KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor HoltÈor, Texel, Wloringon on Anno Pmulewna- Ho. 4349. Zaterdag 1 November 1918. 4late Jaargang. 't Vliegend Blaadje p, i in. 50 ct., fr.|p. potl 75 ct., buitenland f 1/25 Pre- Zondagfblad 37J t 45 10.75 ■nënj Modeblad i i i 65 i i i i 75 11. (Voor bet buitenland bij vooruitbetaling.) Advertentiên van 1 tot 5 regelt (bij vooruitbetaling) JO cent. Elke regel meer6 Bcwijs-eaemplaar'24 Vignetten en groote letten worden naar plaatiroimte berekend. VtrsohflHt Dinsdag- «n Vrïjdatfmiddag* Uitgeven Ct DE BOER JrM Heides». Burtu: Koningstraat 29. intwc. Teief. 60. Eerate Blad. (Gemeenteraad van Helder. Zitting van Dinsdag 28 October 1913. (de tegen- F 2500.-, Aanwezig alle leden. (1 vacature). Voorzitter do Burgemeester. Aan de orde zjjn: ingekomen bt0u1m bk ujtoxdeelimobn. Missive van Burgemeester en Wethouders, met een rapport uitgebracht namens het Bestuar der Vereeniging van Nederlandsche gemeenten, betredende de pensioenwetten. Goedkeuring van het reglement voor het Burgerlek Armbestuur en van de verordenin gen voor het Algemeen Weeshuis en voor het Gemeente-Ziekenhuis en de Apotheek. Missives van de dames S. Witmond, G. M. Jager en E. M. Verfaille, kennisgevendo dat zjj hare benoeming tot onderwijzeres alhier aannemen. Id. van Ged. Staten behelzende het besluit betreflende de nadere vaststelling der jaar wedden o.a. van Burg. Secretaris en Ontvanger. De salarisleen worden thans vastgesteld resp. op f 3500.— f 3000.- en f 2200.— (de woordige salarissen bedragen f 2400.en 11800.terwijl op de begrooting was voorgesteld f 3200.f 2600.en f 2200.—). Dankbetuiging van de Vereeniging „Helders Belang" inzake de vergunning tot huur van een sportterrein. Verzoek van de afdeeling Schagen der N.H. Maatschappij van Landbouw om bij te willon dragen in de kosten der te honden landbouw tentoonstelling. Id. van kermisvakgenooten om niet tot be planting van het Havenplein overtegaan. Een en ander in handen van B. en W. gesteld om advies. Kohieren. Vastgesteld worden met algemeene stemmen het 8e suppletoir kohier van het schoolgeld van de scholen 1—8 ad f 1033.67} en het kohier voor de herhalingsschool ad f 21.—. pensioen-verordening. Een voorstel van B. en W. inzake vast stelling van de inkoopsommen van enkele personen wordt bij acclamatie aangenomen. Burgerlijke Stand. Voorstel tot het aanstellen van een 4en Ambtenaar van den Burgerlijken Stand en tot vervalling van een bestaande vacature. Het voorstel tot aanstelling wordt met algemeene stemmen aangenomen, de benoeming zal aan het einde der agenda plaatshebben. RkINIOINQSDIENST. Nader adres van J. Agema over zjjn ontslag als werkman bij den Reinigingsdienst en de toekenning van pensioen. Dit pnnt is op de vorige vergadering aangehouden, omdat een nader adres van den heer De Geus was in gekomen verzoekende den man wel te pension- neeren, nadat B. on W. afwijzend hadden geadvizeerd. De heer Biersteker schaart zich, na lezing der beide adviezen, aan de zijde van do minderheid van B. en W. en wel omdat z i. niet vaststaat, dat de patiënt valt onder de bepaling in art. Sc der pensioen-verorde ning. Uit hot rapport der beide geneeskundi gen, dra. Miokema en Van der Reyden, blijkt, dat hij ongeschikt is verklaard voor zjjn werk uit hoofde van verminderde lichaamskrachten. De voorgeschiedenis van Agema heeft met het geval niets te maken. Toen de Raad eervol ontslag had verleerd en door B. en W. twee doctoren werden aangewezen om den betrokkene te onderzoeken, ble«k, dat hjj blijvend ongeschikt moest worden ver klaard. Daardoor kan hjj aanspraak op pensioen doen gelden. De Voorzitter: Heeft de heer Bier steker het artikel wel goed gelezen Is A. ontslagen wogens lichaamsgebreken of om andere reden De heer Biersteker: Wanneer mon zich plaatst op het standpunt, dat vóór het geneeskundig onderzoek reeds ontslag was verleend, dan rijst de vraag, welke beteekenis dat geneeskundig onderzoek heeft gehad. Op het atandpunt van dienstweigering geplaatst, bad het absoluut geen zin meer. De Voorzitter: Het is gebeurd op voorztel van den Raad. De heer Biersteker: Dan was het geneeskundig onderzoek overbodig geweest. Wel degelijk is het volgens