KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Heldor, Toxol, Wieringen en Anne Peulewne
Nieuwjaarsgroet.
No. 4263
Woensdag 17 December 1918.
41ite Jaargang.
't Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 ct., fr.]pnpo»t 75 cl., bnitenland 11.25
Pre- Zondagsblad u i 37$ 45 f 0.75
raiënModeblad n i 65 i i 75 M.—
(Voor bel buitenland bij reornitbetaling.)
Ad verten tién ra» 1 tot 5 regels (bij vooruitbetaling) 30 oeat.
Elke regel meer6
Be wij I-exemplaar2$
Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte berekend
Hiraohilat Dinsdag- au Vrijdagmiddag.
Uitgaaar i O. DE DOER ir,, Halder.
Raraaai Kaalngatraat 29. inttrc. Ttiar. 40.
Bij dit nummer behoort oon
Bijvoegeol.
Zij, die zich met
I Januari a.a. op
dit blad abonneeren, ont
vangen de tot dien datum
verschijnende
GRATIS.
Onze lezers, die met 1 Januari i.s. aan
Familie, Vrienden of Begun<
stigere In onze Courant een
Welkomstgroet
willen plaatten, worden beleefd ultge-
noodlgd bunne opgaven tijdig in te
zenden.
DE UITGEVER.
■lEUWSBERICHTEH.
HELDER, 16 December.
Het Gemeentebestuur.
Burgemeester en Wethouders van Helder,
brengen ter algemeene kennis, dat met ingang
van 1 Januari 1914 de leden van het College
sich hebben belaat met de takken van dienst
bieronder aangegeven:
De Burgemeester:
Financiën, Onderwas, Politie, Brandwezen,
Jaarmarkt en alle zaken, welke niet uitdruk
kelijk aan een der Wethouders zjjn opgedragen.
De Wethouder Van Neck:
Belastingen, Pensioenen, Sociale aangele
genheden, Rechtspositie Ambtenaren en Werk
lieden, Burgerlijke Stand, Militiezaken.
De Wethouder De Ven:
Gemeentebedrijven (Gasfabriek en Water
leiding), Ziekenhuis, Keuringsdienst.
De Wethouder De Geus:
Openbare werken (gebouwen, bruggen, enz.)
Armwezen, Vischafslag, Reinigingsdienst.
Zij, die de Heeren Wethouders over aan
gelegenheden tot die takken van dienst be-
hoorende, wenschen te spreken, worden daar
voor ten Raadhuise in de gelegenheid gesteld
op de volgende nren:
De heer Van Neck des Vrijdags 's namid
dags van l1/, tot 21/, u.
De heer De Ven des Vrijdags 's namiddags
van 8 tot 4 u.
Ds heer De Geus des Vrijdags 's namiddags
van 12 tot 1 u.
De Bnrgemeester is ten Raadhuise te spreken
alle werkdagen van 11 tot 8 nur.
Eerste Helderech Bioscoop-Theater.
£en aantrekkelijk begin van het met zorg
en smaak samengestelde programma aan den
Kanaalweg is wel steeds „De Heldersche
Courant". Dank sij de vernuftige cinemato
grafische opnamen, wordt 'C ons van den
12en tot en met den 18sn deser weer ver
gund een blik te werpen op het wereldge
beuren, merkwaardigheden uit vreemde lan
den, die de belangstelling der toeschouwers
geregeld op sich gevestigd houden. Na deze
actueele inleiding krijgen we „Jeugd der
Dieren", een bezienswaardige natuuropname,
vol van aardige afwisseling. Dén een drama
uit het kunstenaarsleven, „Marga, de schil
deres", waarvan de verschillende acten zeer
zeker onafgebroken de aandacht verdienen.
B{j wat er op volgt, „Patacbon als opium
schuiver", zien we kluchtige tafereeltjes, die
vaak doen schudden van het lachen. Wat
bijzonder treft is het drama in twee acten
en vier tafereelen „Grasiella la Gitane, de
Verlatene". Hoe verleidelijk het ook is, den
inhoud van dese liefdes-tragedie met de op
merkelijk mooie beelden in een paar woorden
mee te deelen, we sollen ons daarvan ont
houden en slechts zeggen, dat se ten einde
toe hoogst boeiend is.
Ten slotte werden we verrast op eenige
extra nummers, waarmee de directie Zaterdag
FEUILLETOBI.
HET PLEEGKIND.
28)
HOOFDSTUK XVIII.
„Vryheid, die ik liefheb, die mijn hart
vervult!"
