KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor HelderTexel, Wieringen en Anne Paulewnam
No. 4248
Woensdag 29 October 1918.
41ste Jaargang.
't Vliegend Blaadje p.Jm.W ct.,[fr.jp. poit|75 ct., buitenland 11.25
Pre- Zondagsblad 37$ 45 f 0.75
miën J Modeblad 65 j> g» g75 ff.—
(Voor bet buitenland bij vooruitbetaling.)
Advertentién van 1 tot 5 regels (bq vooruitbetaling) 30 cent.
Elke regel Meer6
Bewijs-exemplaar 2$
Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte berekend
Waraohijat Dlml«|- Vrijdagmiddag.
i
Uit|mri O. DE BOER Jr.p Htlitr.
Iipiiii KoninfNtraat 29. intsre. Tiiaf. 60
Opgave van de alhier geveetlgde en
vertrokken pereonen.
Qevestigd.
Naam: Beroep: Woonplaats: Van: Oei.
J. Dekker, verpleegster, Ziekenhuis, Middelsturn. Oer.
J. Meijers, arbeider, Koegras, Zevenhuizen. N.H.
6. Baasden Duik, zonder, Voistr. 12, 's-Hage. Oer.
P. G. Eekman, gepBassingr. 14, Vlissingen.
C. A. van Beugen Bik, offic,, Langestr. 24, Venlo. Rem.
J. W.v.d.Weg, sgt.-four.inf., Middenstr. 40, A'dam. N.H.
F. J. Hesiler, gep. Parallelweg 69, Utrecht.
A. van Kooten, zonder, Basstr. 20, A.-Paulowna. R.C,
G. Groot, verpleegster, Spoorstr. 6, Berlijn. N.H.
J. van Groningen, stoker, Gasstraat 17, A'dam. E.L.
R. v. d. Steen, Vwm., Jan in 't Veldstr. 90, A'dam. N.H.
l'.Lamarcq.sgt.-maj raars,, Sluisd.str.l00,R'dam.
Th. M. van de Putte, zond., P. Heinstr. 9, A'dam.
C.v.d.Voorde, lichtw., 2e Vroonstr.8'2, Vlissingen,
R.Simdorn, korp.mars., Brakke v8ldstr.l6,R'dam.
Wed.T.J.Pluymers.zond ,Californiestr.l2,
R. Wicherink, verpleegster, Ziekenhuis, Zwolle. Ger.
G.v,d,Beig—Thijsmeyer, Achterstr.l6a,Durban. H.L.
P.J.Bromlewe,korp.marins,,Molenstr.206,A'dam. R.C.
Vertrokken.
Naam: Beroep: Van: Naar: Oei.
A. deGraatT,kwartieriu Parallelw. 10,Haarlem. N.H.
Wed. J. P. Nielsen, zond,, Keizerstr. 44, A'dam.
J.H.Meinderink,sgt-st.,2eSchagendw.str.l2,Vliss.R.C.
JJ.deVrijer,kwm.,Koningstr.55t>,Hellevoetsluis. N.H.
H.A.Crommelin,luit.t/z,2ekl.,'s-Hage,Hoofdgr.52.
M. Drijver,scheikundige, Janz.str.86, Eindhoven. N.H.
Lammerts-Smeets G. H., Stationstr. 15, Zwijndr. R.C.
J. Schenkel, sgt.-maj.inf., Smidstraatö, Haarlem. N H.
S. Ochel, gep., Koningstr. 45, Amsterdam.
L.P.A.M.Stam-Wagemaker, Stationsw.la, Venlo. R.C,
EC. de Min-Olofsen1 e Goversdw.str. 2's-Hage.
Wed.J.Daleboudt1zonil.,'2eVrnonstr1'26( Haarlem N.H,
RIEUW8BERIGHTEH.
HELDER, 28 October.
Door den Majoor, eerstaanwezend
ingenienr der Genie alhier, werd Vrijdag
aanbesteed: Het wysigen van geschat-empla
cementen op de tegemoetkomende batterij
van het fort Erfprins als tijdelijke voorziening
in de bewapening, in verbond met het ver
beteren van het fort „Kijkduin". Raming
f27.100.—.
A. Krijnen, Holder f 34878.—G. de Groot,
Alkmaar f 84000.—J. J. de Groot, Barainger-
horn f33200.T. H. Swets, Hardioxveld
f32860.— D. Stny, Utrecht f32269.— P.
C. Stny, Alkmaar f32000.I. L. van Os,
Helder f 30200.J. J. Schoefielenberger,
id. f29300.-; Th. v. d. Sterre, id. f29200.-
J. Sprnit, id. f28980.firma Gebr. v. Pelt,
id. f28970.-; H. Wijkeir, id. f28648.-;
W. Lastdrager, id. f27860.J. de Vries,
id. f 26980.N. V. Indnstrieole Maatschappij
van F. J. Stnlemeijer Co. te Amsterdam
f 24970.—.
Diplom* voor Ploegers.
