KEPHALDOL.
nu
Boerenjongens «n -Meisjes
Morellen en Frambozen
BOELHUIS
„NUT'V'UN'IÖN",
RECLAME-SAJET
BRILLEN
Mej. D. Graaff,
Paardenstraat16
Zuurkool
JAN KONING.
Geïllustreerd Zondagsblad
K. SLIKKER. - Kroon straat,
JAC03 BAKKER Dz, Spoorstraat 101
k. JOH. VAN .DER LEE.
MAGAZIJN „DE MAGNEET"
24 October 1913,
Brulnkolenhandel Ameterdam
MACAZIJN „OESTER",
KANAALWEC 97.
P. HARTE, Keizerstraat 25.
Kennisgeving.
geeft kennis dat zij VERHUISD is
naar
Koningdwarsstraat 27.
Chique Coupe. - Nette afwerking.
Billijke prijs.
Nederlandsche
Staatsloterij.
HET KANTOOR VAN OEN COLLECTEUR
C. BOELEN,
is IS OCTOBER
VHRPX.ft ftTST
KONINGSTRAAT 108.
Janzenstnaat N*. I.
Grutterswaren,
tegen scherp concurreerende prijzen.
Aanbevelend, M. HANSE.
Bij A. BLIKKENHORST,
is verkrijgbaar
vet SCHAPERVLEESCH.
Karbonade 80 cent, f
Lapjes 86 8
Stukjes 40 alies
Schapenvet30
LAHQESTRAAT 46, HELDER.
per 5 ons.
Weder ontvangen
5 ct. p>P B ons.
f 2.50 per 100 stuks.
Het Geïllustreerd Zondagsblad
verschijnt ELKE WEEK in 12
pagina's met tal van Illustratien
en belang-wekkenden tekst.
INTBEKBNBILJBT.
De ondergoteekende wemcht
geregeld te ontvangen hel
OolUustreerd Zondagsblad,
tegen den prijs ean f 0.37®
per kwartaal (franco per
post 10.45.)
Naam:Woonplaatsi
Verkrijgbaar
gesteld voor de
LEZERS
van
ONS BLAD
voorDames,Heeren
en Kinderen,
zijn en blijven steeds DE BESTE.
FIJNE COUPE, PRIMA KWALITEIT,
TEGEN ZEER GOEDKOOPE PRIJZEN.
Bruine Militaire Handschoenen,
extra aanbieding 65 o*., f 1.00 en ff 1.30.
Bruin Qlacé ff 1.60 in Bappa ff 2.25.
Handschoenen-Magazijn „DE MAGNEET"
MOLESBRACHT 39 *n BIERSTRAAT 2.
H SPRUIT.
GEKOOKT VLEESCH 7 ct. per ons.
BREEDE LEVERWORST 47.
LEVERWORST 177. per pond.
GEHAKT en SOEPVLEESCH25
Vulkachels in soorten.
Tegelplaten. Geëmaill. platen.
Vuurschermen.
Jaarsma'a Vulhaarden.
Gashaarden. - Gaskachels.
t
Petroleumkachels.
per 7, pot 10.70, f 0.80, f 1.00, fl.30 en fl.SO.
per l/i pot ff 1.30 en ff 1.45.
wr Al deze artikelen op brandewijn.
BELEEFD AANBEVELEND,
WIJNHANDEL, Spoorstraat 106. Telefoon 156
rws
„HET" ADRES VOOR PRIMA
WOLLEN ONDERGOEDEREN
HOOR DAMES, HEEREH EN KINDEREN.
MOLERGRACHT ER BIERSTRAAT.
ALLEERVERKOOPi
JAEGER'S WOLLER OHDERKLEEDIHG
W. BERGER SÖHHE STUTTGART.
AANBEVELEND,
H. SPRUIT.
Dinsdag 21 October 1813,
's morgens 10 uur, in bet
van den geheelen Inventaris en voorraad
goederen van een Tagrijnwinkel, w. o.
nieuw geteerd en manilla touwwerk,
(korlynen, zware trossen), lijnen, boet-
garen, poetskatoen, loopend en staand
want, oliegoederen, kurkenzakken, kisten
caoutchouc vet, pek, machineolie, kool-
teer, bruine teer, blokken, schijven,
leuvels, haken, kousen, een partij verf
waren, wagensmeer, bussen oliën en
lakken, ballastschoppen, teerkwasten,
kruidenierswaren, bascules, gewichten,
enz. enz.