den geest der pensioen-verordening, dat Agema aanspraak kan doen gelden op pensioen. De heer Adriaanse vindt de kwestie van diepgaanden aard, en heeft niet den moed het advies van B. en W. tegen spreken. Streng naar de letter hebben B. en w. ,,igk. TM» d. Raad evenwel het ontslag van Agema veranderde in een eervol, spr. ook, dat deze daardoor aanspraak kreeg op pensioen. Het blijkt volgens de verorde ning niet zoo te zijn. Spr. rót fgm op, van de verordening af te wijken, een middenweg trachten te viaden. Mocht de Raad intnszchen hem duidelijk maken, dat niet in strijd met de verordening wordt gehandeld, dan zal spr. het voorstel-B. en W niet steunen. De heer Verstegen: Toen de Com missie van onderzoek rapport uitbracht, stond vast, dat Agema gepensioneerd moest worden. Omdat de geneeskundige rapporten elkander tegenspraken, is de commissie daar niet op ingegaan en verzocht een nienw genees kundig rapport te doen opmaken. Daarnit blijkt, dat A. krachtens art. Sc recht heeft op pensioen. Spr. zal daarom tegen het voorstel-B. en W. stemmen. De Voorzitter merkt op, dat de ver ordening, zooals die door den Raad is vast gesteld pensioen verhindert. Agema is door •len Raad ontslagen wegens plichtsverzuim, later is dat wel veranderd in eervol ontslag, maar het blijft ontslag. Wil de Raad dit nu thans verwaarloozcn, dan is hij daarvoor verantwoordelijk, doch maakt sich schuldig aan plichtaversuim. De heor Verstegen: Maarjnistomdat de indrnk gevestigd was, dat hier ten on- rechte niet-oervol ontslagen was, is een j tweede commissie benoemd. Ware bier sprake j geweest van plichtsverzuim, dan had de Raad niet een eervol ontslag mogen geven. De Voorzitter handhaaft »ijn stand- poot. De Raad heeft alleen met de eerste commissio te maken. Hierover ontstaat eene discussie lusschen den Voorzitter en den heer Verstegen, totdat de heer Biersteker zijne meoning motiveert. De heer Biersteker geeft een over zicht van het verloop der geschiedenis, maar kan de meening van den Voorzitter niet onderschrijven, dat de zaak hiermee afge- loopen zon zjjn. Al, Agen. in beroep komt van een ontslag heeft hjj er recht op, dat dat beroep onderzocht wordt. Toen de com missie den Raad adviseerde klager niet ontvankelijk te verklaren is hjj terecht in beroep gekomen van zijn ontslag. Later is hem eervol ontslag gegeven en werden twee geneeskundigen aangewezen voor een nader onderzoek, en het stond toen reeds vast, dat afhankelijk van dit rapport ion worden uit gemaakt of hjj al dan niet aanspraak zon maken op pensioen. Nn blijkt, dat hij nie; krachtens art. 3d aanspraak kan doen gelden, blgft over art. 8c. Van de bestuurstafel moge men zeggen, dat de Raad zich aan verkrachting van de pensioen-verordening zou schuldig maken, de Raad heeft zich reeds op het standpunt geplaatst dat hij meent, dat A. aanspraak kan doen gelden op pensioen. We kunnen nu moeilijk anders doen dan hem pecsioneeren. De heer De Geus vestigt er de aandacht op, dat er in het reglement regelende de rechtspositie van gemeente-ambtenaren wel iswaar een letter is, maar ook een geest en zet nader uiteen waarom bij zijn minder- heidsvoorstel heeft ingediend. De heer Over de Linden kan zich niet voorstellen, dat een man, die recalcitrant en uitdagend is opgetreden, gehandhaafd kan worden. 0(5 is eenvoudig weggebleven op schriftelijke order sich te melden. Het zal moeilijk worden op die manier in de toekomzt de verordening toetepassen. De heer HzrtSDdori kan zich evenmin scharen aan de zjjde van de meerderheid van B. en W. Spr. meent, dat de toepassing der bewuste alinea geldt voor oneervol ont slag, maar dit oneervol is veranderd in eervol. De heer Over de Linden zegt, dat dit geven van eervol ontelag alleen dient om den betrokkene mogelijk te maken in de maatschappij weder eeno betrekking te vinden, het houdt niet in, dat hjj recht op pensioen heeft. De heer Van N e c k verdedigt het voor stel van B. en W. Over de interpretatie der betrekkelijke artikelen ontspint zich een dis cussie, waarin de meeningon verdeeld zijn. De Voorzitter meeut, dat de Raad een gevaarlijk precedent schept door A. te pen sioneeren en geeft den Raad in den mond in man dan eene gratificatie te geven. De