Evenals in het vorige jaar zal vanwege
de Ver. tot Ontwikkeling van den Landbouw
in H. N. Kw. dozen herfst voor ploegers de
gelegenheid worden opengesteld, proeven van
hunne bekwaamheid af te leggen. De mede
dinging staat open voor personen, woonachtig
in Noordholland, boven het Noordzeekanaal,
van minstens 18-jarigen leeflijd. Indien de
aangifte te groot mocht zijn, worden de ondsten
van de mededinging uitgesloten. Iedere deel
nemer moet zelf een «ttuk land aanwijzen dat
door hem zal kannen worden geploegd en
hij is tot op zekere hoogte vrij in de keuze
van den te gebruiken ploeg. De diepte van
ploegen zal nader door de commissie worden
vastgesteld. Het stuk land moet pl- m. 2 k
8 H.A. groot zijn.
De commissie voor de regeling van dezen
wedstrijd bestaat uit de heeren H. Waiboer
te Winkel, W. Metselaar te Wieringerwaard,
K. A. Kaan (e Anna Pamlowna (Veerweg),
C. Nobel te Schagen en G. W. Waiboer te
Anna Panlowna-
Aangiften van deelnemers worden tot 29
October aangenomen door de leden der
commissie. Aan degenen, die ia bekwaamheid
uitmunten wordt een diploma uitgereikt.
De brievengaarder te C'astrlcum.
De officier van justitie te Alkmaar heeft
den brievengaarder Res te Castricum een dag
vaarding doen beteekenen, waarbij deze wordt
beklaagd van overtreding van art. 201 Wet
boek van Strafrecht. (Hü die opzettelijk brieven
of andere stukken, aan een post- of telegraaf
kantoor bezorgd of in een postbus gestoken,
aan hun bestemming onttrekt, opent of be
schadigt, wordt gestraft met; gevangenisstraf
van ten hoogste dén jaar).
Ter aanvulling van dit bericht, dat we in
de »Alkm. Ct." vonden, schrijft de corres
pondent van het Alg. Hdbl.
Van den beginne af is Res verdacht van
I en het h
postdiefstal
n ten laste gelegde om
FEUILLETOB.
HET PLEEGKIND.
15)
Hy moet de meest verscheiden zaken ver-
koopen en de meest verscheiden klanten van
dat voorzien, wat zjj noodig hebben. Mjjn
klanten zijn allen aan elkaar gelijk, mijn
waren zijn steeds dezelfde. Ik verzeker u,
juffrouw Clayton,, de stompe, botte domheid
der studenten is dikwijls ontzettend."
„Dan heeft me n knappe menschen noodig,
om die op te voe den," zei Beatrice.
Het kan zyn maar knap in wat? Niet
in geleerdheid, maar slechts in die kennis,
die het examen vraagt. Zag u ooit een
vuurwerk-fabriek
Hij had die vraag lot Beatrice gericht,
die natuurlijk nooit een gezien had.
„Nu, men stopt daar, evenals ik, allerlei
in ledige hulzen Salpeter Latijnsch
zwavel Griel ach houtskool ge
schiedenis en zo o verder. Ik stop en stop
de huls is vol en op de juiste plaats; de
examinator doet haai- ontbranden
„En jlaar barst zjj uiteen voor haar tijd,
zei Beatrice vrooilyk.
„Ja, velen ontploffen en verstrooien hi
onverbrande matei riaal naar alle windstreken
velen vliegen ech ter ook juist op en vallen
na volbracht werk als stokken weer omlaag."
„Maar velen he. bben geluk, zooals gij zelf,'
bracht Horace in het raidden.
„Mjjn waarde H orace" Frank gewende
suel aan die vert rouwelijke aanspraak
„hoe meer ik vat t studenten zie, hoe
trent het wegraken van een postformulier.
Toen hij van rechtsvervolging werd ontslagen
voor postdiefstal, bleef een ander verdacht
feit bestaan, waarvoor reeds maatregelen, in
openbare zitting te behandelen, waren genomen,
Door het O. M. is nu deze zaak te gelijk met
de zaak-Koppenol op de rol gebracht, opdat
het volle licht bij de behandeling voor de
Rechtbank kan opgaan.
Bijgeloof.
Katwijk, 25 Oct. Wjj meldden reeds, dat
zeer veel" haring werd aangevoerd. In zulke
dagen zijn er velen, die ook graag veel
ragen. Men tracht dit te bevorderen door
it volgende:
Schippers van te IJmniden thuisbehoorende
trawlers en loggers spijkeren in hun mast
een op straat gevonden hooftjzer. Zij zgn dan
overtuigd een goede vangst te hebben. Het
mag geen nieuw ijzer zijn, daar men dan
hot geluk zou kunnen koopen. Dezer dagen
vaartuigen te IJmniden uit met zulk
ijzer in den maBt. Het bijgeloof ia dus
in onze twintigste eeuw nog niet verdreven.
(„Alkm. Ct.").
Een aanranding?
In „De Tol", lezen w(j een uitvoerig relaas
van een 10-jarig meisje uit de Balist'raat te
Amsterdam, dat Zaterdagmiddag (het moet
omstreeks half een geweest zijn) op den
Zeeburgerdyk (volgens haar eigen mededoe-
lingon) zou zijn aangerand door een maD, die
r appelen en peren beloofd had als zg
hem meeging. Toen z(J weigerde, zou de
haar met een mes hebben bedreigd en
r in de rechterhand hebben gebeten. Op
r gillen waren voorbijgangers toegeschoten,
waarop de man er vandoor ging. Zy kon
van haren aanrander bg de politie een nit-
lerig signalement opgeven.
