KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Halttor, Toxol, Wloringon on Annm Poulowno. Ho. 4M7. Zaterdag 16 October Uil. tlite Jaargang. I Vliegend Blaadje p. 310. 50 ct., fr.|p. pon 75 Pre-Zondagablad 37j 45 5 regelt (bij vooruitbetaling) 30 c (Voor bet bnitenland bij vooruitte taling.) Ad verten tieu van t I Elke regel meer Bewjja-exemplaar Vignetten en groote lettert worden naar plzztsru Warsohijnt Dinsdag- u Vrijdagmiddag. Uitgaaar i O. OE BOER Jr., Haldar. 29. Intarc. Tal«f. 40 Tweede Blad. RIEUWSBERICHTER. HELDER, 24 October. Een belangrijke geboorte in bet Reptielen- buis van „Artis" Voor eenige weken vermeldde ons blad, dat in het Reptielenhuis van Artis, meer be- pnaldolijk in het groote, tropiache-beplante krokodillenbassin, een reeds jaren in Artis levend Kaaiman-wyfje hare eieren op de volgens haar natuur gebruikelijke manier had begraven op een warm en vochtig plaatsje van den r.g. Pandanen en Picoshoek, achter vermeld bassin. Thans, na een broedtijd van 74 dagen, zyo d®8« eieren uitgekomen. Gister ochtend half zeven kon men de jongen in de nog onder den grond liggende eieren ge luid hooren maken en toen na korten tyd de nest-heuvel opeogewoeld was, boorden de jonge kaaimans tich door de sohaalbnis naar buiten en liepen vlug naar het in hun buurt gemaakt, ondiep vyvertje. 't Scheen dat de oude krokodillen kannibalistische voornemens koesterden; veiligheidshalve had men te voren den nestheuvel met vlechtdraad omset. De kleuters zyn 2071/, millimeter lang en mooi geteekend, zy worden thans met kleine wormpjes en fijn gemaakte viach gevoerd Deze ook nit wetensohappelyk oogpunt zeer interessante geboorte omtrent de ontwik keling der krokodillen is nog het laatste woord niet gesproken bewyet, hoe bet mooie Reptielenhuis van Artis aan zyn doel beantwoordt. Nog nimmer toch heeft men het voortplantingsproces der krokodillen van den aanvang ai in eenigen Zcölogischen Tuin kunnen volgen, geljjk dit bjj het eenige jaren in Artis levend, eo hier bevrucht, wyfje plaats heelt kunDen vinden. Ia de kleine zaal kunnen de belangstellende besoekers thans het antwoord cp hun herhaald vragen naar de krokodilleneieren vinden. Dr. Kerbertzal in de „Zoölogische r Anzeiger" over deze ge boorte nader publiceeren. (Tel.) Oe brand In da Unlvaraalmljn. De „Times" vertelt iets van het gevaar- lyko werk van de reddingsploeg in de bran dende Universalmyc. Dinsdagavond van de vorige week, toen de eerste ploegen, die na de ontploffiag in de m(jn waren afgedaald, veral.g van hun bevinding hadden gedaaD, werd er raadslag gehouden van de vakmannen. De berichten waren zeer ontmoedigend; het was duidelyk, dat al wie nu in de mjjn doordrong zyn leven waagde. Nochtans be sloten de zeven mannen, die de commissie vormden, zich aan het hoofd te stellen van anderen, teneinde te zien of er menschen te redden waren. Blaar zoo duister zag de zaak er uit, dat die zeven mannen ieder zich in een afconderlyk vertrek afzonderden om af scheidsbrieven te schreven aan wie hun het dierbaarst waren. Drie hunner maakten hun testament. Het was dien eersten avond een vreeselyk werk, maar de zeven mannen kwamen alles te boven en brachten achttien kameraden lerend boven. Behalve die zeven waren er nog heel wat meer die zoo hun laven waagdeD, maar van hen getuigt de „Times", dat zjj koelbloedig en onverschrokken gevaren trotseerden, die zy rairschien meer inzagen dan iemand anders. Niottemin zeggen de pleitbezorgers van den oorlog, dat alleen een oorlog de man- nrlykste deugden Van een mensch te voor schijn roept. Dinsdag bevond men in de mgn, dat bet gas er nog sterk in was en er veel rots is ingettort. Ook valt er nog gedurig gesteente. De loagebroken leeuwen. Over de leeuwenjacht te Leipzig vinden wy nog enkele bijzonderheden. De schuld van de botsing tasschen de tram en den beestenwagen wordt aan het personeel van den circus geweten, dat dea wagen vlak by de tramrails had laten stil staan. In den dikken mist kreeg de bestuur der van de tram hem pas te laat te sien. Een van de leeuwen is ook op een autobus gesprongen, er daarna weer afgesprongen en er eindeljjk nog eens opgesprongen, en daar ten slotte doodgeschoten. Een andere