KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Halttor, Toxol, Wloringon on Annm Poulowno.
Ho. 4M7.
Zaterdag 16 October Uil.
tlite Jaargang.
I
Vliegend Blaadje p. 310. 50 ct., fr.|p. pon 75
Pre-Zondagablad 37j 45
5 regelt (bij vooruitbetaling) 30 c
(Voor bet bnitenland bij vooruitte taling.)
Ad verten tieu van t I
Elke regel meer
Bewjja-exemplaar
Vignetten en groote lettert worden naar plzztsru
Warsohijnt Dinsdag- u Vrijdagmiddag.
Uitgaaar i O. OE BOER Jr., Haldar.
29. Intarc. Tal«f. 40
Tweede Blad.
RIEUWSBERICHTER.
HELDER, 24 October.
Een belangrijke geboorte in bet Reptielen-
buis van „Artis"
Voor eenige weken vermeldde ons blad,
dat in het Reptielenhuis van Artis, meer be-
pnaldolijk in het groote, tropiache-beplante
krokodillenbassin, een reeds jaren in Artis
levend Kaaiman-wyfje hare eieren op de
volgens haar natuur gebruikelijke manier
had begraven op een warm en vochtig plaatsje
van den r.g. Pandanen en Picoshoek, achter
vermeld bassin. Thans, na een broedtijd van
74 dagen, zyo d®8« eieren uitgekomen. Gister
ochtend half zeven kon men de jongen in
de nog onder den grond liggende eieren ge
luid hooren maken en toen na korten tyd de
nest-heuvel opeogewoeld was, boorden de
jonge kaaimans tich door de sohaalbnis naar
buiten en liepen vlug naar het in hun buurt
gemaakt, ondiep vyvertje. 't Scheen dat de
oude krokodillen kannibalistische voornemens
koesterden; veiligheidshalve had men te voren
den nestheuvel met vlechtdraad omset. De
kleuters zyn 2071/, millimeter lang en mooi
geteekend, zy worden thans met kleine
wormpjes en fijn gemaakte viach gevoerd
Deze ook nit wetensohappelyk oogpunt zeer
interessante geboorte omtrent de ontwik
keling der krokodillen is nog het laatste
woord niet gesproken bewyet, hoe bet
mooie Reptielenhuis van Artis aan zyn doel
beantwoordt. Nog nimmer toch heeft men
het voortplantingsproces der krokodillen van
den aanvang ai in eenigen Zcölogischen Tuin
kunnen volgen, geljjk dit bjj het eenige jaren
in Artis levend, eo hier bevrucht, wyfje
plaats heelt kunDen vinden. Ia de kleine
zaal kunnen de belangstellende besoekers
thans het antwoord cp hun herhaald vragen naar
de krokodilleneieren vinden. Dr. Kerbertzal
in de „Zoölogische r Anzeiger" over deze ge
boorte nader publiceeren. (Tel.)
Oe brand In da Unlvaraalmljn.
De „Times" vertelt iets van het gevaar-
lyko werk van de reddingsploeg in de bran
dende Universalmyc. Dinsdagavond van de
vorige week, toen de eerste ploegen, die na
de ontploffiag in de m(jn waren afgedaald,
veral.g van hun bevinding hadden gedaaD,
werd er raadslag gehouden van de vakmannen.
De berichten waren zeer ontmoedigend; het
was duidelyk, dat al wie nu in de mjjn
doordrong zyn leven waagde. Nochtans be
sloten de zeven mannen, die de commissie
vormden, zich aan het hoofd te stellen van
anderen, teneinde te zien of er menschen te
redden waren. Blaar zoo duister zag de zaak
er uit, dat die zeven mannen ieder zich in
een afconderlyk vertrek afzonderden om af
scheidsbrieven te schreven aan wie hun het
dierbaarst waren. Drie hunner maakten hun
testament. Het was dien eersten avond een
vreeselyk werk, maar de zeven mannen
kwamen alles te boven en brachten achttien
kameraden lerend boven. Behalve die zeven
waren er nog heel wat meer die zoo hun
laven waagdeD, maar van hen getuigt de
„Times", dat zjj koelbloedig en onverschrokken
gevaren trotseerden, die zy rairschien meer
inzagen dan iemand anders.
Niottemin zeggen de pleitbezorgers van
den oorlog, dat alleen een oorlog de man-
nrlykste deugden Van een mensch te voor
schijn roept.
Dinsdag bevond men in de mgn, dat bet
gas er nog sterk in was en er veel rots is
ingettort. Ook valt er nog gedurig gesteente.
De loagebroken leeuwen.
Over de leeuwenjacht te Leipzig vinden
wy nog enkele bijzonderheden.
De schuld van de botsing tasschen de
tram en den beestenwagen wordt aan het
personeel van den circus geweten, dat dea
wagen vlak by de tramrails had laten stil
staan. In den dikken mist kreeg de bestuur
der van de tram hem pas te laat te sien.