De man had haar, volgens haar opgave,
eds gevolgd toen zy kort te voren een be
ek aan een tante had gebracht in de Groote
Kattenburgerstraat en haar buiten opgewacht
en opnieuw gevolgd, toen zij bij die tante van
daan kwam.
Wy kunnen hieraan het volgende toevoegen
Het meisje werd Zaterdagmiddag ondervraagd
door den hoofdinspecteur-ufdeelingschef van
het politiebureau Kattenburgergracht, den
heer H. Beets. Zij deed er het relaas, onge
veer als boven vermeld. Echter zon, volgens
onze inlichtingen, de aanranding hebben plaats
gehad in de Zeeburgerstraat. Is de door het
meisje opgegeven tijd, half een, juist, dan
wint haar verhaal niet aan waarschijnlijkheid,
t op dat uur is het in die straat zeer
drnk door het affoopen der fabrieken op de
Eilanden. De aanrander had dan al geen
ongeschikter plaats kunnen uitkiezen Is het
later gebenrd, dan moet toch in elk geval in
aanmerking genomen worden dat in de Zee
burgerstraat overdag steeds voorbijgangers
zijn. Het meisje zegt zoo geschrokken te zijn,
ze niet wist of er menschen in de om
geving waren.
De verwonding is in hot bovenvermelde
bericht wat overdreven voorgesteld. Hot is
slechts een wondje aan den pink.
Een en andermaal ondervraagd, bleef het
meisje bi) haar opgave, die ze te voren ook
eds, in gezelschap van een bunrvrouw, ge
ian had aan het politieposthuiB Javaatraat.
Ofschoon geen overdreven waarde hechtend
aan het verhaal van hot kind, heeft de politie
tooh het door haar opgegeven signalement
den aanrander naar alle politie-bnreanx
posthuizen geseind en een onderzoek in
gesteld. (H.blad.)
Verduistering.
19-jarige boekhouder
i door zijn
patroon, den drogist P., aan het Spui
's-Gravenhage, belast met het overbrengen
van een som gelds groot f 650 naar het
bureau van de Coöp. Üredietbank van den
Handeldryvenden en Indnstrieelen Midden
stand aan de Do Riemerstraat aldaar. Hij
deponeerde daar echter slechts f 500 en ging
de overige f 150 later en in zyn vacantie
goede sier maken met zyn meisje, voor wie
hg mooie geschenken kocht en met wie hg
reisjes maakte. H$ gaf zich als een heel
heer nit, liet visitekaartjes bedrukken
len naam van een aanzienlijk persoon
en presenteerde die kaartjes bij verschillende
menschen met wie hij in aanraking kwam.
zgn meisje zon hfj verteld hebben dat
hij f 16 per week verdiende en veel provisie
genoot, terwijl hij slechts f8 per week aan
loon genoot. Zijn patroon had nog ontdekt
dat hij ook verschillende valschheden in de
boeken had gepleegd. In 't geheel was de
patroon f 1180 aan hem te kort gekomen.
Tegen beklaagde, die aanvankelijk in ver-
■ekerde bewaring werd gesteld, doch na vier
dagen daaruit weder werd ontslagen, eischte
het Openbaar Ministerie b$ de Rechtbank
zes maanden gevangenisstraf.
Het gewezen meisje van bekl., als getuige
gehoord, werd door den president er op ge
wezen dat zjj, door ongelooflijke mededeelin-
gen van bekl. voor waar aan te nemen en
van zgn mildheid te profileeron, z. i. voor
een deel ook schuld had in deze zaak.
Uitspraak over 8- dagen.
Stuurlieden-examens.
's-Gravenhage, 24 Oct. Geslaagd groote
stoomvaart derde stuurman H. A. van der
Schoor de Boer, C. Stapel en A. M. Morgen-
stam.
0ud-Mlnlster A. S. Talma.
Naar „De Ned." meldt, heeft Zondag te
6$ our in de Regentessekerk te 's-Gravenhage,
voor het eerst na zgn ministerschap, ds. A.
S. Talma een predikbeurt vervult.
Veroordeeld.
Madrid, 24 Oct. Het Hoog Militair Gerechts
hof veroordeelde kapitein Sanchez, wegens
moord op den minnaar zyner dochter en andere
misdaden, ter dood en zgn dochtor Lonise tot
levenslange gevangenisstraf.
Paviljoen in brand gettoken.
Het twee jaar geleden, ten koste van on
geveer J5 2000, gebouwd paviljoen voor de
athletische spelen van de studenten te Bristol
is afgebrand. Blijkens gevonden schrifturen
het werk van kiesrecht vrouwen.
De Russische spoorwegcontróle.
Volgens het dezer dageD verschenen rap
port van het Russische ministerie van verkeer
werden in het laatste dienstjaar niet minder
dan 904,120 reizigers zonder biljet of met
een vervalscht biljet in den trein aange
troffen. In verband daarmede z(jn 18,000
ambtenaren en spoorwegarbeiders ontslagen,
gedegradeerd of op andere wjjze gestraft.
Er is nu besloten een contróle naar Duit-
schen trant in te voeren.
Het testament van Altman.
