KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Helder, Texel, Wierlngen en Anne Paulowna. Wc 4248 Zaterdag 11 Ootober 1918. 41ate Jaargang. 't Vliegend Blaadje p, 3 m. 50 ct., fr.Jp. po»t 75 et., buitenland f 1.25 N ■L -B MRV) ffl -BB Advertentiën van 1 tot 5 regel» (bij vooruitbetaling) 3(J cent. Pre-Zondagablad 37 j .45. 10.75 II lllHVAVlffl B *1 BTB B Elke regel meer6 rniëri (Modeblad 65 75 ft- B WEK IRCIIhj B fl &K UB H 'ÊX ffll «U P, BS Bewijs-exemplaar 2* (Voor bet buitenland b\j vooruitbetaling.) '53P Vignetten en groote letter» worden naar plaatiruimte berekend. Verschijnt Dinsdag- an Vrijdagmiddag. Uitgawar C. DE BOER Jr., Haldar. Buraau: Koningalraal 29. intarc. TM »0. Eerste Blad. IEUWSBERICHTER. HELDER, 10 October. Dat gaat te ver. Onder bovenstaand opschrift plaatsten wij in ons vorig nummer een stukje over de R.-K. Geitenfokvereeniging, ontleend aan de „Limburger Koerier". Naar aanleiding van dat bericht schrijft de „Nieuwe Koerier" het volgende Wij zijn het met onzen Maastrichtschen collega slechts ten deele eens. Naar ons bij vroegere gelegenheden werd medegedeeld, dragen 4e R.-K. Geitenfok- vereenigingen eigenlijk een verkeerden naam. Dezo vereenigingen zijn in werkelijkheid ver- oenigingen van landarbeiders en zeer kleine keuterboertjes, voor wie de veredeling van het geitenras van zeer groote beteekenis is. In plaats van een vereeniging te vormen met den naam van B.-K. Landarbeiders-vereeni- ging, die onder de middelen, om bun toestand te verbeteren, o.a. ook opnoemen de ver betering van het geitonras, wordt er ge sproken van Geitenfokvereenigingen, een naam, die, als er R.-K. voorstaat met de toevoegingonder bescherming van den H. Bcrcardui, tot gerechtvaardigde klachten aanleiding geeft, als hier de „Limburger Koerier" uit. Wij hopen dan ook, dat weldra deze ver keerde benaming voor een juisteren en geen aanstootgevendon mag plaats hebben. Eerste steenlegging. Dinsdag heeft te Schagen de eerste steen legging plaats gehad van het gebouw, waarin de drukkerij van de West-Friesche Kerkbode zal worden gevestigd. Het was de heer Ds. Van Loon van Barsingerhorn die deze plech tigheid verrichtte in tegenwoordigheid van opzichter, aannemer en personeel, de zetters en verdere belangstellenden, daarbij een toespraak de aandacht vestigend op de hooge beteekenis van dit uur, het personeel er tevens op wijzend dat zij niet alleen mee werkten tot het bouwen van een hnis, maar arbeidden aan het werk grooten God. („Schager Ct."). Het werklledenreglement van Zaandam. B(j de verdere behandeling van hetwerk- iiodenreglement in de vergadering van den Gemeenteraad, werd besloten de waarde van nniformkleeding en verplicht gebruik van gemeentewoning niet als emolumenten te be schouwen, zoodat decen niet van het loon zullen worden afgetrokken. De overweging hiertoe was, dat het verplichten van het be wonen van een gemeentewoning geschiedt in hot belang van den dienst. Een voorstel van den heer Duys om het loon van de arbeiders voornit te betalen, omdat het niet aangaat, dat dezen hun arbrid aan de gemeente op crodiet leveren, werd met IS tegen 4 stemmen verworpen. Besloten werd by de opklimming van het miuimnm tot het maximum loon 5 twee-jaar - lijksche verhoogingen toe te kennen van f 0 54 per week, met dien verstande dat de arbeiders boven 45-jarigen leeftijd, jaarlijksche verhoogingen zullen ontvangen. Ten aanzien van het ziekengeld werd met algemeene stemmen besloten dit uit te keeren gelurende den geheelen dnur der ziekte. Aan het slot van de behandeling van het reglement werd door de heer Duijs het denk beeld geopperd om in plaats van dit regle ment met de arbeiders een collectief arbeids contract aan te gaan met den inhoud van het reglement tot grondslag. De wenscheljjk- heid hiervoor werd door den heer D4. verdedigd met een verwijzing naar de moge lijkheid, dat de sociaal-democraten in den Raad in de naaste toekomst hun meerderheid soudon kunnen verliezen, in welk geval hij het gevaar duchtte, dat het reglement ten nadeele van de werklieden zou worden herzien. De heer Duijs deelde mede dit denkbeeld in zijn fractie ter sprake te zullen brengen. Ten slotte werd het geheele reglement met 15 legen 2 stemmen aangenomen. Ds kindermoord te Amsterdam. Men schrijft aan de »N. Rott. Ct." Daar wat onder degenen, die op het kerkhof stonden rondom het open gralje van hot verleden week zoo gruwelijk vermoorde knaapje, niemand, op wien deze eenvoudige, diep aangrijpende plechtigheid niet een hevigen FEUILLETON. HET PLEEGKIND. 