leeuw viel de paarden voor een verhuiswagen aan m knauwde de paarden hevig. Ook een paard van een huurrijtuig werd door een leeuw besprongen, maar de koetsier weerde zich zoo dapper met zifn zweep, dat het dier afdeinsde. Een dierentemmer te Berlijn heeft aan een redacteur van een BerliJosch blad gezegd, dat de politie zeer verstandig had gedaan, met de leeuwen neer te schieten. Zulke ge temde leeuwen z|Jn, als zy plotseling hun vrijheid herkregen, altijd zeer gevaarljjk. Een terechtstelling. Toulouse, 22 October. Vanochtend is d» moordenaar Albas voor de gevangenis St. Michel onthoofd. Het terrein was afgezet, om de menigte op een afstand te houden. Louis Albas, een tuinder, bad op 28 Juli zijn vader en moeder vermoord om ben te bestelen. Bezuiniging bij da Zweedscbe vloot. Bij 3e Zweedscbe vloot legt men zich toe p zuinigheid, waar se mogelijk is. Men heeft •»r proeven genomen om zijn eigen torpedo's to maken en dat is, volgons een bericht uit Stockholm, gelukt. Op elke torpedo, zoo heet liet, spaart de staat aldus 8000 kronen (od ge veer f 5000) uit. Vlootbouw. Volgens de Bsrlijoscho pers neemt men aan het Duitsche mii isterie van marine het voorstel van Cburcbill om in Engeland en initschlund een jaar vaca< tie voor den vloot houw in te stelleD, ziet au férieox De prrs zelf is in haar oordeel niet een- trmmig. Zco gevoelt het Berliner Tageblatt veel voor het argument van bezuiniging, maar vraagt «ich af of ook de Duitsche vlootvereecigiDg en haar aanhang voor het pUn te vinden zullen sjjn. „Zal men ons iet veeleer het volgend jaar een nieuw offer van een milliard, ditmaal voor de vloot, i ragen versncht bet blad. De Kreuzzeitung noemt het voorstel on aannemelijk en zelfs voor bespreking niet vatbaar. „Het is op zijn best een Aprilgrap, maar een die een verantwoordelijk minister niet voor zyn rekening moest willen nemen. De 72 millioen gulden, die Churchill ons wil laten bezuinigen, schrikken ons in 't m' niet af. W(j zouden het dubbele voor c vloot kunnen besteder, sooder dat het hinderen. Engeland komt evenwel wat ac! adem en ziet ir, dat het onmogelijk is tege lijkertijd zeven pantserschepen op stapel te zetten. „Moge Churchill ons voortaan met z(ji mooie voorsteilen va i het ljjf blijven en zich niet weer mengen in de inwendige zaken van Duitschland". Landt Welvaart in gevaar! Een ernstig woord tot bit Nederlandsche Volk door De Nederlandsche Vereeniging ,0nze Vloot". Beschouwingen naar aanleiding van het Rapport van de Staatscommissie voor de Verdediging van Nederlandsch-Indië. (Vervolg.) Is er dan nu opeens zooveel meer kans op het verlies van Indië, dan tot nog toe? Het antwoord hierop van a m b t e 1 ij k e, finantieele on militaire ter-zake- k u n d i g e n van den eersten rang vindt mon in 5 2 van het Rapport, waar men o.a. leest: „Ned. ludiö ligt in een gebied, waarop in „de laatste jaren, in een korte spanne tijds, „groote gebeurtenissen hebben plaats gegre- ,pen, die meer een komende periode van .onrust, dan een tijdperk van kalmte voor spellen. „Belangrijke veranderingen hebben in en „om de Zuidzee plaats gegrepen. Duitschland „is er als Koloniale Mogendheid opgetreden; „de Vereenigde Staten namen hst gez-g over ,de Philippynen en vestigden, bedacht op- „mogelijke conflicten, vlootstations op onder scheidene plaatsen (Manilla, Guam,Pearlbay);, „Japan heeft zich opgewerkt tot een groote „mogendheid met uitgebreide internationale „betrekkingenAustralië is midden in een „tydperk van krachtige ontwikkeling; China „bereidt oen nieuwe levensperiode voor. En „als straks het Panama Kanaal wordt geopend, „zal een nieuwe weg uaar het Oosten zyn „gelegd, waarlangs een nieuwe beweging met „wellicht vérstrekkende gevolgen zal ontstaan. „Nederl. Indië is in een geheel andere .positie gekomen dan hot vroeger innam. De „oogen mogen niet gesloten worden voor het „feit dat de kansen, dat het 6f rechtstreeks „voorwerp van een conflict zal kunnen „zyn öf in een conflict zal worden betrok - „ken, - b. v. tengevolge van inbreuk op „Indië's onzydigheid, grooter zijn geworden „naarmate de Aziatische Mogendheden in het „Oosten en de Koloniscerende Westerscbe „Staten elkander naderden. Geen hunner .ontkent of miskent de gevaren, die de toe .standen in het Oosten hebben doen ontslaan. „Zoowel de krygstoerustingen als het streven ,naar onderlinge verzekering van elkanders „rechten en naar toezeggingen van weder- „zydsche hulpwyzen ondubbelzinnig op „hot bestaan van het bewustzijn dat de tegen „woordigo verhoudingen voorzorgen eischen. ,Er is geen enkele gegronde reden om te ver- .moeden dat Nederl. Indië zich niets zou „hebben aan te trekken van al dat gebeuren „in de omgeving, Alleen de ernstige wensch in vrede te blyven leven kan niet baten. „Integendeel, die wensch noodzaakt om be- „dacht te zyn op conflicten en zich daartegen wapenen; wil Indië werkelijk onzijdig „blyven, dan stelt dat voornemen op zich „zelf reeds den eisch te zorgen voor demid ien om de onzijdigheid te handhaven" „Ook de interne Koloniale politiek van „Nederland is in hare gevolgen een factor „geworden, waaraan ten opzichte van Indië's „positie in het internationaal politiek leven „van het Oosten beteekenis moet worden „toegekend. „Hieruit vloeit voort, dat de bescherming ,van de Koloniën thans andere eischen stelt ,dan waaraan vroeger behoefde te worden „voldaan"„Het valt eenvoudig „niet te ontkennen, dat zich om den Archipel „complicatiën kunnen voordoen, waardoor „Nederl. Indië in wezenlijk gevaarlijk kan „komen; dit onloochenbaar feit stelt den „onontkoombaren eisch om Indië krachtig „tegen zulk een gevaar te wapenen; het legt „den ernstigen, hoogen plicht op om Indië te „beschermon tegen de zeer wezenlyke kwade „kausen waaraan het blootgesteld zou zijn, „indien de geboden voorzorgen werden nage laten. Veronachtzaming van dien plicht „dit is de stellige overtuiging „der Staats-Com missie zou „een roekelooze, onverantwoor- „dclijke lichtzinnigheid zy n." En alvorens nader op de zoo veelomvat tende plannen der Commissie neer te komen, behoeft zeker niet meer te worden aangetoond, dat Nederland als welvarende, bloeiende Natie, met een zich steeds meer ontwikke lende handel en scheepvaart, als Mogendheid van beteekenis in de ry der onafhankelijke volkeren, staat en valt mot onze reusachtige en ryko bezitting in O. Azië, die zich, zooals een Multatuli het zinnebeeldig uitdrukte, daar slingert om den cvonaar, als een gordel van smaragd. „Uit een politiek oogpunt beschouwd" „zoo zegt de Commissie terecht is het „behoud van dat gebiedsdeel als onderdeel „van den Nederl. Staat voor het Moederland „ontegenzeggelijk een levensquaestie. De „algemeene beteekenis die boven andere Euro- „peesohe rijken van overeenkomstige grootte „en bevolkingssterkte in vele opzichten nog „steeds aan ons land wordt toegekend, dankt „het voornamelijk aan zyn betrekkingen tot „het overzeesch gebieddeel in Azië, tot een „kolonie als den Indischen Archipel, naar „ligging en economische waarde verhoudings- „gewyzo door geen andere in de Keerkrings landen in belangrijkheid overtroffen. Die „beteekenis is het in do eerste plaats ver schuldigd aan zyn Souvereine verhouding „tot hot eilandenrijk in het Oosten, „waar „van het verlies uit de Staats- „eenheid Nederland in weinige jaren zou doen dalen tot een „der minst beduidende onder de '„Staatsmachten in Europa. En verder: „Ook uit economisch oogpunt „zou het verlies van Indië in den „volsten ziu des woords een natio- „nale ramp voor het Moederland „zyn. „Het feit alleen dat naar matige raming „belangrijk meer dan een milli- „a r d aan Nederl. kapitaal is neergelegd in „Koloniale ondernemingen van landbouw, „handel, scheepvaart en nijverheid, een kapi taal waarvan de rechtstreeksche „bate n in doorslag reeds minstens op „honderd millioen 'sjaars zijn te „stellen, wijst krachtiger dan de uitvoerigste „beschouwingen op de onschatbare econo „misehe waarde der Kolonie voor de alge „meene welvaart van Nederland en van zijne „ingezetenen". Hier behoeft waarlijk niet veel meer aan te worden toegevoegd. Denkt men nog even aan „de velen, die jaarlyks het Vaderland „verlaten om in staatsambten of particuliere „betrekkingen daar ginds een werkkring, „niet zelden een ruim bestaan, een alleszins „bevredigende loopbaan te vinden aan „de zooveel uitgebreider klasse van inge „zetenen, die bewust en onbewust, met den „steun van bedrijfsmiddelen, afkomstig uit de „vruchten van Indische kapitalen, in het „vaderland zich een bcBtaan hebben ver „schaftaan „de beduidende voordeelen, „aan het Vaderland ten goede komend van „de talryke personen, die, blyvend of tijdelyk „uit da Kolonie teruggekeerd, de daar var „kregen inkomsten geheel of ten deele in „Nederland verteren"en aan den niet meer in zyn geheel na to speuren invloed „van hot Koloniaal bezit, die in den langen „loop der jaren in het geheele volksbestaan „is doorgeweven", dan gevoelt mon hoe volkomen terecht het waarschuwend woord der Commissie het uitspreekt: „dat in elk „opzicht: staatkundig, finantieel, maatschappe „lyk, in den langen duur van ons Koloniaal „bezit een zoo innige verwantschap tot het „insulair gebiedsdeel in het Oosten is ge kweekt, dat een verlies daarvan „het geheele volksbestaan in „zyn grondslagen zou treffen", De Commissie komt dan ook o.m. tot de volgende conclusie: „dat, ondanks de erken- „ning van de onmogelijkheid om tegen elke „macht bestand te zyn, de positie die Ned.- „Indië inneemt in den kring der belangen „sferen van Westersche en Oostersche mogend- zieden in en om de Stille Zuidzee en de „daaruit voortvloeiende kansen om recht- „streeks of zydelings in verwikkelingen te „worden betrokken, ons den beslisten plicht „opleggen om onze weermacht te sterken. „Te sterken in die mate, dat zy in staat zij „om, zoowel preventief als effectief, aan de .naast liggende gevaren krachtigen weerstand ,te bieden on op dien grond ook voor be vriende Mogendheden een gewaardeerde „factor voor de handhaving van den Status- „quo in het Oosten zal zijn". Volk van Nederland! Besef, dat hier aan het woord is een Commissie van hoogstaande mannen, die, na ernstig beraad en koel overleg er U met nadruk op wyzen: Als Ge geen afdoende maatregelen neemt om Indië te behouden, dan handelt Ge „roeke loos, onverantwoordelijk, lichtzinnig", dan loopt Ge gevaar, dat ons oude Vaderland, is nog bloeiend en met eere overal ge ïnd, zal „dalen tot een der minst bedui - „dende" Staten, dan staat ongetwijfeld een „nationale ramp" voor dc deur, dan zal ons geheele Volksbestaan „in zyn grondslagen .worden getroffen". Laat U dit alles koud, Landgenooten zult ge doof blyven voor het waarashuwend woord Neen, nietwaar, duizendmaal Neen! (Wordt vervolgd.) j hoorde in de muziek van het straatorgel een De arme, gepijnigde moeder gunde zich hy dc kwestie te ingewikkeld vindt en maar j feestgalm te zjjner eere. En opeens hoewel geen tjjd, holde in de aangeduide richting, hij nimmer noemenswaardig notitie van de informeerde aan iedereen. Terwjjl ze by een (jeugd had genomen voelde hy zich by- troepe vrouwen stond en van ontsteltenis zonder sterk aangetrokken tot kinderen beefde over heel het lichaam, zei opeens een i zochten zyn oogen ze ouder het publiek en hunner: j dan oordeelde hij in eichzelven „Wat een „Kijk eens, komme ze daar niet an aardig kindje is dat!" of: „Wat is dét een I Een heer in blauw costuum en met zwar- lekkere schat!' ten knevel verliet met Jansje en Truusje Terwyl hy langs de Kerkgracht kuierde den melksalon. (kwam een armoedig gekleede vrouw, gevolgd I „Dat benne ze!" gilde de vrouw eu als door twee havelooze kinderen aanloopen. een furie schoot ze op meneer toe, die heel Ze droog een bak met waschgoed en deed j vertrouwelijk met de kindertjes keuvelde en veel moeite de hooge stapels wit linnen in juist voornemens was ze naar haar moeder balans te houden. De kinderen zeulden achter j te brengen, haar aan, trokken haar aan de rokken en Pats! Pats! Itanggg huilden en zeurden, dat ze naar huis wouën. 1 Meneer's hoed vloog over de keien, eenige Eindelyk bleef de vrouw staan, zette den 1 jonge vrouwen hielpen een handje, trokken al zwaarder wordenden bak even neer en party voor de arme moeder, wischte zich het roode gezicht met haar I Van alle kanten stroomden nieuwsgierigen schort al. „Stil nou kleinste of weet je maar tegen meneer, t de kinderen toen het raadsel goed j toe, keerde zich de volksw< Truussie", zei ze tot het die moe8t z®gg®n wkt hij .we benne d'r dadelyk *üde doe»- En eerst toen - blijf hier op deze stoep en wel was opgelost, mocht hij uit den wil- wachte zal je goed op I den> woe8t n kring blootshoofd, met zyn i half hemd uit het vest gerukt, met blauwe, knikte gekuo, hi.ld bl°ed<!ri«« nngelnporen op rin gericht. zal je goed znssie passé, Jansie?" 