KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor HoltÈor, Texel, Wloringon on Anno Pmulewna-
Ho. 4349.
Zaterdag 1 November 1918.
4late Jaargang.
't Vliegend Blaadje p, i in. 50 ct., fr.|p. potl 75 ct., buitenland f 1/25
Pre- Zondagfblad 37J t 45 10.75
■nënj Modeblad i i i 65 i i i i 75 11.
(Voor bet buitenland bij vooruitbetaling.)
Advertentiên van 1 tot 5 regelt (bij vooruitbetaling) JO cent.
Elke regel meer6
Bcwijs-eaemplaar'24
Vignetten en groote letten worden naar plaatiroimte berekend.
VtrsohflHt Dinsdag- «n Vrïjdatfmiddag*
Uitgeven Ct DE BOER JrM Heides».
Burtu: Koningstraat 29. intwc. Teief. 60.
Eerate Blad.
(Gemeenteraad van Helder.
Zitting van Dinsdag 28 October 1913.
(de tegen-
F 2500.-,
Aanwezig alle leden. (1 vacature).
Voorzitter do Burgemeester.
Aan de orde zjjn:
ingekomen bt0u1m bk ujtoxdeelimobn.
Missive van Burgemeester en Wethouders,
met een rapport uitgebracht namens het Bestuar
der Vereeniging van Nederlandsche gemeenten,
betredende de pensioenwetten.
Goedkeuring van het reglement voor het
Burgerlek Armbestuur en van de verordenin
gen voor het Algemeen Weeshuis en voor
het Gemeente-Ziekenhuis en de Apotheek.
Missives van de dames S. Witmond, G. M.
Jager en E. M. Verfaille, kennisgevendo dat
zjj hare benoeming tot onderwijzeres alhier
aannemen.
Id. van Ged. Staten behelzende het besluit
betreflende de nadere vaststelling der jaar
wedden o.a. van Burg. Secretaris en Ontvanger.
De salarisleen worden thans vastgesteld resp.
op f 3500.— f 3000.- en f 2200.— (de
woordige salarissen bedragen
f 2400.en 11800.terwijl op de begrooting
was voorgesteld f 3200.f 2600.en
f 2200.—).
Dankbetuiging van de Vereeniging „Helders
Belang" inzake de vergunning tot huur van
een sportterrein.
Verzoek van de afdeeling Schagen der N.H.
Maatschappij van Landbouw om bij te willon
dragen in de kosten der te honden landbouw
tentoonstelling.
Id. van kermisvakgenooten om niet tot be
planting van het Havenplein overtegaan. Een
en ander in handen van B. en W. gesteld
om advies.
Kohieren.
Vastgesteld worden met algemeene stemmen
het 8e suppletoir kohier van het schoolgeld
van de scholen 1—8 ad f 1033.67} en het
kohier voor de herhalingsschool ad f 21.—.
pensioen-verordening.
Een voorstel van B. en W. inzake vast
stelling van de inkoopsommen van enkele
personen wordt bij acclamatie aangenomen.
Burgerlijke Stand.
Voorstel tot het aanstellen van een 4en
Ambtenaar van den Burgerlijken Stand en tot
vervalling van een bestaande vacature. Het
voorstel tot aanstelling wordt met algemeene
stemmen aangenomen, de benoeming zal aan
het einde der agenda plaatshebben.
RkINIOINQSDIENST.
Nader adres van J. Agema over zjjn ontslag
als werkman bij den Reinigingsdienst en de
toekenning van pensioen. Dit pnnt is op de
vorige vergadering aangehouden, omdat een
nader adres van den heer De Geus was in
gekomen verzoekende den man wel te pension-
neeren, nadat B. on W. afwijzend hadden
geadvizeerd.
De heer Biersteker schaart zich, na
lezing der beide adviezen, aan de zijde van
do minderheid van B. en W. en wel omdat
z i. niet vaststaat, dat de patiënt valt onder
de bepaling in art. Sc der pensioen-verorde
ning. Uit hot rapport der beide geneeskundi
gen, dra. Miokema en Van der Reyden, blijkt,
dat hij ongeschikt is verklaard voor zjjn werk
uit hoofde van verminderde lichaamskrachten.
De voorgeschiedenis van Agema heeft met
het geval niets te maken. Toen de Raad
eervol ontslag had verleerd en door B. en
W. twee doctoren werden aangewezen om
den betrokkene te onderzoeken, ble«k, dat
hjj blijvend ongeschikt moest worden ver
klaard. Daardoor kan hjj aanspraak op
pensioen doen gelden.
De Voorzitter: Heeft de heer Bier
steker het artikel wel goed gelezen Is A.
ontslagen wogens lichaamsgebreken of om
andere reden
De heer Biersteker: Wanneer mon
zich plaatst op het standpunt, dat vóór het
geneeskundig onderzoek reeds ontslag was
verleend, dan rijst de vraag, welke beteekenis
dat geneeskundig onderzoek heeft gehad. Op
het atandpunt van dienstweigering geplaatst,
bad het absoluut geen zin meer.