10) Mordle, die zich niet overtuigen kon, dat de geestelijke stand hem zon verbieden, van een zoo geschikt voertuig gebruik te makeD, om van het eene eind van het kerspel naar hel andere te komen, deed een stouten stap. Daar hij wist, dat de bisschop zich toen tor ty"d op een ongeveer 25 myl vandaar ver wijderd landgoed ophield, wierp hij zich op zekeren morgen zeer vroeg in het zadel of liever op de zitplaats van zyn driewieler en gebruikte zijn onderste lcdeumaten dermate, dut zyn kaartje nog voor bet tweede ontbijt aan den bisschop overhandigd kon worden. Tien minuten later onderzocht de bisschop grondig en ernstig het voorwerp, dat mevrouw 1'ierrepont in gesprek met haar vrienden een uitvinding des duivels noemde. Meerdere minuten lang stond de bisschop op de treden der huistrap, en overwoog de schuld of onschuld vau het levenlóoze instru ment aan zijn voeten, terwijl Sylvanus met zijn gewonen frisschen y ver en welsprekend heid zijn zaak verdedigde. Hy weidde in den breede uit over de vermeerdering zyner plich ten en de onschatbare hulp, die deze moderne uitvinding hem in het zich snel voortbewegen bewees. Hij toonde zyn lordschap de kleine, aan den achterkant van het kussen bevestigde tasch, waarin hij zijn gebedeboeken of zoo noodig ook een kleine aardsche versterking voor bejaarde kranken met zich voeren kon. Hy verklaarde ook de samenstelling en wer indrnk maakte. Kleine schoolmakkertjes vau het ongelukkige slachtoffer, allen met een rouwstrik om den arm, stonden geschaard rondom de kuil, en daarachter, met zQn vader en grootvader, die bjjna gebroken waren van smart, het oen jaar oudere broertje van den kleinen Hendrik de Klerk, met wien deze op den noodlottigen dag was uitgegaan om niet meer met hem terug te keeren. Een smartelijke trek van grooten ernst, die lag over het kindergezichtje, toonde dni- delflk, hoe verschrikkelijk ook hem de g»> beurtenissen der laatste dagen hadden aan gegrepen. Eenige buren waren mede als rouwdragendea den stoet gevolgd. En door de politie op een afstand gebonden, ■tonden ver daarachter honderden en honder den, die des morgens voor het huis der ouders van het vermoorde kind in do Com- melinstraat het vertrekken van den lijkstoet hadden afgewacht en mede naar de Ooster begraafplaats waren getrokken, om blyk te geven van hun diep medevoelen in het ver driet van de ongelukkige ouders. Toen het kleine kistje langzaam in de groeve werd neergelaten, ging er door heel die menigte een diepe ontroering, vooral toen plotseling in de doodsche stilte het geschrei weerklonk van vrouwen bij het graf. De wykpredikant ds. J. H. Wiersma sprak een kort treffend woord. Wie is hy zoo riep hy uit, waar woont hy, waar houdt hij zich zchnil, de moordonaar, de ellendige wel lusteling, wiens wandaad een huivering van afgrijzen heeft doen varen door heel deze stad en door heel het land. Wy zjjn hier niet gekomen om hem te vloekenworde alle lust naar wraak in u onderdrukt en gedood Dit alleen over hem God, gedeuk dien zondaar, w(js hem spoedig aan, wys hem aan zyn aardsche rechters, opdat zy aan hem gerechtigheid mogen doen I Verder laten wy ons hier met hem niet ie, want hy is het niet waard Uit nuam van duizenden sta ik hier om een woord te spreken van diepgevoelde deel neming met u, arme vader en grootvader. Dat hadt ge van uw leven niet kunnen denken, dat d. d.g komen zoude, waarop ge uw kleinen jongen op die wyze ten grave zoudt dragen. Laat den moordenaar rosten beveelt hem, zoo ge kunt, in Gods genade aan. En moge uw verdriet ook b(J u achter laten een diepen indruk, hoe ellendig de zonde is, en hoe driewerf gevloekt het leven r de beginselen van een onrein hart. t ben ontroerd, zoo vervolgde ds. Wiersma, bfj het zien van zooveel lieve knaapjes rondom het pas gedolven grafje van hun kameraadje. Jongens, jelui begrijpt, wat er gebeurd is; niet alles begrypea jelui, maar toch wel, wat schrikkelijks er met je vriendje is voorgevallen. Een vreemde man heeft hem meegenomen, een vreemde man heeft hom vermoordJongens, ik bid God, dat jelui Hem aan dit graf zult beloven, nooit