heer Biersteker: Volgens art. 27 kan door B. en W. beslist worden of hot eervol of niot-eervol is. Benoe ming en ontslag van gemeente-werklieden aan B. en W. Wanneer hier eene straf van schorsing is toegepast en daarop volgt ontslag, dan bestaat daarvan beroep op Raad. Welke beteekenis moet men rs toekennen aan art. 28 dat spreekt ondersoek ter beslechting van geschilleD hoofd van een bedrijf b-v-» die een hekel zon hebben aan een zijner ondergeschikte i, den man op alle mogelijke manieren kuonen tegenwerken en hem voordragen voor ontslag, soa voor zoo iemand dan geen beroep bestaan 'f Den vorigen keer is, in overleg met het college eervol ontslag ver leend. Dan had hot college direct moeten zeggen: dat nader onderzoek hoeft peen tin, wat vast staat, staat vast. De meeniDg den heer Over de Linden blijft voor rekening van dien heer. ser Van Neck: De zaak loopt over tweo banen: aan den eenen kant het beleid van het D. B. op grond van de verordening op de rechtspositie, aan den anderen kant de consideratie tegenover een ontslagen work- tocgevolge van zjjn hoogen leeftjjd. Beide zaken moeten wel van elkander wordon gescheiden. Men moot uit de verordeniug niet de artikelen lozen, zooals men dat zou weoschen, maar zooals se zjjn, en dan zou de verordening moeten wordon gewjjzigd. In elke wet zjjn gebreken. De heer Bok schaart zich aan de zjjde der meerderheid van het Dageljjksch Bestnnr, omdat hjj meent dat het recht aan hun zjjde iz, maar omdat het onrecht niet kan aangetoond. Het heeft spr. altjjd begroot, dat iemand voor een klein vergrjjp zoo zwaar heeft moeten boeten. Spr. stelt voor Agema een andere gemeentebetrekking te geven of hem een gratificatie nittekeeren, dit is de gezondste oplossing. Men mag de verordening niet verdraaien, al wat anders nit zon willen lezen dan er t den booze. Het voorstel B. en W. komt in stemming wordt verworpen. Vóór de heeren Oort- gjjsen, Adriaanse, Zander, Bok, Terra, Or< de Linden, Van Neck, De Ven en Van den Berg. De Voorzitter merkt op, dat de over weging oene toelage nittekeeren geen grond heeft voor B. en W. en dat hjj zich i toekomst onthouden zal aan dergeljjke ordeningen mee te werken, omdac allen steun aan B. en W. ontbreekt. De heer Vair den Berg protesteert hier heftig tegen: de Burgemeester is verplicht mede te werken aan alle verordeningen. Dat is geen houding, welke de Burgemeester aanneemt. De Voorzitter: Dat is mjjc zaak. De heer Van den Berg: Het is de zaak van den Raad ook. Waar U het hier in den Raad vermeent te moeten zeggen, daar vermeen ik er tegen te moeten prote steeren. Ook de heer Biersteker protesteert tegen de nitlating van den Voorzitter. Dan had de Voorzitter den vorigen keer niet aan het besluit moeten medewerken. Het voorBtel De Geusom alsnog pensioen te verleenen, komt in stemming en wordt aangenomen. Tegen de heeren Oortgjjien, Adriaanse, Zander, Bok, Terra, Over de Linden, Van Neak, De Ven en Van den Berg. 8. Aan de orde is thans: VERORDENING KEURING VOEDINGSMIDDELEN. Voorstel tot vaststelling van de verordening. Tegeljjk hiermede wordt behandeld een adres van do (tezamenljjko bakkers hier ter plaatse, verzoekende bet gewicht te brengen op 650 gram met de bekende speling. Eenige discussie ontstaat over de vraag, of cn ook het gewicht van het hardgebakken brood moot worden gewjjzigd in overeen stemming hiermee, waarna dit wordt vast gesteld voor eenmaal gebakken brood van 700 gram op 650, voor bardgebakken van 600 op 550. De heer Terra maakt eene bemerking over de melkverordening, doch is aan de perstafel niet te verstaan. De bedoeling is het cjjfer voor het vetgehalte uit de ver ordening te lichten. De Raad gaat hier niet op in. De verordening wordt alsnn vastgesteld en de inwerkingtreding bepaald op 1 Jannari 1914. Nn zon aan de orde komen de behandeling der begrooting, waarbjj de heer Grunwald verzoekt eenige algemeene beschouwingen te mogen honden. Hierover ontspint zich eenige discussie, de heer K r jj n e u tiet er het nut niet van in, terwjjl de Voorzitter op merkt, dat ten vorigen jare de algemeene beschouwingen aanleiding gaven tot allerlei onverkwikkeljjko beschouwingen. De heer G r u n w a 1 d belooft echter kort te zullen