal
i n g a a n.
Met beleefden dank voor de plaatsing M. de R.
Uw dw. dn-,
P. De Gzcs.
DIT D8 HELDBRSGHE SAHEMLBVIMG.
Door P. N. v. R.
I.
0e vondeling.
Als je de oud-geworden straat uit liep,
tusschen een paar blokken huizen, broeiend
samengescholen levens verbergende, lag er
aan het einde een brcode kom bouwgrond,
met oppuilende, bultige boopen aarde, waarin
zich kleine poelen en kanaaltjes hadden ver
zameld. Een ouwe roestige emmer slak er
gebeukt en verarmd, half verdronken, schuin
uit het water op. Bij den muur van de laatste
nieuwe hoekwoning waren vele steen en ver
geten bljjven liggen en overal lieengeschooierd
cn op dezelfde plaats lag liet vol van uit
elkaar gewaaid en gezworven stukken pappig
rottend natgeweest papier, koolstronken, ascb,
houtkrullen, plankjes en gebroken dakpannen.
In de omgeving van al dat vagebondeerende
vuil stond 's avonds wel eens een zwervend
paar te vrjjen. Er was haast geen geloop in
de buurt, 's Morgens een melkventer en een
paar bakkersknechts, wat later eeu groente-
verkooper, die altijd zjjn wagen tegen het
trottoir zette en op het midden van de groote
klinkers staande, alarmde bij dan uit de
gansche overgave van zjjn borst, de mond
wreed-wjjd geopend tegen den zwellenden
neus, den uitroep van zjjne waren naar den
hemel.
Ja, Zondagsmiddags liep er eon enkele
familie door, die buitenaf, die aan Huisduinen
geweest. Dicht laugs de huizen gingen
de lui achter elkaar, saai moei en on
gezellig de vrouwen met korte, ongeduldige
snauwen de kinderen naar zich toetrekkend
aannen, zwaarmoedig door het weten van
vrjjen dag, die gaat einden, hnnne hoofden
met ooge» branderig van de zoute
zeelucht, zonder aandacht en zat van kijken.
Soms kwam er een arm jong paar om naar
een geschikt huisje te zien ea als zy dwaal-
oogeud keurden naar links en rechts, dan
q de bewoners beindrukt meteen kregelig
van stoornis, alsof die zoekende men
schen, weinig-geziene vreemden in het leeg
stille straatje, vijandig ironisch de geheimenis
begluurden van het armoedig gedoe achter
de muren.
Sedert geruimen tijd woonde Louise de-
naaister in dit gedeelte. Van de buurvrouwen
om haar heen had zij weinig te doenar
moedige vrouwtjes waren het, die in huu uit
sleur opgemaakte haar nog iets hadden van
een nu verslordige hupschheid en van 't
pronkend-ziek tentoonstellen als dames, die zij
waren vóór hun huweljjkhunne gezichten
waren verouderd cn lusteloos, met misvormde-
mond-door-verminkt gebithunne ljjven ver-
stramd-scheef, kromgespannen de schouders,
die naar voren waren ingewrongen als ver
kleumd, en wanneer ze kort bij om een bood
schap moesten, gingen ze mot slappe beenen
in groote sloflen, in muffe japonnen zonder
sier, zonder schik in behaaglijkheid, onver
schillig gedragen. Nee, dit volk gaf haar geen
bestaan. Maar voor winkels van Helde/ en
Nieuwediep zat LouiBe tot over de ooren in
het werk. Van 's morgens tot in den laten
avond haDteerde zy de schaar en laDg nog
nadat het gansche buurtje reeds te kooi was
Terwyl Margaret nog sliep, schafte ik een
kabinet met linnengoed voor haar aan, kocht
cenjgo stukken stof en daar ik niet in staat
was, de maat der kleereo op te geven, ver
zocht ik den koopman, mjj dien avond nog
eon naaister te zenden Ik was vóór twaalf
uur in het hotel terugmen zei my, dat mijne
zuster ontwaakt was en mjj wachtte. Ik vond
haar in een zeer eenvoudig juponnetje, dat
zjj vóór mjjne terugkomst van eeu kamer
meisje voorloopig gekocht had. Zij zag er
allerliefst uit.
