KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder, Texel, Wierlngen en Anne Paulowna.
Wc 4248 Zaterdag 11 Ootober 1918. 41ate Jaargang.
't Vliegend Blaadje p, 3 m. 50 ct., fr.Jp. po»t 75 et., buitenland f 1.25 N ■L -B MRV) ffl -BB Advertentiën van 1 tot 5 regel» (bij vooruitbetaling) 3(J cent.
Pre-Zondagablad 37 j .45. 10.75 II lllHVAVlffl B *1 BTB B Elke regel meer6
rniëri (Modeblad 65 75 ft- B WEK IRCIIhj B fl &K UB H 'ÊX ffll «U P, BS Bewijs-exemplaar 2*
(Voor bet buitenland b\j vooruitbetaling.) '53P Vignetten en groote letter» worden naar plaatiruimte berekend.
Verschijnt Dinsdag- an Vrijdagmiddag. Uitgawar C. DE BOER Jr., Haldar. Buraau: Koningalraal 29. intarc. TM »0.
Eerste Blad.
IEUWSBERICHTER.
HELDER, 10 October.
Dat gaat te ver.
Onder bovenstaand opschrift plaatsten wij
in ons vorig nummer een stukje over de
R.-K. Geitenfokvereeniging, ontleend aan de
„Limburger Koerier". Naar aanleiding van
dat bericht schrijft de „Nieuwe Koerier" het
volgende
Wij zijn het met onzen Maastrichtschen
collega slechts ten deele eens.
Naar ons bij vroegere gelegenheden werd
medegedeeld, dragen 4e R.-K. Geitenfok-
vereenigingen eigenlijk een verkeerden naam.
Dezo vereenigingen zijn in werkelijkheid ver-
oenigingen van landarbeiders en zeer kleine
keuterboertjes, voor wie de veredeling van
het geitenras van zeer groote beteekenis is.
In plaats van een vereeniging te vormen met
den naam van B.-K. Landarbeiders-vereeni-
ging, die onder de middelen, om bun toestand
te verbeteren, o.a. ook opnoemen de ver
betering van het geitonras, wordt er ge
sproken van Geitenfokvereenigingen, een
naam, die, als er R.-K. voorstaat met de
toevoegingonder bescherming van den H.
Bcrcardui, tot gerechtvaardigde klachten
aanleiding geeft, als hier de „Limburger
Koerier" uit.
Wij hopen dan ook, dat weldra deze ver
keerde benaming voor een juisteren en geen
aanstootgevendon mag plaats hebben.
Eerste steenlegging.
Dinsdag heeft te Schagen de eerste steen
legging plaats gehad van het gebouw, waarin
de drukkerij van de West-Friesche Kerkbode
zal worden gevestigd. Het was de heer Ds.
Van Loon van Barsingerhorn die deze plech
tigheid verrichtte in tegenwoordigheid van
opzichter, aannemer en personeel, de zetters
en verdere belangstellenden, daarbij een
toespraak de aandacht vestigend op de hooge
beteekenis van dit uur, het personeel er
tevens op wijzend dat zij niet alleen mee
werkten tot het bouwen van een hnis, maar
arbeidden aan het werk
grooten God.
(„Schager Ct.").
Het werklledenreglement van Zaandam.
B(j de verdere behandeling van hetwerk-
iiodenreglement in de vergadering van den
Gemeenteraad, werd besloten de waarde van
nniformkleeding en verplicht gebruik van
gemeentewoning niet als emolumenten te be
schouwen, zoodat decen niet van het loon
zullen worden afgetrokken. De overweging
hiertoe was, dat het verplichten van het be
wonen van een gemeentewoning geschiedt
in hot belang van den dienst.
Een voorstel van den heer Duys om het
loon van de arbeiders voornit te betalen,
omdat het niet aangaat, dat dezen hun arbrid
aan de gemeente op crodiet leveren, werd
met IS tegen 4 stemmen verworpen.
Besloten werd by de opklimming van het
miuimnm tot het maximum loon 5 twee-jaar -
lijksche verhoogingen toe te kennen van
f 0 54 per week, met dien verstande dat de
arbeiders boven 45-jarigen leeftijd, jaarlijksche
verhoogingen zullen ontvangen.
Ten aanzien van het ziekengeld werd met
algemeene stemmen besloten dit uit te keeren
gelurende den geheelen dnur der ziekte.
Aan het slot van de behandeling van het
reglement werd door de heer Duijs het denk
beeld geopperd om in plaats van dit regle
ment met de arbeiders een collectief arbeids
contract aan te gaan met den inhoud van
het reglement tot grondslag. De wenscheljjk-
heid hiervoor werd door den heer D4.
verdedigd met een verwijzing naar de moge
lijkheid, dat de sociaal-democraten in den
Raad in de naaste toekomst hun meerderheid
soudon kunnen verliezen, in welk geval hij
het gevaar duchtte, dat het reglement ten
nadeele van de werklieden zou worden herzien.
De heer Duijs deelde mede dit denkbeeld
in zijn fractie ter sprake te zullen brengen.
Ten slotte werd het geheele reglement met
15 legen 2 stemmen aangenomen.
Ds kindermoord te Amsterdam.
Men schrijft aan de »N. Rott. Ct."