zjjn. Eerst zullen echter oenige benoemingen worden afgedaan, die aan het einde dor agenda staan. Allereerst de benoeming van een onbezoldigd 4e ambtenaar ter secretarie. dragen voor de heeren P. do Geus en A. Bommel. Benoemd wordt de heer De Geus met 14 stemmee. Ter vervalling van de vacature, ontstaan het overlijden van den heer Schraa, voor plaatsvervangend ambtenaar den Burgerljjkeu Stand voorgedragen de en A. Kwant en D. Bakker. Benoemd wordt de heer Kwant met 14 stemmen. Tot hoofd van school 7b (vacature-Huis man) wordt benoemd de heer A. D. Colpa, hoofd der school voor m. u. 1. o. te Winkel. De voordracht bestond uit de heeren: 1. A. D. Colpa. 2. D. Nieuwhof, hoofd der school voor m. n. 1. o. to Usquert. 3. G. E. J. H. Delveaux, hoofd der o. 1. school te De Waver. Tot onderwjjzeres aan school no. 6 wordt benoemd mejuffrouw A. J. van der Veer, onderwjjzeres te Grosthuizen. De voordracht bestond nit de dames: Mej. A. J. van dor Veer1, onder wjjzeres te Grosthuisen. Mej. J. A. Jellema, tjjdeljjk onder wjjzeres aan school 7b, te Helder. Mej. N. Roosloot, onderwjjzeres te Dalervcld. Men is nu genaderd tot de behandeling der BE6ROOTIN6. De Voorzitter stelt voor geen alge meene beschouwingen te houden. Bjj stem ming verklaart zich de meerderheid vóór het houden daarvan, zoodat het woord gegeven wordt aan den heer Grünwald. Deze zal de vergadering niet te lang op- inden, en begint met te constateercn, dat het batig saldo, voor 1914 geraamd, f 8962.— gunstiger is dan dat van verleden jaar. Evenals het vorige jaar werd voor vor- wingsfonds van gasfabriek on waterleiding elk f 2000.uitgetrokken, zoodat uit die bedragen voldaan kunnen worden waarvoor anders ewne ieening zou moeten worden ge sloten. Toch is het cjjfer van den hoofd. verhoogd. Dit is te betreuren, daar het belastbaar inkomen gestegen is, zal die verhooging niet tezeer op de bevol king drukken. Ook door de ingestelde con- trö'.e heeft men thans een beter overzicht. Ook de uitoefening van de pensioenwet voor gemeente-ambtenaren vraagt hoogere lasten, ie laas is nog niet in het vooruitzicht eene betere finantieele regeliog tusschen Rjjk en gemeenten. Door het Rjjk worden aan de gemeenten allerlei lusten opgelegd, kan het ook op den weg liggen der gemeente om aantedringen op eene betere regeling? Het spjjt spr., dat B. on W. niet over tuigd zjjn van het nnt van eene school voor o. Toch heeft eene dergeljjke inrichting, de meening van spr-, reoht van bestaan. Moge zjj spoedig tot stand komen I Ook het antwoord van B. en W. over de erdeeling van werkzaamheden der w houders heeft spr. niet bevredigd. Het hem niet onbekend, dat het geheele college de verantwoordeljjkheid van de handelingen bljjft dragen. Spr. zal gaarne vernemen of in het antwoord uitgedrukte meening die van het geheele college weergeeft. Voor de stichting van een nieuw armhuis acht spr. den tjjd dringeed gekomen en drnkt den wensch nit, dat mon hiertoe mogcovergaan. Tenslotte constateert spr. met genoegen, it in het afgeloopen jaar minder wrjjving as tuiBChen het college van B. en W. er don Raad dan vroeger. Moge de samenwer king tot nnt strekken van de gemeente De heer Van Neck, spr. vraag beant woordend, zegt, dat de in het rapport uitge drukte meening die van het geheele college is. Ook de heer Hartendorf zal spaar zaam gebruik maken van de gelegenheid hem geschonken tot het honden van algemeene beschouwingen. Spr, vindt het altjjd onaan genaam als zooals hier, de algemeene be schouwingen als het ware moeten worden afgodwocgen. Meermalen is reeds gezegd, dat ze geen nut hebben, vervelend zjjn, zelfs is er ten vorigen jare gesproken van Tweede Kamertje spelen de animo gaat er op die manier af om elkander eens aan den tand te voelen. In aansluiting met den wensch van ver leden jaar drukt spr. ook thans den wensch uit, dat inderdaad het college van B. en W. meer en meer, ook in zjjn beheer, in de democratische ljjn zal gaan. De begrooting inziende en het rapport lezende, kan spr. niet zeggen, dat die wensch in vervulling zal gaan. Evenwel moet het college gogeven worden, die het toekomt. Voor de reserveering van de bedragen voor Gasfabriek en Waterleiding meent spr. het college te moeten