De Voorzitter: Het is gebeurd op
voorztel van den Raad.
De heer Biersteker: Dan was het
geneeskundig onderzoek overbodig geweest.
Wel degelijk is het volgens den geest der
pensioen-verordening, dat Agema aanspraak
kan doen gelden op pensioen.
De heer Adriaanse vindt de kwestie
van diepgaanden aard, en heeft niet den
moed het advies van B. en W. tegen
spreken. Streng naar de letter hebben B. en
w. ,,igk. TM» d. Raad evenwel het ontslag
van Agema veranderde in een eervol,
spr. ook, dat deze daardoor aanspraak kreeg
op pensioen. Het blijkt volgens de verorde
ning niet zoo te zijn. Spr. rót fgm op,
van de verordening af te wijken,
een middenweg trachten te viaden. Mocht
de Raad intnszchen hem duidelijk maken,
dat niet in strijd met de verordening wordt
gehandeld, dan zal spr. het voorstel-B. en W
niet steunen.
De heer Verstegen: Toen de Com
missie van onderzoek rapport uitbracht, stond
vast, dat Agema gepensioneerd moest worden.
Omdat de geneeskundige rapporten elkander
tegenspraken, is de commissie daar niet op
ingegaan en verzocht een nienw genees
kundig rapport te doen opmaken. Daarnit
blijkt, dat A. krachtens art. Sc recht heeft
op pensioen. Spr. zal daarom tegen het
voorstel-B. en W. stemmen.
De Voorzitter merkt op, dat de ver
ordening, zooals die door den Raad is vast
gesteld pensioen verhindert. Agema is door
•len Raad ontslagen wegens plichtsverzuim,
later is dat wel veranderd in eervol ontslag,
maar het blijft ontslag. Wil de Raad dit nu
thans verwaarloozcn, dan is hij daarvoor
verantwoordelijk, doch maakt sich schuldig
aan plichtaversuim.
De heor Verstegen: Maarjnistomdat
de indrnk gevestigd was, dat hier ten on-
rechte niet-oervol ontslagen was, is een j
tweede commissie benoemd. Ware bier sprake j
geweest van plichtsverzuim, dan had de Raad
niet een eervol ontslag mogen geven.
De Voorzitter handhaaft »ijn stand-
poot. De Raad heeft alleen met de eerste
commissio te maken. Hierover ontstaat eene
discussie lusschen den Voorzitter en
den heer Verstegen, totdat de heer
Biersteker zijne meoning motiveert.
De heer Biersteker geeft een over
zicht van het verloop der geschiedenis, maar
kan de meening van den Voorzitter niet
onderschrijven, dat de zaak hiermee afge-
loopen zon zjjn. Al, Agen. in beroep komt
van een ontslag heeft hjj er recht op, dat
dat beroep onderzocht wordt. Toen de com
missie den Raad adviseerde klager niet
ontvankelijk te verklaren is hjj terecht in
beroep gekomen van zijn ontslag. Later is
hem eervol ontslag gegeven en werden twee
geneeskundigen aangewezen voor een nader
onderzoek, en het stond toen reeds vast, dat
afhankelijk van dit rapport ion worden uit
gemaakt of hjj al dan niet aanspraak zon
maken op pensioen. Nn blijkt, dat hij nie;
krachtens art. 3d aanspraak kan doen gelden,
blgft over art. 8c. Van de bestuurstafel moge
men zeggen, dat de Raad zich aan verkrachting
van de pensioen-verordening zou schuldig
maken, de Raad heeft zich reeds op het
standpunt geplaatst dat hij meent, dat A.
aanspraak kan doen gelden op pensioen.
We kunnen nu moeilijk anders doen dan
hem pecsioneeren.
De heer De Geus vestigt er de aandacht
op, dat er in het reglement regelende de
rechtspositie van gemeente-ambtenaren wel
iswaar een letter is, maar ook een geest en
zet nader uiteen waarom bij zijn minder-
heidsvoorstel heeft ingediend.
De heer Over de Linden kan zich
niet voorstellen, dat een man, die recalcitrant
en uitdagend is opgetreden, gehandhaafd kan
worden. 0(5 is eenvoudig weggebleven op
schriftelijke order sich te melden. Het zal
moeilijk worden op die manier in de toekomzt
de verordening toetepassen.
De heer HzrtSDdori kan zich evenmin
scharen aan de zjjde van de meerderheid
van B. en W. Spr. meent, dat de toepassing
der bewuste alinea geldt voor oneervol ont
slag, maar dit oneervol is veranderd in eervol.
De heer Over de Linden zegt, dat
dit geven van eervol ontelag alleen dient om
den betrokkene mogelijk te maken in de
maatschappij weder eeno betrekking te vinden,
het houdt niet in, dat hjj recht op
pensioen heeft.
De heer Van N e c k verdedigt het voor
stel van B. en W. Over de interpretatie der
betrekkelijke artikelen ontspint zich een dis
cussie, waarin de meeningon verdeeld zijn.