In de New-Torksche en Londensche pors
zijn thans de hoofdzaken gepubliceerd uit
het testament van Altman, den New-York -
schen multi-millionair, die z(jn prachtige
schilderijenverzameling heeft gelegateerd aan
het Metropolitan Museum te New-York.
Hierdoor wordt dat museum uitermate ver
rijkt. Ook van Pierpont Morgan's kunst
schatten zal daar veel schoon lang niet
alles een blijvende plaats vinden. Want
een aanzienlijk deel van die knnstschatten
van Pierpont Morgan scbynt bestemd om te
worden geplaatst in de tMorgan Memorial
Athenaenm" te Hartford, een stichting van
Pierpont Morgan, gewijd aan de nagedach
tenis van zijn vader, Spencer Jnnins Morgan,
die daar in Hartford zijn zaken was
begonnen.
Altman heeft bepaald, dat in het New-
Yorksche museum zgn collectie bijeen moet
blijven en natuurlijk wordt aan dien wensch
het geldt hier een legaat tor geschatte
waarde van 30 k 40 millioon gulden door
de mnseumautoriteiten voldaan.
Voor nabestaanden en vrienden heeft
Altman 1.700.000 guldon bestemd, terwijl
500 employé's in hot warenhuis, dat door
Altman tot zoo grooteu bloei was gebracht,
samen 1.750.000 krijgen. Dan geeft Altman
een fonds van 19.200.000 gulden gecrëerd,
waaruit af en toe gratificaties zullen worden
uitgereikt aan employé's der firma, die zich
bijzonderlijk onderscheiden.
Het totaal der nalatenschap wordt op 70
k 80 millioen gulden geraamd. Ongeveer
de helft daarvan is vastgelegd in schilderijen
en andere kunstwerken.
Altman was ongehuwd.
In bat teeken dar algameena bewapening.
Omdat alle landen der wereld op hnn be
grootingen met steeds duurder en omvang
rijker aankoopen van nieuw krijgstuig
brengen heeft de republiek San Marino
niet achter willen blijven.
De republikeinBche regeering had tot dus
ver de beschikking over slechts één kanon.
Daar komt een handige handelsreiziger van
de firma Creuzot, en praat zoo lang en zoo
goed, dat hg de regeering van San Marino
vier moderne kanonnen aanpraat. De leve
rantie heeft plaats en de vier splinternieuwe
Creuzotkanonnen worden bezorgd en uitgepakt.
I
snellen blik
scheidener ik word. Ik heb evenwel geluk; Beatrice kalm. Frank wiei
maar wanneer mijn mededingers de jonge-op haar.
lieden gelijken, die ik africht, heb ik geen „Weet u dat zeker?" vroeg Frank,
reden, mij daarop te beroemen." j „Zeer zeker; het is „heiligheid", niet
„Maar je kennis voert je veel leerlingen „strengheid" ik sloeg het eerst de vorige
toe." I week na."
„Gewoonlijk nietIk bezit alleen een zekere „Ik wilde die plaats voor eenige maanden
geschiktheid, trage liedeD vooruit te brengen nazien," zei Frank, „ik vond echter hel boek
dat is alles." niet en vertrouwde toen op tnyn geheugen,
„En misschien ligt daarin ook de reden, waarin ik, zoo het schijnt, ongelijk had,"
waarom u alle trage lui bekomt," zei I „Waartoe had u dan die plaats noodig?"
Beatrice. „Och, dat weet ik niet meer ik zal er
„Daar is iets van aan," antwoordde Frank 1 my echter op bedenken, zoodra ik mijn .hoofd
lachend. j weer inspanuen mag, en dan zal ik het u
Plotseling wendde hy zich tot Beatrice en meedeelen."
zei: „U studeert Latijn?" I „Geef u geen ïnoeito ik weet het. Ik
„Ja, Hoe kau u dat weten?" zag het valsche citaat de vorige week."
Hij lachte en wierp baar een snellen blik Frank haalde de schouders op.
toe. „U heeft een kleine, zeer kleine rimpel „Natuurlyk is u de schrijver van die ver-
tusschen de wenkbrauwen, die slechts van bundeling," vervolgde Beatrice.
zware studie kan komen, en Latijn is een 1 „U is verbazend scherpzinnig, juffrouw
zware studie voor een dame." Clayton.
„Zulke lynen kunnen ook door andere oor- „Wat heeft Frank geschreven?" vroeg
zaken ontstaan," zei Beatrice schier afwerend. Horace.
„Ja, door leed, maar u kan geen leed j Beatrice lachte; zy wilde thans wraak
hebben. Ook de trots kan zulke lynen trekken. nemen voor Franks aanmerking over haar
U is wel trotscli, maar niet bovenmate. Dus Latijn. „Het hoofdartikel in de Engelsche
heb ik gelijk." Revicw, „Over de verantwoordelijkheid der
Blijkbaar was de jonge man aanmatigend. j Grondbezitters," zei Beatrice met een ernstig
Beatrice zweeg onaangenaam geBtemd. 1 gebaar.