Een van de leeuwen is ook op een autobus
gesprongen, er daarna weer afgesprongen en
er eindeljjk nog eens opgesprongen, en daar
ten slotte doodgeschoten. Een andere leeuw
viel de paarden voor een verhuiswagen aan
m knauwde de paarden hevig. Ook een paard
van een huurrijtuig werd door een leeuw
besprongen, maar de koetsier weerde zich
zoo dapper met zifn zweep, dat het dier
afdeinsde.
Een dierentemmer te Berlijn heeft aan een
redacteur van een BerliJosch blad gezegd,
dat de politie zeer verstandig had gedaan,
met de leeuwen neer te schieten. Zulke ge
temde leeuwen z|Jn, als zy plotseling hun
vrijheid herkregen, altijd zeer gevaarljjk.
Een terechtstelling.
Toulouse, 22 October. Vanochtend is d»
moordenaar Albas voor de gevangenis St.
Michel onthoofd. Het terrein was afgezet,
om de menigte op een afstand te houden.
Louis Albas, een tuinder, bad op 28 Juli
zijn vader en moeder vermoord om ben te
bestelen.
Bezuiniging bij da Zweedscbe vloot.
Bij 3e Zweedscbe vloot legt men zich toe
p zuinigheid, waar se mogelijk is. Men heeft
•»r proeven genomen om zijn eigen torpedo's
to maken en dat is, volgons een bericht uit
Stockholm, gelukt. Op elke torpedo, zoo heet
liet, spaart de staat aldus 8000 kronen
(od ge veer f 5000) uit.
Vlootbouw.
Volgens de Bsrlijoscho pers neemt men
aan het Duitsche mii isterie van marine het
voorstel van Cburcbill om in Engeland en
initschlund een jaar vaca< tie voor den vloot
houw in te stelleD, ziet au férieox
De prrs zelf is in haar oordeel niet een-
trmmig. Zco gevoelt het Berliner Tageblatt
veel voor het argument van bezuiniging,
maar vraagt «ich af of ook de Duitsche
vlootvereecigiDg en haar aanhang voor het
pUn te vinden zullen sjjn. „Zal men ons
iet veeleer het volgend jaar een nieuw offer
van een milliard, ditmaal voor de vloot,
i ragen versncht bet blad.
De Kreuzzeitung noemt het voorstel on
aannemelijk en zelfs voor bespreking niet
vatbaar. „Het is op zijn best een Aprilgrap,
maar een die een verantwoordelijk minister
niet voor zyn rekening moest willen nemen.
De 72 millioen gulden, die Churchill ons wil
laten bezuinigen, schrikken ons in 't m'
niet af. W(j zouden het dubbele voor c
vloot kunnen besteder, sooder dat het
hinderen. Engeland komt evenwel wat ac!
adem en ziet ir, dat het onmogelijk is tege
lijkertijd zeven pantserschepen op stapel te
zetten.
„Moge Churchill ons voortaan met z(ji
mooie voorsteilen va i het ljjf blijven en zich
niet weer mengen in de inwendige zaken
van Duitschland".
Landt Welvaart
in gevaar!
Een ernstig woord tot bit Nederlandsche
Volk door De Nederlandsche Vereeniging
,0nze Vloot".
Beschouwingen naar aanleiding van het
Rapport van de Staatscommissie voor de
Verdediging van Nederlandsch-Indië.
(Vervolg.)
Is er dan nu opeens zooveel meer kans op
het verlies van Indië, dan tot nog toe?
Het antwoord hierop van a m b t e 1 ij k e,
finantieele on militaire ter-zake-
k u n d i g e n van den eersten rang vindt
mon in 5 2 van het Rapport, waar men o.a.
leest:
„Ned. ludiö ligt in een gebied, waarop in
„de laatste jaren, in een korte spanne tijds,
„groote gebeurtenissen hebben plaats gegre-
,pen, die meer een komende periode van
.onrust, dan een tijdperk van kalmte voor
spellen.
„Belangrijke veranderingen hebben in en
„om de Zuidzee plaats gegrepen. Duitschland
„is er als Koloniale Mogendheid opgetreden;
„de Vereenigde Staten namen hst gez-g over
,de Philippynen en vestigden, bedacht op-
„mogelijke conflicten, vlootstations op onder
scheidene plaatsen (Manilla, Guam,Pearlbay);,
„Japan heeft zich opgewerkt tot een groote
„mogendheid met uitgebreide internationale
„betrekkingenAustralië is midden in een
„tydperk van krachtige ontwikkeling; China
„bereidt oen nieuwe levensperiode voor. En
„als straks het Panama Kanaal wordt geopend,
„zal een nieuwe weg uaar het Oosten zyn
„gelegd, waarlangs een nieuwe beweging met
„wellicht vérstrekkende gevolgen zal ontstaan.
„Nederl. Indië is in een geheel andere
.positie gekomen dan hot vroeger innam. De
„oogen mogen niet gesloten worden voor het
„feit dat de kansen, dat het 6f rechtstreeks
„voorwerp van een conflict zal kunnen
„zyn öf in een conflict zal worden betrok -
„ken, - b. v. tengevolge van inbreuk op
„Indië's onzydigheid, grooter zijn geworden
„naarmate de Aziatische Mogendheden in het
„Oosten en de Koloniscerende Westerscbe
„Staten elkander naderden. Geen hunner
.ontkent of miskent de gevaren, die de toe
.standen in het Oosten hebben doen ontslaan.