danken. Het verheugt spr., dat, na aanvaokeljjk afwjjzend advies, tenslotte hier toe is overgegaan. Minder voldoet echter de wjjze waarop B. en W. zich afmaken van de verschillende verhoogingen, in 't bizonder voor de cate gorieën werkliedeu. B. en W. hebben wel de noodzakeijjkhcid ingezien van verhoogingen, doch niet consequent de algemeene prjjs- stjjgingen aanvaard. B. en W. beroepen zich op de rerhoogingen, die reeds zjjn toegestaan, doch die zjjn echter afgedwongen. Waar men, met het oog op do dunrte, verhoogingen toekent aan ambtenaren, kunnen B. en W. met deze verwjjzing ten opzichte van do werklieden niet volstaan. Tenslotte nog een woord over de samen stelling van het College van B. en W. Op het feit, dat een nieuw lid in dit college zitting heeft genomen, reageert spr. niet, daar legt hjj zich bjj neer. Maar wel wenscht hjj to wjjzen op de zeer eigenaardige, zeer zonderlinge, zeer frappante houding der vrij zinnige raadsleden, die iemand tot wethouder benoemden, die niet eens meer voor raadslid iu aanmerking had mogen komen. Al staat dit niet in onmiddellijk verband met de be grooting, moot het toch even gezegd worden. Spr. sal het hierbjj laten omdat de bonding van den Voorzitter de animo voor algemeene beschouwingen wegneemt. Nu wordt overgegaan tot de artikelsgewijs behandeling. De Voorzitter stelt voor, conform het voorstel nit het algemeen rapport, den post onvoorzien te verhoogen met f 6000. om d&arnit de salarisverhoogingon te be strijden en dan do verschillende salaris- verhoogingen van de begrooting aftevoeren. (Volgno. 61). De heer G r u n w a ld, een der leden, die dit voorstel goda&n heeft, licht bet toe. Voor enkele verhoogingen ontstond verzet, daarom was het beter te allemaal afteroeren en in dón poat te reserveoren. De heer Dr. Van den Berg kan zich hier eenigszins mee vereenigen. Spr. zal het voorstel steunen, maar hoopt niet, dat het de bedoeling is die f6000.geheel te ge bruiken. De heer Biersteker: Dat is jnist het moeiljjke, het bedrag kon wel eens te hoog, maar ook wel te laag zjjn. Laten we liever afwachten wat de commissie hieromtrent voorstelt. De heer Verstegen vindt, dat men de commissie niet mag bindeD, die moet vrjj bl|jven. Spr. zou eene salarisregeling willen zien, die voor een aantal jaren geldt, zooals de toestand thaus is, hebben wjj ieder jaar weer hetzelfde en komen nooit uit de rege lingen. Laten we zoo noodig met de betrokken organisaties overleg plegen, dit zon veel werk uitsparen. De heer Hartendorf merkt op, dat een lid in de derde afdeeling bezwaar maakte zich te vereenigen met het voorstel om de salarisverhoogingen van de begrooting af te voeren en vraagt of dit noodzakelijk is. De bedragen van B. en W. zjjn niet te hoog geschat. (Te laag, interrumpeert de hoer Verstegen). Zon het dan niet meer aanbe veling verdienen de voorgestelde verhoogingen toe te kennen en te doen ingaan met 1 Jan. 1914 De commissie heeft dan dezelfde taak doch behoeft zich niet zoo te haaslen. Bjj de oDderwjjs-verordeningen is hetzelfde geschied. Spr. stelt voor, waar de arbeiders vergeten zjjn, aan gemeente-werklieden (meorderjarig) een salarisverhooging van f 50.toe te kennen, dat komt zoo ongeveer neer op per jaar en hebben we samen het bedrag dat de heer Grunwald zich dacht. De heer Biersteker is van meening, dat we dan de commissie niet noodig hebben, dan behoeven we alleen maar de verordening overeerstemming te brengen met het nu vastgestelde salaris. In de secties wi van oordeel, dat bet juist mser gewenscht was de verhooging nu af te wjjzen. Do heer Grunwald merkt op, dat beswaron van den heer Hartendorf ten op zichte van de ambtenaren vervallen, omdat het voorstel terugwerkende kracht tot 1 Jan. 1914 zal krjjgen. Dat de zorg voor de werk lieden veilig is bjj B. en W., bljjkt nit de c|jfere, die een veel geringor bedrag aan- wjjzen voor de ambtenaren dan is uitge trokken. r Hartendorf: Dat ligt maar aan, hoe mon de zaak bokjjkt. De hoer Biersteker heeft gezegdhet is de verkeerde wereld, maar B. en W. hebben ons daar ingedreven. Dit is geon verwjjt, maar het is nu wtnscheljjk op den ingeslagen weg voort te gaan, anders komt er maar uitstel. De heer Verstogen vindt h»t verkeerd, dat