„Drink je geen champagne meer, Fraus?" „Onzin, Beatrice. Frank kun dut niet ge
vroeg Horace, toen hy zag, dat deze Whït- schreven hebben! Niet waar, Frank?" vroej:
taker terugwees, die zyn glas weer wilde 1 hy twijfelend, toen hy zag, dat zijn gast bij
vullen. de beschuldiging in 't geheel geen schrik
„Neen, dank u. Ik drink weinig, ofschoon toonde,
uw wyn goed genoeg is om de strengheid „Jonge dames moesten de Engelsche Review
van een kluizenaar aan 't wankelen te j niet lezen," zei Frank,
brengen." „Anonyme briefschrijvers moesten tenminste
„Dat is Byron, niet waar?" vroeg Herbert. juist citeeren," wierp Beatrice terug.
„Byron, ja, maar valsch geciteerd," zei „Maai- heb je het werkelijk geschreven.
Daarop zal de artillerie van San Marino
tot de eerste oefening overgaan. Maar ge
lukkig is er een snuggere luitenant der San
Marineesche artillerie bij tegenwoordig, die
eerst aan het berekenen gaat. Wat rekende
hij uit?
Wanneer men met de nieuwe kanonnen
ging schieten, zon de kogel veertien kilometer
verder vliegen. Maar dit kon on mocht niet,
aangezien dit de dubbele lengte bedraagt
van den grootston afstand van de republiek
San Marino, welker grootste lengte zeven
kilometer meet.
Het eerste schot in San Marino is dns niet
gelost.
Ka de Earopeesche oorlog zul duur niet
ontbranden, omdat elke vreemde en eigen
kanonnier liier steeds het doel moet voorby
schieten.
Slapende gezichten.
Nietzsche heeft het eens aldns gevraagd:
„Hobt ge nw vriend wel eens slapende ge
zien Zgt gij daar niet van geschrikt.
Op dit Nietzschiaanschethoms doorgaande,
schrijft Frits Zürïchor, een Dnitsche essayist,
an schetsje, waarin juiste en gevoelige op-
lerkingon voorkomen. Wjj vertellen iets ervan.
Ik heb eens gewaakt aan het siekbod van
een vriend. Ik zag hem na lange pijnen in
slapen. Tot ver in het droomenland volgde ik
do uitdrukking van zjjn gelaat. Alle uitdruk
kingen zag ik achtereenvolgens over zjjn gelaat
trekken. Ik was ontBtold: het jaren lang zien
van wakenden hadden mg niet zooveel van
oen gelaat laten lezen, als dit ééno uur, ter
wijl mjjn vriend sliep.
De slaap komt de voorhang dor wim-
irs valt het stuk is nit. Neen, integen
deel, het stuk vangt eerst aan, wanneer de
voorhaog der wimpers valt. Het is het andere
stuk. De oogen, de glinsterende komedianten,
die overdag het tooneel, dat is het gelaat
beheerschten, ze zjjn echter verdwenen. En
wfl ky'ken nu zeiven achter do coulissen van
een mensch. Wat nu, na het uitdooven van
het voetlicht, nog over het tooneel van zgn
gelaat trekt, dat is de waarheid en draagt
schmink. Afgevallen is de toga der groote
ren, het aangewende lachje is verdwenen,
versmolten is de trotsch aangeleerde gesloton-
de ziel ligt bloot. Al het terugge-
e gaat nn over het gelaat. Mild on
dnister en heldhaftig, vlak en ledig,
de een zoo, een ander weer anders. De slaap
heeft liet masker van hot gelaat genomen.
Ik reisde eens door Italië. Een kunstenaar
zat tegen over me, en zjjn vrouw was naast
hem gezeten. Hjj ging druk tekeer over de
heiligheid der knust en de eeuwige frisch-
heid van haar jeugd. Zjjn oogen glansden
daarbij, en schonen zjjn gelaat to verhelderen.
Zjjn vrouw bleef zwjjgen. Ik gevoelde mede
lijden voor den kunstenaar, die verbonden
was aan zulke een zwjjgende en gesloten
levensgezellin. Daarna treinden we door de
Campagne. Het was warm, en het tweetal
tegenover me sliep in. De slaap nam debe-
driegeljjke dagsluiers van beider gelaat weg.
Het gelaat van den kunstenaar vertoonde zich
nn met een breeden mond, waarin de groote
gele tandon staken, do wangen hingen slap,
en heel het gelaat droeg het karakter van
leegheid. Ik schrikte: Welk een verwoest
gelaut 1
Het gelaat van zjjue vrouw echter kwam
mij lieftallig voor, en langzaam ving hetge-
vool, dat zij niet geuit had bjj haar waken,
uan zich daarop te woerspiogelen.
Slapende gezichten zjjn openbaringen. Tracht
niet des daags het gelaat van uw vriend te
begrjjpen. Een blik daarop terwjjl hjj slaapt,
de voorhang des levens is weggenomen.
(H.bld.).
M'n auto stond dezer dagen plotseling stil
aan den kant van den weg. Ik weet niet,
of ge bjj ervaring dit gevoel kont; maar
gewoonlijk werkt het op iemands goede
humeur, vooral wanneer men het mankement
dadeljjk kan vinden en er bovendien de
traditioneele boerejongen met x'n neus op je
handen komt staan koekeloeren.
Terwjjl ik ijverig bezig ben, den motor
na te kjjken, of er weer wat beweging in
hot ding te krjjgen is, begint m'n toeschouwer
belangstelling to toonen.
„Hoeveel paards vraagt bg, wer
kelijk technisch.
Ik antwoord kortaf„Twintig".