„Zoowel de krygstoerustingen als het streven
,naar onderlinge verzekering van elkanders
„rechten en naar toezeggingen van weder-
„zydsche hulpwyzen ondubbelzinnig op
„hot bestaan van het bewustzijn dat de tegen
„woordigo verhoudingen voorzorgen eischen.
,Er is geen enkele gegronde reden om te ver-
.moeden dat Nederl. Indië zich niets zou
„hebben aan te trekken van al dat gebeuren
„in de omgeving, Alleen de ernstige wensch
in vrede te blyven leven kan niet baten.
„Integendeel, die wensch noodzaakt om be-
„dacht te zyn op conflicten en zich daartegen
wapenen; wil Indië werkelijk onzijdig
„blyven, dan stelt dat voornemen op zich
„zelf reeds den eisch te zorgen voor demid
ien om de onzijdigheid te handhaven"
„Ook de interne Koloniale politiek van
„Nederland is in hare gevolgen een factor
„geworden, waaraan ten opzichte van Indië's
„positie in het internationaal politiek leven
„van het Oosten beteekenis moet worden
„toegekend.
„Hieruit vloeit voort, dat de bescherming
,van de Koloniën thans andere eischen stelt
,dan waaraan vroeger behoefde te worden
„voldaan"„Het valt eenvoudig
„niet te ontkennen, dat zich om den Archipel
„complicatiën kunnen voordoen, waardoor
„Nederl. Indië in wezenlijk gevaarlijk kan
„komen; dit onloochenbaar feit stelt den
„onontkoombaren eisch om Indië krachtig
„tegen zulk een gevaar te wapenen; het legt
„den ernstigen, hoogen plicht op om Indië te
„beschermon tegen de zeer wezenlyke kwade
„kausen waaraan het blootgesteld zou zijn,
„indien de geboden voorzorgen werden nage
laten. Veronachtzaming van dien plicht
„dit is de stellige overtuiging
„der Staats-Com missie zou
„een roekelooze, onverantwoor-
„dclijke lichtzinnigheid zy n."
En alvorens nader op de zoo veelomvat
tende plannen der Commissie neer te komen,
behoeft zeker niet meer te worden aangetoond,
dat Nederland als welvarende, bloeiende
Natie, met een zich steeds meer ontwikke
lende handel en scheepvaart, als Mogendheid
van beteekenis in de ry der onafhankelijke
volkeren, staat en valt mot onze reusachtige
en ryko bezitting in O. Azië, die zich, zooals
een Multatuli het zinnebeeldig uitdrukte, daar
slingert om den cvonaar, als een gordel van
smaragd.
„Uit een politiek oogpunt beschouwd"
„zoo zegt de Commissie terecht is het
„behoud van dat gebiedsdeel als onderdeel
„van den Nederl. Staat voor het Moederland
„ontegenzeggelijk een levensquaestie. De
„algemeene beteekenis die boven andere Euro-
„peesohe rijken van overeenkomstige grootte
„en bevolkingssterkte in vele opzichten nog
„steeds aan ons land wordt toegekend, dankt
„het voornamelijk aan zyn betrekkingen tot
„het overzeesch gebieddeel in Azië, tot een
„kolonie als den Indischen Archipel, naar
„ligging en economische waarde verhoudings-
„gewyzo door geen andere in de Keerkrings
landen in belangrijkheid overtroffen. Die
„beteekenis is het in do eerste plaats ver
schuldigd aan zyn Souvereine verhouding
„tot hot eilandenrijk in het Oosten, „waar
„van het verlies uit de Staats-
„eenheid Nederland in weinige
jaren zou doen dalen tot een
„der minst beduidende onder de
'„Staatsmachten in Europa.
En verder: „Ook uit economisch oogpunt
„zou het verlies van Indië in den
„volsten ziu des woords een natio-
„nale ramp voor het Moederland
„zyn.
„Het feit alleen dat naar matige raming
„belangrijk meer dan een milli-
„a r d aan Nederl. kapitaal is neergelegd in
„Koloniale ondernemingen van landbouw,
„handel, scheepvaart en nijverheid, een kapi
taal waarvan de rechtstreeksche
„bate n in doorslag reeds minstens op
„honderd millioen 'sjaars zijn te
„stellen, wijst krachtiger dan de uitvoerigste
„beschouwingen op de onschatbare econo
„misehe waarde der Kolonie voor de alge
„meene welvaart van Nederland en van zijne
„ingezetenen".