't Vyfjarig dochtortji haar zus van nauwelyks drie aan 'n handje en ging zoolang zitten. Dan nam de vrouw den bak weer op, wenkte nog even dat ze in een wip terug was en torste haar last verder de Koningstraat in. Maar toen het wat lang duurde, begonnen de kinderen zenuwachtig te schreien en op dit oogenblik kwam de meneer, die naar liet raadhuis was geweest en bij het weeshuis met een vriend had staan praten, voorby en ontdekte de jammerende kleintjes. Vroeger zou hy er nauwelyks acht opgeslagon hebben, maar nu kon hy niet over zyn hart verkrygen de stumpertjes aan hun lot over te laten. Een paar stevige passen brachten hem by de bedroefde kinderen en met medelijdend gezicht constateerde hij, dat ze toch wel bëél arm „Wat scheelt er aan, meisje?" vroeg hy aan 't oudste kind, zich naar haar over- buigend. Jansje keek den vreemden man angstig aan, gaf geen antwoord en barstte in een nieuwe huilbui los, geaccompagneerd door haar kleinere zus, die in het-blerren geen amateur bleek. „Waar woon je, meissie drong de meneer vriendelyk aan. Geen ander antwoord dan eeu onophou- «ijk geanik, maar dan barstte het kind ineenB los: „Moederisweg „StumpersIs moeder weg Zoo, zoo. En heb je honger?" „Ja," snikte de kleine. Meneer voelde zich opeens geroepen deze stakkers eens goed te doen, hy wou ze wel meenemen en ze eens flink laten eten. Waar dat was een tweede zaak. Thuis ging het niet, daar was al genoeg consternatie. Dan in vredesnaam maar in een melkinrichting. „Wil je wat lekker eten inviteerde hij. Dadelyk hield het huilen op, keken de kindertjes hem verrast aan. „Nu", herhaalde hij, wil je? Ga dan maar met my mee." Het vooruitzicht eens lekker te kunnen smullen woog by Jansje en Truusje zwaar der dan moeders consigne: wachten op me en daar de vreemde heer bleef aandringen en hen beloofde ze naar moeder te zullen 1 brengen, gingen ze eindelyk mee. H(j nam aan iedere hand don en de voorbijgangers keken verbaasd, sommigen zelfs achterdochtig naar den fijnen meneer met de twee havelooze kinderen. Een juffrouw met een groete mand gar nalen, die by iemand aan de deur stond te praten, zei veelbeteekenend „Dat zijn toch zeker zyn kinderen niet En de ander: „Dat i9 geen zuivere koffie wat ik je ■HGEZOHDEB. Kijkjes ait mijn venster. Da kinderdief. Ook in onze gemeente heeft de afschuwe-1 lyke moord op den jeugdigen Hendrik de Klerk te Arasterdam de gemoederen ietwat met angst vervuld. Heldersche moeders heb ben in de laatste dagen hun kinderen inge prent om toch nooit met een vreemden kerel mee te gaan naar den kant van het Noord hollandsch kanaal, naar den Zeedyk, naar de duinen. De vrees voor moordenaars zit er in en dientengevolge zien de vrouwen herhaaldelijk gevaar, waar dit feitelijk vol strekt niet bestaat. Een als hoer gekleed persoon, die Maandag een raciejo van een jaar of negen bij zich had en met haar in do richting van het fort Oostoever wandelde, werd een door eenige dames gevolgd en op afstand in doen en laten nagegaan. Een andere jonge man, die Dinsdagavond zich met een opgeschoten meisje langs den Polderweg naar de buitenwyk begaf, kreeg eveneens een gevolg achter hem en werd dermate door een paar vrouwen uitgejouwd en zelfs mishandeld, dat hij bij den water toren de vlucht moest nemen. En nog iemand, die gisterenavond by den Kruisweg in ge zelschap van twee meisjes over den dijk wilde gaan, werd door wat opgeknapte vrouwen tot Huisduinen in de gaten ge- houden en gedurende zyn tocht binnendoor en verder in de oude Helder moest hy zoo veel aanhooren, dat de „verdachte vent met zyn „slachtoffers" maar zoolang by een ken nis in de Langestraat ging schuilen. Doch j de grootste klucht beleefde een heer van mogelyk vijf a zes-en-dertig jaar, die zich pas van een heel aangenamen plicht had gekweten, 's Morgens vroeg was hy verblijd met de geboorte van een zoon, zyn eerste Kng en sinds dat uur was hy in feeststem- I ming, had gelachen en gehuild van blyd- j schap en de baker een