Ieder dichter heeft haar bezongen, elke
romanschrijver haar verheerlijkt, edele pa
triotten hebben voor haar geleden het
zal daarom niet noodig zijn, nauwkeurig het
gevoel te beschrijven, waarvan Maurice
Hervey, tot voor kort nr. 1080, de oude be
kende van juffrouw Miller, doordrongen was,
toen het tuchthuis van Portland zjjn goed
geregelde, maar gewillig aangeboden gast
vrijheid jegens hem ophief en hy aan de
buitenwereld wedergegeven werd. Hy was
nu weer een vry man, on, afgezien van den
lichten dwang, zich alle maanden éénmaal
by de politie aan te melden, heer zyuer han
delingen en bewegingen.
Maurice Hervey verheugde zich in de
„gulden vryheid" voor de eerste maal op
denzelfden dag, waarop juffrouw Clayton en
mynheer Mordle samen naar Blacktown
gingen.
Juffrouw Miller, die zulk een levendige
belangstelling in den tuchteling had getoond,
bleef in volslagen onwetendheid omtrent
deze vroolyke gebeurtenis. Hieraan was echter
noch verzuim, noch nalatigheid harerzijds de
schuld. Zjj had tweemaal aan den directeur
geschreven en vorzocht, dat hy haar de
noodige mededeolingsn omtrent den dag der
avond lang niet karig was. Wat ons, wat
de vele besoekers daarvan het meest amu
seerde? Stellig het allerlaatste.'n Echt grap
pig ding, dat herhaaldelijk veel lachpret
verwekt, vooral bij de wonderlijke, toover-
achtige staaltjes dia er in voorkomen.
„Pro Patrla".
Iets bijzonders hing er in de lucht op de
feestelijke vergadering van P. P. die Zater
dagavond in „Casino" gehonden werd. Groen
en bloemen in de zaal en een feestgestoelte
dat deed iets vermoeden. Toen het scherm
opgehaald werd stonden de jongelieden aan
getreden en nam de Voorsitter, de hser J,
Drijver, het woord om de talrijke aanwezigen
welkom te heeten. P. P. paart 't aangename
aan 't nuttige, zoo zeide hjj, en wil met
nare feestvergaderingen propaganda mal
Thans komt er nog iets bijzonders bij. De
heer M. Ph. van Hooydonck is thans
durendo 25 jaar de leider geweest en alsTiij
aanstonds met zijne echtgenoote binnentreedt,
zoo verzocht Voorsitter, verzoek ik allen u
van uwe plaats te verheffen als 'n groet,
Onder luid applaus kwam thans de heer
v. Hooydonck met zyne echtgenoote de zaal
in en begaf zich naar het tooneel, waar de
Voorzitter hem toesprak.
„Hooggeachte jubilaris! A.s. Maandag zal
het 25 jaar geleden zijn dat u is benoemd
tot directeur van P. P. 25 jaar hebt gjj de
vereeniging gediend op eene wijze, die boven
mjjn lof verheven is. 25 jaren van de beste
van uw leven hebt gy gegeven voor de ver
eeniging en de bloei van P. P. is dan ook
in hoofdtaak uw werk. Het is m(J een groote
eer als Voorsitter u den dank van allen,
leden, adspiranten, eere- en oud-leden te
mogen overbrengen. Als geschenk bieden wij
n aan deze divan, terwijl een oorkonde bevat
de namen van allen die daartoe bijdroegen.
Ik feliciteer ook de vereeniging P. P. met
den heer v, Hooydonck en verzoek den leden
als groet den Boadtklap te slaan."
Dat ging met enthonsiasme.
Ingekomen waren twee telegrammen van
gelakwensch van oud-ledon en een felicitatie
van „O. K. K.".
De heer v". Hooydonck zegt daarna dat
het hem moeilyk is te antwoorden op al wat
de Voorsitter heeft gezegd. Hij zegt allen
hartelyk dank. Gedurende 25 jaren leidde
hQ P. P. met genoegen. Allen werkten mee
en steeds met de grootste welwillendheid
onder zyne leiding. De omgang met de
jongeren is ook zoo goed voor de ouderen.
Dan blijft het hart jong. Spr. zegt dat hy
gaarne, soolang zjjne krachten hem toelaten,
aan de spits van P. P. zal staan.
Vervolgens neemt de heer F. Sohlahmilch
het woord.