Hier behoeft waarlijk niet veel meer aan
te worden toegevoegd. Denkt men nog even
aan „de velen, die jaarlyks het Vaderland
„verlaten om in staatsambten of particuliere
„betrekkingen daar ginds een werkkring,
„niet zelden een ruim bestaan, een alleszins
„bevredigende loopbaan te vinden aan
„de zooveel uitgebreider klasse van inge
„zetenen, die bewust en onbewust, met den
„steun van bedrijfsmiddelen, afkomstig uit de
„vruchten van Indische kapitalen, in het
„vaderland zich een bcBtaan hebben ver
„schaftaan „de beduidende voordeelen,
„aan het Vaderland ten goede komend van
„de talryke personen, die, blyvend of tijdelyk
„uit da Kolonie teruggekeerd, de daar var
„kregen inkomsten geheel of ten deele in
„Nederland verteren"en aan den niet
meer in zyn geheel na to speuren invloed
„van hot Koloniaal bezit, die in den langen
„loop der jaren in het geheele volksbestaan
„is doorgeweven", dan gevoelt mon hoe
volkomen terecht het waarschuwend woord
der Commissie het uitspreekt: „dat in elk
„opzicht: staatkundig, finantieel, maatschappe
„lyk, in den langen duur van ons Koloniaal
„bezit een zoo innige verwantschap tot het
„insulair gebiedsdeel in het Oosten is ge
kweekt, dat een verlies daarvan
„het geheele volksbestaan in
„zyn grondslagen zou treffen",
De Commissie komt dan ook o.m. tot de
volgende conclusie: „dat, ondanks de erken-
„ning van de onmogelijkheid om tegen elke
„macht bestand te zyn, de positie die Ned.-
„Indië inneemt in den kring der belangen
„sferen van Westersche en Oostersche mogend-
zieden in en om de Stille Zuidzee en de
„daaruit voortvloeiende kansen om recht-
„streeks of zydelings in verwikkelingen te
„worden betrokken, ons den beslisten plicht
„opleggen om onze weermacht te sterken.
„Te sterken in die mate, dat zy in staat zij
„om, zoowel preventief als effectief, aan de
.naast liggende gevaren krachtigen weerstand
,te bieden on op dien grond ook voor be
vriende Mogendheden een gewaardeerde
„factor voor de handhaving van den Status-
„quo in het Oosten zal zijn".
Volk van Nederland! Besef, dat hier aan
het woord is een Commissie van hoogstaande
mannen, die, na ernstig beraad en
koel overleg er U met nadruk op wyzen:
Als Ge geen afdoende maatregelen neemt om
Indië te behouden, dan handelt Ge „roeke
loos, onverantwoordelijk, lichtzinnig", dan
loopt Ge gevaar, dat ons oude Vaderland,
is nog bloeiend en met eere overal ge
ïnd, zal „dalen tot een der minst bedui -
„dende" Staten, dan staat ongetwijfeld een
„nationale ramp" voor dc deur, dan zal ons
geheele Volksbestaan „in zyn grondslagen
.worden getroffen".
Laat U dit alles koud, Landgenooten
zult ge doof blyven voor het waarashuwend
woord
Neen, nietwaar, duizendmaal Neen!
(Wordt vervolgd.)
j hoorde in de muziek van het straatorgel een De arme, gepijnigde moeder gunde zich hy dc kwestie te ingewikkeld vindt en maar
j feestgalm te zjjner eere. En opeens hoewel geen tjjd, holde in de aangeduide richting,
hij nimmer noemenswaardig notitie van de informeerde aan iedereen. Terwjjl ze by een
(jeugd had genomen voelde hy zich by- troepe vrouwen stond en van ontsteltenis
zonder sterk aangetrokken tot kinderen beefde over heel het lichaam, zei opeens een
i zochten zyn oogen ze ouder het publiek en hunner:
j dan oordeelde hij in eichzelven „Wat een „Kijk eens, komme ze daar niet an
aardig kindje is dat!" of: „Wat is dét een I Een heer in blauw costuum en met zwar-
lekkere schat!' ten knevel verliet met Jansje en Truusje
Terwyl hy langs de Kerkgracht kuierde den melksalon.
(kwam een armoedig gekleede vrouw, gevolgd I „Dat benne ze!" gilde de vrouw eu als
door twee havelooze kinderen aanloopen. een furie schoot ze op meneer toe, die heel
Ze droog een bak met waschgoed en deed j vertrouwelijk met de kindertjes keuvelde en
veel moeite de hooge stapels wit linnen in juist voornemens was ze naar haar moeder
balans te houden. De kinderen zeulden achter j te brengen,
haar aan, trokken haar aan de rokken en Pats! Pats! Itanggg
huilden en zeurden, dat ze naar huis wouën. 1 Meneer's hoed vloog over de keien, eenige
Eindelyk bleef de vrouw staan, zette den 1 jonge vrouwen hielpen een handje, trokken
al zwaarder wordenden bak even neer en party voor de arme moeder,
wischte zich het roode gezicht met haar I Van alle kanten stroomden nieuwsgierigen
schort al.
„Stil nou
kleinste
of weet je
maar
tegen meneer,
t de kinderen
toen het raadsel goed
j toe, keerde zich de volksw<
Truussie", zei ze tot het die moe8t z®gg®n wkt hij
.we benne d'r dadelyk *üde doe»- En eerst toen
- blijf hier op deze stoep en wel was opgelost, mocht hij uit den wil-
wachte zal je goed op I den> woe8t n kring blootshoofd, met zyn
i half hemd uit het vest gerukt, met blauwe,
knikte gekuo, hi.ld bl°ed<!ri«« nngelnporen op rin gericht.
zal je goed
znssie passé, Jansie?"