De Voorzitter meeut, dat de Raad een
gevaarlijk precedent schept door A. te pen
sioneeren en geeft den Raad in den mond
in man dan eene gratificatie te geven.
De heer Biersteker: Volgens art. 27
kan door B. en W. beslist worden of hot
eervol of niot-eervol is. Benoe
ming en ontslag van gemeente-werklieden
aan B. en W. Wanneer hier eene
straf van schorsing is toegepast en daarop
volgt ontslag, dan bestaat daarvan beroep op
Raad. Welke beteekenis moet men
rs toekennen aan art. 28 dat spreekt
ondersoek ter beslechting van geschilleD
hoofd van een bedrijf b-v-» die een hekel
zon hebben aan een zijner ondergeschikte i,
den man op alle mogelijke manieren
kuonen tegenwerken en hem voordragen voor
ontslag, soa voor zoo iemand dan geen
beroep bestaan 'f Den vorigen keer is, in
overleg met het college eervol ontslag ver
leend. Dan had hot college direct moeten
zeggen: dat nader onderzoek hoeft peen tin,
wat vast staat, staat vast. De meeniDg
den heer Over de Linden blijft voor rekening
van dien heer.
ser Van Neck: De zaak loopt over
tweo banen: aan den eenen kant het beleid
van het D. B. op grond van de verordening
op de rechtspositie, aan den anderen kant de
consideratie tegenover een ontslagen work-
tocgevolge van zjjn hoogen leeftjjd.
Beide zaken moeten wel van elkander wordon
gescheiden. Men moot uit de verordeniug
niet de artikelen lozen, zooals men dat zou
weoschen, maar zooals se zjjn, en dan zou
de verordening moeten wordon gewjjzigd.
In elke wet zjjn gebreken.
De heer Bok schaart zich aan de zjjde
der meerderheid van het Dageljjksch Bestnnr,
omdat hjj meent dat het recht aan hun
zjjde iz, maar omdat het onrecht niet kan
aangetoond. Het heeft spr. altjjd
begroot, dat iemand voor een klein vergrjjp
zoo zwaar heeft moeten boeten. Spr. stelt
voor Agema een andere gemeentebetrekking
te geven of hem een gratificatie nittekeeren,
dit is de gezondste oplossing. Men mag de
verordening niet verdraaien, al wat
anders nit zon willen lezen dan er
t den booze.
Het voorstel B. en W. komt in stemming
wordt verworpen. Vóór de heeren Oort-
gjjsen, Adriaanse, Zander, Bok, Terra, Or<
de Linden, Van Neck, De Ven en Van den
Berg.
De Voorzitter merkt op, dat de over
weging oene toelage nittekeeren geen grond
heeft voor B. en W. en dat hjj zich i
toekomst onthouden zal aan dergeljjke
ordeningen mee te werken, omdac allen steun
aan B. en W. ontbreekt.
De heer Vair den Berg protesteert hier
heftig tegen: de Burgemeester is verplicht
mede te werken aan alle verordeningen. Dat
is geen houding, welke de Burgemeester
aanneemt.
De Voorzitter: Dat is mjjc zaak.
De heer Van den Berg: Het is de
zaak van den Raad ook. Waar U het hier
in den Raad vermeent te moeten zeggen,
daar vermeen ik er tegen te moeten prote
steeren.
Ook de heer Biersteker protesteert
tegen de nitlating van den Voorzitter. Dan
had de Voorzitter den vorigen keer niet aan
het besluit moeten medewerken.
Het voorBtel De Geusom alsnog pensioen
te verleenen, komt in stemming en wordt
aangenomen. Tegen de heeren Oortgjjien,
Adriaanse, Zander, Bok, Terra, Over de
Linden, Van Neak, De Ven en Van den Berg.
8.
Aan de orde is thans:
VERORDENING KEURING VOEDINGSMIDDELEN.
Voorstel tot vaststelling van de verordening.
Tegeljjk hiermede wordt behandeld een
adres van do (tezamenljjko bakkers hier ter
plaatse, verzoekende bet gewicht te brengen
op 650 gram met de bekende speling.
Eenige discussie ontstaat over de vraag,
of cn ook het gewicht van het hardgebakken
brood moot worden gewjjzigd in overeen
stemming hiermee, waarna dit wordt vast
gesteld voor eenmaal gebakken brood van
700 gram op 650, voor bardgebakken van
600 op 550.
De heer Terra maakt eene bemerking
over de melkverordening, doch is aan de
perstafel niet te verstaan. De bedoeling is
het cjjfer voor het vetgehalte uit de ver
ordening te lichten. De Raad gaat hier niet
op in.
De verordening wordt alsnn vastgesteld
en de inwerkingtreding bepaald op 1 Jannari
1914.
Nn zon aan de orde komen de behandeling
der begrooting, waarbjj de heer Grunwald
verzoekt eenige algemeene beschouwingen te
mogen honden. Hierover ontspint zich eenige
discussie, de heer K r jj n e u tiet er het nut
niet van in, terwjjl de Voorzitter op
merkt, dat ten vorigen jare de algemeene
beschouwingen aanleiding gaven tot allerlei
onverkwikkeljjko beschouwingen. De heer
G r u n w a 1 d belooft echter kort te zullen
zjjn.