Dese zegt als werkend lid eigenlijk te
kunnen volstaan met het woord van den
voorsitter, maar toch staat hjj tegenover den
Dir. in eeoigszios andere verhouding. Spr.
was het die 25 jaar geleden met den directeur
het contract teekende, 28 jaar met hem
samenwerkte. Bij alle jubilea sprak hjj hem
toe en daaTom wil hjj ook aan den Directeur
en sjjne familie thans een hartelijke felicitatie
richten. En spr. wjjit er op dat naast het
verstandig en wjjt beleid van het bestuur
vooral de leiding van den directeur de in
nerlijke kracht schonk aan de vereen. Niet
genoeg kan gewaardeerd worden wat de Dir.
voor de vereeniging deed. Hjj wekt de aan
wezigen tot een krachtig hoera! voor den
jubilaris waaraan do vergadering gaarne
voldoet.
De jubileerende directeur brengt den heer
Schlamilch dank voor zijne woorden en zegt
dat bij gemakkelijk werk had waar hjj kon
opbouwen op znlke goede grondslagen als in
de >adspiranten-afdeeling warén gelegd door
den heer Sohlahmilch.
De jubileerende Directeur bracht daarna
ook een woord van dank aan het Casino-
orchest, de heeren Polak, die zoo vaak on
zoo welwillend steeds meewerkten om de
uitvoeringen te doen slagen en ook thans
door hare opwekkende muziek zoo'n warme
'Bmming wist te wekken.
Toen kon met de afwerking van het
programma worden begonen.
We zullen, om ons verslag niet al tolang
maken alle nummers niet afzonderlijk
vermelden, 't Zjj genoeg te zeggen dat de
oefeningen correct en jaizt werden uitgevoerd
en weer aantoonden dat P. P. als gymnas
tiek vereeniging zeer hoog staat. Het knods-
zwaaien der dames gepaard met been- en
rompbeweging was een bjj nitstek fraai
nummer. Na de paute kwam een voordracht
door 4 piassen waarvan de 2 sprekenden
heel wat de revue lieten pasieeren, de
invryheidsstelling zou doen. Zjj had haar
brieven niet van Oakbury, maar van Londen
uit gedateerd. De eerste brief werd aldus
beantwoord, dat bedoelde dag nog niet vast
gesteld wasop den tweeden bleef elk bericht
uit. De oorzaak hiervan lag in de omstan
digheid, dat den tuchteling, toen hy ont
slagen zou worden medegedeeld werd, dat
zyn vriendin naar hem geïnformeerd had en
in Londen was. Op de vraag, of by nu
daarheen gebracht wenschte te worden en
men de vrouw hiervan bericht zou zenden,
had Hervey geantwoord, dat hjj wel naar
Londen wilde, maar zich ver van deze vrouw
verlangde te houden, daar hjj door haar
slechten invloed in zjjn vernederende positie
gekomen was. Zoo kwam het, dat juffrouw
Millers brief onbeantwoord bleef.
Hervey was een doortrapte schurk, die
agens wisselvervalsching tot vjjf jaar dwang
arbeid veroordeeld was. Even als de jmeeste
menschen, die ten beste van bet algemeen
afzondering worden gehouden, zag hy zeer
wel^in, dat het dwaas zou zjjn met zyn hoofd
tegen den muur te loopen. Hjj was veroor
deeld, de maatschappij een straf te betalen,
e tot de laatste penning wenschte
vorderen. Zyn verdediger had echter
te verkrygen, dat zjj zich, bjj goed
gedrag, met een behoorljjke afdoeningssom
zou tevreden stellen. Daarom deed Hervey
zjjn beat bjj den hem opgedragen arbeid. Hjj
was te sluw, om het versleten kunstje, den
geestelijke door een Bchjjnbare bekeering voor
zich te winnen, te willen beproeven. Waar
scbjjnljjk nam hjj aan, dat den gevangenis-
predikanten de oogen waren opengegaan.
Daarentegen toonde bjj steeds een tevreden
gezicht, sprak aardig met de cipiers, klaagde
over niets en gaf niemand ergenis. Slechte in
welke
medaille* door P. P. behaald, de fi
oefeningen der dames, het examen voor
verkorten diensttijd door A. van Pelt met
gunstigen uitslag afgelegd, en nog zoo
meer. Eere den directeur was 't refrein.
Vervolgens werd een apotheose te zien
gegeven als hnlde aan den jubilaris, waarbij
een dameskoor een toepasselijk lied zong.
Namens de damesafdeeling sprak mej. G. de
Jager een hartelijke gelnkwonsch en over
handigde den directeur als blijk van hoog
achting een fraaien krans.