met een vreemden man mee te gaan. Alle kinderen hoorden dit schreiend aan. Daarna dankte de spreker de buren namens de ouders en grootouders voor hun treffende blijken van deelneming. Niet alleen, heelt die zich, zoo zeide hy, geopenbaard io de gulle vrijgevigheid, waarmede zy een begrafeni* als deze hebben mogelyk gemaakt. Maar het 1 ook goed in de stampvolle straten, toen de kleine doode werd uitgedragen, een zoo groote en algemeene gemeenschap des lijders te constateeren. In de byna 50 jareo mijner bediening, aldus spreker, kan ik my niet herinneren, ooit zooveel tranen by een begrafenis te hebben gesim. Ten slotte wekte ds. Wiersma allen op, ook in dit ontzettend gebeuren een aanieidiug vinden om het hart tot God te verheffen. Het zevenjarige broertje van het gedoode kind strooide een mandje bloemen leeg in diens graf. Diep getroffen verlieten daarna allen het kerkhof. De verdwenen boofdkassler van de Ned. Ind. Etcompto MaattchappIJ te Batavia. Aan de „Sumatra Post" wordt nit Batavia gemeld d.d. 6 Sept. Meer in opschudding dan Dinsdag is de Kali Besar sinds lang niet geweest. Ineens duikt het gerucht op, dat de hoofdkasaier van de Escompto voortvluchtig is met een dikke ton. Het gerucht wordt bevestigd en tegen gesproken, maar verrassend snel komt de zekerheid. De Ned. Ind. Escompto Maatschappij beeft geen geluk, zelfs geen klein beetje ook. Natnurlyk treft de direc Je niet het minste verwyt en is het voor haar zelf het beroerdste, king der machine en wekte de bisschoppelijke nieuwsgierigheid in zulk een mate, dat er iets ongehoords gebeurde. Zijn bisschoppelijke ge nade verwaardigde zich in hoogst eigen per soon de tricycle te bestijgen en werkelijk, tot onuitsprekelijke vreugde van eenige hceren en dames, die het uit de vensters hunner woonkamer aanzagen, rustig en waardig, zooals het een bisschop past, den weg- op en af te rijden, zonder andere schade te veroorzaken, dan dat hij de hoeken van het grasperk van zyn hospes afsneed en eenige steencn uit een kunstige rotsgroep stiet. De tricycle trium- feerde! Ofschoon de bisschop in zyn eerst volgende vermaningsrede aan zijn geestelijk heid er niet uitbundig de lot over zwaaide, beval hy de tricycle in groote kerspel toch zonder voorbehoud aan. Het gelukte Sylvanus ook in Oakbnry het vooroordeel tegen de nieuweling te overwinnen en zoo reed hy bij gevolg op dezen Jnlinamiddag op zijn tricycle naar Hazlewood. De Talberts waren naar Bl&cktown gegaan hy trof slechts juffrouw Clayton aan in den tuin achter het huis, waar zy in de schaduw eens booms zat en las. Zy lachte vriendelijk, toen de bezoeker naderde. Sylvanus had er veel voor willen geven, iudien zij gebloosd of haar oogen neergeslagen had. Een paar schre den van haar verwyderd zat juffrouw Miller met liet kind op haar schoot. Na de eerste begroeting nam Sylvanns een gemakkelijken tuinstoel en zette zich naast Beatrice. Korten tijd onderhielden zy zich over alledaagsche dingen; dan besloot de predikant een man te zijn en op zijn doel los te gaan. „Ik wilde wel eenige woorden met u onder vier oogen spreken, juffrouw Clayton. Wil u met my in huis gaan?" Zy zag verrast, ja misschien ists onrustig op. maar dat neemt nog het feit niet weg brengt den heer Sonneveld, die mot de duiten vlood, niet terng, evenmin als de duit* „zeivers". Onse heer Sonneveld bl\jkt eenigen tjjd wat zwaar aan het speculeeren te zyn ge weest, moest nu diverse leeningen suppleeren. zag er geen kans toe, kreeg plots een aardig sommetje in handen en verdween met de Noorderzon en de duiten. Hy heeft het heel handig ingopikt, beweert men, want hy heeft gezorgd de beide feest dagen als voorsprong te hebben. Ja, onhandig is dit niet. Door oen wonder lijk toeval is zyn fraude het eerst uitgekomen door een andere fraude, eenige maanden ge loden gepleegd. Toen werd aan de Escompto een valsche chèque aangeboden en uitbetaald. Degene, die de chèque vermoedelijk vervalscbt had, werd gegrepen en Dinsdag zon de heer Sonneveld als getuige gehoord worden. Hy verscheen ochter niet. Men telefoneerde naar de bank, Daar zyn hnisde vogel bleek gevlogen. Toen kreeg men aan de Escompto argwaan. Met duplicaat-sleutels werd de brandkast geopend... leeg! Het bleek verder, dat de kassier van de bank Zaterdag 122.000 gulden aan den hoofd kassier had