de heer Hartendorf niet tracht het Col lege van B. en W. op den goede i wegterng te brengen. Hierover ontstaat nog eenige nadere dis waarna tenslotte het voorstel van heer Grunwald wordt aangenomen. De ter Hartendorf bleef builen stemming. Algemeen rapport. Uit het algemeen rapport inzake de be grooting voor 1914 nemen wjj het volgende over: Gasfabriek. Iu de tweede afdeeling wordt door een lid opgemerkt, dat het noodzakeljjk is, de voor waarden voor het gebruik van gas over den muntgasmeter te herzien. De meening wordt uitgesproken, dat de Gasfabriek te veel werklieden zjjn, die volgens den geest van de Verordening, rege lende de rechtspositie der Werklieden, recht hebben op een vaste aanstelling in gemeente dienst en deze nog niet bezitten. Gevraagd wordt, of deze toestand in over eenstemming is met de Verordening. De opmerking wordt gemaakt, dat bjj de Gasfabriek herhaaldelijk gepensioneerden tjj deljjk worden aangesteld, die het bekomen van vaste aanstellingen togenhouden. Antwoord van B. en W. Wjj zjjn bereid na te gaan, in hoeverre het wenscheljjk is de voorwaarden voor mnntgas- levering te herzien. Het is ocs niet bekend, dat op de Gas fabriek thans nog zooveel werklieden rond- loopen, die volgens den geest van de Ver ordening regelende de rechtspositie der Werklieden, recht hebben op een vaste aanstolling. Dat aan dc Gasfabriek gepensionneerden als los in dienst wordon genomen, is ontstaan, doordat ander personeel eenvoudig niet te krjjgen is. ONTVANGSTEN. Volgn. 3, Abt. 2. Huur of paoht van landerijen. Door eenige leden der eerste afdeeling werd gevraagd, of Burgemeester en Wet houders reeds een bestemming hadden ge geven aan het aangekochte weiland bjj den watertoren eu aan den Middenweg, hoek Bolwcg. Antwoord van B. «n W. Zooals in de toelichting op dezen post wordt gezegd, is aan het aangekochte weiland nog geen bestemming gegeven. De hunrtjjd loopt tot 25 December 1913 en het voor bestaat, vóór dien tjjd ter zake de noodige voorstellen aan den Gemeenteraad te doeD. Naar aanleiding van een ingekomen adres van Helder's Belang betreffende huur voor oen sportterrein, wordt deze post met f 200 verhoogd. Volgn. 22, Abt. 4. Voos het lag ek onderwijs. In de eerste afdeeling werd door een der leden in overweeing gegeven, om de school geldheffing aan School No. 8 meer progressief te maken, terwjjl door meerdere leden in over weging wordt gegeven om School No. 8 te splitsen in een school, die opleidt voor de H.B.S. on 't Gymnasium en een, waar M.U.L.O. wordt gegeven. Van dit laatste toch worden de kosten voor een groot gedeelte door| het Rjjk gedragen. Een der leden deelde mede, dat aan de School met den Bjjbel M.U.L.O. wordt ge geven en dat dit onderwijs uitstekende resul taten oplevert. Alle leden meenden, dat vele jongelieden meer van het onderwjjs zonden profiteeren, indien zjj volledig M.U.L.O. kon- ontvangen, dan wanneer zjj de H.B.S. noodgedworg--n moeeten bezoeken. Ier leden dezer afdeeling wenschte een gemakkelijker wjjze van schoolgeldhefflng aan de andere openbare lagere scholen, een heffing, waarbjj de Hoofden als snb-ontvanger zonden moeten optreden. In de tweede afdeeling wordt gevraagd, hoever de commissie tot herziening der sebool- ;elden met haren arbeid gevorderd is, terwjjl de derde afdeeling door een der leden gevraagd wordt, of het College, mede naar aanleiding vau de in het rapport der Raads commissie inzake de herziening van de onder- wjjzersjaarwedden, gemaakte opmerking, reedz ernstig heeft overwogen, de mogeljjkhrid van oen andere regeling van schoolgeldheffing. Antwoord van B. en W. Het splitsen van school No. 8 in een school voor M.U.L.O. en in een opleidingsschool voor de H.B.S. en het Gymnasium, is een maat regel van zeer ingrijpenden aard. Alvorens daartoe voorstellen aanhangig te maken, zal grondig moeten worden onderzocht, welke ficancieele gevolgen dit voor de gomeente zal hebben. Zon daartoe worden overgegaan, dan 1 tevens moeten worden overwogen, eene •entueele wjjziging in de schoolgeldheffing. Betreffende een gemakkelijker heffing van schoolgeld, waarbjj de Hoofden als snb- ontvanger zonden moeten optreden, meenen B. en W. dat die niet kan worden ingevoerd. Op de