Bij 't verder gedeelte van 't program blonk
uit de staafoefeningen der heeren en do
oefeningen aan 't hooggrek, waarbij ook de
jubileerende directeur sich nog eens een
zeer getraind turner toonde.
Een 'n niet onaardige revue was »De
Onafhankelijkheidsfeesten" waarin leuke zet
ten voorkwamen.
Vermelden wij nog dat het Casino-orchest
den heelen avond voor muzikale begeleiding
en afwisseling zorgde.
Tegen half twaalf was 't feest geëindigd
en werd tklarigheid" gemaakt voor het bal,
waarvoor de animo wel groot zal geweest zijn.
Bescherming onzer Koloniën.
De heer Van Aken, de schrijver van de
brochnre „'s Lande welvaart in gevaar",
heeft Vrijdagavond in een redevoering voor
de Haarlemsche afdeeling van „Oase Vloot"
meegedeeld, uit vertrouwbare bron vernomen
te hebben, dat Amerika en Australië, die
beiden belang hebben by bestendiging van
den politieken toestand in Zoid-Oost-Asië,
de toezegging zonden hebben gedaan Neder
land te sallen steunen bij een mogeljjken
aanval op onze Oost-Indische bezittingen,
wanneer onze Regeering de marine in een
behoorlijken toestand bracht.
De kietrecbtvroHwen.
Londen, 18 December. Toen vanavond de
koning en de koningin in Covent Garden de
uitvoering eener opera bijwoonden, begonnen
tal van kiesrechtvrouwen eeu betooging. In
een loge tegenover de koninklijke ontplooiden
sy een vlag met het opschrift„er worden
vrouwen in U M. gevangenissen gemarteld".
Vervolgens riepen zjj iets over de gevangen
neming van mevr. Pankhnrst, maar meteen
vielen de aanwezigen haar met afkeurende
kreten in de rede en maakten de verdere
opmerkingen onverstaanbaar.
De koning glimlachte toen hy zag hoe de
vrouwen haar best deden om zich verstaan
baar te maken. Het incident duurde niet
langer dan een minnut, daar het bestuur van
Covent Garden ds kiesrechtvrouwen op
staanden voet uit het gebouw liet verwijderen.
Lijk
Té Liverpool heeft
t het Ijjk vai
vrouw, in een zak gebonden, uit een
opgehaald. Ze was blijkbaar met zware slagen
op het hoofd gedood. Het bleek de 35 jarige
zuster van een fabrikant van dekzeilen met
name Bradfield te zjjn. Zjj stond aan het
hoofd van een winkel te Liverpool. Een
18 jarige bediende is, als verdacht van den
moord, aangebonden. Hjj schijnt al bekend
te hebben. Er is nog een medeplichtige zoek.
Roof schjjat de drjjfveer van de daad te sjje.
Het ljjk had nog een zilver medaillon om
de hals, mot dit wonderlijke opschrift:„Drie
'|jte apen, met oogen gesloten voor het
kwaad, met ooren die alleen het goede
hooron, met lippen die stom zjjn voor den
laster, zitten in hun stille kracht." Op den
anderen kant zijn drie apen afgebeeld die de
pooten voor de oogen houden, en daaronder
de woorden: „Spreek geen kwaad, zie geen
kwaad, hoor geen kwaad". De argeloosheid
heeft het arme slachtoffer niet gebaat.
De „Gioconda'' teruggevonden.
Men zal zich herinneren, dat ongeveer 2
jaar geleden, het beroemde schilderij van
Leonardo da Vinei, voorstellende het portret
van vla Gioconda" uit het Parijsche musée
du Louvre gestolen werd. Sindsdien heeft
men, in weerwil van de ijverigste naspo-
ringen, niets meer van dat stuk, dat milli-
oenen waarde heeft, vernomen. Plotseling
komt nu uit Rome het bericht, dat het
schilderij te Florence is teruggevonden.
De Gioconda is teruggevonden bjj zekeren
Vincenzo Barugia uit Como, die het doek
uit Parjjs naar Florence heeft overgebracht
en het daar heeft aangeboden aan den an
tiquair Geri.
De bezitter van het doek was een te Parjjs
wonend Italiaan, die bjj zjjn verhoor heeft
bekend het uit het Louvre te hebben ge
de eenzaamheid zjjner acht voet hooge en
vier voet breede cel morde nr. 1080, knarste
op de tanden en balde de vuisten. Daar
slechts kwamen onhoorbare vloeken en ge
loften van wraak over zjjn lippen.