Te bezichtigen daags te voren van
10-4 uur.
Dshpw. W. BIERSTEKER.
te ANNA PATJLOWNA,
ten verzoeke en ten huize van Mejuffr.
de Weduwe T. BOER op „Westerveld"
aan de Molenvaart, op
's morgens 9 uur,
van
20 stuks Hoornvee,
waaronder: 12 tydkalvers, 1 schot, 3
gereden vaarzen en 4 gelde
koeien, 9 kalveren waar
onder 6 kuien en 3 stieren,
3 drachtige zeugen en 1
jonge zeug met 8 biggen, 6 schrammen,
1 drachtig bruin merriepaard oud 12
jaar, 1 party kippen met een haan.
Voorts: bakwagen met hekken, boeren
wagen, driewielde kar met ierbak, krui
wagen, varkenshok, nieuwe biggenkorf,
hooischuiver, hooihandmachine, hooi-
harken en vorken, bascule met gewichten,
kettingegge, melkbussen, melkemmers,
melkschotels, karn, roomvaten, boter
tonen, boterkistenmelkbeun op schragen,
weivaten, voerkisten, varkenstroggen,
klaven en kettingen met een party ringen
en een party zoo goed als nieuwe koe
staken, mestplanken, beunen, banken,
tuinbank, bekken, slijpsteen, een party
brandhout, wyders ongeveer 8000 kilo
gram best gewonnen hooi, een stuit mest,
eenig huisraad als: schuiftafel, stoelen,
vulkachel met beuntje en hetgeen verder
te koop zal worden aangeboden.
Het vee mag op het land blijven
loopen tot 30 October a.8.
Op de plaats is gelegenheid tot stalling.
C. STAMMES,
Notaris te Helder.
Wegens sterfgeval.
Belangrijke openbare vrijwillige ver-
looping van drie iapitaieBoerenplaatsen
ta Koegras, ter gezamenlijke grootte
van 179 rf.A. 86 A, 60 c A., verhuurd
aan de Heeren J. ZANDER, C. HOOG-
SCHAGEN en D. SLEUTEL,
op WOENSDAGEN 26 NOVEM
BER 1913, bij Inzet en 3 DECEMBER
d.a.v. bij toeslag, telkens des voormiddags
10 uur in bet Noord-Hollandsch Koffiehuis
te SCHAGEN.
De Notarissen,
C. L. VAN DEN BERGH. te Schagen
C STAMMES, te Hslder.
COR. STAALMAN,
beveelt zich beleefd aan voor het plaatsen
van Kachels, het maken van Kachelpijpen
en alle voorkomende repiratlewerk.
Aanleg van Gas- en Waterleiding.
Ingang by de Bad Inrichting,
Stationdwaraatnaaft.
Chef Kreugei* Hzn-
Fotograaf,
KONINGSTRAAT 98, bij het Koningsplein.
Bekboond Binnen- en Buitenslands.
Ataliar geopend wan 9-4 uur.
opgadragan aan da Haaran Kolanhandelaran i
H. BOOIJ, I Molenstraat
GEBRS. KRUIJFF, Vischmarkt.
Deze Brandstof Is xeer geschikt voor slecbt treilende Kachels en Fernnizen.
Prijs per H.L. f 1.00 thuisbezorgd.
au- Voor elk gebruiker dezer „Sufs Union" is een
Speldekussen als reclame beschikbaar.
GEBRUIKT UITSLUITEND DE
VAN
OROVERTROFFER DUALITEIT IR 3-, 4-, 5- ER
6-DRAADS, SLECHTS 28 CENT PER KROT,
MET CADEAU.
Lat s.v.p.
>p hat adres.
3 jaar garantie.
Magazijn van
Dnrverlen, Gond en Zilver.
volgen* reoeptvanH H. Oogartsen,
worden door mij geleverd.
Scherp concurreerende prijzen
Het Nieuwe Natuurlijke Geneeemiddel.
Ontsteking: der zenuwen nochtans acute, wijkt voor
Kephaldol. De pijn en gevoelig
heid verdwijnen in een paar uur en verslapt Niet de Werking van
het Hart. De enorme waarde van Kephaldol ia algemeen erkend door
de Doctoren. De buitengewone versterking der zenuwen en de op
wekkende kracht vereenigd met hare absolute onschadelijkheid, heeft
alom eene gunstige reputatie gekregen.