En wat zegt die kinkel
„Dan mot je maar vast rekenen, dat
d'r nogentien op do loop binne, baas I", en
bjj klotst op z'n klompen naar het melk-
'eidjo. (H.blad).
DE WEEK.
25 October.
Om dfct te volbrengen moet men iemand
fijn met zeer buitengewone gaven. Van
wonderbaar-scherp opmerkings-instinct, van
schatrijke ervaring, van diepe menschen-
kennis, van nniversoele ontwikkeling. Om
maar iets te noemen. Want, er wordt nog
veel meer toe vereischt.
Namelijk, tot het schrijven eener goede
„psychologien van Jan Publiek." Wie dezen
zonderlingen en vaak onnaspenrbaron„meneer"
in de gaten heeft, zooals de frissche
volksterm 't noemt, mag zich gelukkig
prjjzec. Is hjj uitgever van krant of tijd
schrift: z'n kapitaal werpt reuzewinst af. Is
bg ondernemer van eene „publieke vermake
lijkheid" zelfs do gramstorigste kritiek kun
hem koud laten. Zijne zaken floreeren toch
Begeeft hjj zich op het wjjde gebied der
politiekargz'n carrière is gemaaktMaar:
slechts weinigen brengen 't zóóver!...
Om meneer Jan te behagen, te bekoren;
bjj hom „in de pas te raken" moet men, bjj
voorbeeld, precies -'t tegenovergestelde
zjjn van don tbans zeventigjarigen heer Victor
do Stuers. Menschen, die zooals hg „met
tanden goboren werden" (gelijk de onde
Romeinen 't noemden) vallen niet in zjjn
smaak. Heer Jan glimlacht bovendien schok
schouderend over geestdrift voor oude monu
menten, en het dweepen met kunst. Meneer
Jan zal, op z'n jsarljjksch uitstapje, niet
verzuimen, met of zonder gade en kroost,
een bezoek te brengen aan de musea, even-
good als aan collectiën curiosa en folter-
werktnigen nit ver-verslagen eenwen. Wèt
hjj nu eigenljjk 't meest interessant vindt,
ik zou 't niet dnrven beslissen.
De Nederlandsche heer Jan Pabliek (over
hém heb ik 't hier natuurlijk) is eigenlek
slechts voor eon teer beperkt aantal onder
werpen en gebeurtenissen van den dag echt-
ontvankeljjk van belangstelling.
Dat zaakje van den boer Doude van
Trooatwjjk, van den man, die wellicht een
ton-gouds zal krjjgen voor zjjn servituut bg
Nieuwersluis ziedaar een heerljjk pnnt van
genoegoljjk discours Dat idee, de macht
te hebben, om alle treintjes bg je terrein te
laten stoppen, en dan op de smeekbede
der machtigo heeren, in vredesnaam een stuk
of wat treinen te laten doorstoomen, togen
vergoeding van honderd „roode lapjes"
't Is om te watertanden.
Het naderend dreadnonght-onweér in de
Vertegenwoordiging zal heer Jan's attentie
slechts prikkelen wanneer er henscheljjke kans
op echte en formeele herrie bestaat. Do
noodkreet van „Onze Vloot", bejammerend
dat ,,'slanda welvaart" in gevaar verkeert
bjj aJdien we niet ijlings aan bet dread-
ghts-bouwen gaanvindt die weerklank
in Jan's ziel? Wie durft deze vraag beves
tigend beantwoorden „Onze Vloot" wil oene
rilling door den lande doen gaan en wacht
millioenen Totdusver kwamen 'n paar
duizend blanke Hollandsche guldentjes in
Misschien net-gonoeg om een paar van die
kostbare moderne schoten uit het momenteel-
nieuwste en zwaarste geschut te lossen
Meneer Jan denkt aan het cijfer op zjjn pas-
ontvangen belastingbiljet. Hjj berust zuch
tend in het onvormjjdeljjke wanneer straks
wellicht de heeren op het Binnenhof toeh
voldoen aan Exc. Rambonnet's vurige wen-
schen Maar wanneer 't misloopt, wanneer
een stormgang van Rechtsche en Linksohe
elementen oen leeljjke bres subiet in het
splinternieuwe Kabinet: heer Jan Pabliek
zal er geen traan om laten
Wanneer hjj hoort of leest over de span
ning thans in de hoogste militaire gelederen
heerschend, van het antagonisme tnsschen
den pas-opgetreden minister van Oorlog
Bosboom en ,de generaals", speciaal gen.
Snijders. Onderwerp, dat de atmosfeer om
en b(j officieren-babbeltsfels tot kookhitte
doet stijgen
Onze Jan interesseert er zich maar zeer
flauwtjes voor. Hg is gewoon militaire minis
ters en opperofficieren e. t. q. over óén kam
te scheren, 't Z^n voor hem stugge menschen,
die een respectabelen afstand bewaren tns
schen al wat valt buiten hun kring van
goudgefionker en sabelgerinkel. Wier plannon
en liefhebberijen de burgerij jaarlijks teen'
boop duiten" kosten, en die straks verzekeren,
dat toch nog geen honderdste part wordt
geofferd van hetgeen eigenlijk en feitelijk
voor «'stands weerbaarheid" noodig is.