Eer hjj Portland verliet, had men hem
medegedeeld, dat de vereeniging voor ont
slagen gevangenen zeker iets voor hem wilde
doen. Hjj dankte voor die mededeeling, maar
zeide, dat hjj hoopte, zoo hjj althans zjjn be
kwaamheid niet door gebrek aan oefening
verloren had, zijn brood als kunstenaar
wat hy geweest was, onder een anderen
naam op eerlyke wjjze te kunnen verdienen.
Zoo stond Hervey als een vrjj man op den
tweeden dag van het nieuwe jaar 's namid
dags vier uur in een straat te Londen. Er
was niets aan hem, dat opzien kon wekken.
Door oen verstandige en menschelyke ver
ordening werden de haren der gevangenen
oon kwartaal voor hun ontslag niet meer
geknipt, maar bleven aan de natuur over
gelaten. De bruine kleeren, die de plaats van
het gevangenpakje haddon vervangen, zaten
wel slecht en waren van grovo stof, maar
honderdduizenden in Londen waren niet beter
en niet slechter gekleed, dan Maurice Hervey.
Eindeljjk was hjj vrjjVry, te mogen gaan
waarheen hjj wilde, en, binnen de grenzen der
wet, ook te kunnen doen, wat hij wilde! In
zjjn zak had hjj de som van vjjf pond en
zeventien shilling, het loon van vyf jaren
goed gedrag en harden arbeid. Het betasten
dil g.ld wekte in hem een nieuw of
liever een oud gevoel. Langer dan vier jaar
was het geleden, dat hjj geen geld meer in
handen had gehad.
Het eerste gebruik, dat hjj van zjjn geld
en zyn vryheid maakte, was in een
winkel te gaan, zich een sigaar van
stolen om de diefstallen, die Napoleon in
Italië heeft gepleegd, te wrekes.
De dief zal naar Rome worden gesonden
ter beschikking van den Franschen gesant.
Er valt niet aan te twyfelen dat het
te Florence in beslag genomen doek het nit
het Louvre gestolen meesterwerk van Lrocardo
da Vinei is. Het nummer en het stempel van
het Louvre staan er nog op.
Vineenzo Barugia heeft na zjjn arrestatie
bljjken van de hoogste verbazing gegeven over
de behandeling, hem aangedaan. Hjj bad ge-
daoht Italië een onschatbaren dienst te hebben
bewezen en eer lof dan straf te hebben verdiend.
Het schilderjj komt Italië toe, ons land heeft
het gtlotpireerd, is zjjn redeneering.
Dat hjj er een hoogen prjjs voor vroeg was
omdat olke kloeke en groote daad naar ver
dienste beloond moet worden.
De quaestuur te Florence is geneigd aan
Barugia s „goede trouw" (als men in dezen
die term ten minste kan gebruiken) te gelooren.
Enkele weken geleden had hjj aan zjjn ouders,
eenvoudige handwerkslieden uit een dorpje bjj
Como, geschreven dat hjj hen binnenkort
hoopte te bewijzen hoezeer hjj hun liefde en
toewijding op prjjs had weten te stellen.
De kunstschilder Geri, aan wion Barugia
den 29en November nit Parjjs onder den schuil
naam Laonard een brief heeft geschreven,
waarin hjj mededeelde dat hjj in het bezit was
van de Gioconda, dacht aanvankelijk dat hjj
met een gek te doen had en trad dan ook niet
in het verzoek om naar Parjjs te komen om
het doek te zien.
Hg stelde echter den brief toch ter hand
aan dr. Poggi, den directenr van het museum
te Florence, die den schrjjver ook niet an
ix nam, doch den kuastkooper ried den
te vragen met het doek naar Italië te
In dien geest schreef Geri aan „Leonard"
en dese antwoordde dat hjj den 17en Decem
ber te Milaan soa zjjn. Noch Geri, nog dr.
Poggi konden op dien dag en zg vroegen
den datum tot 20 December uit te stellen.
Barugia is blgkbaar door die briefwisseling
gerustgesteld, hg stond althans eergisteren
plotseling voor Geri en fiaisterde hem toe:
„ik ben Leonard". Hg bleek zgn intrek ge
nomen te hebben in een klein hotel, en had
niet het minste bezwaar dat de directenr
het museum meeging om het doek te
i. Hg wilde juist dat het voortaan in dat
musourn zou hangen.
Tegenover Geri en dr. Poggi heeft hg
daarna ook de houding van weldoener zgns
lands aangenomen.