Zenuwpijnen. Een zeer .bekend dokter in Cornwall (Eng.), die
eene groote ondervinding had over de uitwerking
van Kephaldol als een middel tegen Zenuwpijnen, beweert, dat Kephaldol
een van de meest gewaardeerde geneesmiddelen is voor koorts en
zenuwpijnen. Kephaldol moet gebruikt worden voor alle zenuwaan
doeningen, liever dan andere in den handel gebrachte gevaarlijke
preparaten.
Hoofdpijn. Neem geen gevaarlijke hoofdpyDpoeders om de pijnen
-te stillen, Kephaldol helpt dadelyk, het resultaat is
bestendig en laat geen onaangenaam gevoel achter. In het verlichten
van Zenuwhoofdpijn heeft Kephaldol geen mededinger onder de be
kende geneesmiddelen en kan gerust gebruikt worden, zelfs wanneer
het hart zwak is. Dames zullen het onschatbaar vinden ter verlich
ting van pijnen en hoofdpijn, die met de menstruatie gepaard gaan.
Verkrijgbaar bij alle Apothekers en Drogisten in tuben van f2.10 en f0 86.
KEPHALDOL Is direct verkrijgbaar bij de N V. v/h. HENRI SANDERS,
22 Heerengracht, Amsterdam,
en ta Halden bij A. MIJNHARDT, mms..Apotheker,
Drogiatarij, Kanaalweg 147.
DIT DK HBLDEBSCHE SAMENLEVING.
Door P. N. v. R.
De Jubilaris van de reddingvlet.
IV.
„Op een vroegen morgen van hetzelfde
jaar 1887, werd door opvarenden van visch-
schuitjes gerapporteerd, dat op de Bateode
Bol een *ohip was gestrand. Dete tijding
veroortaakte weinig opschudding, want dien
dag waren nog meer schepen aan den grond
geloopen en weer losgeraakt, 't Was dik van
mist en op soe kon je geen hand voor oogen
tien. Ieder oogenblik bulderde de een of
andere stoomflait een dreunende galm uit en
af en toe hoorde je in de verte het geroep
van lieden, die elkaar waarschuwden om een
aanvaring te voorkomen. Edüq, we hadden
al een paar kleine karweitjes bij de Panne-
koek opgeknapt, en toen we nu naar aan
leiding van dit nieuwtje er weer heentrokken,
ontdekten we de Engelsche bark „Creton",
die er met een lading salpeter soo vast als
een muur scheen te zitten. Daar het water
vrij kalm en de gelegenheid er gunstig voor
was, kwamen we met den kapitein overeen
om het vaartuig te lichten. Na eenige uren
werd het weer eohter onstuimig* wind en
eee spanden samen, maakten het ons zoo
benauwd, dat een flinke portie onverschrok
kenheid niet overbodig wa«. Maar voor het
woest geweld moesten we op den duur
zwichten en onder zeer moeilijke omstandig
heden konden we een deel van de equipage
meenemen. De kapitein en de loods werden
later door de „Stad Amsterdam", kapitein
Bozendaal, afgehaald, wat ook al niet zoo
makkelijk was toegegaan. Wy zaten intusschen
met onze schipbreukelingen midden op de
Noordzee en hier gebeurde het dat we deze
mensohen op een voorbijvarende vischsohuit
moesten overzetten, want een razende storm
wind uit 't Noordwesten en een zee vol
beweging ranselden ons notedopje met harde
en schokkende Btooten door de branding.
Soms stak de vlet haar kop in een gapende
geul en als we weer rezeD, dan plofte je
opnieuw naar beneden, en er was veel zee
manskunst noodig om langs zijde van de
schuit te komen eerst toen we allen zoo'n
beetje naar adem hijgden en de fat ten einde
liep, stond de holle zee ons toe om de ge
redde bemanning in veiligheid te brengen.
Zelfs hadden we heel wat te doen om er
ons verder door te werkeD, en by 't randje
af kwamen we behouden in de haven.
„Bij zeer slecht weer strandde het Engel
sche stoomschip „Dragonfly", komende uit de
Zwarte Zee met een lading graan, in 1889,
's nachts om twaalf uur, op de Pannekoek.
Toen we hier vandaan gingen liep er een
hooge en onregelmatige zee en eenmaal goed
en wel bij de gronden, brachten ontzettende
zwarte stormwolken en een aanhoudend wind-
geloei geweldige verstoringen, 't Was hier
zoodanig gesteld, dat er haast geon kans
bestond om gemeenschap met de boot te
krijgen. Maar twee-en-twintig menschen kon
den het daar aan boord niet langer uit
houden, saten in nood en loerden op uitkomst.