't Vyfjarig dochtortji
haar zus van nauwelyks drie aan 'n handje
en ging zoolang zitten. Dan nam de vrouw
den bak weer op, wenkte nog even dat ze
in een wip terug was en torste haar last
verder de Koningstraat in. Maar toen het
wat lang duurde, begonnen de kinderen
zenuwachtig te schreien en op dit oogenblik
kwam de meneer, die naar liet raadhuis was
geweest en bij het weeshuis met een vriend
had staan praten, voorby en ontdekte de
jammerende kleintjes. Vroeger zou hy er
nauwelyks acht opgeslagon hebben, maar nu
kon hy niet over zyn hart verkrygen de
stumpertjes aan hun lot over te laten. Een
paar stevige passen brachten hem by de
bedroefde kinderen en met medelijdend gezicht
constateerde hij, dat ze toch wel bëél arm
„Wat scheelt er aan, meisje?" vroeg hy
aan 't oudste kind, zich naar haar over-
buigend.
Jansje keek den vreemden man angstig
aan, gaf geen antwoord en barstte in een
nieuwe huilbui los, geaccompagneerd door
haar kleinere zus, die in het-blerren geen
amateur bleek.
„Waar woon je, meissie drong de meneer
vriendelyk aan.
Geen ander antwoord dan eeu onophou-
«ijk geanik, maar dan barstte het kind
ineenB los:
„Moederisweg
„StumpersIs moeder weg Zoo, zoo.
En heb je honger?"
„Ja," snikte de kleine.
Meneer voelde zich opeens geroepen deze
stakkers eens goed te doen, hy wou ze wel
meenemen en ze eens flink laten eten. Waar
dat was een tweede zaak. Thuis ging het
niet, daar was al genoeg consternatie. Dan
in vredesnaam maar in een melkinrichting.
„Wil je wat lekker eten inviteerde hij.
Dadelyk hield het huilen op, keken de
kindertjes hem verrast aan.
„Nu", herhaalde hij, wil je? Ga dan
maar met my mee."
Het vooruitzicht eens lekker te kunnen
smullen woog by Jansje en Truusje zwaar
der dan moeders consigne: wachten op me
en daar de vreemde heer bleef aandringen
en hen beloofde ze naar moeder te zullen 1
brengen, gingen ze eindelyk mee. H(j nam
aan iedere hand don en de voorbijgangers
keken verbaasd, sommigen zelfs achterdochtig
naar den fijnen meneer met de twee havelooze
kinderen.
Een juffrouw met een groete mand gar
nalen, die by iemand aan de deur stond te
praten, zei veelbeteekenend
„Dat zijn toch zeker zyn kinderen niet
En de ander:
„Dat i9 geen zuivere koffie wat ik je
■HGEZOHDEB.
Kijkjes ait mijn venster.
Da kinderdief.
Ook in onze gemeente heeft de afschuwe-1
lyke moord op den jeugdigen Hendrik de
Klerk te Arasterdam de gemoederen ietwat
met angst vervuld. Heldersche moeders heb
ben in de laatste dagen hun kinderen inge
prent om toch nooit met een vreemden kerel
mee te gaan naar den kant van het Noord
hollandsch kanaal, naar den Zeedyk, naar
de duinen. De vrees voor moordenaars zit
er in en dientengevolge zien de vrouwen
herhaaldelijk gevaar, waar dit feitelijk vol
strekt niet bestaat. Een als hoer gekleed
persoon, die Maandag een raciejo van een
jaar of negen bij zich had en met haar in
do richting van het fort Oostoever wandelde,
werd een door eenige dames gevolgd
en op afstand in doen en laten nagegaan.
Een andere jonge man, die Dinsdagavond
zich met een opgeschoten meisje langs den
Polderweg naar de buitenwyk begaf, kreeg
eveneens een gevolg achter hem en werd
dermate door een paar vrouwen uitgejouwd
en zelfs mishandeld, dat hij bij den water
toren de vlucht moest nemen. En nog iemand,
die gisterenavond by den Kruisweg in ge
zelschap van twee meisjes over den dijk
wilde gaan, werd door wat opgeknapte
vrouwen tot Huisduinen in de gaten ge-
houden en gedurende zyn tocht binnendoor
en verder in de oude Helder moest hy zoo
veel aanhooren, dat de „verdachte vent met
zyn „slachtoffers" maar zoolang by een ken
nis in de Langestraat ging schuilen. Doch
j de grootste klucht beleefde een heer van
mogelyk vijf a zes-en-dertig jaar, die zich
pas van een heel aangenamen plicht had
gekweten, 's Morgens vroeg was hy verblijd
met de geboorte van een zoon, zyn eerste
Kng en sinds dat uur was hy in feeststem-
I ming, had gelachen en gehuild van blyd-
j schap en de baker een ryksdaalder in d'r
handen gestopt, waarop deze goede onde
Saar onmiddellijk verzekerde dal 't kind
•prekend op meneer leek, ofschoon ze nog
j geen twee minuten geleden aan zyn schoon
moeder verklaard had, dat de jongen precies
mevrouw was en daarvoor een pop
kreeg. Enfin, meneer was naar 't Dykje ge
j woest en had zyn zoon laten inschryven.
j Lachend kwam hij van de steenen trap en
in montere stemming stak hy 't Westplein
over. Voor hem was alles vandaag licht en
goedheid hy zag het leven zoo mooi voor
zich, de menschen zoo bly en terreden en
Helder, 18 October 1913.