Daar wat onder degenen, die op het
kerkhof stonden rondom het open gralje van
hot verleden week zoo gruwelijk vermoorde
knaapje, niemand, op wien deze eenvoudige,
diep aangrijpende plechtigheid niet een hevigen
FEUILLETON.
HET PLEEGKIND.
10)
Mordle, die zich niet overtuigen kon, dat
de geestelijke stand hem zon verbieden, van
een zoo geschikt voertuig gebruik te makeD,
om van het eene eind van het kerspel naar
hel andere te komen, deed een stouten stap.
Daar hij wist, dat de bisschop zich toen
tor ty"d op een ongeveer 25 myl vandaar ver
wijderd landgoed ophield, wierp hij zich op
zekeren morgen zeer vroeg in het zadel of
liever op de zitplaats van zyn driewieler en
gebruikte zijn onderste lcdeumaten dermate,
dut zyn kaartje nog voor bet tweede ontbijt
aan den bisschop overhandigd kon worden.
Tien minuten later onderzocht de bisschop
grondig en ernstig het voorwerp, dat mevrouw
1'ierrepont in gesprek met haar vrienden een
uitvinding des duivels noemde.
Meerdere minuten lang stond de bisschop
op de treden der huistrap, en overwoog de
schuld of onschuld vau het levenlóoze instru
ment aan zijn voeten, terwijl Sylvanus met
zijn gewonen frisschen y ver en welsprekend
heid zijn zaak verdedigde. Hy weidde in den
breede uit over de vermeerdering zyner plich
ten en de onschatbare hulp, die deze moderne
uitvinding hem in het zich snel voortbewegen
bewees. Hij toonde zyn lordschap de kleine,
aan den achterkant van het kussen bevestigde
tasch, waarin hij zijn gebedeboeken of zoo
noodig ook een kleine aardsche versterking
voor bejaarde kranken met zich voeren kon.
Hy verklaarde ook de samenstelling en wer
indrnk maakte. Kleine schoolmakkertjes vau
het ongelukkige slachtoffer, allen met een
rouwstrik om den arm, stonden geschaard
rondom de kuil, en daarachter, met zQn vader
en grootvader, die bjjna gebroken waren van
smart, het oen jaar oudere broertje van den
kleinen Hendrik de Klerk, met wien deze
op den noodlottigen dag was uitgegaan om
niet meer met hem terug te keeren.
Een smartelijke trek van grooten ernst,
die lag over het kindergezichtje, toonde dni-
delflk, hoe verschrikkelijk ook hem de g»>
beurtenissen der laatste dagen hadden aan
gegrepen. Eenige buren waren mede als
rouwdragendea den stoet gevolgd.
En door de politie op een afstand gebonden,
■tonden ver daarachter honderden en honder
den, die des morgens voor het huis der
ouders van het vermoorde kind in do Com-
melinstraat het vertrekken van den lijkstoet
hadden afgewacht en mede naar de Ooster
begraafplaats waren getrokken, om blyk te
geven van hun diep medevoelen in het ver
driet van de ongelukkige ouders.
Toen het kleine kistje langzaam in de
groeve werd neergelaten, ging er door heel
die menigte een diepe ontroering, vooral toen
plotseling in de doodsche stilte het geschrei
weerklonk van vrouwen bij het graf.
De wykpredikant ds. J. H. Wiersma sprak
een kort treffend woord. Wie is hy zoo
riep hy uit, waar woont hy, waar houdt hij
zich zchnil, de moordonaar, de ellendige wel
lusteling, wiens wandaad een huivering van
afgrijzen heeft doen varen door heel deze
stad en door heel het land.
Wy zjjn hier niet gekomen om hem te
vloekenworde alle lust naar wraak in u
onderdrukt en gedood Dit alleen over hem
God, gedeuk dien zondaar, w(js hem spoedig
aan, wys hem aan zyn aardsche rechters,
opdat zy aan hem gerechtigheid mogen doen I
Verder laten wy ons hier met hem niet ie,
want hy is het niet waard
Uit nuam van duizenden sta ik hier om
een woord te spreken van diepgevoelde deel
neming met u, arme vader en grootvader.
Dat hadt ge van uw leven niet kunnen
denken, dat d. d.g komen zoude, waarop
ge uw kleinen jongen op die wyze ten grave
zoudt dragen. Laat den moordenaar rosten
beveelt hem, zoo ge kunt, in Gods genade
aan. En moge uw verdriet ook b(J u achter
laten een diepen indruk, hoe ellendig de
zonde is, en hoe driewerf gevloekt het leven
r de beginselen van een onrein hart.
t ben ontroerd, zoo vervolgde ds. Wiersma,
bfj het zien van zooveel lieve knaapjes
rondom het pas gedolven grafje van hun
kameraadje. Jongens, jelui begrijpt, wat er
gebeurd is; niet alles begrypea jelui, maar
toch wel, wat schrikkelijks er met je vriendje
is voorgevallen. Een vreemde man heeft hem
meegenomen, een vreemde man heeft hom
vermoordJongens, ik bid God, dat jelui
Hem aan dit graf zult beloven, nooit met
een vreemden man mee te gaan.
Alle kinderen hoorden dit schreiend aan.