ryksdaalder in d'r handen gestopt, waarop deze goede onde Saar onmiddellijk verzekerde dal 't kind •prekend op meneer leek, ofschoon ze nog j geen twee minuten geleden aan zyn schoon moeder verklaard had, dat de jongen precies mevrouw was en daarvoor een pop kreeg. Enfin, meneer was naar 't Dykje ge j woest en had zyn zoon laten inschryven. j Lachend kwam hij van de steenen trap en in montere stemming stak hy 't Westplein over. Voor hem was alles vandaag licht en goedheid hy zag het leven zoo mooi voor zich, de menschen zoo bly en terreden en Helder, 18 October 1913. Kerkelijke belasting. Zeer geachte Redactie] Vergun m(j nog eenige plaatsraimte in Uw blad naar aanleiding van het antwoord der Ned. Herv. Kerk op myn ingezonden stuk naar aanleiding van bovenstaande. Door dat antwoord ben ik tot de conclusie gekomen, dat ik dan toch nog lid van een kerk ben, omdat ik op kinderleeftijd door mijn ouders aan de kerk verbonden ben. Ik heb het voor deze niet geweten, twintig jaar lang lieten in andere plaatsen de kerkbestu ren my met rust, tot se me nu bier aan pakken. Eofio dat laat ik komen, en natuurlijk dat weet ik, zal ik me hebben neer te leggen b(j de rechterlijke uitspraak hier in den Helder. Zeer aangenaam. Ik kom daarop terug. Mjjn lidmaatschap moet ik opzeggen, dat is de eerige weg om niet in herhalingen met deurwaarders te vervallen ik zal dat doen, maar ik zou nog graag weten hoe dat gaat. De kerk zegt in haar vorig antwoord en se vergelekt zich daarby met eene vereeniging, waarvan men, zoolang men niet opzegt, ook lid blyft tooD een positieve daad, zeg uw lidmaatschap op 1 Goed en wel, ik ben 't dadelijk van plan, maar de kerk zegt niet hoe ik moet opzeggen. Gaat dat gewoon door een briefje aan 't kerkbestuur Ik vraag dit, omdat een vriend, ia hetzelfde go val verhoerend als ik, van de kerk een schrijven ontving waarin staat, dat opzeggen alleen moreljik is bij deurwaarders-exploit. Is dat zoo? Ea waarom moet dat? Dat gaat bij andere vereenigingen tooh ook niet zoo Als ik vraag mij te schrappen is dat dan niet genoeg Waarom i k nu óók naar den deurwaarder Hierop s. v. p. antwoord. Vervolgens dit. De kerk beroept zich op baar lankmoedig heid jegens my, omdat z{j my niet direot een dagvaarding stoorde, hetgeen zij had kunnen doen. Ik zie evenwel in het hnele doen en laten der kerk geen lankmoedigheid en blijf hare handelingen laken, even erg als eerst. En wel hierom De kerk vergelijkt zich bü eene vereeni ging, maar ze doet iets, wat geen ëón ver eeniging in Nederland sal doen, n. 1. oontri- butie ionen over den deurwaarder of voor den kantonrechter. Zelf ben ik lid van eenige vereenigingen en zit mede in bet bestuur. Als wij onver schillige leden hebben die geen blijk meer geven van hun belangs elling, voornamelijk Meneer dankte den hemel, dat hy met de door geen contributie m-er te betalen, rojeeren kinderen de melksalon binnentrad. Doch tot grn die gewoon. We mogen ze eerst eens mijn groote verbazing volgde een oogenblik waarschuwen, daar blijft het bij, we achter- later ook de juffrouw met de mand garnalen, j volgen hen niet met deurwaarder en kanton- Ze keek eerst eens onderzoekend rond en J rechter, en er zal wel niet ëéo vereeniging ze meneer met de kindertjes aan 'n tafel j over geheel Nederland zy'n die zulks doet zitten, stapte ze gedecideerd naar een t gil een de kerk. stoel .en bestelde een glas melk. Ze ver j Dus geen lankmoedigheid, trouwde het zaakje niet. Dat was natuurlijk In het geheele doen en laten der kerk zit zoo'n fijne meneer, die arreme bloeien van i voor mij verder iets vreemds. Het is één kinderen meetroonde en zo misschien wel lichaam over geheel Nederland, in ergens vermoorden wou. Maar ze had hem plaats wordt j^een kerkelijke belasting ge- nou eens lekker in de smieze en ze zou heven omdat de kerk genoeg inkomsten heeft niet ruste vóór ze presies en in de puntjes om haar uitgaven te bestryden. Ia gene wist wat ie nou wel met die wurreme ging arme gemeente moet men heffen, omdat de doen. Kyk, eerst gaf ie ze een broodje met kerk niets hoeft. Dat nu is naar m(Jn mee- vieesch ieder en 'n glas melk. En nou kregen riing krom. Als de kerk niets heeft, hebben werachies