Kerkelijke belasting.
Zeer geachte Redactie]
Vergun m(j nog eenige plaatsraimte in
Uw blad naar aanleiding van het antwoord
der Ned. Herv. Kerk op myn ingezonden
stuk naar aanleiding van bovenstaande.
Door dat antwoord ben ik tot de conclusie
gekomen, dat ik dan toch nog lid van een
kerk ben, omdat ik op kinderleeftijd door
mijn ouders aan de kerk verbonden ben. Ik
heb het voor deze niet geweten, twintig jaar
lang lieten in andere plaatsen de kerkbestu
ren my met rust, tot se me nu bier aan
pakken. Eofio dat laat ik komen, en
natuurlijk dat weet ik, zal ik me hebben
neer te leggen b(j de rechterlijke uitspraak
hier in den Helder.
Zeer aangenaam. Ik kom daarop terug.
Mjjn lidmaatschap moet ik opzeggen, dat
is de eerige weg om niet in herhalingen
met deurwaarders te vervallen ik zal dat
doen, maar ik zou nog graag weten hoe dat
gaat. De kerk zegt in haar vorig antwoord
en se vergelekt zich daarby met eene
vereeniging, waarvan men, zoolang men niet
opzegt, ook lid blyft tooD een positieve
daad, zeg uw lidmaatschap op 1 Goed en wel,
ik ben 't dadelijk van plan, maar de kerk
zegt niet hoe ik moet opzeggen. Gaat dat
gewoon door een briefje aan 't kerkbestuur
Ik vraag dit, omdat een vriend, ia hetzelfde
go val verhoerend als ik, van de kerk een
schrijven ontving waarin staat, dat opzeggen
alleen moreljik is bij deurwaarders-exploit.
Is dat zoo? Ea waarom moet dat? Dat gaat
bij andere vereenigingen tooh ook niet zoo
Als ik vraag mij te schrappen is dat dan
niet genoeg Waarom i k nu óók naar den
deurwaarder
Hierop s. v. p. antwoord.
Vervolgens dit.
De kerk beroept zich op baar lankmoedig
heid jegens my, omdat z{j my niet direot een
dagvaarding stoorde, hetgeen zij had kunnen
doen. Ik zie evenwel in het hnele doen en
laten der kerk geen lankmoedigheid en blijf
hare handelingen laken, even erg als eerst.
En wel hierom
De kerk vergelijkt zich bü eene vereeni
ging, maar ze doet iets, wat geen ëón ver
eeniging in Nederland sal doen, n. 1. oontri-
butie ionen over den deurwaarder of voor
den kantonrechter.
Zelf ben ik lid van eenige vereenigingen
en zit mede in bet bestuur. Als wij onver
schillige leden hebben die geen blijk meer
geven van hun belangs elling, voornamelijk
Meneer dankte den hemel, dat hy met de door geen contributie m-er te betalen, rojeeren
kinderen de melksalon binnentrad. Doch tot grn die gewoon. We mogen ze eerst eens
mijn groote verbazing volgde een oogenblik waarschuwen, daar blijft het bij, we achter-
later ook de juffrouw met de mand garnalen, j volgen hen niet met deurwaarder en kanton-
Ze keek eerst eens onderzoekend rond en J rechter, en er zal wel niet ëéo vereeniging
ze meneer met de kindertjes aan 'n tafel j over geheel Nederland zy'n die zulks doet
zitten, stapte ze gedecideerd naar een t gil een de kerk.
stoel .en bestelde een glas melk. Ze ver j Dus geen lankmoedigheid,
trouwde het zaakje niet. Dat was natuurlijk In het geheele doen en laten der kerk zit
zoo'n fijne meneer, die arreme bloeien van i voor mij verder iets vreemds. Het is één
kinderen meetroonde en zo misschien wel lichaam over geheel Nederland, in
ergens vermoorden wou. Maar ze had hem plaats wordt j^een kerkelijke belasting ge-
nou eens lekker in de smieze en ze zou heven omdat de kerk genoeg inkomsten heeft
niet ruste vóór ze presies en in de puntjes om haar uitgaven te bestryden. Ia gene
wist wat ie nou wel met die wurreme ging arme gemeente moet men heffen, omdat de
doen. Kyk, eerst gaf ie ze een broodje met kerk niets hoeft. Dat nu is naar m(Jn mee-
vieesch ieder en 'n glas melk. En nou kregen riing krom. Als de kerk niets heeft, hebben
werachies nog 'n taaretje en of ze d'r de menschen ook niets, dat gaat veelal samen,
een lustten, vroeg ie. Wat 'n gemééne Waarom nu, en ik versoek do kerk goed
nota t« nemen van deze vraagWaarom
heft g(j over het geheele land geen contri
butie naar draagkracht der godsdienstige
leden f Ge zegt zelf, indien men waarlijk
godsdienstig is, sal men ook gaarne betalen
en dan verdeelt ge dat geld over uwe arme
gemeenten ge laat de onverschilligen met
rust, ge schrapt die, net als iedere vereeni
ging dnt doet.