afgedragen, welke volgens de eene lesing in de kloir, volgens de andere lezing bij de Javasche Bank geborgen hadden moeten zyn. De justitie werd in de zaak gemoeid, en na een ingesteld ondorzoek snorden de tele grammen, met verzoek tot aanhonding, over geheel Java, naar Singapore on de Rumphius, waarop men eerst vreesde, dat hy zich zou hebben ingescheept. Dat was Dinsdagmiddag, en de voortvluch tige had dus bijna drie dagen voorsprong, wyl de bank Zaterdags om 12 uur sluit. Een ondersoek te zijnen huize leverde niots op, alleen de teleurstelling, dat men geen portretten kon machtig worden. Daarnit en uit andere aanwijzingen bljjkt, hoe zorgvuldig hy zijn vlucht wel heeft voor bereid. Woensdags te voren had hy sjjn vrouw weggezonden, daarna alle portretten ver nietigd, om te beletten, dat die gereproduceerd en verspreid werden, ter vergemakkelijking van zyn aanhonding. Een nader bericht meldt dat do heer S. te Hongkong is gearresteerd. Het „Bat. Nbl." van 12 September vertelt dit van: Geruchten, die de ronde doen, als sou de gearresteerde S. niet zyn, kannen wy beslist tegsnspreken. In het belang van het onder zoek heeft de justitie hare nasporingen zoo geheim mogelyk gehouden en 't blijkt nu wel, dat zy daaraan goed deed. Hoe men de wetenschap kwam, dat S. op een Jupansche boot gevlucht was? Verledon week Vrijdag vervoegde zich by directie van de Escompto een zekere heer Willemse, caféhouder op Passor Baroe. Deze wist mede te deelen, dat S. op den stoomer Bsuri Mum naar Japan moest zijn gevlucht. Immers, de heer S., die geregeld bij hem, Willemse, een biertje kwam drinken, had verleden week aan hem verteld, dat hy zich o zoo gaarne van een bjjeonder lastig familie lid zou willen ontdoen, en geloofde, dat 't wel. bet beste zou zyo, 't familielid in kwestie ver weg te zenden. Hy vroeg rojj toeD, zoo vertelde de heer Willemse, of ik geen boot wist, die vertrekken zou en daar mij bekend was, dat het stoomschip Bauri Maru Zaterdag avond van Soerabaja via Hongkong naar Japan zon gaan, gaf ik Sonneveld den raad, die boot te kiezen. S., die hiermede onmiddellijk accoord ging, verzocht my toen te telegrafeeren, of de kapitein zyn vertrek niet een dag kOD uit stellen. Dit geschiedde. Waarschijnlijk werd de kapitein door mevrouw S., die resds vooruit gereisd was, overgehaald, tonminste de firma Frater Eaton <fc Co., agenten van de Bauri Maru, die den gezagvoerder onder hield over het late vertrek, kon geen vol doenden uitleg ontvangen. S. heeft alles dus wel goed in orde ge maakt. Zaterdag 30 Aug. vertrok hy 's mid dags per auto naar Bandoeng. Zondagmorgen nam hij de express naar Soerabaja. Hy reisde toon samen met den Bandoengschen agent van de maatschappij 00 voerde met hem nog een zakengeiprek ook. Hy vertelde, dat by een familielid te Djocja ging opzoeken. Te Soerabaja begaf hjj ïich onverwijld aan boord van de Bauri Maru 't Spreekt vanzelf, dat de heer Willemse den directeur een ooschatbaren dienst bewees en nu inderdaad de gevluchte gepakt is, zal #Wy kunnen hier wol met elkaar spreken," antwoordde zij en liet do kindermeid met het kind weggaan. Zy kuste den kleinen kerel tceder, als hy weggebracht werd. .Hoe lief heeft u dut kind!" zei Sylvanus. Zeer, zeer lief." Dan zag zij hem met haar groote, gryze oogen aan, als iemand, die op een beloofde meodeeling wacht. Hy wist thans dat alles verloren was of liever, dat er niet te ver liezen viel; toch ging hy tot het einde. .Juffrouw ClaytonBeatrice", zei hij. ,Ik beu heden gekomen, om u te vragen, of' u my lief heeft, of u myn vrouw wil worden Zy antwoordde niet: hy geloofde haar te hooren zuchten, maar die zucht wekte geen hoop in hem. Dat ik u liefheb, behoef ik u niet te zeggen. U moet dit gezien hebben; ik moet het in mijn onbeholpen manieren reeds lang hebben ver raden." ,lk vreesde," zei Beatrice droomerig. Ja, ik heb u lief, en zal u steeds liefhebben. Ik zeg u dat met weinig hoop, maar ti hoort mij ten minste en gelooft, dat ik u liefheb." Zijn stem klonk zoo diep en ernstig, dat zij die nauwelijks herkende. Hy zag haar aan haar oogleden waren neergeslagen en tranen welden daaronder op. „Wil u mij een antwoord geven?" zei bij week. .Ik wil u niet daardoor beleedigen, dat ik u van rykdom of rang spreek. Als u een man liefheeft, zal u zich weinig daarom be