Menoer Jan Pabliek gevoelt iets angstig-
schuchters in hunne nabgbeid en houdt se
vroeg Herbert. De beide broeders zaten daar
als de vleescli geworden angst. Frank lachte.
.Juffrouw Clayton is ontzettend scherp
zinnig."
De broeders begrepen, dat Frank werkelijk
i schrijver van het bedoelde artikel was,
dat door de stoute en oorspronkelijke denk
beelden, die er in voorkwamen, algemeen op
zien had gewekt.
.Frank," zei Horace op deftigen toon, „je
bent zeker een radikaal."
„Een radikaal 1 herhaalde Herhert be
kommerd.
„De hemel beware my ik ben geen
radikaal! Ben jij er een, Horaco?"
Allen moesten om de ongerijmdheid dezer
vraag lachen. Neen, de broeders dankten
God, dat zij niet radikaal waren.
Maar er zijn toch ook radikale» van
aanzien en stand?" vroeg Frank, schijnbaar
onschuldig.
„Een paar," zei Horace. Hoe treurig deze
waarheid ook mocht zyn, toch gevoelde hij
zich verplicht te erkennen, dat er onderzijn
bekenden twee radikalen waren, wier maat- j
schappelijke positie zoodanig was, dat men
zich over hun politieke geloofsbelijdenis moest
heenzetten. Het was een gebrek in de anders I
zoo goed geordende wereld. Voor 't overige 1
was het zeer bevredigend, dat men Franks
verzekering had, dat bjj geen radikaal wa9.
De broeders zeiden hem dat dan ook zeer ernstig.
„Ik vermoed, dat mjjnheer Carrot een
communist is," zei Beatrice scliaks.
„Dat brengt mjjn even uitgesproken meoning
over uw scherpzinnigheid weer aan 't wan-
kelen."
„Maar wat zjjn uw werkelijke ideeën,
Frank?" vroeg Horace.
„Ik heb eigenljjk geen bijzondere ideeën,
maar liefst in goed hnmeur, opdat ze niet
nog //duurder" zullen worden.
Zulke gevoelens en indrukken zjjn onge
twijfeld zeer dikwjjls te persoonlijk, te sub
jectief van aard om zDiver weer te geven
wat er «bjj de massa" omgaat en toch
meen ik 't zoo sterk waar te nemen, het
apathische, lauw-onverschillige der publieke
belangstelling voor wat dan nog het meest-
interessante in de zaken van den dag mag
heeten.
Voor de steeds grooter wordende rubriek
er criminaliteit raken wjj gaandeweg op 't
riespnntDe St. Jan in Den Bosch moge
'orden uitgeplunderd, de allerlei-redactenron
mogeo ons op de fijnste en sluwat-aange-
legde in- en uitbraakjes vergasten; wjj achten
't haast de moeite van het lezen niet waard.
Wat vroeger eene gansche stad in rep en
roer zou hebben gebracht lijkt ons thans
even «gewoon* als de gebruikelijke- mjj- en
■teekpartytjes op de vaderlandsche najaars
kermissen.
Voor standbeeldon en monumenten ik
wees er zooeven reeds op voeleD we bittor
weinig. Dat er bijzondere, feestelijke aan
leiding noodig is om de standbeelden die er
zgn te doen reinigen en toonbaar-maken („voor
den vreemdeling") 't verbaast ol ergert
ons absoluut niet, of de oproep om de ge
broeders De Witt in „monumentalen vorm"
te gaan eeron snccès zal hebben: ik ben er
benieuwd naar! Dat 't een krachttoer, ook
van jobsgeduld, sal worden voor de mannen
van 't initiatief in deze't staat voor mjj vast.
De tjjden zjjn er nn eenmaal niet naar om
zich scheutig te betoonen voor het „niet strikt-
noodige". Do menschen van onze dagen
hebben nu oenmaal verleerd, zich te verge-
gen mot avondjes ia haisoljjken kring,
.r een glaasje pnnch of een kopje warme
meik; een spelletje kien of klok-en-hamer,
een genoeglijk praatje, de portefeuille van
leesgezelschap en een beetje piano van de
oudste dochter des huizes voldoende afwis
seling en „verstrooiing" na de dagtaak schonk..
De kinema is het aller-bescheidenste pnnt van
't „menu-plaisier". De Ijjst is vrjj uitgebreid,
zonder dat nog van „overdaad" sprake kan
wezen.
De tijden zjjn duur. In tal van gesinnen
niet slechts in de sfeer der kleine-luyden 1,
worden wekelijks meer of minder vreedzame
gesprekken gehouden tnsschen mannen en
vrouwen des huizes, tot onderwerp hebbend
't eindcijfer van het huishoudboekje.
Wie ouder zulke omstandighoden bg de
menschen aanklopt om bijdrage voor nieuwe
monumenten, moet wel een toovenaar van wel
sprekendheid sgn om ig'ne bede te zien in
gewilligd I
De levensstandaard is stijgende, in alle
kringen der maatschappij.