Daarna dankte de spreker de buren namens
de ouders en grootouders voor hun treffende
blijken van deelneming. Niet alleen, heelt
die zich, zoo zeide hy, geopenbaard io de gulle
vrijgevigheid, waarmede zy een begrafeni*
als deze hebben mogelyk gemaakt. Maar het
1 ook goed in de stampvolle straten,
toen de kleine doode werd uitgedragen, een
zoo groote en algemeene gemeenschap des
lijders te constateeren. In de byna 50 jareo
mijner bediening, aldus spreker, kan ik my
niet herinneren, ooit zooveel tranen by een
begrafenis te hebben gesim.
Ten slotte wekte ds. Wiersma allen op,
ook in dit ontzettend gebeuren een aanieidiug
vinden om het hart tot God te verheffen.
Het zevenjarige broertje van het gedoode
kind strooide een mandje bloemen leeg in
diens graf.
Diep getroffen verlieten daarna allen het
kerkhof.
De verdwenen boofdkassler van de Ned.
Ind. Etcompto MaattchappIJ te Batavia.
Aan de „Sumatra Post" wordt nit Batavia
gemeld d.d. 6 Sept.
Meer in opschudding dan Dinsdag is de
Kali Besar sinds lang niet geweest. Ineens
duikt het gerucht op, dat de hoofdkasaier
van de Escompto voortvluchtig is met een
dikke ton.
Het gerucht wordt bevestigd en tegen
gesproken, maar verrassend snel komt de
zekerheid.
De Ned. Ind. Escompto Maatschappij beeft
geen geluk, zelfs geen klein beetje ook.
Natnurlyk treft de direc Je niet het minste
verwyt en is het voor haar zelf het beroerdste,
king der machine en wekte de bisschoppelijke
nieuwsgierigheid in zulk een mate, dat er iets
ongehoords gebeurde. Zijn bisschoppelijke ge
nade verwaardigde zich in hoogst eigen per
soon de tricycle te bestijgen en werkelijk, tot
onuitsprekelijke vreugde van eenige hceren
en dames, die het uit de vensters hunner
woonkamer aanzagen, rustig en waardig, zooals
het een bisschop past, den weg- op en af te
rijden, zonder andere schade te veroorzaken,
dan dat hij de hoeken van het grasperk van
zyn hospes afsneed en eenige steencn uit een
kunstige rotsgroep stiet. De tricycle trium-
feerde! Ofschoon de bisschop in zyn eerst
volgende vermaningsrede aan zijn geestelijk
heid er niet uitbundig de lot over zwaaide,
beval hy de tricycle in groote kerspel toch
zonder voorbehoud aan. Het gelukte Sylvanus
ook in Oakbnry het vooroordeel tegen de
nieuweling te overwinnen en zoo reed hy bij
gevolg op dezen Jnlinamiddag op zijn tricycle
naar Hazlewood.
De Talberts waren naar Bl&cktown gegaan
hy trof slechts juffrouw Clayton aan in den
tuin achter het huis, waar zy in de schaduw
eens booms zat en las. Zy lachte vriendelijk,
toen de bezoeker naderde. Sylvanus had er
veel voor willen geven, iudien zij gebloosd of
haar oogen neergeslagen had. Een paar schre
den van haar verwyderd zat juffrouw Miller
met liet kind op haar schoot. Na de eerste
begroeting nam Sylvanns een gemakkelijken
tuinstoel en zette zich naast Beatrice. Korten
tijd onderhielden zy zich over alledaagsche
dingen; dan besloot de predikant een man te
zijn en op zijn doel los te gaan.
„Ik wilde wel eenige woorden met u onder
vier oogen spreken, juffrouw Clayton. Wil u
met my in huis gaan?"
Zy zag verrast, ja misschien ists onrustig op.
maar dat neemt nog het feit niet weg
brengt den heer Sonneveld, die mot de duiten
vlood, niet terng, evenmin als de duit*
„zeivers".
Onse heer Sonneveld bl\jkt eenigen tjjd
wat zwaar aan het speculeeren te zyn ge
weest, moest nu diverse leeningen suppleeren.
zag er geen kans toe, kreeg plots een aardig
sommetje in handen en verdween met de
Noorderzon en de duiten.
Hy heeft het heel handig ingopikt, beweert
men, want hy heeft gezorgd de beide feest
dagen als voorsprong te hebben.
Ja, onhandig is dit niet. Door oen wonder
lijk toeval is zyn fraude het eerst uitgekomen
door een andere fraude, eenige maanden ge
loden gepleegd. Toen werd aan de Escompto
een valsche chèque aangeboden en uitbetaald.
Degene, die de chèque vermoedelijk vervalscbt
had, werd gegrepen en Dinsdag zon de heer
Sonneveld als getuige gehoord worden.
Hy verscheen ochter niet. Men telefoneerde
naar de bank, Daar zyn hnisde vogel
bleek gevlogen. Toen kreeg men aan de
Escompto argwaan. Met duplicaat-sleutels
werd de brandkast geopend... leeg!
Het bleek verder, dat de kassier van de
bank Zaterdag 122.000 gulden aan den hoofd
kassier had afgedragen, welke volgens de
eene lesing in de kloir, volgens de andere
lezing bij de Javasche Bank geborgen hadden
moeten zyn.