nog 'n taaretje en of ze d'r de menschen ook niets, dat gaat veelal samen, een lustten, vroeg ie. Wat 'n gemééne Waarom nu, en ik versoek do kerk goed nota t« nemen van deze vraagWaarom heft g(j over het geheele land geen contri butie naar draagkracht der godsdienstige leden f Ge zegt zelf, indien men waarlijk godsdienstig is, sal men ook gaarne betalen en dan verdeelt ge dat geld over uwe arme gemeenten ge laat de onverschilligen met rust, ge schrapt die, net als iedere vereeni ging dnt doet. Ge kunt, sooals 't nu nog staat, denken Ja, als de onverschillige leden later oud en arm zyn, komen ze bjj de kerk om stand od moeten wtf dien geven, maar als ge ze gewoon royeert, kan dat niet meer ge schieden en het is toch aangenamer alleen met geloovige dan met ongeloovige schapen te doen te hebben, die later in nood b(j n aankloppen en dan godsdienst huichelen. Ge zegt trouwens zelf, belasting heffen is zoo'n vent er op na hieuw. Ze mag ich de juffrouw achter toonbank wel eens uarschuwe. „Ahum! Ahum!" kuchte ze en de juffrou w van den melksalon keek op, kwam naderbij. „Psssst - juffrouw vin u niet, dat die an daar met die twee meissies 'r verdacht uitziet?" „Wat bedoelt u „Nou ja, ik wil maar segge as dat je toch wol sien kan, dat het zyn kinders niet inne." „Hoor eens juffrouw, daar bemoei ik my niet mee. Als die heer de arme kinderen eens wil tracteeren, gaat u dat toch niet aan, zou 'k denken." De juffrouw met de gurnalenmand zei vergoelijkend „O ja dat is zyn zaak maar je ken toch nooit eens wete d'r gebeure tegen - j niet aangenaam, doch godsdienstige woordig van die ireeselyke dinge." betalen Op dit oogenblik was de waschvrouw aan En de Kerkgracht teruggekomen. Daar stond ze by de stoep en niets te zien Een plot selinge schrik doorschokte haar lyf en haastig keek ze links en rechts. Maar nergens kon zij iets ontdekken. Toen kwam een dienst meisje uit een der naburige huizen, die verwonderd naar het vrouw staarde. sooals het nu in verschillende plaatsen toegaat met de rechtskwesties over kerkelijke belasting, waar hier veroordeeld, d»ar vrijgesproken wordt, (deze week stond weer een geval in 't Nieuws van den Dag, waar de kerk in 't ongelQk is gesteld), moest de kerk toch den lust vergaan angstige gezicht van i processen te voeren. j Ea ook hierover nog een ernstige vraag. „Zoekt u som6 twee kinderen?"1 j Natuurlijk hebben wy, gemeentenaren van „Ja! Waar zyn ze? Zeg, waar zyn ze?" 1 den Helder, ons neer te leggen by de uit- „Dat weet ik niet, maar ik zag ze praten spraak hier voor den kantonrechter, maar met een meneer in een blauw pak en een vraag ik nogmaals dringend waar zit dan zwarte snor. Ze benne de Koningstraat of i de willekeur, ali hier en daar zoo verschil de Spoorlaan ingegaan." j lend recht gesproken wordt over de ver- „0 goeie God, m'n schapet Zoo'n vuile sohuldigdbeid van kerkeiyke belasting Of serrspsnt zoo'n smeerlap!" de reehter op de hand der kerk is? Of dat uitspraak doet? Zoolang de rechtspraken daarover ni-t eensluidend zijn, dient een kerk hoogst voor- sichtig te wezen en ben i k niet overtuigd van myn schuld. Trouwens, ik heb reeds gezegdRoyeer liever uw onwillige leden en hef contributie naar draagkracht over al Uwe volgelingen en zie zoo, dat d« inkomst' n de uitgaven dekken Dat is voel beter I En eer'yker! En lankmoediger U, Mynhoer de Redacteur, myo oprechten dank voor de welwillendheid, waarmod.i go Uw kolommen voor deze kwestio opensteldct, waardoor ge my van dienst z(jt geweest en waaruit andereD wellicht zuilen geleer t hebben. Hoogachtend, Uw abonné, V. De beantwoording van des iozendfrs in gezonden stnk in uw nnmmer van 18 dezer scbynt nog onvoldoende te zyn. Althans de inzender komt terug, dit maal echter met dingen, die het wezen der zaak niet rakm. Niet zonder verbazing namen wy dan Ook kennis van bovenstaand ingezonden stuk. Vast staat, dit wordt door inzender tbao» zelf toegegeven, le dat hy i s lid, 2e dat hy zich zal hebben neerteleggen by de rechter- lyke uitspraak hier in den Helder. Deze twee vaststaande feiten geven ons aanleiding om te vragenle handelt iemand die lid i s en dit zeer goed weet, niet im moreel door «ich te onttrekken aan de ver