In twee moeilyke tochten, die onze mannetjes
bek-af en doorwaternat hadden gemaakt, werd
de geheele bemanning duur-gekocht, maar
toch verkregen. Allen kwamen behouden op
de „Hercules" en een paar uren later was
er niets meer van hun vaartuig overgebleven
de „Dragonfly", vol water en danig toege
takeld, sloeg totaal te pletter en de stukken
ea brokken dreven overal aan.
„Het Engelsche driemastschip „Brambletty"
raakte 's nachts ongeveer twaalf uur op de
Razende Bol en vroeg al spoedig hnlp door
middel van noodseinen, want wilde buien uit j
't Zuidwesten maakten de zee rollend hol. De
reddingboot kreeg dan ook bevel om vlug uit
te trekken en toen we aan den overkant ar
riveerden, lag het schip, gevuld met lynzaad,
in 't Westgat voor anker. Met open armen
werden we door de equipage ontvangen, de
kapitein en de stuurman kwamen direct over
de verschansing en vroegen of er iemand uit
de boot aan boord wilde komen om raad te
houden. Kenning en ik gingen er heen en
besloten werd om het schip veilig naar binnen
te brengen. Dit gelukte echter niet daar het
weer nog woester werd. Opnieuw moest
scheepsraad worden gehouden en het resultaat
was, dat men het schip zou verlaten. Kenning
en ik, die ook nu weer aan boord waren ge
gaan, gaven thans een sein aan de redding
boot om het volk af te halen. Maar deze bleef
op circa vyftig nieter afstand liggen en de
schipper riep dit niet te kunnen doen, aan
gezien z'n boot een defeot had opgeloopen
aan het roer. Ik riep terng: je kan daar
varen waarom hier niet? Doch de boot
ging voor anker en we namen nu een scheeps-
boot om de bemanning te bergen. Eerst gingen
er twee zieke menBchen in, daarna nog acht
man, terwyl de rest niet durfde en achterbleef.
Den volgenden dag werden z(j door de red
dingboot uit hun gevaarlijken toeBtand verlost.
De „Brambletty" werd later over de gronden
geslingerd, door de „Hercules" opgepikt en
naar do haven gesleept, waar ze bjj de tor-
podomagazynen zonk. Nadat ze weer boven
water was gehaald en in het marine-dok
verder een karwei had ondergaan, vertrok
deze kolossus naar Eogeland.
„Toen het Engelsche barkschip „Ulfa" op
de NoorderhaakB was geworpen, kregen we
bericht van het Havenkantoor. De redding
boot werd gereed gemaakt en tegen het aan
breken van den dag waren we bU het schip,
dat reeds verlaten was, daar niemand zich
aan boord bevond. Doch hoe was dit mogelyk
geweest? Er liep een hooge, kwade zee en
een orkaan waaide onbarmhartig rond. Geen
een van ons snapte er iets van. We gingen
weer in diep water, naar Kaper Molen gat en
hier werd uitgezien of er soms nog wat van
de equipage was te merken. Opeens zag Hein
een boot in de branding onder Texel drjjven.
Zien jullie niks? vroeg-ie. We keken allemaal
naar den kant waarheen-ie met z'n vinger
wees. Heintje had het niet mis. Heel in de
verte zwalkte een eoort sloep met een put*
als drijfanker voor den kop. Met spoed er op
af toen we vlak by waren, ontdekten we acht
mannen die met eigen boot alvast de vlucht
hadden genomen. De moed zat hen in de
schoenen en geheel afgemat door hun zwerf
tocht, kregen we de stumpers als halve Iflken
by ons. Aan 't Nieuwediep werden ze goed
verzorgd en weer heelemaal opgeknapt.