Uit het Kamer-overzicht van „De Tele
graaf":
Eq nn tot slot een bewgs, welke bedenke-
Igke gevolgen de weigering der socialisten
reeds heefc. Op zeker oogenblik zat de heer
Ter Laan, de Haagsche, in een ministers-
zetel heel genoegljjk te praten met minister
Trenb. Dat zag de Voorzitter. Ea direct
stuurde hy een afgezantdaar mocht de heer
Ter Laan niet zitten. Weg! D'r uitl Ea de
■ocialistische afgevaardigde verdween met den
miniiter op de groene banken.
't Ging tusschen de bedrgven door.
„Wat moois 1", moet de Voorsitter ge
bromd hebben. „Portefeuilles weigeren, maar
lörii in de lekkere, mollige, deftige ministers-
setels zitten? Niks d'r van. Wie 't kleine
niet eert, is 't groote niet weerd!"
TWEEDE KAMER.
Zitting van Donderdag 11 Dec. (Vervolg).
De heer Troelstra (s.d.a.p.) repii-
ceerend, verweert zich tegen den aanval van
dr. B.'S op de s.d.a.p. Niet, dat dr. Bos den
heer Troelstra verweten heeft geen staats
man te zgn, dat treft hem niet, waar hjjzelf
nooit aanspraken op dien naam maakte, maar
dr. Bos heeft spr. getroffen in zgn moreele
persoonlgkheid en gezegd, dat spr. „tegen
beter weten in" gezegd zou hebben dat de
vrgzinnig democraten als partg, niet als deel
der concentratie, de verkiezingen zgn inge
gaan. Spr. heeft slechts gewezen op het feit,
dat de vrgzinnig-democraten tegenover de
socialisten de nederlaag hebben geleden in
verschillendo districten. Spr. verwacht, dat
dr. Bos sgn verontschuldigingen zal aan
bieden en komt dan tot een breedvoerige
nadere uiteenzetting van het standpunt der
s.d.a.p, bg de verkiezingen en tijdens de
crisis. De heer Troelstra bewgst door ver
schillende citaten dat hg een kabinet als het
nu opgetredene beeft voorzien.
Zitting van Vrgdag 12 December.
De heer Troelstra, voortgaande, segt,
dat hg, bg de Koningin geroepen, het tot
zgn allereeraten plicht rekende Hare Majesteit
van de politieke noodzakelijkheid van het
algemeen kiesrecht en van de diepe inter
nationale boteekenis van dat recht te over
tuigen. De aansprakelgkheid voor kabinets
formatie, zoo betoogt de heer Troelatra,
berust bg de burgerlgke partgen omdat zy
berust op do aansprakelgkheid voor de hand
having van het maatschappelgk stelsel waarop
de staat berust. Dit Kabinet, aldus de heer
Troelstra, is het eenige constitutioneel moge -
Igke. Spr. toont verder aan hoe zgn hande
lingen volstrekt niet onderhevig waren aan
slingeringen, zooals de heer Bos had beweerd,
maar het logisch gevolg waren van de politieke
situatie. Als spr. op het Zwolsch congres
tegen aanvaarding der zetels had gestemd,
zou hg de Koningin hebben misleid. Spr.
houding is gaaf. Niet echter die vau de
concentratie. Deze kwam met een aan
bod op een tgdstip, en onder voorwaarden,
die het voor ons onaannemelgk maakten.
Men maakt ons belachelgk door het te doen
voorkomen als souden wg den steun intrek
ken indien de oorlogsbegrooting hooger werd.
Laten de heeren het vooral niet voorstellen
alsof zg wel hadden kunnen regeeren zonder
opdrijving der lasten als wg hadden mede-
geregeerd. Laat de heer Tydeman als bg wil
besninigen, tegen het slagschip opkomen.
Hg kan dan rekenen op onsen loyalen
steun. Maar ik zal valsch spel ontmaskeren.
Ia de afdoelingen heeft de heer Mafchant
soo warm in de vgfde afdeeling voor het
vlootplan gesproken, dat de heer Lohman
het met hem eens was. (Groote beweging.)
Ds heer Marchant (v.d.)Daar is geen
woord van waar.
De heer Troelatra: Ik lieg niet. Ik
moet n ontmaskeren.
De Voorzitter verzoekt spr. geen
mededeelingen te doen nit de afdeelingen.
De heer Troelstra: Ik moet aan-
toonen dat de heeren valsch spel spelen en
ik sal dat ontmaskeren.
De Voorzitter: Ik verbied n een der
mededeleden te beleedigen door ham valsch
spel te verwgten.
De heer Troela tra: Ja, ja.
Do Voorzitter: Ik roep u tot de orde.