Ge kunt, sooals 't nu nog staat, denken
Ja, als de onverschillige leden later oud en
arm zyn, komen ze bjj de kerk om
stand od moeten wtf dien geven, maar als ge
ze gewoon royeert, kan dat niet meer ge
schieden en het is toch aangenamer alleen
met geloovige dan met ongeloovige schapen
te doen te hebben, die later in nood b(j n
aankloppen en dan godsdienst huichelen.
Ge zegt trouwens zelf, belasting heffen is
zoo'n vent er op na hieuw. Ze mag
ich de juffrouw achter toonbank wel eens
uarschuwe.
„Ahum! Ahum!" kuchte ze en de juffrou w
van den melksalon keek op, kwam naderbij.
„Psssst - juffrouw vin u niet, dat die
an daar met die twee meissies 'r verdacht
uitziet?"
„Wat bedoelt u
„Nou ja, ik wil maar segge as dat je
toch wol sien kan, dat het zyn kinders niet
inne."
„Hoor eens juffrouw, daar bemoei ik my
niet mee. Als die heer de arme kinderen
eens wil tracteeren, gaat u dat toch niet
aan, zou 'k denken."
De juffrouw met de gurnalenmand zei
vergoelijkend
„O ja dat is zyn zaak maar je ken
toch nooit eens wete d'r gebeure tegen - j niet aangenaam, doch godsdienstige
woordig van die ireeselyke dinge." betalen
Op dit oogenblik was de waschvrouw aan En
de Kerkgracht teruggekomen. Daar stond ze
by de stoep en niets te zien Een plot
selinge schrik doorschokte haar lyf en haastig
keek ze links en rechts. Maar nergens kon
zij iets ontdekken. Toen kwam een dienst
meisje uit een der naburige huizen, die
verwonderd naar het
vrouw staarde.
sooals het nu in verschillende
plaatsen toegaat met de rechtskwesties over
kerkelijke belasting, waar hier veroordeeld,
d»ar vrijgesproken wordt, (deze week stond
weer een geval in 't Nieuws van den Dag,
waar de kerk in 't ongelQk is gesteld),
moest de kerk toch den lust vergaan
angstige gezicht van i processen te voeren.
j Ea ook hierover nog een ernstige vraag.
„Zoekt u som6 twee kinderen?"1 j Natuurlijk hebben wy, gemeentenaren van
„Ja! Waar zyn ze? Zeg, waar zyn ze?" 1 den Helder, ons neer te leggen by de uit-
„Dat weet ik niet, maar ik zag ze praten spraak hier voor den kantonrechter, maar
met een meneer in een blauw pak en een vraag ik nogmaals dringend waar zit dan
zwarte snor. Ze benne de Koningstraat of i de willekeur, ali hier en daar zoo verschil
de Spoorlaan ingegaan." j lend recht gesproken wordt over de ver-
„0 goeie God, m'n schapet Zoo'n vuile sohuldigdbeid van kerkeiyke belasting Of
serrspsnt zoo'n smeerlap!" de reehter op de hand der kerk is? Of dat
uitspraak doet?
Zoolang de rechtspraken daarover ni-t
eensluidend zijn, dient een kerk hoogst voor-
sichtig te wezen en ben i k niet overtuigd
van myn schuld. Trouwens, ik heb reeds
gezegdRoyeer liever uw onwillige leden
en hef contributie naar draagkracht over al
Uwe volgelingen en zie zoo, dat d« inkomst' n
de uitgaven dekken
Dat is voel beter I
En eer'yker!
En lankmoediger
U, Mynhoer de Redacteur, myo oprechten
dank voor de welwillendheid, waarmod.i go
Uw kolommen voor deze kwestio opensteldct,
waardoor ge my van dienst z(jt geweest en
waaruit andereD wellicht zuilen geleer t
hebben. Hoogachtend,
Uw abonné,
V.
De beantwoording van des iozendfrs in
gezonden stnk in uw nnmmer van 18 dezer
scbynt nog onvoldoende te zyn. Althans de
inzender komt terug, dit maal echter met
dingen, die het wezen der zaak niet rakm.
Niet zonder verbazing namen wy dan Ook
kennis van bovenstaand ingezonden stuk.
Vast staat, dit wordt door inzender tbao»
zelf toegegeven, le dat hy i s lid, 2e dat hy
zich zal hebben neerteleggen by de rechter-
lyke uitspraak hier in den Helder.