De justitie werd in de zaak gemoeid, en
na een ingesteld ondorzoek snorden de tele
grammen, met verzoek tot aanhonding, over
geheel Java, naar Singapore on de Rumphius,
waarop men eerst vreesde, dat hy zich zou
hebben ingescheept.
Dat was Dinsdagmiddag, en de voortvluch
tige had dus bijna drie dagen voorsprong,
wyl de bank Zaterdags om 12 uur sluit.
Een ondersoek te zijnen huize leverde
niots op, alleen de teleurstelling, dat men
geen portretten kon machtig worden.
Daarnit en uit andere aanwijzingen bljjkt,
hoe zorgvuldig hy zijn vlucht wel heeft voor
bereid.
Woensdags te voren had hy sjjn vrouw
weggezonden, daarna alle portretten ver
nietigd, om te beletten, dat die gereproduceerd
en verspreid werden, ter vergemakkelijking
van zyn aanhonding.
Een nader bericht meldt dat do heer S.
te Hongkong is gearresteerd.
Het „Bat. Nbl." van 12 September vertelt
dit van:
Geruchten, die de ronde doen, als sou de
gearresteerde S. niet zyn, kannen wy beslist
tegsnspreken. In het belang van het onder
zoek heeft de justitie hare nasporingen zoo
geheim mogelyk gehouden en 't blijkt nu
wel, dat zy daaraan goed deed. Hoe men
de wetenschap kwam, dat S. op een
Jupansche boot gevlucht was?
Verledon week Vrijdag vervoegde zich by
directie van de Escompto een zekere heer
Willemse, caféhouder op Passor Baroe. Deze
wist mede te deelen, dat S. op den stoomer
Bsuri Mum naar Japan moest zijn gevlucht.
Immers, de heer S., die geregeld bij hem,
Willemse, een biertje kwam drinken, had
verleden week aan hem verteld, dat hy zich
o zoo gaarne van een bjjeonder lastig familie
lid zou willen ontdoen, en geloofde, dat 't
wel. bet beste zou zyo, 't familielid in kwestie
ver weg te zenden. Hy vroeg rojj toeD, zoo
vertelde de heer Willemse, of ik geen boot
wist, die vertrekken zou en daar mij bekend
was, dat het stoomschip Bauri Maru Zaterdag
avond van Soerabaja via Hongkong naar Japan
zon gaan, gaf ik Sonneveld den raad, die
boot te kiezen.
S., die hiermede onmiddellijk accoord ging,
verzocht my toen te telegrafeeren, of de
kapitein zyn vertrek niet een dag kOD uit
stellen. Dit geschiedde. Waarschijnlijk werd
de kapitein door mevrouw S., die resds
vooruit gereisd was, overgehaald, tonminste
de firma Frater Eaton <fc Co., agenten van
de Bauri Maru, die den gezagvoerder onder
hield over het late vertrek, kon geen vol
doenden uitleg ontvangen.
S. heeft alles dus wel goed in orde ge
maakt. Zaterdag 30 Aug. vertrok hy 's mid
dags per auto naar Bandoeng. Zondagmorgen
nam hij de express naar Soerabaja. Hy reisde
toon samen met den Bandoengschen agent
van de maatschappij 00 voerde met hem
nog een zakengeiprek ook. Hy vertelde, dat
by een familielid te Djocja ging opzoeken.
Te Soerabaja begaf hjj ïich onverwijld aan
boord van de Bauri Maru
't Spreekt vanzelf, dat de heer Willemse
den directeur een ooschatbaren dienst bewees
en nu inderdaad de gevluchte gepakt is, zal
#Wy kunnen hier wol met elkaar spreken,"
antwoordde zij en liet do kindermeid met het
kind weggaan. Zy kuste den kleinen kerel
tceder, als hy weggebracht werd.
.Hoe lief heeft u dut kind!" zei Sylvanus.
Zeer, zeer lief."
Dan zag zij hem met haar groote, gryze
oogen aan, als iemand, die op een beloofde
meodeeling wacht. Hy wist thans dat alles
verloren was of liever, dat er niet te ver
liezen viel; toch ging hy tot het einde.
.Juffrouw ClaytonBeatrice", zei hij.
,Ik beu heden gekomen, om u te vragen, of'
u my lief heeft, of u myn vrouw wil worden
Zy antwoordde niet: hy geloofde haar te
hooren zuchten, maar die zucht wekte geen
hoop in hem.
Dat ik u liefheb, behoef ik u niet te zeggen.
U moet dit gezien hebben; ik moet het in mijn
onbeholpen manieren reeds lang hebben ver
raden."
,lk vreesde," zei Beatrice droomerig.
Ja, ik heb u lief, en zal u steeds liefhebben.
Ik zeg u dat met weinig hoop, maar ti hoort
mij ten minste en gelooft, dat ik u liefheb."
Zijn stem klonk zoo diep en ernstig, dat zij
die nauwelijks herkende. Hy zag haar aan
haar oogleden waren neergeslagen en tranen
welden daaronder op.
„Wil u mij een antwoord geven?" zei bij
week. .Ik wil u niet daardoor beleedigen, dat
ik u van rykdom of rang spreek. Als u een
man liefheeft, zal u zich weinig daarom be
kommeren. U zal den man uwer liefde
huwen, ondanks de gansche wereld."