De heer Troelstra: Jawel.
De Voorzitter: Als gg daarmee voort
gaat, zal ik u het woord ontnemen.
De beer Troelstra voortgaande, be
toogt dat het niet de schuld is der sociaal
democraten als ag thans zoo heftig tegen de
vrgsinnigen staan, maar de schuld der vrg-
sinnigen, die het partgbelang hebben gesteld
boven het algemeen belang.
Ook zonder onzen steun had de concen
tratie kunnen regeeren- Maar als wg samen
hadden geregeerd, was de ellende niet te
overzien geweest. Wat thans voorgevallen
is, teekent den toestand. Wg vertrouwen
elkander niet verder dan wg elkaar zien.
Spr. weidt verder uit ov;r de beteekepis
van de s.d a.pen de evectueele aanvaarding
van ambten. Tenslotte geeft spr. als zyne
meening weer, dat men de parlementaire
ontwikkeling van de arbeidersklasse niet had
bevorderd door deelname aan de regeering.
De heer VanWgnbergen (r.-k.) repli
ceert iasake de loges en meent, dat in dit
debat daidelgk is gebleken, dat de verkiezings-
■trgd een negatief karakter had. Hg vraagt
om meerdere klaarheid in 't vervolg, en
repliceert in sake verschillende andere zaker.
Bg verdedigt zich bv. ten opzichte van den
scheldnaam baron Canaille, die ontstaan is
nit een verdraai! ag van zgae woorden. Een
openlgke afkeuring van de houding der N.
Rott. Crt. ware hier op zgn plaats.
Ook de heer De Savornin Lobman
(c.-h.) repliceert. Hg heeft den heer Tyde
man niet willen beleedigen, betoogde slechts
het christenvolk optewekken uit den dommel.
Spr. komt o.e. op tegen het verwgt als zou
bg zonder bewgs hebben gezegd, dat de anti-
tariefwotactie is gevoerd met steun van het
buitenland. Tenslotte bespreekt hg het kabinet.
We hebben nu een koninklgk kabinet. Laten
we het niet met wantrouwen tegemoet treden,
al i« voorzichtigheid geboden.
Avondzitting.
Ia de avondvergadering wordt voortgegaan
met hoofdstuk IX der Staatsbegrooting (Water
staat). De heer Sm een ge (u.1.) bespreekt
bg afd. 8 (spoor- en tramwegen) de klacht
over de volheid van treinen, waardoor op
drukke tgden man en vrouw of twee vrienden
niet in denzelfden coupé kunnen komen. Men
rekent te weinig op te verwachten drukte.
Hg veroordeelt den bgslag op d-treinen voor
handelsreigers en kantoorbedienden, die on-
biligk is. Verder bespreekt hg de belangen van
verschillende ambtenaren.
De heer Janssen (r.k.) bespreekt verbete
ring van de rechtspositie van het personeel
en de heer Beumer (a.r.) doet desgelgks
en bepleit o.a. de belangen van hen, die
wegens de staking van 1908 nog steeds niet
in hun ouden rang kersteld zgn. Ook de heer
Kleerekoperf s.d.a.p.) Iaat zich in gelgken
geest uit, hg heeft van dezen Minister betere
verwachtingen dan van diens voorganger,
omdat deze Minister in. 1899 het eerste de
regeling van de dienst- en rnsttyden heeft
ter hand genomen. Behalve de rechtspositie
heeft spr. nog tal van klachten: over ge
heime keuring op 45-jarigen leeftgd met het
oog op pensionneeringover scbandelgke toe
standen in de werkplaatsen te Haarlemover
de halfslachtige positie van het personeel van
Van Gend en Loos; over de slachtoffers van
1908 wien men eindelgk wel eens recht mag
doen met het oog op hun gestorte pensioen
penningen en over het weigeren van ver
gunning voor het Raadslidmaatschap.
Verschillende leden bespreken nog Ter-
schillende belangen die speciaal plaatse'gk of
gewestelijk zgn en die wg den lezer gevoeglgk
kunnen onthonden.
Zitting van Zaterdag 18 Deoember.
De heer Kooien (r.k.) repliceert. De
minister heefc het tekort in de memorie van
antwoord te laag geraamd, dit had moeten
wesen ÏO1/» milüoen. Spr. vraagt: hoedeckt
gg dit tekort te dekken In de tweede
plaats vroeg spr. hoe de minister denkt over
een technische herziening van het tarief. Ds
minister antwoordde: een protectionistische
tarief hersiening is van mg niet te verwachten.