kommeren. U zal den man uwer liefde huwen, ondanks de gansche wereld." Zy kromp ineen; haar mond bewoog zich krampachtig. Een seconde lang, maar ook slechts één seconde, doortrilde een wilde, zaligende gedachte den jongen man. „Heb ik gelijk?" vroeg hy. hem de premie van f 1000 worden uitge keerd. Toen de directie alles vernomen had uit den mond van den heer Willemse, tele grafeerde zy onmiddellijk naar den consul- generaal in Hongkong, gaf signalement nadere aanwyzingen op en verzocht om aan houding. In spanning wachtte men den dag af, dat het stoomschip te Hongkong zou aankomen. Het beste werd gehoopt I En inderdaad bleek deze hoop niet ydel te zyn, want gisterochtend ontving de directie tolegrafisch berioht van den consul-generaal te Hongkong, dat S. aldaar gearresteerd s Hedenochtend nu waren eenige nadere bijzonderheden bekend. Zoo werd ons door de directie van de Escompto medegedeeld, dat op den vluchteling een bedrag van f 80,000 werd teruggevonden. Het overige geld zal waaracbljnlyk zijn vrouw in haar bezit hebben. Slaagt die er in naar Japan te komen, dan beteekent dat voor de Escompto: weg geld. In dien geest werd ook aan den consul-generaal te Hongkong geseind, die echter telegrafeerde niet het recht te hebben mevrouw S. te doen arresteeren, daar haar een misdrijf niet kon worden ten laste gelegd. Echter is de consul-generaal bereid haar te visiteeren, en vindt men geld op haar, dan kan ze worden aangehouden. Als 't nu maar niet ts laat is en de vrouw niet reeds is doorgereisd. Morgen gaat een verzoek om uitlevering van den officier van justitie naar het Britsche gouvernement te Hongkong. Vliegende smetstofdragers. De „Conseil d'hygiène et de Salubrité de la Seice" heeft eene circulaire verspreid, waarbij wü8t °P tet gevaar der vliegen, die verschillende besmettelijke ziekten over brengen, o. a. typhns, dysenterie, cholera en de tuberculose. De vliegen zyn zeer vuile dieren, die vooral azen op menacheltjke en dierlyke uitwerpselen en deze en de ziektekiemen daarin verborgen op den menach overbrengen. De raad beveelt aan 1. bescherming van alle eetwaren, ook buitenshuis, tegen de aanraking van vliegen; 2. bescherming van de huizen tegen de vliegen; 3. de uitroeiing der vliegeD, die het huis mochten binnendringen; 4. het vernietigen van broedplaatsen der vliegen. Vervolgens worden de verschillende midde- m aangegeven voor vernietiging der vliegen. Dr. Breezor onderzocht vliegen, die over winterd hadden in de ziekenhuizen te St. Petersburg en vond deze de dragers van verschillende pathogeene bacteriën en stapbylo- coccon. Typhus-bacillen worden nog oen maand lang, nadat de vliegen typhus-kiemen tot zich genomen hadden, in hunne ingewanden aan getroffen. (Tydschr. v. Soc. Heg.). DIT D8 HBLDERSGHE SAMENLEVING. Door P. N. v. R. De Jubilaris van de reddingvlet. II. Of dit gebouwtje bier altjjd heb gestaan Wacht je beurt af, meneer, dat zal ik direct ophelderen. Vroeger was het station aan Huis duinen gevestigd en de vlet heeft daar menig keer belangrijke, gewichtige diensten gedaan. Maar in 1887 lei de oude schipper Willem Zeeman het byltje neer en moest een opvolger zyn plaats innemen. De commissie van het reddingswezen onderzocht wien men het baantje kon toevertrouwen en het resultaat daarvan was, dat ik by de heeren werd ge roepen en na informatie omtrent myn per soontje door den opzichter van den waterstaat, mynheer Kootc, kreeg ik myn aanstelling op den vierden October van dat jaar. Later werd het station aan Huisduinen opgeheven, alleen het vnurpjjltoestel bleef er en wordt nog be diend door Rijndert Zeeman en hier op den dfi kwam dit gebonw tot stand. Zooals ik zei, reeds vóór dien tyd werd ik schipper en dat was laat eens kijken op m'n twee-en- dertigste jaar. Nou moet u niet denken, dat ik toen voor de eerste maal ging varen als dat zoo te pas kwam. M'n vader die destijds in de Artilleriestraat nummer twee woonde, was in merg en been zeeman en zijn lust en zijn leven is bepaald al vroeg op my o vergegaao, want op het water vond ik als jongen wel het meeste genot. Door een noodlottig ongelnk, by het omslaan van een vlet, verdronken Kees Dito en mjjn vader onder Petten. Doch, hoe treurig en swaar treffend deze •lag ook was, het joeg mij geen schrik aan de zee den rug toe te keeren. Ik was nog