Er moet iemand zijn van den frisachen, on
bevangen k(jk op menschen en dingen, als
bijvoorbeeld toont t« bezitten de heer Altiag
van Geusau, de nienwe directeur-generaal, P.
en T. Hf is er de man niet naar om zich te
laten foppen door overdreven, opgeschroefde
klachten en grieven. En tevens weel hij doze
te schiften van rechtmatige, billijke vragen
om lotsverbetering. Tnsschen autoritair-hoog-
hartig negeeren en 't laten overrompelen door
kabaal en gedruisoh van zekere soort „gang-
";era" voor nooit te bevredigen of to vor-
igen onvoldaanheid ligt een scherpe grens-
lgn.En de nieuwe directeur-generaal houdt
die blijkbaar in het oog.
Dat is een zeer gelukkig en verblijdend
verschijnsel.
Menschen, met zorgen beladen, kunnen
geen last in ban arbeid hebben. Eo de pien
terste zakenman zal grif erkennen, dat de
schrielheid, welke op vergoeding voor ge
schonken werkkracht poogt te beknibbelen,
in hare indirecte gevolgen zoo dikwijls ge
vaarlijker, nog blijkt te wezen dan „de losse
hand".
Zeker is er op menig badget van den measch-
up to date, in onze „beschaafde maatschappij"
met wat goeden wil 't een en ander te
schrappen.
Maar wie beseft, dat er ook achter zoo
menige burgermans-huisgevel wonderen van
beleid, spaarzaamheid, inspanning, ijver wor
den gebracht, terwijl 't toch nog steeds eon
moeizaam worstelen blijft om „er te komen,"
hy zal toegeven, dat de Staat zoowol als
elke andere werkgevers met de gewy«igde
tijds-omstandigheden dient rekening te honden.
Zulk-een is geleof ik, de nieuwe
directeur-generaal.
En zoo-een is een man naar Jan Publiek's
hart iMe Antonio,
en wil mg gaarne door u laten leiden. Maar
waarom haal gy do radikalen 7.00, Horace?"
„Zy zyn zoo zoo weinig Engelsch."
„Dan haat ik zo ook. Ik ben zeer
Engelsch zijt gij het ook
Zij verzekerden "liem plechtig, dat zij hoop
ten in merg en been Engelsch te zijn; zich
zelf cuhter bekenden zij, dat zy wel Engelsch
waren, maar door hun reizen in het buiten
land geheel het uiterlyke van die eilandbe
woners verloren hadden.
„Ja, het is een groote zaak, een Engelsch-
man te zyu. Weinigen zyn 111 staat de groote
waarde daarvan to schattenik kan het
geheel."
„Dat is juist," zei Horace. Ondanks het
artikel over de grondbezitters, stelde hy zich
omtrent zyu gast volkomen gerust.
„Wanneer het van mij afhing," vervolgde
Frank ernstig, „zou ik een wet uitvaardigen,
die eiken Engelscliman verbood, een andere
dan zijn moedertaal te leeren. Zoo dikwyls
een Engelsch kind Fransch of Duitsche werk
woorden vervoegt, wordt de komst van het
duizendjarig ryk verschoven."
„De komst van het dnizendjarig ryk!"
herhaalde Beatrice.
„Ja, ik stel mg voor, dat het duizendjarig
rijk daar is als de gansche woreld Engelsch
spreekt. Wanneer wy slechts onze taal willen
spreken, ruocten andere naties die ook leeren
en zoo zal de gelukkige dag vroeger aan
breken. Waar liet Engelsch eenmaal vasten
voet heeft, overwint het ook."
„U spreekt dus slechts Engelsch?" vroeg
Beatrice.
„In mgn onverstand heb ik nog een paar
andere talen geleerd, maar ik geef mij
gelukt."
te vergeten, koewei mij dat i
„Op welke wyze wil je je vaderlandsliefde
nog meer toonen?" vroeg Horace vroolyk.
„Ik wilde iedere 'voetbreedte vreemd land
vasthouden, onverschillig of het door geweld,
bedrog, koop of ontdekking aan ons gekomen
is, of- het inkomsten afwerpt of uitgaven
vordert. Het moet een geluk voor de be
woners zyn, verongelscht te worden, en welk
land het ook zy, liet zal toch zeker eenmaal
voordeel aanbrengen."
„Geen wonder, dat je niet van dc radikalen
houdt," zei Herbert met welgevallen.
„Nu, en wat'meer nog?" vroeg Beatrice,
tot wie hy zijn woorden gericht had on die
alzoo gerechtigd was tot deze vraag.
„Wel, «en menigte meer maar ver
oorloof mg eon vraag. Krenkt het uw trots
niet nu en dan, dat wij alB Engelsehon oen
volbloed Duitsche als koning en koningin
erkennen mosten Hoeveel droppels Engelsch
bloed vloeien wol in de aderen der prinsen
Dat was een zeer verontrustende vraag.
De T&lberte begonnen zich terstond met den
koninklijken stamboom bozig te houden.
„Ik wil het u met een beeld toonen," zei
Frank en greep een stuk brood. „Gy zult
schrikken." Hy brak het brood in tweeën en
bij eiken nieuwen naam, dien hij van Jaco
bus I tot Koningiu Victoria noemde, brak hij
er telkens een nieuw stuk af en .hield ten
laatste slechts een klein stnkje over, dat hij
Beatrice op een vork toereikte, met de
woorden: „Zie dat is Albert Eduard, God
behoede hemIs dat niet een treurige toestand
voor ons Engolschen? Heeft u geen sympathie
voor de Jacobiot.cn, juffrouw Clayton?"
(Wordt vervolgd.)