Zy kromp ineen; haar mond bewoog zich
krampachtig. Een seconde lang, maar ook
slechts één seconde, doortrilde een wilde,
zaligende gedachte den jongen man.
„Heb ik gelijk?" vroeg hy.
hem de premie van f 1000 worden uitge
keerd.
Toen de directie alles vernomen had uit
den mond van den heer Willemse, tele
grafeerde zy onmiddellijk naar den consul-
generaal in Hongkong, gaf signalement
nadere aanwyzingen op en verzocht om aan
houding.
In spanning wachtte men den dag af, dat
het stoomschip te Hongkong zou aankomen.
Het beste werd gehoopt I
En inderdaad bleek deze hoop niet ydel te
zyn, want gisterochtend ontving de directie
tolegrafisch berioht van den consul-generaal
te Hongkong, dat S. aldaar gearresteerd s
Hedenochtend nu waren eenige nadere
bijzonderheden bekend. Zoo werd ons door
de directie van de Escompto medegedeeld,
dat op den vluchteling een bedrag van
f 80,000 werd teruggevonden. Het overige
geld zal waaracbljnlyk zijn vrouw in haar
bezit hebben. Slaagt die er in naar Japan
te komen, dan beteekent dat voor de Escompto:
weg geld. In dien geest werd ook aan den
consul-generaal te Hongkong geseind, die
echter telegrafeerde niet het recht te hebben
mevrouw S. te doen arresteeren, daar haar
een misdrijf niet kon worden ten laste gelegd.
Echter is de consul-generaal bereid haar te
visiteeren, en vindt men geld op haar, dan
kan ze worden aangehouden. Als 't nu maar
niet ts laat is en de vrouw niet reeds is
doorgereisd.
Morgen gaat een verzoek om uitlevering
van den officier van justitie naar het Britsche
gouvernement te Hongkong.
Vliegende smetstofdragers.
De „Conseil d'hygiène et de Salubrité de
la Seice" heeft eene circulaire verspreid,
waarbij wü8t °P tet gevaar der vliegen,
die verschillende besmettelijke ziekten over
brengen, o. a. typhns, dysenterie, cholera en
de tuberculose.
De vliegen zyn zeer vuile dieren, die
vooral azen op menacheltjke en dierlyke
uitwerpselen en deze en de ziektekiemen
daarin verborgen op den menach overbrengen.
De raad beveelt aan
1. bescherming van alle eetwaren, ook
buitenshuis, tegen de aanraking van vliegen;
2. bescherming van de huizen tegen de
vliegen;
3. de uitroeiing der vliegeD, die het huis
mochten binnendringen;
4. het vernietigen van broedplaatsen der
vliegen.
Vervolgens worden de verschillende midde-
m aangegeven voor vernietiging der vliegen.
Dr. Breezor onderzocht vliegen, die over
winterd hadden in de ziekenhuizen te St.
Petersburg en vond deze de dragers van
verschillende pathogeene bacteriën en stapbylo-
coccon.
Typhus-bacillen worden nog oen maand
lang, nadat de vliegen typhus-kiemen tot zich
genomen hadden, in hunne ingewanden aan
getroffen. (Tydschr. v. Soc. Heg.).
DIT D8 HBLDERSGHE SAMENLEVING.
Door P. N. v. R.
De Jubilaris van de reddingvlet.
II.
Of dit gebouwtje bier altjjd heb gestaan
Wacht je beurt af, meneer, dat zal ik direct
ophelderen. Vroeger was het station aan Huis
duinen gevestigd en de vlet heeft daar menig
keer belangrijke, gewichtige diensten gedaan.