vraag, hoever de Commizsie tot herziening der schoolgelden met haren arbeid gevorderd is, wordt geantwoord, dat bedoelde Commissie alleen tot taak had, de voorbe reiding oener eventneele herziening der onder- wjjzerajaarwedden. Met de totstandkoming der nienwe Verordening tot regeling der onder- wjjsersjaarwedden, was haar taak afgeloopen. De heer Bommel drnkt den wensch nit, binnen niet te langen tjjd voorstellen van en W. betreffende de splitsing van de school no. S zullen inkomen. Betreffende de heffing van schoolgelden merkt spr. op, dat ook in ander» gemeenten het hoofd als sub ontvanger optreedt, zoo o.a. Haarlem, Am sterdam, Groningen. Laat B. en W. deze zaak eens bestndeereu. De Voorzitter zegt een en ander toe. Aan hot einde der begrooting zal een commissie van 5 leden worden benoemd om n en ander te onderzoeken. UITGAVEN. Volgn. 57, Abt. 2. Jaarwedden van de Wethouders. In de eerste afdeeling werd algemeen j vraagd, of het College van Burgemeester Wethouders bereid is, uitvoering te geven aan de met overgroote meerderheid van den uitgesproken wenscheljjkheid, over te tot de verdeeling van werkzaamheden dn Wethouders en derhalve van dese func tionarissen verantwoordelijke personen maken voor de hnn toegewezen takken gemeentedienst. Antwoord van B. en W.: Nn eene wjjziging is gekomen in de sas stelling van hét College van Burgemeester en Wethouders, brengt de billijkheid mede, dat het nieuwe lid gelegenheid worde gegeven, zich in den tegenwoordigen gang van zaken in te werken. Inmiddels zal onderzocht worden hoe verdeeling van werkzaamheden zich aan de hier bestaande toestanden zou dienen aan te passen, teneinde de resultaten te bereiken, die de Raad zich daarvan voorstelt. Wjj moeten hierbjj intusschen opmerken, dat ook bjj ver deeling der werkzaamheden, de verantwoor delijkheid op het college bljjft ruston en deze niet op de wethouders individueel kan worden overgedragen. Volg». 61, Abt. 6. Jaarwedden km toelage» voor ambtenaren, bedienden ter secretarie, den congierqe en de boden. In de eerste en tweede afdeeling werd al gemeene instemming betuigd met door Burge meester en Wethouders voorgestelde salaris- verhooging, terwjjl in de derde afdeeling ëón der leden met voldoening van deze voorstellen had kennis genomen. In de eerste afdeeling werd evenwel door vele leden de opmerking gemaakt, dat uit deze salarisverhooging niet bleek, dat volgens een vast systeem was te werk gegaan, waarom een der leden voorstelde, de jaarwedden van de verschillende ambtenaren, die daarvoor in aanmerkimg kwamen, met eon vast percentage te verhoogen en daarna met spoed alle salaris- regelingen te herzien. Meerdere leden van deze afdeeling konden zich met dit voorztel niet vereenigen. De hoogere salarissen zonden daarvan het meest profiteeren. Daarom werd door een der leden voorge steld, een memorie post van f 6000.op deze begrooting te brengen; alle verhooging*n buiten de salarisregeling om van deze begroo ting af te voeren, vervolgens met bekwamer spoed alle salarisregelingen te horzien en uit den voorgestelden memorie-post alle salaris verhoogingon te bekostigen en deze te doen ingaan op 1 Januari 1914. Algemeen kon men zich hiermee vereenigen. In de tweede afdeeling meende een der leden, dat bjj de voorgestelde salarisverhooging was afgeweken van do bestaande verordening. Een ander achtte de voorgestelde verhoo gingen niet geheel met de billijkheid in over eenstemming. Vooral de werklieden zjjn het, wien bjj deze salarii-verhooging niet vol doende recht is wedervaren. Dit lid doet dan ook het voorstel, den Raad een Commissie te doen benoemen, die tot taak ion hebben, de salarisregelingen, zoowel van ambtenaren als van werklieden te herzien, in overeenstemming met de voorstellen, gedaan eerste afdeeling. In de derde afdeeling informeert een lid naar de motieven, welke Bnrgemeester en Wethouders hebben geleid tot het voorstellen van de salaris-verhoogingec. Na de hierop verstrekte inlichtingen door den Voorzitter, werd door dat lid leedwezen uitgesproken dat, waar de „dunrte" alt leid motief heeft gegolden, Bnrgemeester en Wet houders de consequentie van dezen gedach- tengang niet hebben gevolgd en ook voor de arbeiders