maar 'n snot neus, toen ik als zwemmer b|j het afzetten van booten aan Huisduinen hielp en nauwe lijks zeventien jaar oud, ging 'k voor geen kerel in durf uit den weg. Haantje de voorste en aanpakken voor twee. Maar het voor- naamte werk in die dagen was het vlottoren op de Noordzee. Dat gaf vaak oen aardig buitenkansje. Ik was altyd maar bljj als er een ■chip van vreemde nationaliteit onder de kuit zwalkte, want dan waren we d'r als de kippen bij. Aart van den Broek, Willem Bakker, de gebroeders Been, ik Janus Kuiper en anderen loerden dag en nacht of er op het water niets voor je gading was. Had je maar eventjes de lucht vau een vaartnig in aan tocht, dan waren de mannen en de joDgens vlug b(j de hand en in 'n wip was je vlotje van de steenen, om roeiend of zeilend er op nit te trekken, met de hoop dat er wat viel te verdienen. Gebeurde het nu, dat je een Engelschman, een Franschmau, een Noorman, een Zweed, oen Duitscher, een Italiaan, een Ruz, een Oostenrijker of een Spanjaard ont moette en te pakken kreeg, dan wist je met een beetje steenkolen-Engelsch je te redden in alle talen, je wurmde je vlet langs zy, je gebaarde en schreeuwde of klauterde vrij postig aan boord en bad je het gelnk om mot den een of anderen kapitein een accoordje dan was het: naar 't Nieuwediep met 'm. Loodsen mocht je eigenlijk niet. Maar dat kon ons weinig schelen. Een blind mensch moet je toch ook den weg wyzen En dan zal jo zoo'n gezagvoerder, die onzeker op de baren dobbert, maar laten scharrelen Ze waren al wat in hnn schik wanneer ze op een goedkoope, scherp concurreerende manier veilig de haven konden bereiken. Tegenwoor dig bljjft een kind aan 't roer in den koers de wegen over zee zijn als 't ware met een passer geteekend overal torens en boeien die licht geven en altyd maar brullen doch in die dagen was dat allemaal nog niet zoo practisch ingericht en dank zij de noodige ervaring waren wy al die onwetende en on bekende zeelui de baas. Eofio, had je se een maal goed en wel binnen en aan den steiger gelegd, daa werd de bnit natuurlijk eerlyk verdeeld. Sommigen betaalden goed, anderen waren krenterig. Dat was een lotery, die mee- of tegenviel. Maar, vet of mager, ons volk was dol op die kluiven en u zal wel begrijpen dat het dikwijls warm toeging om ze te veroveren, om in deze de eerste te zijn. Grappige tafereeltjes zou ik er nog van kun nen zeggen. Niettemin, de omstandigheden kwamen ook wel voor dat het lang geen aantrekkelijk karweitje was om in zee te steken. Soms had een loos alarm je ts pakken; en je waagde je voor gek in een hondenweer of je maakte een moeilijke tocht voor niets omdat de kapitein niemendal met dat gespuis te doen wilde hebben of je zwalkte op goed geluk uren lang rond om toch maar het dichtst by te zjju wanneer een boot dezen kant uit kwam. Dat was in den zomer niet zoo erg. Maar in den herfst of 's winters kon je met regen, wind, mist, hagel en sneeuw kampen en dan wilde het wel eens dat je koud en nat, verkleumd en stijf en zonder voordeeltje weer aan land stapte. Was er heelemaal niots te beleven voor de vletterlui, dan had je andere bezigheden: de bedrijvigheid van 't visichen en de voorkomende strandingen aan den overkant. Dit laatste werd in 1875 messtal door onze menachen opgeknapt. Zat er ergens een scbip aan den grond, dan waron de particuliere vlotten van den djjk de mid delen waarmee je hnlp verleende in storm gevaar." De schipper hield een oogenblik op en staarde zwijgend voor zich uit. Het reddingswerk van dat tydperk maakte myn nieuwsgierigheid echter gaande. Ik wilde er meer van weten, drong er cp aan en zag met genoegen dat Kuiper eenige verschron» pelde stukjes papier te voorschijn haalde, verschoten velletjes, vol van cijfertjes en krab beltjes, die aanteekeningen moesten voorstel len betreffende daden van heldenmoed en zelfopoffering. Voor ons onbegrijpelijk en niet gemakkelijk leesbaar, waren de korte zinne tjes evenwel voldoende om een aantal heerlijke waarheden uit den ouden tyd in het geheugen van Kuiper terug te roepeD. „Zeg er iz, Janus, heb je daar ook de ge schiedenis nog bij van de Noren, die je toeD eens uit de brandiog oppikte en hij ons thuis bracht aldua vroeg z'n vrouw, die tot nog toe zich niet in het gesprek gemengd had. „Bedoel je de jongens, die we cp aardap ,Ik