Deze twee vaststaande feiten geven ons
aanleiding om te vragenle handelt iemand
die lid i s en dit zeer goed weet, niet im
moreel door «ich te onttrekken aan de ver
plichtingen aan dat lidmaatschap verbonden
2e is 't niet dwaas, als meo weet dat men
ongelyk heeft en eventueel door den Rechter
zeker zal worden veroordeeld niet op een
waarschuwiog te betalen, doch expres ten
eigen schade, afwacht tot dat men veroor-
wordt om dan bovendien de noodige
te moeten betalen
verstandig mensch zal dese vragen
beantwoorden.
De inzender zegt voorts iets over de op
zegging van het lidmaatschap. De manier
waarop hier weer de zaken dooreengegooid
worden, zou ons byna nopon om den in
zender te raden„ga eerst nog eens op de
schoolbanken zitten om te leeren, duideiyk
nit een te setten, wat ge wilt weten I"
Inzenders vriend, ontving een briefje van
het kerkbestuur, dat hy zyn lidmaatschap
alleen kan opseggen per deurwaardersexploot.
Naïef is 't dan toch zeker van inzender om
te vragen, hoe moet ik nu myo lidmaatschap
opzeggen 1
Inzender ziet in het heele doen en laten
der kerk (by bedoelt waarscbyolyk betreffende
de belastingheffing) geen lankmoodigheid en
blyft haar handelingen laken, 't Zy zoo I
't Eenige wat wy hierop kunnen seggen
inzender, leer eens kalm en cakelyk lezen
wat in ons vorig antwoord hierover is gezegd I
Zoo gy dan niet overtuigd zyt, dan komt dat
niet wilt overtuigd zyn. Inzender
roorts niet te weten, dat ook de kerk
zich heeft te houden aan hare statuten en
reglementenhy zou anders niet kunnen
schryven „wy (in de vereecigingen waarvan
hy Od en bestuurslid is) royeeren gewoon
die ledeo, die geen blyk meer geven van
hunne belangstelling". Alweder een enkele
„dit royeeren geschiedt toch zeker
ikomstig de voorschriften van reglement
of statuten
Dan volgt er iets, waarvoor inzender ver-
oekt goed nota te nemenn.m. de vraag
„Waarom heft gy over het geheele land
geen contributie naar draagkracht der gods
dienstige leden?" Ziedaar de oplossing ge
vonden
We zullen er niet diep op ingaan, doch
alleen er op wyzen dat inzender blyk geeft,
over een zaak mee te willen prateD, waar
van hy niet het minste bogrip berfc. Even
goed kan men zeggen laten alle menschen
bun bezit en hun inkomsten afstaan aan een
generale kas en daaruit aan allen weer een
uitkeering worden gedaan om in hun levens-
onderhond te voorzien, of wel men kan de
wedervraag doen: hoe komt 't dal de burgert]
ne (burgerlyke) gemeente geen
a omslag, in anderen 8 ®/0, 5
6% of nog meer aan hoofdelyken omslag
betalen Laat overal gelyk betaald
Of hoe komt 't dat do eene mensch
ryk is en de ander arm
Vragen die maar niet met een enkele
pennestreek zyn te beantwoorden 1
Opnieuw begint inzender dan nog eens
over het royeeren. Daarover zwygen we
verder, omdat we niet als insender telkens
in herhalingen wenschec te vervallen.
Eindelyk nog eens de kwestie over ver
schillende rechtspraak betreffende kerkeiyke
belasting. Inzender haalt daarby aan ern
geval dezer dagen in ,,'t Nieuws van den
D.g" vermeid, waarbU de kerk in't ongelyk
is gesteld. We hebben die vier regels ook
gelezen, doch weet inzender waar 't daar
over ging? Zeker evenmin als wy 't op dit
oogenblik weten. Men dient echter, soDder
dat men een geheele zaak kent, voorzichtig
te zyn met vergelykingen.
Stilzwygend gaan wo voorby zyn vóór-
ontboezeming, die verstandiger aohters
wege had bebooren te blyven. Voor on-
geldt dat „de Rechter recht spreekt naar
eer en geweten I" Wy vleien ons niet, dat
we inzender, die ook weder biykeos z(jn slot
alinea niet overtnigd wil zyn, door dez»
antwoorden tot andere gedachten zullcu
brengen. Evenwel oordeelden wy het goed
en nnttig do zaak onzerzydt voor de lecrrs
van dit blad uiteen te zetten. Hierin zyn
we met inzender eenz (wellicht is dit het
eenige punt van overeenstemming) dat anderen
misschien hieruit sullen geleerd hebben. Wy
hopen, dat die leeriog dan aan de zaak dor
kerk ten goede zal komen, door aan vilen
eene vredige oplotsing aan de hand te hebben
Mynheer de Redacteur, voor uwe wel
willendheid zyn we dankbaar; we geven U
teven» de vertekeriog dat onzerzyds niet
meer sal worden geschreven over dnze zaak,
soodat we van de ruimte ia uw blad niet
meer zullen vragen.
Hoogachtend,
Namens Kerkvoogden en Notabelen
van de Ned. Herv. Gemeente
te Helder.