Eerst zullen echter oenige benoemingen
worden afgedaan, die aan het einde dor
agenda staan. Allereerst de benoeming van
een onbezoldigd 4e ambtenaar ter secretarie.
dragen voor de heeren P. do Geus
en A. Bommel. Benoemd wordt de heer De
Geus met 14 stemmee.
Ter vervalling van de vacature, ontstaan
het overlijden van den heer Schraa,
voor plaatsvervangend ambtenaar
den Burgerljjkeu Stand voorgedragen de
en A. Kwant en D. Bakker. Benoemd wordt
de heer Kwant met 14 stemmen.
Tot hoofd van school 7b (vacature-Huis
man) wordt benoemd de heer A. D. Colpa,
hoofd der school voor m. u. 1. o. te Winkel.
De voordracht bestond uit de heeren:
1. A. D. Colpa.
2. D. Nieuwhof, hoofd der school voor
m. n. 1. o. to Usquert.
3. G. E. J. H. Delveaux, hoofd der o. 1.
school te De Waver.
Tot onderwjjzeres aan school no. 6 wordt
benoemd mejuffrouw A. J. van der Veer,
onderwjjzeres te Grosthuizen. De voordracht
bestond nit de dames:
Mej. A. J. van dor Veer1, onder
wjjzeres te Grosthuisen.
Mej. J. A. Jellema, tjjdeljjk onder
wjjzeres aan school 7b, te Helder.
Mej. N. Roosloot, onderwjjzeres te
Dalervcld.
Men is nu genaderd tot de behandeling der
BE6ROOTIN6.
De Voorzitter stelt voor geen alge
meene beschouwingen te houden. Bjj stem
ming verklaart zich de meerderheid vóór het
houden daarvan, zoodat het woord gegeven
wordt aan den heer Grünwald.
Deze zal de vergadering niet te lang op-
inden, en begint met te constateercn, dat
het batig saldo, voor 1914 geraamd, f 8962.—
gunstiger is dan dat van verleden jaar.
Evenals het vorige jaar werd voor vor-
wingsfonds van gasfabriek on waterleiding
elk f 2000.uitgetrokken, zoodat uit die
bedragen voldaan kunnen worden waarvoor
anders ewne ieening zou moeten worden ge
sloten. Toch is het cjjfer van den hoofd.
verhoogd. Dit is te betreuren, daar
het belastbaar inkomen gestegen is,
zal die verhooging niet tezeer op de bevol
king drukken. Ook door de ingestelde con-
trö'.e heeft men thans een beter overzicht.
Ook de uitoefening van de pensioenwet voor
gemeente-ambtenaren vraagt hoogere lasten,
ie laas is nog niet in het vooruitzicht eene
betere finantieele regeliog tusschen Rjjk en
gemeenten. Door het Rjjk worden aan de
gemeenten allerlei lusten opgelegd, kan het
ook op den weg liggen der gemeente om
aantedringen op eene betere regeling?
Het spjjt spr., dat B. on W. niet over
tuigd zjjn van het nnt van eene school voor
o. Toch heeft eene dergeljjke inrichting,
de meening van spr-, reoht van bestaan.
Moge zjj spoedig tot stand komen I
Ook het antwoord van B. en W. over de
erdeeling van werkzaamheden der w
houders heeft spr. niet bevredigd. Het
hem niet onbekend, dat het geheele college
de verantwoordeljjkheid van de handelingen
bljjft dragen. Spr. zal gaarne vernemen of
in het antwoord uitgedrukte meening die
van het geheele college weergeeft.
Voor de stichting van een nieuw armhuis
acht spr. den tjjd dringeed gekomen en drnkt
den wensch nit, dat mon hiertoe mogcovergaan.
Tenslotte constateert spr. met genoegen,
it in het afgeloopen jaar minder wrjjving
as tuiBChen het college van B. en W. er
don Raad dan vroeger. Moge de samenwer
king tot nnt strekken van de gemeente
De heer Van Neck, spr. vraag beant
woordend, zegt, dat de in het rapport uitge
drukte meening die van het geheele college is.
Ook de heer Hartendorf zal spaar
zaam gebruik maken van de gelegenheid hem
geschonken tot het honden van algemeene
beschouwingen. Spr, vindt het altjjd onaan
genaam als zooals hier, de algemeene be
schouwingen als het ware moeten worden
afgodwocgen. Meermalen is reeds gezegd,
dat ze geen nut hebben, vervelend zjjn, zelfs
is er ten vorigen jare gesproken van Tweede
Kamertje spelen de animo gaat er op die
manier af om elkander eens aan den tand
te voelen.