in dienst van de gemeente, een, lar rato, geljjke verhooging voor te stellen. Door een der leden werd voorgesteld de verschillende verhoogingen nog niet toe te Burgemeester en Wethouders uit te noodigen een algemeene herziening der salaris een te willen ter hand nemen en den post „Onvoorziene Uitgaven" met een bepaald bedrag te verhoogen, waarnit dan bjj de her- tiening der jaarwedden en loonen de ver- eischte bedragen zouden kannen worden be taald, met terugwerkende kracht tot 1 Januari 1914. Dit wordt door meerdere leden ondersteund. Een der leden kan zich bezwaarlik met dit voorstel vereenigen en voelt er meer voor de door Burgemeester en Wethouders voor gestelde verhoogingen met 1 Jannari 1914 toe te kennen en dan ook aan de lager be zoldigden, n.1. aan de werklieden, die minstens evenzeer den drnk der algemeene prijsstijging gevoelen, een verhooging toe te kennen; dit lid wilde dan daarna een algemeene herzie ning der jaarwedden ter hand nemen. Gevraagd werd, met welk bedrag de uit- iven zouden moeten worden verhoogd, wan- >er b.v. aan alle meerderjarige arbeiders een loonsverhooging van f 50.werd toegekend. Antwoord van B. en W. BQ het opmaken der begrooting zjjn door onz verschillende verhoogingen voorgesteld. Wjj hebben daarbjj naar onze meening zooveel mogeljjk rekening gehouden met de billjjkheid en meenden niet verder te mogen gaan, met oog op de ffnancieele draagkracht der gemeente. Wat de werklieden betreft, brengen wjj in herinnering, ons voorstel van den 4 Augustus 1.1., waarbjj de loonen van sommige catego rieën van geëmployeerden aan de Gasfabriek nader werden gerogeld. Meerdere verhoogin gen meenden wjj niet te moeten voorstellen, op grond, dat de loonen der werklieden aan de gasfabriek tbans niet lager zjjn, dan die in andere gemeenten. Dit geldt eveneons de loonen van de werk lieden van de overige takken van dienst, die het laatst werden geregeld, met ingang van 1 Jannari 1913. Wanneer intnsichen wordt gemeend, dat voor dit oogenblik de voorgestelde verhoo gingen van' de begrooting moet worden afge voerd en een som van f 6000.op den post van onvoorsiene uitgaven gebracht, om, nfc een algemeene herziening der salarisregelin- geD, daaruit de verschillende verhoogingen te bestrijden, soo zullen wjj ons hiertegen niet verzetten. Volg». 84, Abt. 9. Koste» vak de» vischafslag. De wenscheljjkheid werd in de derde af deeling uitgesproken, de kosten van den vischafslag te verminderen, om ten slotte tot opheffing van deze inrichting te geraken. Antwoord van B. en W. Het is ons niet duideljjk, op welke wjjze en in welke mate de hier bedoelde kosten zonden moeten worden verminderd, zoodat wjj in de onmogelijkheid zjjn, zonder nadere gegevens op dit pnnt voorstellen te doen. De heer Oortgjjsen is het hier be doelde lid. De bedoeling is een der ambtenaren afteschaffen. De Voorzitter zegt, dat dit niet gaan zaL Evenwel moet onderzocht worden in hoever de verwezenljjking van dit plan moge ljjk is. De heer Oortgjjsen sal zjjn bedoeling nader formuleeren. Volg». 86, Abt. 1. Omdirhoud va» hcizen, torens, poorten km dergelijke. In de eerste afdeeling werd door een dof leden gewezen op den jaarljjks terugkeeren den post voor onderhoud van het Armhuis in de Tninstraat. De toestand bljjft in dezo in richting treurig en nn de gemeente grond in eigendom heeft, sou dit lid Burgemeester en Wethouders nog eens in ernstige overweging willen geven of het niet mogeljjk is, tot den bouw van een nienw Armhuis over te gaan. Antwoord van B. en W.: Zoolang niet tot stichting van een nienw Armhuis is besloten, zal de tegenwoordige inrichting, jaarljjks uitgaven wegens onder hond van de gemeente vorderen. Wat de stichting van een nieuw Armhuis betreft, merken wjj op, dat door ons indertjjd voorstellen daartoe werden gedaan, doch deze konden de goedkeuring van den Raad niet verwerven. Nieuwe voorstellen voor de stichting van een Armhuis zullen moeten wachten tot de tjjd voor het sluiten eener nieuwe geld- gekomen is. Op voorstel van B. en W.wordt deze post verminderd met f 150. De heer Adriaanse is ten deele vol daan door het antwoord van B. en W. Aan-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1913 | | pagina 1