geloof het wel ach, mynheer Mordle, ik beu zoo ongelukkig daarover." Haar toon liet geen twyfel aan de oprecht heid harer droefheid opkomen. Had zy hem ook het grootste ongeluk toegevoegd, het kon niet grooter zyn. Hjj droeg het antwoord als een man en stond op; zijn aangezicht wa* bleek, maar zoover kun zich geen mensch beheorscheu; zjjn wezen en zyn woordeq daarentegen had hij in bedwang. .Wij zullen echter vrienden bljjven," stiet hij op zjjn gewonen toon uit. Wanneer u het wenscht," zei Beatrice zucht, schier deemoedig. „Natuurlijk wensch ik het. Terloops gezegd, wensch u mjj ook een gelukkige reis; ik ga de volgende week voort naar Frankryk, aan den Riju, in Zwitserland Beatrice legde de hand op zjjn schouder. .Spreek zoo niet; u maakt mij ongelukkig!" .Ongelukkig?" .Ja. Gelooft u dan, dat een meisje zich niet ongelukkig gevoelt, wanneer zjj de liefde van een man als u niet kan aannemen? Gelooft u, dat zij het voor mogelyk houdt, dat hy weggaat en alles vergeet? Ik geloof niet, dat ik te laken ben, mynheer Mordle, maar toch voel ik er mjj ongelukkig door." Hij greep haar hand. .Neen, u is niet te laken. Ik was een gek; het schaadt niet ik ben ook een man. Ik wilde de volgende week werkelyk vertrek ken, als niet eenerlei wat geschied ware. Als ik terugkom, zal ik van myn dwaasheid ge nezen zjjnik kan tenminste beloven, dat u geen ziekteverschijnselen meer bemerken zal. Leef' wel." Met deze woorden keerde hjj zich om en ging. Geheel vernietigd ging hjj terug, zonder aan zjjn tricycle te denken. Sylvanus moest j terugkeeren, om zjjn wiel weer te bemachtigen, wat hij als een extra ongelukkig toeval be schouwde, toen hjj Beatrice nadenkend aan een venster zag staan. Ondanks dat besteeg i hjj moedig zjjn metalen ros en reed weg. In romans verwacht men van een afge wezen minnaar, dat hij zijn paard de sporen geeft en wegrent, of, ingeval hjj onbereden is, dat hjj buiten zich zelve voortstormt, on I verschillig waarheen. Do wjjze echter, waarop de eerwaarde Sylvanus zich verwijderde, ware j ougehoord in een roman gelukkig is dit er ook geen. ACHTSTE HOOFDSTUK. i Juffrouw Miller, de eerbare weduwe op middelbaren leef tjjd, die, trots haar gobrek aan getuigschriften, de plaatsen van het licht vaardige dienstmeisje had ingenomen, bewees door de daad, dat bezems, die, als ze nieuw zjjn, goed vegen, niet altijd door den tjjd die eigenschappen verliezen. Bovendien was juf frouw Miller een bezem, die weinig stof opjoeg. Zij was een bleeke vrouw met hoekige trekken, een scherp gebogen neus en holle wangen; mond en kin getuigen van een zekere j karaktersterkte; de oogen waren dooker i lichtten somwijlen met een eigenaardigen glans, I die verried, dat zjj in hooge mate zenuwachtig I opgewonden was en de rust en geljjkmatig heid, waarmee zjj haar plicht vervulde, slechts het resultaat van een jarenlange zelfbeheer- sching was. Zjj was mager on de zwarte kleederen, die zjj onafscheidelijk droeg, ver (leenden haar een schier ascetisch uitzicht. Voor mannen had zij niets aantrekkelijks en i de ondertuinman, die met een verwyt vry gekomen was, was waarschijnlijk met den ri pelen-met-roodekool-door-elkaar hebben ge trakteerd Precies we waren geloof 'k pas ge trouwd." „Dat was in 1876. De Hollandsche bark „Noordster", beladen en bolast met ijzer, liep 's nachts op 't Westpunt van Texel, Mor gens vroeg zag ik dit zcheepjo zitten en spoedig besloten we om er heen te gaan. Maar dat was makkelijker gezegd dan gedaan. Er waaide buiten een orkaan en onze vlet werd telkens door de hooge zee weggegooid. Het kostte zeer veel inspanning om het barkje te 'sren, dat weldra aan barrelen werd ge en en ala waardeloos wrak in het woeste water lag. Schipper Zegel van 't Oudeschild was met z'n blaserzcbuit in de buurt gekomen en wist van de gemengde bemanning kapitein Potjewjjd, Hollanders en Noormannen onze landgenooten bü zich aan boord te krijgen. Maar op de verbrijzelde „Noordster" verkeerden nog vier Noren in levensgevaar en met hardnekkige wilskracht deden we gedurig pogingen om de arme drommels te bemachtigen. Eindelijk gelokte het ons onder den kluiverboom te komen en van hier lieten zy zich aan 'n stuk tonw in de vlet zakken. Meer dood dan levend kwamen ze hier op de zteenen en ik wilt niet beter te doen dar. naar mee naar huis te