Maar in 1887 lei de oude schipper Willem
Zeeman het byltje neer en moest een opvolger
zyn plaats innemen. De commissie van het
reddingswezen onderzocht wien men het
baantje kon toevertrouwen en het resultaat
daarvan was, dat ik by de heeren werd ge
roepen en na informatie omtrent myn per
soontje door den opzichter van den waterstaat,
mynheer Kootc, kreeg ik myn aanstelling op
den vierden October van dat jaar. Later werd
het station aan Huisduinen opgeheven, alleen
het vnurpjjltoestel bleef er en wordt nog be
diend door Rijndert Zeeman en hier op den
dfi kwam dit gebonw tot stand. Zooals ik zei,
reeds vóór dien tyd werd ik schipper en dat
was laat eens kijken op m'n twee-en-
dertigste jaar. Nou moet u niet denken, dat
ik toen voor de eerste maal ging varen als
dat zoo te pas kwam. M'n vader die destijds
in de Artilleriestraat nummer twee woonde,
was in merg en been zeeman en zijn lust en
zijn leven is bepaald al vroeg op my o vergegaao,
want op het water vond ik als jongen wel het
meeste genot. Door een noodlottig ongelnk,
by het omslaan van een vlet, verdronken
Kees Dito en mjjn vader onder Petten. Doch,
hoe treurig en swaar treffend deze •lag ook
was, het joeg mij geen schrik aan de zee den
rug toe te keeren. Ik was nog maar 'n snot
neus, toen ik als zwemmer b|j het afzetten
van booten aan Huisduinen hielp en nauwe
lijks zeventien jaar oud, ging 'k voor geen
kerel in durf uit den weg. Haantje de voorste
en aanpakken voor twee. Maar het voor-
naamte werk in die dagen was het vlottoren
op de Noordzee. Dat gaf vaak oen aardig
buitenkansje. Ik was altyd maar bljj als er een
■chip van vreemde nationaliteit onder de kuit
zwalkte, want dan waren we d'r als de kippen
bij. Aart van den Broek, Willem Bakker, de
gebroeders Been, ik Janus Kuiper en
anderen loerden dag en nacht of er op het
water niets voor je gading was. Had je maar
eventjes de lucht vau een vaartnig in aan
tocht, dan waren de mannen en de joDgens
vlug b(j de hand en in 'n wip was je vlotje
van de steenen, om roeiend of zeilend er op
nit te trekken, met de hoop dat er wat viel
te verdienen. Gebeurde het nu, dat je een
Engelschman, een Franschmau, een Noorman,
een Zweed, oen Duitscher, een Italiaan, een
Ruz, een Oostenrijker of een Spanjaard ont
moette en te pakken kreeg, dan wist je met
een beetje steenkolen-Engelsch je te redden
in alle talen, je wurmde je vlet langs zy, je
gebaarde en schreeuwde of klauterde vrij
postig aan boord en bad je het gelnk om
mot den een of anderen kapitein een accoordje
dan was het: naar 't Nieuwediep
met 'm. Loodsen mocht je eigenlijk niet. Maar
dat kon ons weinig schelen. Een blind mensch
moet je toch ook den weg wyzen En dan
zal jo zoo'n gezagvoerder, die onzeker op de
baren dobbert, maar laten scharrelen Ze
waren al wat in hnn schik wanneer ze op een
goedkoope, scherp concurreerende manier
veilig de haven konden bereiken. Tegenwoor
dig bljjft een kind aan 't roer in den koers
de wegen over zee zijn als 't ware met
een passer geteekend overal torens en
boeien die licht geven en altyd maar brullen
doch in die dagen was dat allemaal nog niet
zoo practisch ingericht en dank zij de noodige
ervaring waren wy al die onwetende en on
bekende zeelui de baas. Eofio, had je se een
maal goed en wel binnen en aan den steiger
gelegd, daa werd de bnit natuurlijk eerlyk
verdeeld. Sommigen betaalden goed, anderen
waren krenterig. Dat was een lotery, die
mee- of tegenviel. Maar, vet of mager, ons
volk was dol op die kluiven en u zal wel
begrijpen dat het dikwijls warm toeging om
ze te veroveren, om in deze de eerste te zijn.
Grappige tafereeltjes zou ik er nog van kun
nen zeggen. Niettemin, de omstandigheden
kwamen ook wel voor dat het lang geen
aantrekkelijk karweitje was om in zee te
steken. Soms had een loos alarm je ts pakken;
en je waagde je voor gek in een hondenweer
of je maakte een moeilijke tocht voor niets
omdat de kapitein niemendal met dat gespuis
te doen wilde hebben of je zwalkte op goed
geluk uren lang rond om toch maar het dichtst
by te zjju wanneer een boot dezen kant uit
kwam. Dat was in den zomer niet zoo erg.
Maar in den herfst of 's winters kon je met
regen, wind, mist, hagel en sneeuw kampen
en dan wilde het wel eens dat je koud en
nat, verkleumd en stijf en zonder voordeeltje
weer aan land stapte. Was er heelemaal
niots te beleven voor de vletterlui, dan had
je andere bezigheden: de bedrijvigheid van
't visichen en de voorkomende strandingen
aan den overkant. Dit laatste werd in 1875
messtal door onze menachen opgeknapt. Zat
er ergens een scbip aan den grond, dan waron
de particuliere vlotten van den djjk de mid
delen waarmee je hnlp verleende in storm
gevaar."
De schipper hield een oogenblik op en
staarde zwijgend voor zich uit.
Het reddingswerk van dat tydperk maakte
myn nieuwsgierigheid echter gaande. Ik wilde
er meer van weten, drong er cp aan en zag
met genoegen dat Kuiper eenige verschron»
pelde stukjes papier te voorschijn haalde,
verschoten velletjes, vol van cijfertjes en krab
beltjes, die aanteekeningen moesten voorstel
len betreffende daden van heldenmoed en
zelfopoffering. Voor ons onbegrijpelijk en niet
gemakkelijk leesbaar, waren de korte zinne
tjes evenwel voldoende om een aantal heerlijke
waarheden uit den ouden tyd in het geheugen
van Kuiper terug te roepeD.
„Zeg er iz, Janus, heb je daar ook de ge
schiedenis nog bij van de Noren, die je toeD
eens uit de brandiog oppikte en hij ons thuis
bracht aldua vroeg z'n vrouw, die tot nog
toe zich niet in het gesprek gemengd had.
„Bedoel je de jongens, die we cp aardap
,Ik geloof het wel ach, mynheer Mordle,
ik beu zoo ongelukkig daarover."
Haar toon liet geen twyfel aan de oprecht
heid harer droefheid opkomen. Had zy hem
ook het grootste ongeluk toegevoegd, het kon
niet grooter zyn.