plichtingen aan dat lidmaatschap verbonden 2e is 't niet dwaas, als meo weet dat men ongelyk heeft en eventueel door den Rechter zeker zal worden veroordeeld niet op een waarschuwiog te betalen, doch expres ten eigen schade, afwacht tot dat men veroor- wordt om dan bovendien de noodige te moeten betalen verstandig mensch zal dese vragen beantwoorden. De inzender zegt voorts iets over de op zegging van het lidmaatschap. De manier waarop hier weer de zaken dooreengegooid worden, zou ons byna nopon om den in zender te raden„ga eerst nog eens op de schoolbanken zitten om te leeren, duideiyk nit een te setten, wat ge wilt weten I" Inzenders vriend, ontving een briefje van het kerkbestuur, dat hy zyn lidmaatschap alleen kan opseggen per deurwaardersexploot. Naïef is 't dan toch zeker van inzender om te vragen, hoe moet ik nu myo lidmaatschap opzeggen 1 Inzender ziet in het heele doen en laten der kerk (by bedoelt waarscbyolyk betreffende de belastingheffing) geen lankmoodigheid en blyft haar handelingen laken, 't Zy zoo I 't Eenige wat wy hierop kunnen seggen inzender, leer eens kalm en cakelyk lezen wat in ons vorig antwoord hierover is gezegd I Zoo gy dan niet overtuigd zyt, dan komt dat niet wilt overtuigd zyn. Inzender roorts niet te weten, dat ook de kerk zich heeft te houden aan hare statuten en reglementenhy zou anders niet kunnen schryven „wy (in de vereecigingen waarvan hy Od en bestuurslid is) royeeren gewoon die ledeo, die geen blyk meer geven van hunne belangstelling". Alweder een enkele „dit royeeren geschiedt toch zeker ikomstig de voorschriften van reglement of statuten Dan volgt er iets, waarvoor inzender ver- oekt goed nota te nemenn.m. de vraag „Waarom heft gy over het geheele land geen contributie naar draagkracht der gods dienstige leden?" Ziedaar de oplossing ge vonden We zullen er niet diep op ingaan, doch alleen er op wyzen dat inzender blyk geeft, over een zaak mee te willen prateD, waar van hy niet het minste bogrip berfc. Even goed kan men zeggen laten alle menschen bun bezit en hun inkomsten afstaan aan een generale kas en daaruit aan allen weer een uitkeering worden gedaan om in hun levens- onderhond te voorzien, of wel men kan de wedervraag doen: hoe komt 't dal de burgert] ne (burgerlyke) gemeente geen a omslag, in anderen 8 ®/0, 5 6% of nog meer aan hoofdelyken omslag betalen Laat overal gelyk betaald Of hoe komt 't dat do eene mensch ryk is en de ander arm Vragen die maar niet met een enkele pennestreek zyn te beantwoorden 1 Opnieuw begint inzender dan nog eens over het royeeren. Daarover zwygen we verder, omdat we niet als insender telkens in herhalingen wenschec te vervallen. Eindelyk nog eens de kwestie over ver schillende rechtspraak betreffende kerkeiyke belasting. Inzender haalt daarby aan ern geval dezer dagen in ,,'t Nieuws van den D.g" vermeid, waarbU de kerk in't ongelyk is gesteld. We hebben die vier regels ook gelezen, doch weet inzender waar 't daar over ging? Zeker evenmin als wy 't op dit oogenblik weten. Men dient echter, soDder dat men een geheele zaak kent, voorzichtig te zyn met vergelykingen. Stilzwygend gaan wo voorby zyn vóór- ontboezeming, die verstandiger aohters wege had bebooren te blyven. Voor on- geldt dat „de Rechter recht spreekt naar eer en geweten I" Wy vleien ons niet, dat we inzender, die ook weder biykeos z(jn slot alinea niet overtnigd wil zyn, door dez» antwoorden tot andere gedachten zullcu brengen. Evenwel oordeelden wy het goed en nnttig do zaak onzerzydt voor de lecrrs van dit blad uiteen te zetten. Hierin zyn we met inzender eenz (wellicht is dit het eenige punt van overeenstemming) dat anderen misschien hieruit sullen geleerd hebben. Wy hopen, dat die leeriog dan aan de zaak dor kerk ten goede zal komen, door aan vilen eene vredige oplotsing aan de hand te hebben Mynheer de Redacteur, voor uwe wel willendheid zyn we dankbaar; we geven U teven» de vertekeriog dat onzerzyds niet meer sal worden geschreven over dnze zaak, soodat we van de ruimte ia uw blad niet meer zullen vragen. Hoogachtend, Namens Kerkvoogden en Notabelen van de Ned. Herv. Gemeente te Helder.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1913 | | pagina 1