nemeD. Druipnat en uitgepnt van de doorgestane ellende, bracht ik ze bfj moeder de vrouw, die juist een lekkere gestampte pot had gekookt. Toen ze gastvrij aan tafel zaten en maar raak konden smullen, kwamen ae langzamerhand weer bij. Een hunner, die verwond was en door m'n vrouw werd verbonden, kon z'n dankbaarheid niet genoeg toonen en gaf een groot knipmes, het eenigste wat hy bezat, als blijk van erken telijkheid cadeau. Natuurlijk konden ze niet bjj ons blijven en de oonsul aan 't Nieuwediep zorgde verder voor hen. (Wordt vervolgd). Keuringsdienst wan Melk. Het verslag over het Se kwartaal van dit jaar is verzchenen, en w(J ontleenen hieraan het volgende Er werden onderzocht totaal 456 monsters volle melk, waaronder 40 contröle-monsters. Bovendien werden onderzoekingen verricht voor Ziekenhuis, Weeshuis, Politie, Water leiding en Gezondheids-commissie, waarvan n de betrokken hoofden van dienst rapport jrd uitgebracht. Volgend staatje geeft inzicht van het vet gehalte der melk, benevens van dat van hot vorig kwartaal: Vetgehalte 2e kwartaal Se kwartaal 1.5-2.2 ®/0 0 0 o/0 2.2-2.5 8.74 5.6 2.5-2.7 15.02 12.6 2.7-3.0 35.42 34.6 3.0 en hooger. 40.82 47.2 Beneden de 2.7 28.76 18.2 Boven de 2.7 76.24 81.8 Gemidd. vetgehalte 2.94 2.72 Hieruit valt op te merken, dat de toestand weder aanmerkelijk verbeterde en we al zeer dicht zijn bfj het bereikbare. Groote invloed er op bet jaargetijde en de droge zomer, ook was een voorname factor dat de poldcr- morgenmelk tegenwoordig later gemolken kan worden en daardoor de melktijden niet zoo- veel verschillen. Doch ook bet percentage vervalschte melk daalde: 1.4% (vorig kwartaal 2.0%). Het volgend kwartaal zullen, naar wy hopen, ook -"-■zen een beurt krjjgen, ijj zyo toch by den Beat vrijwel bekend. De hoedanigheid der melk bleef ook in de warme dagen goed. Een hardnekkige sljjtor, die steeds Maandagimorgecs zyne klanten do restjes der vorige dagen voorzette, werd tot inkeer gebracht. Hoe weinig kieskeurig de menachen soms z(jn op hun melk, bleek bier weer ten volle. Vuilgehalte bleef voldoende gering. Proces-verbaal werd opgemaakt één maal tegen J. Pr., die den Zondag voor z(Jn water- lievende experimenten bezigde. Voortaan zullen n.1. Zondags ook monsters genomen worden. en vonnis van den kantonrechter tegen L. D. werd door de Rechtbank te Alkmaar gewyzigd in vrijspraak. Aangezien naar onze meeting deze vryepraak berust op een omissie in de dagvaarding, zal «ij geen verandering brengen in de wQze van toepassing der ver ordening. Dr. G. A. StcttbrhbIm. inhetgeheel niet tevreden. Des tevredener waren al de andere betrokkenenjuffrouw Clayton, de knaap, de beide heeren en zelfs Whittaker mochten haar gaarne De toeneiging van den laatste vooral was van beteekenis, want zyn op jarenlangen dienst on onberispelijk karakter gegronde heerschappij in de dienstbodenkamer is onaantastbaar. De nieuwe kinderjuffrouw Hf geheel naar zijn hart; zij betoonde hem dien eerbied, dien hy verwachten kon en maakte zyn meesters niet belachelijk, - iets, waaraan het overige dienstpersoneel zich nog al eens schuldig maakte. Van haar kant betoonde juffrouw Miller een buitengewone toeneiging voor Beatrice. Niets scheen haar zoo gelukkig te maken, als deze te mogen dienen, en wanneer haar jonge meesteres haar voorbijging, volgde zij deze liefdevol met do oogen. Beatrice van haar kant behandelde de dienstbode met een achting, die zelfs beminnelijke mensclien niet altijd voor hun ondergeschikten aan den dag leggen. De andere dienstboden mompelden onder elkaar, dat juffrouw Miller de kunst verstond, zich by miss Clayton bemind te maken. Of nu juffrouw Miller boven verdienste begun stigd werd of uiet, alles in Hazlewood liep vlug en regelmatig. Misschien was het wel die volmaakte orde, waarmee zich het uur werk bewoog, die juffrouw Miller er toe brucht een dag verlof te nemeD. Den dag na dien, waarop Mordle zyn geluk beproefd en verspeeld had, zagen Horace en Herbert, die in den tuin rond slenterden, dat de goudlokkige knaap onder geleide van het kamermeisje uitging. Dit was een afwyking van den regel, die niet onopgemerkt kon doorgaun Zy vroegen naar de oorzaak en werden gewaar, dat juffrouw Miller om een vryen dag ver- zocht had. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1913 | | pagina 1