„Nu, hoe vindt ge, dat ik gekleed ben?"
zei ze glimlucheud. „Zoudt go rac iiu al niet
als een hui ■•onderwijzeres durven voorstellen?"
„Ik zal alles doen, wat ge me zult bevelen",
zei ik.
„Zoo moet ge niet spreken; gewoonlijk zjjn
de broers hun zusters niet zoo blindelings
gehoorzaam, vooral niet als bet oudste broers
zjjn. Hierdoor bewjjst ge, dat ge mijne trotsche
manieren van doeu nog niet geheel vergeten
zjjt."
„Ik bewonder werkeljjk uw moed", zei ik,
baar auuziende; „terwjjl uw hart verscheurd
wordt en gjj lichaamspijnen Ijjdt, zooals de
bleekheid van uw gelaat aantoont, terwjjl gjj
voor altyd verwijderd zjjt vau al wat ge
bemint, zooals ge zelf hebt gezegd, kuut ge
nog glimlachen. Ween liever, dat is mjj
minder ouaangenaam."
„Ja, ge hebt gelyk", zei ze, „ik ben een
slechte tooneelspeelster. Door mjjn glimlach
heen ziet men mjjne tranen, niet waar? 5Iaar
toen gjj nog niet hier waart, heb ik geweend
en dat heeft mjj goedgedaan, zoodat het een
minder scherpziend oog, een minder oplettend
broeder zou hebben doen golooven, dat ik
alles reeds had vergelen."
„WoeB daarover gerust, Margaret", ant
gegaan, ratelde enjgonsde hare naaimachine
in het kleine, kale pandje van deze wjjk,
nagelaten en bezwaard met eon ware nacht
merrie van hypotheek, een last waartegen zy
maar amper kou opwerken. Om stipt de drie-
maandelijksche interest te betalen, om geregeld
het dageljjkack brood te verdienen moest zjj
hard sloven, was de dag dikwjjls niet lang
Zoo stond ze op een laten Juni-avond weer
aan de kniptafel on sneed hare lappen naar
papieren patronen zoo zuinig mogeljjk om
toch vooral geen stol verloren te laten gaan.
En terwjjl zjj met den mond vol spelden en
de wenkbrauwen uu en dan in moeizaam na
denken saamgetrokken verdiept was in passen
eD meten, deed een geklop aan de deur baar
heftig opschrikken. Haastig boud zij haar
lange voorschot af en liep het donkere,
groengeschilderde portaaltje in. Doch toen zjj
de deur opende, viel er niemand te bespeuren.
Alleen vond zjj op de mat een gevouweu
briefje met den volgenden inhoud
„Geachte juffrouw. Ik weet. dat u alleen
op de wereld bont en een goed hart hebt.
Ik ben een jonge vrouw, die geen raad meer
weet, omdat m'n man, die een jaar geleden
met 'n transport naar de Oost is vertrokken,
niets van 'm laat hooren en geen Cent dele
gatie stuurt. Daarom wil ik morgenavond,
zoo tusschen tien en elf uur, hier een kindje
neerleggen van zes maanden oud, dat ik niet
langer kan onderhouden. Wees goed voor
het wurm en maak een braaf mensch van
t oprechte hoogachting, de bedroefde
„Hemelsche goedheid!" kreunde de naai
ster, „wat heb ik nou aan de hand? wat
denkt zoo'n mensch wel ik kan hem niét
hebben - onmogelijk een kind van zes
maanden van 'n vader, die in Indië er
alles doordraait en van een stumperd, die
hier in *t Nieuwediep wanhopig aan haar lot
is overgelaten mij dat zoo maar op m'n
dak te schuiven ze zal 't wel laten,
hoop 'k 't is waarempel wat moois de
brutaliteit is toch groot „wees goed voor
het wurm en maak een braaf mensch van
hem" ja, ja, dat sou ik zeker ook wel
doen als ik het tot mjj nam als maar
ik denk er niet aan ik kan niet nooit!
God in den hemel, hoe krjjgt zoo'n wjjf
het in d'r hersens juist ik? zjjn er
geen anderen die het kunnen doen Joost
mag 't weten 't moet een gek .fr - .1.
ze verstand had, kon ze op 'r vinger natellen
dat ze niet aan 't goeie kantoor is ik heb
al werk genoeg om mijn eigen mond open te
houden, laat staan dat ik een andermans kind
er bjj tot mjjn last hebben zou en toch,
tocli wou ik het wel eens graag zien zes
maanden zoo'n lekkere leeftijd."