In aansluiting met den wensch van ver
leden jaar drukt spr. ook thans den wensch
uit, dat inderdaad het college van B. en W.
meer en meer, ook in zjjn beheer, in de
democratische ljjn zal gaan. De begrooting
inziende en het rapport lezende, kan spr.
niet zeggen, dat die wensch in vervulling
zal gaan. Evenwel moet het college
gogeven worden, die het toekomt. Voor de
reserveering van de bedragen voor Gasfabriek
en Waterleiding meent spr. het college te
moeten danken. Het verheugt spr., dat, na
aanvaokeljjk afwjjzend advies, tenslotte hier
toe is overgegaan.
Minder voldoet echter de wjjze waarop
B. en W. zich afmaken van de verschillende
verhoogingen, in 't bizonder voor de cate
gorieën werkliedeu. B. en W. hebben wel de
noodzakeijjkhcid ingezien van verhoogingen,
doch niet consequent de algemeene prjjs-
stjjgingen aanvaard. B. en W. beroepen zich
op de rerhoogingen, die reeds zjjn toegestaan,
doch die zjjn echter afgedwongen. Waar men,
met het oog op do dunrte, verhoogingen
toekent aan ambtenaren, kunnen B. en W.
met deze verwjjzing ten opzichte van do
werklieden niet volstaan.
Tenslotte nog een woord over de samen
stelling van het College van B. en W. Op
het feit, dat een nieuw lid in dit college
zitting heeft genomen, reageert spr. niet, daar
legt hjj zich bjj neer. Maar wel wenscht hjj
to wjjzen op de zeer eigenaardige, zeer
zonderlinge, zeer frappante houding der vrij
zinnige raadsleden, die iemand tot wethouder
benoemden, die niet eens meer voor raadslid
iu aanmerking had mogen komen. Al staat
dit niet in onmiddellijk verband met de be
grooting, moot het toch even gezegd worden.
Spr. sal het hierbjj laten omdat de bonding
van den Voorzitter de animo voor algemeene
beschouwingen wegneemt.
Nu wordt overgegaan tot de artikelsgewijs
behandeling. De Voorzitter stelt voor, conform
het voorstel nit het algemeen rapport, den
post onvoorzien te verhoogen met f 6000.
om d&arnit de salarisverhoogingon te be
strijden en dan do verschillende salaris-
verhoogingen van de begrooting aftevoeren.
(Volgno. 61).
De heer G r u n w a ld, een der leden, die
dit voorstel goda&n heeft, licht bet toe. Voor
enkele verhoogingen ontstond verzet, daarom
was het beter te allemaal afteroeren en in
dón poat te reserveoren.
De heer Dr. Van den Berg kan zich
hier eenigszins mee vereenigen. Spr. zal het
voorstel steunen, maar hoopt niet, dat het
de bedoeling is die f6000.geheel te ge
bruiken.
De heer Biersteker: Dat is jnist het
moeiljjke, het bedrag kon wel eens te hoog,
maar ook wel te laag zjjn. Laten we liever
afwachten wat de commissie hieromtrent
voorstelt.
De heer Verstegen vindt, dat men de
commissie niet mag bindeD, die moet vrjj
bl|jven. Spr. zou eene salarisregeling willen
zien, die voor een aantal jaren geldt, zooals
de toestand thaus is, hebben wjj ieder jaar
weer hetzelfde en komen nooit uit de rege
lingen. Laten we zoo noodig met de betrokken
organisaties overleg plegen, dit zon veel
werk uitsparen.
De heer Hartendorf merkt op, dat
een lid in de derde afdeeling bezwaar
maakte zich te vereenigen met het voorstel
om de salarisverhoogingen van de begrooting
af te voeren en vraagt of dit noodzakelijk is.
De bedragen van B. en W. zjjn niet te hoog
geschat. (Te laag, interrumpeert de hoer
Verstegen). Zon het dan niet meer aanbe
veling verdienen de voorgestelde verhoogingen
toe te kennen en te doen ingaan met 1 Jan.
1914 De commissie heeft dan dezelfde taak
doch behoeft zich niet zoo te haaslen. Bjj de
oDderwjjs-verordeningen is hetzelfde geschied.
Spr. stelt voor, waar de arbeiders vergeten
zjjn, aan gemeente-werklieden (meorderjarig)
een salarisverhooging van f 50.toe te
kennen, dat komt zoo ongeveer neer op
per jaar en hebben we samen het
bedrag dat de heer Grunwald zich dacht.
De heer Biersteker is van meening,
dat we dan de commissie niet noodig hebben,
dan behoeven we alleen maar de verordening
overeerstemming te brengen met het nu
vastgestelde salaris. In de secties wi
van oordeel, dat bet juist mser gewenscht
was de verhooging nu af te wjjzen.
Do heer Grunwald merkt op, dat
beswaron van den heer Hartendorf ten op
zichte van de ambtenaren vervallen, omdat
het voorstel terugwerkende kracht tot 1 Jan.
1914 zal krjjgen. Dat de zorg voor de werk
lieden veilig is bjj B. en W., bljjkt nit de
c|jfere, die een veel geringor bedrag aan-
wjjzen voor de ambtenaren dan is uitge
trokken.
r Hartendorf: Dat ligt
maar aan, hoe mon de zaak bokjjkt. De
hoer Biersteker heeft gezegdhet is de
verkeerde wereld, maar B. en W. hebben
ons daar ingedreven. Dit is geon verwjjt,
maar het is nu wtnscheljjk op den ingeslagen
weg voort te gaan, anders komt er maar
uitstel.