Hjj droeg het antwoord als een man en
stond op; zijn aangezicht wa* bleek, maar
zoover kun zich geen mensch beheorscheu;
zjjn wezen en zyn woordeq daarentegen had
hij in bedwang.
.Wij zullen echter vrienden bljjven," stiet
hij op zjjn gewonen toon uit.
Wanneer u het wenscht," zei Beatrice
zucht, schier deemoedig.
„Natuurlijk wensch ik het. Terloops gezegd,
wensch u mjj ook een gelukkige reis; ik ga
de volgende week voort naar Frankryk,
aan den Riju, in Zwitserland
Beatrice legde de hand op zjjn schouder.
.Spreek zoo niet; u maakt mij ongelukkig!"
.Ongelukkig?"
.Ja. Gelooft u dan, dat een meisje zich niet
ongelukkig gevoelt, wanneer zjj de liefde van
een man als u niet kan aannemen? Gelooft
u, dat zij het voor mogelyk houdt, dat hy
weggaat en alles vergeet? Ik geloof niet, dat
ik te laken ben, mynheer Mordle, maar toch
voel ik er mjj ongelukkig door."
Hij greep haar hand.
.Neen, u is niet te laken. Ik was een gek;
het schaadt niet ik ben ook een man. Ik
wilde de volgende week werkelyk vertrek
ken, als niet eenerlei wat geschied ware. Als
ik terugkom, zal ik van myn dwaasheid ge
nezen zjjnik kan tenminste beloven, dat u
geen ziekteverschijnselen meer bemerken zal.
Leef' wel."
Met deze woorden keerde hjj zich om en
ging. Geheel vernietigd ging hjj terug, zonder
aan zjjn tricycle te denken. Sylvanus moest
j terugkeeren, om zjjn wiel weer te bemachtigen,
wat hij als een extra ongelukkig toeval be
schouwde, toen hjj Beatrice nadenkend aan
een venster zag staan. Ondanks dat besteeg
i hjj moedig zjjn metalen ros en reed weg.
In romans verwacht men van een afge
wezen minnaar, dat hij zijn paard de sporen
geeft en wegrent, of, ingeval hjj onbereden
is, dat hjj buiten zich zelve voortstormt, on
I verschillig waarheen. Do wjjze echter, waarop
de eerwaarde Sylvanus zich verwijderde, ware
j ougehoord in een roman gelukkig is dit er
ook geen.
ACHTSTE HOOFDSTUK.
i Juffrouw Miller, de eerbare weduwe op
middelbaren leef tjjd, die, trots haar gobrek
aan getuigschriften, de plaatsen van het licht
vaardige dienstmeisje had ingenomen, bewees
door de daad, dat bezems, die, als ze nieuw
zjjn, goed vegen, niet altijd door den tjjd die
eigenschappen verliezen. Bovendien was juf
frouw Miller een bezem, die weinig stof opjoeg.
Zij was een bleeke vrouw met hoekige
trekken, een scherp gebogen neus en holle
wangen; mond en kin getuigen van een zekere
j karaktersterkte; de oogen waren dooker
i lichtten somwijlen met een eigenaardigen glans,
I die verried, dat zjj in hooge mate zenuwachtig
I opgewonden was en de rust en geljjkmatig
heid, waarmee zjj haar plicht vervulde, slechts
het resultaat van een jarenlange zelfbeheer-
sching was. Zjj was mager on de zwarte
kleederen, die zjj onafscheidelijk droeg, ver
(leenden haar een schier ascetisch uitzicht.
Voor mannen had zij niets aantrekkelijks en
i de ondertuinman, die met een verwyt vry
gekomen was, was waarschijnlijk met den ri
pelen-met-roodekool-door-elkaar hebben ge
trakteerd
Precies we waren geloof 'k pas ge
trouwd."
„Dat was in 1876. De Hollandsche bark
„Noordster", beladen en bolast met ijzer, liep
's nachts op 't Westpunt van Texel, Mor
gens vroeg zag ik dit zcheepjo zitten en
spoedig besloten we om er heen te gaan. Maar
dat was makkelijker gezegd dan gedaan. Er
waaide buiten een orkaan en onze vlet werd
telkens door de hooge zee weggegooid. Het
kostte zeer veel inspanning om het barkje te
'sren, dat weldra aan barrelen werd ge
en en ala waardeloos wrak in het woeste
water lag. Schipper Zegel van 't Oudeschild
was met z'n blaserzcbuit in de buurt gekomen
en wist van de gemengde bemanning
kapitein Potjewjjd, Hollanders en Noormannen
onze landgenooten bü zich aan boord te
krijgen. Maar op de verbrijzelde „Noordster"
verkeerden nog vier Noren in levensgevaar
en met hardnekkige wilskracht deden we
gedurig pogingen om de arme drommels te
bemachtigen. Eindelijk gelokte het ons onder
den kluiverboom te komen en van hier lieten
zy zich aan 'n stuk tonw in de vlet zakken.