Louise deed het briefje in de bovenste lade
van haar kastje en keerde tot de knippatroneu
terug. Maar haar geest wilde zich niet meer
bjj het werk bepalen. Een aardig, lief kindei
bakkesje scheen haar aan te kjjken van tus
schen de lappen syde en moesselien, en een
paar poezele armpjes schenen zich naar haar
uit te strekken.
,,'k Wou dat ik het nemen kon," mompelde
zij apjjtig en staakte haren arbeid vroeger dau
gewoonlijk, hoewel ze wist weinig te hebben
uitgevoerd. In haar slaapkamer zat ze nog
lang op een stoel te peinzen, stapte eindeljjk
in bed, maar zonder ds welverdiende rust te
kunnen vinden. Een kinderstem klonk door
het vertrek, en een kindergezichtje keek uit
al de donkere hoeken haar aan. Midden in
den nacht kroop ze overeind en redeneerde
in zichzelfik kom al aardig op jaren als
ik eenmaal oud ben, wat een steun en troost
zou het dan voor mjj kunnen wezen ja,
ik heb er wel zin in ik doe het ik
waag het er op ik neem het ik houd
het 't mag dan loopon hoe 't wil in het
ergste geval kan ik ondersteuning vragen
van de gemeente
Zjj kroop weer onder de dekens en, met
een lichter hart dan zjj sinds jaren gekend
had, viel Lonise onmiddellijk in slaap.
Maar vroeg in den morgen ontwaakte zij
weer en klom na een haastig ontbijt naar do
vliering, rommelde daar in een ouderwetsclu-
kist onder de hanebalken eu vond eenige
stukken zacht wit linnen en een paar eindjes
kant en nog wat oude, verschoten dingen
waarvan nog hoel wat was te prutsen. Haar
eigenlyk werk voor de winkels geraakte
dien dag deerljjk op den achtergrond, want
den ganschen voormiddag besteedde zy aan
het knippen van baby-kleertjes en den
heelen namiddag aan het naaien er van
(Slot i
volgt.)
woordde ik met eenige bitterheid, want mjju
argwaan keerde terug; „wees daaromtrent
gerust, dat zal ik nimmer gelooven."
„Denkt ge, dat men zjjne moeder vergeet,
als men weet, dat deze u dood waant en uls
zoodanig beweent Helaas, mjjn arm>-
arme moeder!" riep de hertogin uit, in tranen
uitbarstend en op een canapé neerzijgend.
„Waarom moest ik u zoo weinig achten in
de dagen van voorspoed'"
„Ge riet, hoe baatzuchtig ik ben", beraam
ik, haar naderend„ik geef de voorkeur aan
uwe tranen boven uw glimlach. Uwe tranen
zjjn oprecht, uw lachen is geveinsd; het is
een sluier, waarachter uw hart zich verbergt.
Bovendien, als ge weent, heb ik hoop, dat ik
u langzamerhand door myne zorgen, mijne
oplettendheden en mjjn eerbied zal troosten."
„Luister, James", zei tnijue zuster met
zachte innemendheid, terwyl ze my voor de
eerste maal ua hare bevrjjding met denzelf
den teederen blik beschouwde, die in onze
kinderjaren al tjjd zoo'n groot medelijden in
mjj opwekte, „laat ons niet over woorden
twisten; er zyn tusschen ons zulke vreemde
dingen voorgevallen, dat wjj geen omweguu
jegens elkaar behoeven te gebruiken. Wees
openhartig; vraag mjj, wat ge weten wilt,
en ik zal het u zeggen."
„O, ge zjjt een engel", riep ik, „en ik beu
een dwaas; ik heb geen recht, iets te weten
of u iets te vragen. Was ik niet zoo gelukkig
als iemand maar zjjn kan, toen ik u in ilien
grafkelder vond, en later, toen ik u in mjjne
armen naar de boot droeg? En toch zou ik
kunnen wonschen, dat een aanhoudend gevaar
u bedreigde, om altjjd uw steun te zijn. Dim
zoudt ge niet voinzen te lachen om my uwe
tranen te verbergen."
(Wordt vervolgd).