De heer Verstogen vindt h»t verkeerd,
dat de heer Hartendorf niet tracht het Col
lege van B. en W. op den goede i wegterng
te brengen.
Hierover ontstaat nog eenige nadere dis
waarna tenslotte het voorstel van
heer Grunwald wordt aangenomen. De
ter Hartendorf bleef builen stemming.
Algemeen rapport.
Uit het algemeen rapport inzake de be
grooting voor 1914 nemen wjj het volgende
over:
Gasfabriek.
Iu de tweede afdeeling wordt door een lid
opgemerkt, dat het noodzakeljjk is, de voor
waarden voor het gebruik van gas over den
muntgasmeter te herzien.
De meening wordt uitgesproken, dat
de Gasfabriek te veel werklieden zjjn, die
volgens den geest van de Verordening, rege
lende de rechtspositie der Werklieden, recht
hebben op een vaste aanstelling in gemeente
dienst en deze nog niet bezitten.
Gevraagd wordt, of deze toestand in over
eenstemming is met de Verordening.
De opmerking wordt gemaakt, dat bjj de
Gasfabriek herhaaldelijk gepensioneerden tjj
deljjk worden aangesteld, die het bekomen
van vaste aanstellingen togenhouden.
Antwoord van B. en W.
Wjj zjjn bereid na te gaan, in hoeverre het
wenscheljjk is de voorwaarden voor mnntgas-
levering te herzien.
Het is ocs niet bekend, dat op de Gas
fabriek thans nog zooveel werklieden rond-
loopen, die volgens den geest van de Ver
ordening regelende de rechtspositie der
Werklieden, recht hebben op een vaste
aanstolling.
Dat aan dc Gasfabriek gepensionneerden
als los in dienst wordon genomen, is ontstaan,
doordat ander personeel eenvoudig niet te
krjjgen is.
ONTVANGSTEN.
Volgn. 3, Abt. 2.
Huur of paoht van landerijen.
Door eenige leden der eerste afdeeling
werd gevraagd, of Burgemeester en Wet
houders reeds een bestemming hadden ge
geven aan het aangekochte weiland bjj den
watertoren eu aan den Middenweg, hoek
Bolwcg.
Antwoord van B. «n W.
Zooals in de toelichting op dezen post
wordt gezegd, is aan het aangekochte weiland
nog geen bestemming gegeven. De hunrtjjd
loopt tot 25 December 1913 en het voor
bestaat, vóór dien tjjd ter zake de
noodige voorstellen aan den Gemeenteraad
te doeD.
Naar aanleiding van een ingekomen adres
van Helder's Belang betreffende huur voor
oen sportterrein, wordt deze post met f 200
verhoogd.
Volgn. 22, Abt. 4.
Voos het lag ek onderwijs.
In de eerste afdeeling werd door een der
leden in overweeing gegeven, om de school
geldheffing aan School No. 8 meer progressief
te maken, terwjjl door meerdere leden in over
weging wordt gegeven om School No. 8 te
splitsen in een school, die opleidt voor de
H.B.S. on 't Gymnasium en een, waar M.U.L.O.
wordt gegeven. Van dit laatste toch worden
de kosten voor een groot gedeelte door| het
Rjjk gedragen.
Een der leden deelde mede, dat aan de
School met den Bjjbel M.U.L.O. wordt ge
geven en dat dit onderwijs uitstekende resul
taten oplevert. Alle leden meenden, dat vele
jongelieden meer van het onderwjjs zonden
profiteeren, indien zjj volledig M.U.L.O. kon-
ontvangen, dan wanneer zjj de H.B.S.
noodgedworg--n moeeten bezoeken.
Ier leden dezer afdeeling wenschte een
gemakkelijker wjjze van schoolgeldhefflng aan
de andere openbare lagere scholen, een heffing,
waarbjj de Hoofden als snb-ontvanger zonden
moeten optreden.
In de tweede afdeeling wordt gevraagd,
hoever de commissie tot herziening der sebool-
;elden met haren arbeid gevorderd is, terwjjl
de derde afdeeling door een der leden
gevraagd wordt, of het College, mede naar
aanleiding vau de in het rapport der Raads
commissie inzake de herziening van de onder-
wjjzersjaarwedden, gemaakte opmerking, reedz
ernstig heeft overwogen, de mogeljjkhrid van
oen andere regeling van schoolgeldheffing.
Antwoord van B. en W.
Het splitsen van school No. 8 in een school
voor M.U.L.O. en in een opleidingsschool voor
de H.B.S. en het Gymnasium, is een maat
regel van zeer ingrijpenden aard. Alvorens
daartoe voorstellen aanhangig te maken, zal
grondig moeten worden onderzocht, welke
ficancieele gevolgen dit voor de gomeente zal
hebben. Zon daartoe worden overgegaan, dan
1 tevens moeten worden overwogen, eene
•entueele wjjziging in de schoolgeldheffing.