,,'s Nachts, ongeveer een uur of twee, liep
de „Montenegro" met stormweer uit het
Noorden op de Pannekoek zooals u
misschien weet, de gevaarlijkste plek van
heel de Bol. De „Hercules" bracht de redding
boot er naar toe en toen het dag werd zagen
ook wij vanuit het landhok dat er buiten
wat gaande was. Drie vletten, schippers
Jacob Been, Jan Runneburg en Janus Kuiper,
werden te water gelaten, met het doel of er
voor ons nog iets te redden en te verdienen
viel. Kort by de „Montenegro" gekomen,
zagen we de sleepboot en de reddingboot in
den omtrek dry ven. We wisten de „Hercules"
te naderen en hoorden van den kapitein, dat
de reddingboot een paar maal vol water was
geslagen en, met verlies van een zestal riemen,
langs zij was gegooid en dat sy geen ver
binding kon krygen. De kapitein vroeg of
ik het nu eens wilde wagen en zoodoende
deden we een poging, waarbij het evenwel
voor ons slecht aflirp. Eerst werden we als
een veertje opgenomen en langs het schip
gesmeten. Onmiddellijk daarop kwamen er
twee grondzeeën tegen elkaar aanloopen, die
wel een reuzenstoomer konden begraven. Ik
had nog juist tijd om tegen m'n mannetjes
te zeggen: nou jongens, bedank de wereld
maar, want het is met ons gedaan daar
gaan wel Doch het moest zeker nog niet
zoo zijn. Toen we weer aan de oppervlakte
verschenen, telde ik de koppen en niet ééa
ontbrak. Maar we zaten half vol water en
hadden vijf riemen verloren. In het donderend
golf-geweld werd elke daad met yzeren vuist-
greep verijdeld. Een man van de Monte
negro", die ons gade sloeg, rende naar
voren toen we het groote lichaam wederom
bereikt hadden. Hij wierp een lyo toe, met
het gevolg dat we deze op de strandingslijn
konden steken. Door den harden wind werden
we echter om de Zuid gedreven en zagen
geen kans de „Hercules" te bemachtigen.
Een onzer kameraden, Jan Runneburg, dacht
dat we voor goed weg waren, had nog even
naar ons uitgekeken en toen-ie de vlet
nergens meer zag, stond het bij hem vast
dat Kuiper bij de haaien was aangeland. HU
deed intusschen een nieuwen aanval en
kampte net zoolang met de zee die niets
spaarde, totdat ook hy een lyn te pakken
kreeg. Nu werd weer naar de „Hercules"
gemarteld, waarna deze de sleeptrossen op
de „Montenegro" kon zetten om verder te
beproeven of het schip. zich. zou laten los-
wurmen. Maar er was geen beweging in te
krygen. Er moesten meer sleepbooten aan te
pas komen en eerst twee tyen daarna kwam
zU in het ruime sop, om vervolgens naar de
haven gebracht te worden.
„Op een morgen in den herfst kwamen
twee vletterlni by me aan de deur is Janus
thuis Ja, maar ik lag ziek te bed. Piet
Kramer en Willem Bakker vertelden dat er
een groote boot in de Bol zat en vroegen
of ik meeging. Ik zei dat 'k niet kon en
niet mocht van den dokter. Zeven weken
beroerd en nou een-twee-drie er uit nee.
Maar ze hielden aan en ik liet me l(jmen.
Ze trokken me het oliegoed aan en goed
ingebakerd brachten ze me naar de steenen,
waar de vlet met dertien man van wal stak.
Toen we op de Bol kwamen, lag daar het
Eagelache stoomschip „Expres", kapitein
John Smit, die een lading katoen naar
Bremen moest vervoeren. Nadat ik met hem
een woordje had gesproken en hy wel zag
dat ik akelig en zwak was, werd er een
stormladder over de verschansing gehangen,
waarmee ik op het dek kon klauteren. Hier
zette hy een stoel voor me neer en nu be
gonnen we te overleggen wat er nog gedaan
kon worden om schip en inhond te bewaren
voor ondergang indien het weer slechter
werd. Iutusschen kwam de „Stad Amsterdam"
en een groote vlet met veertien man, onder
sghipper H. Kenning, ter plaatse, die echter
al gauw door een grondzee werd aangepakt
en wel vijfhonderd meter verder werd ge
smeten. Toen hy weer met veel inspanning
□aderbU wist te komen, riep ik hem toe dat
by direot moest probeeren om een lUn van
de sleepboot te krUgen teneinde de sleeptros
aan de^„Expres" te bevestigen. Dit gelukte,
de „Amsterdam" ging er voor en met mede
werking van eigen machine kwam het schip
weer vlot. De kapitein wilde nu zUn reis
vervolgen, doch daar het zeer donker was
en by een heel jong mensch met weinig
ervaring, gaf ik hem te kennen dat dit niet
verantwoord was, want dat hU wel weer
eens opnieuw aan den grond kon raken. HU
nam myn raad aan en wachtte onder Texel
den dag af".
(Slot volgt).