Meer dood dan levend kwamen ze hier op
de zteenen en ik wilt niet beter te doen dar.
naar mee naar huis te nemeD. Druipnat
en uitgepnt van de doorgestane ellende, bracht
ik ze bfj moeder de vrouw, die juist een lekkere
gestampte pot had gekookt. Toen ze gastvrij
aan tafel zaten en maar raak konden smullen,
kwamen ae langzamerhand weer bij. Een
hunner, die verwond was en door m'n vrouw
werd verbonden, kon z'n dankbaarheid niet
genoeg toonen en gaf een groot knipmes, het
eenigste wat hy bezat, als blijk van erken
telijkheid cadeau. Natuurlijk konden ze niet
bjj ons blijven en de oonsul aan 't Nieuwediep
zorgde verder voor hen.
(Wordt vervolgd).
Keuringsdienst wan Melk.
Het verslag over het Se kwartaal van dit
jaar is verzchenen, en w(J ontleenen hieraan
het volgende
Er werden onderzocht totaal 456 monsters
volle melk, waaronder 40 contröle-monsters.
Bovendien werden onderzoekingen verricht
voor Ziekenhuis, Weeshuis, Politie, Water
leiding en Gezondheids-commissie, waarvan
n de betrokken hoofden van dienst rapport
jrd uitgebracht.
Volgend staatje geeft inzicht van het vet
gehalte der melk, benevens van dat van hot
vorig kwartaal:
Vetgehalte 2e kwartaal Se kwartaal
1.5-2.2 ®/0 0 0 o/0
2.2-2.5 8.74 5.6
2.5-2.7 15.02 12.6
2.7-3.0 35.42 34.6
3.0 en hooger. 40.82 47.2
Beneden de 2.7 28.76 18.2
Boven de 2.7 76.24 81.8
Gemidd. vetgehalte 2.94 2.72
Hieruit valt op te merken, dat de toestand
weder aanmerkelijk verbeterde en we al zeer
dicht zijn bfj het bereikbare. Groote invloed
er op bet jaargetijde en de droge zomer,
ook was een voorname factor dat de poldcr-
morgenmelk tegenwoordig later gemolken kan
worden en daardoor de melktijden niet zoo-
veel verschillen.
Doch ook bet percentage vervalschte melk
daalde: 1.4% (vorig kwartaal 2.0%). Het
volgend kwartaal zullen, naar wy hopen, ook
-"-■zen een beurt krjjgen, ijj zyo toch by den
Beat vrijwel bekend.
De hoedanigheid der melk bleef ook in de
warme dagen goed. Een hardnekkige sljjtor,
die steeds Maandagimorgecs zyne klanten
do restjes der vorige dagen voorzette, werd
tot inkeer gebracht. Hoe weinig kieskeurig
de menachen soms z(jn op hun melk, bleek
bier weer ten volle.
Vuilgehalte bleef voldoende gering.
Proces-verbaal werd opgemaakt één maal
tegen J. Pr., die den Zondag voor z(Jn water-
lievende experimenten bezigde.
Voortaan zullen n.1. Zondags ook monsters
genomen worden.
en vonnis van den kantonrechter tegen
L. D. werd door de Rechtbank te Alkmaar
gewyzigd in vrijspraak. Aangezien naar onze
meeting deze vryepraak berust op een omissie
in de dagvaarding, zal «ij geen verandering
brengen in de wQze van toepassing der ver
ordening.
Dr. G. A. StcttbrhbIm.
inhetgeheel niet tevreden. Des tevredener waren
al de andere betrokkenenjuffrouw Clayton,
de knaap, de beide heeren en zelfs Whittaker
mochten haar gaarne De toeneiging van den
laatste vooral was van beteekenis, want zyn
op jarenlangen dienst on onberispelijk karakter
gegronde heerschappij in de dienstbodenkamer
is onaantastbaar. De nieuwe kinderjuffrouw
Hf geheel naar zijn hart; zij betoonde hem
dien eerbied, dien hy verwachten kon en
maakte zyn meesters niet belachelijk, - iets,
waaraan het overige dienstpersoneel zich nog
al eens schuldig maakte.
Van haar kant betoonde juffrouw Miller een
buitengewone toeneiging voor Beatrice. Niets
scheen haar zoo gelukkig te maken, als deze
te mogen dienen, en wanneer haar jonge
meesteres haar voorbijging, volgde zij deze
liefdevol met do oogen. Beatrice van haar kant
behandelde de dienstbode met een achting, die
zelfs beminnelijke mensclien niet altijd voor
hun ondergeschikten aan den dag leggen.
De andere dienstboden mompelden onder
elkaar, dat juffrouw Miller de kunst verstond,
zich by miss Clayton bemind te maken. Of
nu juffrouw Miller boven verdienste begun
stigd werd of uiet, alles in Hazlewood liep
vlug en regelmatig. Misschien was het wel
die volmaakte orde, waarmee zich het uur
werk bewoog, die juffrouw Miller er toe brucht
een dag verlof te nemeD.
Den dag na dien, waarop Mordle zyn geluk
beproefd en verspeeld had, zagen Horace en
Herbert, die in den tuin rond slenterden, dat
de goudlokkige knaap onder geleide van het
kamermeisje uitging. Dit was een afwyking van
den regel, die niet onopgemerkt kon doorgaun
Zy vroegen naar de oorzaak en werden gewaar,
dat juffrouw Miller om een vryen dag ver-
zocht had. (Wordt vervolgd).