Betreffende een gemakkelijker heffing van
schoolgeld, waarbjj de Hoofden als snb-
ontvanger zonden moeten optreden, meenen
B. en W. dat die niet kan worden ingevoerd.
Op de vraag, hoever de Commizsie tot
herziening der schoolgelden met haren arbeid
gevorderd is, wordt geantwoord, dat bedoelde
Commissie alleen tot taak had, de voorbe
reiding oener eventneele herziening der onder-
wjjzerajaarwedden. Met de totstandkoming der
nienwe Verordening tot regeling der onder-
wjjsersjaarwedden, was haar taak afgeloopen.
De heer Bommel drnkt den wensch nit,
binnen niet te langen tjjd voorstellen van
en W. betreffende de splitsing van de
school no. S zullen inkomen. Betreffende de
heffing van schoolgelden merkt spr. op, dat
ook in ander» gemeenten het hoofd als sub
ontvanger optreedt, zoo o.a. Haarlem, Am
sterdam, Groningen. Laat B. en W. deze zaak
eens bestndeereu.
De Voorzitter zegt een en ander toe.
Aan hot einde der begrooting zal een
commissie van 5 leden worden benoemd om
n en ander te onderzoeken.
UITGAVEN.
Volgn. 57, Abt. 2.
Jaarwedden van de Wethouders.
In de eerste afdeeling werd algemeen j
vraagd, of het College van Burgemeester
Wethouders bereid is, uitvoering te geven aan
de met overgroote meerderheid van den
uitgesproken wenscheljjkheid, over te
tot de verdeeling van werkzaamheden
dn Wethouders en derhalve van dese func
tionarissen verantwoordelijke personen
maken voor de hnn toegewezen takken
gemeentedienst.
Antwoord van B. en W.:
Nn eene wjjziging is gekomen in de sas
stelling van hét College van Burgemeester en
Wethouders, brengt de billijkheid mede, dat
het nieuwe lid gelegenheid worde gegeven,
zich in den tegenwoordigen gang van zaken
in te werken. Inmiddels zal onderzocht worden
hoe verdeeling van werkzaamheden zich aan
de hier bestaande toestanden zou dienen aan
te passen, teneinde de resultaten te bereiken,
die de Raad zich daarvan voorstelt. Wjj moeten
hierbjj intusschen opmerken, dat ook bjj ver
deeling der werkzaamheden, de verantwoor
delijkheid op het college bljjft ruston en deze
niet op de wethouders individueel kan worden
overgedragen.
Volg». 61, Abt. 6.
Jaarwedden km toelage» voor ambtenaren,
bedienden ter secretarie, den congierqe
en de boden.
In de eerste en tweede afdeeling werd al
gemeene instemming betuigd met door Burge
meester en Wethouders voorgestelde salaris-
verhooging, terwjjl in de derde afdeeling ëón
der leden met voldoening van deze voorstellen
had kennis genomen.
In de eerste afdeeling werd evenwel door
vele leden de opmerking gemaakt, dat uit
deze salarisverhooging niet bleek, dat volgens
een vast systeem was te werk gegaan, waarom
een der leden voorstelde, de jaarwedden van
de verschillende ambtenaren, die daarvoor in
aanmerkimg kwamen, met eon vast percentage
te verhoogen en daarna met spoed alle salaris-
regelingen te herzien.
Meerdere leden van deze afdeeling konden
zich met dit voorztel niet vereenigen. De
hoogere salarissen zonden daarvan het meest
profiteeren.
Daarom werd door een der leden voorge
steld, een memorie post van f 6000.op deze
begrooting te brengen; alle verhooging*n
buiten de salarisregeling om van deze begroo
ting af te voeren, vervolgens met bekwamer
spoed alle salarisregelingen te horzien en uit
den voorgestelden memorie-post alle salaris
verhoogingon te bekostigen en deze te doen
ingaan op 1 Januari 1914.
Algemeen kon men zich hiermee vereenigen.
In de tweede afdeeling meende een der
leden, dat bjj de voorgestelde salarisverhooging
was afgeweken van do bestaande verordening.
Een ander achtte de voorgestelde verhoo
gingen niet geheel met de billijkheid in over
eenstemming. Vooral de werklieden zjjn het,
wien bjj deze salarii-verhooging niet vol
doende recht is wedervaren.
Dit lid doet dan ook het voorstel, den Raad
een Commissie te doen benoemen, die tot taak
ion hebben, de salarisregelingen, zoowel van
ambtenaren als van werklieden te herzien, in
overeenstemming met de voorstellen, gedaan
eerste afdeeling. In de derde afdeeling
informeert een lid naar de motieven, welke
Bnrgemeester en Wethouders hebben geleid tot
het voorstellen van de salaris-verhoogingec.
Na de hierop verstrekte inlichtingen door
den Voorzitter, werd door dat lid leedwezen
uitgesproken dat, waar de „dunrte" alt leid
motief heeft gegolden, Bnrgemeester en Wet
houders de consequentie van dezen gedach-
tengang niet hebben gevolgd en ook voor de
arbeiders in dienst van de gemeente, een,
lar rato, geljjke verhooging voor te stellen.
Door een der leden werd voorgesteld de
verschillende verhoogingen nog niet toe te
Burgemeester en Wethouders uit te
noodigen een algemeene herziening der salaris
een te willen ter hand nemen en den post
„Onvoorziene Uitgaven" met een bepaald
bedrag te verhoogen, waarnit dan bjj de her-
tiening der jaarwedden en loonen de ver-
eischte bedragen zouden kannen worden be
taald, met terugwerkende kracht tot 1 Januari
1914.
Dit wordt door meerdere leden ondersteund.
Een der leden kan zich bezwaarlik met
dit voorstel vereenigen en voelt er meer voor
de door Burgemeester en Wethouders voor
gestelde verhoogingen met 1 Jannari 1914
toe te kennen en dan ook aan de lager be
zoldigden, n.1. aan de werklieden, die minstens
evenzeer den drnk der algemeene prijsstijging
gevoelen, een verhooging toe te kennen; dit
lid wilde dan daarna een algemeene herzie
ning der jaarwedden ter hand nemen.
Gevraagd werd, met welk bedrag de uit-
iven zouden moeten worden verhoogd, wan-
>er b.v. aan alle meerderjarige arbeiders een
loonsverhooging van f 50.werd toegekend.
Antwoord van B. en W.
BQ het opmaken der begrooting zjjn door
onz verschillende verhoogingen voorgesteld.
Wjj hebben daarbjj naar onze meening zooveel
mogeljjk rekening gehouden met de billjjkheid
en meenden niet verder te mogen gaan, met
oog op de ffnancieele draagkracht der
gemeente.
Wat de werklieden betreft, brengen wjj in
herinnering, ons voorstel van den 4 Augustus
1.1., waarbjj de loonen van sommige catego
rieën van geëmployeerden aan de Gasfabriek
nader werden gerogeld. Meerdere verhoogin
gen meenden wjj niet te moeten voorstellen,
op grond, dat de loonen der werklieden aan
de gasfabriek tbans niet lager zjjn, dan die
in andere gemeenten.
Dit geldt eveneons de loonen van de werk
lieden van de overige takken van dienst, die
het laatst werden geregeld, met ingang van
1 Jannari 1913.
Wanneer intnsichen wordt gemeend, dat
voor dit oogenblik de voorgestelde verhoo
gingen van' de begrooting moet worden afge
voerd en een som van f 6000.op den post
van onvoorsiene uitgaven gebracht, om, nfc
een algemeene herziening der salarisregelin-
geD, daaruit de verschillende verhoogingen te
bestrijden, soo zullen wjj ons hiertegen niet
verzetten.
Volg». 84, Abt. 9.
Koste» vak de» vischafslag.
De wenscheljjkheid werd in de derde af
deeling uitgesproken, de kosten van den
vischafslag te verminderen, om ten slotte tot
opheffing van deze inrichting te geraken.
Antwoord van B. en W.
Het is ons niet duideljjk, op welke wjjze
en in welke mate de hier bedoelde kosten
zonden moeten worden verminderd, zoodat
wjj in de onmogelijkheid zjjn, zonder nadere
gegevens op dit pnnt voorstellen te doen.
De heer Oortgjjsen is het hier be
doelde lid. De bedoeling is een der ambtenaren
afteschaffen.
De Voorzitter zegt, dat dit niet gaan
zaL Evenwel moet onderzocht worden in
hoever de verwezenljjking van dit plan moge
ljjk is.
De heer Oortgjjsen sal zjjn bedoeling
nader formuleeren.
Volg». 86, Abt. 1.
Omdirhoud va» hcizen, torens,
poorten km dergelijke.
In de eerste afdeeling werd door een dof
leden gewezen op den jaarljjks terugkeeren
den post voor onderhoud van het Armhuis in
de Tninstraat. De toestand bljjft in dezo in
richting treurig en nn de gemeente grond in
eigendom heeft, sou dit lid Burgemeester en
Wethouders nog eens in ernstige overweging
willen geven of het niet mogeljjk is, tot den
bouw van een nienw Armhuis over te gaan.
Antwoord van B. en W.:
Zoolang niet tot stichting van een nienw
Armhuis is besloten, zal de tegenwoordige
inrichting, jaarljjks uitgaven wegens onder
hond van de gemeente vorderen.
Wat de stichting van een nieuw Armhuis
betreft, merken wjj op, dat door ons indertjjd
voorstellen daartoe werden gedaan, doch deze
konden de goedkeuring van den Raad niet
verwerven.
Nieuwe voorstellen voor de stichting van
een Armhuis zullen moeten wachten tot de
tjjd voor het sluiten eener nieuwe geld-
gekomen is.
Op voorstel van B. en W.wordt deze
post verminderd met f 150.
De heer Adriaanse is ten deele vol
daan door het antwoord van B. en W. Aan-