Maar dat is maar een hol woord, er was ge
vraagd naar een technische tarief her siening.
De heer Bos (r.d.) kapittelt den heer
Troelstra over diens mededeelingen nit de
afdeelingen. Hg deelt mede, hoe de zaak zich
toegedragen hesft: de heer Marchant stemt
in met wat in het voorloopig verslag heeft
gestaan: dat alleen zeer sterke argumenten
hem souden bewegen om voor het vlootplan
te stemmen. Verder komt hg terug op de
woorden van den heer Troelstra, die hem
spr. verweet, van den heer Troelstra gezegd
te hebben «tegen beter weten in" te spreken.
De Voorzitter had daarop reeds genezen.
Spr. heeft toen reeds aanstonds zgn woorden
gerectificeerd. Maar spr. vond in den scher
pen toon van den heer Troelstra aanleiding
tot zgn verwgt. Als er gesproken wordt van
misleiding etc., dan is spr. daarvoor do ver-
antwoordelgke persoon. Wel hoeft de heer
Schaper verklaard vertrouwen in spr. woor
den te hebben, maar de heer Troelstra beeft
dat niet gezegd, die beweerde dat de v. z.-
dem. partg geen reden van bestaan meer
had. Verder verdedigt de heer Bos sgne
handelingen tegenover den heer Troelatra.
Hg heeft b.v. niets gedaan om den heer
Cort van der Linden diens opdraoht van
kabinetformatie moeielgk te maken. Ook
heeft hg niets gezegd wat het daglicht niet
zon mogen zien, alleen heeft hg eene con
ferentie gehad met de heeren Schaper en
Vliegen, waarin hg heeft medegedeeld hoe bg
den to'stand inzag en dat hg niet verwachtte
dat het program zou worden uitgevoerd. Daar
na beantwoordt hg den heer Aalberse, die een
pleidooi leverde voor de organische staatsleer,
maar sinds 1906 niets verder is gekomen met
de ontwikkeling zgner theorie. Spr. stemt in
met de wgie waarop de regeering tot op
lossing van den schoolstrgd dacht te komen.
Persoonlgk feit.
De heer Troelstra (s.d.a.p.) vraagt
het woord voor een persoonlgk feit.
De Voorzitter vraagt waarin dit feit
bestaat.
De heer Troelstra: Het betreft het
door mg medegedeelde omtrent het gespro
kene in de afdeelingen, waarover ik gisteren
door u tot de orde ben geroepen. Spr.
erkent dat dit optreden van hem de perken
van de goede parlementaire traditiën over
schreed. Te meer is dit het geval, waar
spr. nn en dan geroepen is die traditiën
hier te helpen handhaven. Spr. biedt dus
zgn verontschuldigingen voor het voorge
vallene aan, onder verzekering dat een her
haling daarvan van hem niet te verwachten
zal zgn. Natuarljjk handhaaft spr. echter de
:e juistheid van het door hom mede-
Hg is gaarne bereid, indien men
een ondersoek mocht
daartoe mede te werken.
Het incident is biermede gesloten.
pence te koopen, die aan te Bteken en eenige
minnten in zalig, bevredigend zwijgen in den
winkel te zitten rooken. De winkelbediende
zag den zonderlingen man, die er in het ge
heel Diet uitzag, alsof hg gewoonlijk zulke
sigaren rookte, nauwkèurig aan en liet zijn
blik op zijn handen rusten.
Hervey zag de oogen des mans op zyn
inden gericht, volgde diens blikken en stiet
een zachten vloek uit.' De jarenlange harde
arbeid in de kalksteengroeven had de eens
zoo schoone handen geen goed gedaande
nagels waren afgebroken, de vingers dik en
hard geworden.
Ook de verdere handelingen van den ont- j
slagen gevangene getuigden van zjjD smaak.
Zoodra de eerste vreugde over den weer te
bekomen goede tabak verdwenen was, begaf
hjj zich naar een heeren kleedermagazjjn,
waar hjj zich een paar elegante laarzen, 1
hemd, boorden on een wel is waar goed
koop, maar toch modern uitziend pak aan
schafte, 'dat het wel eenige dagen zou uit
houden.
Nadat bjj de kleeren, die een grootmoedige
regeering hem geschonken had, had laten
inpakken oo nog eenige inkoopen gedaan had,
begaf hjj zich hoogst tevreden naar een loge
ment. Daar liet hjj zich een kamer aanwjjzcn
om te overnachten, bestelde een maaltjjd,
waarmee zelfs de Talberts tevreden geweest
zouden zjjn en liet zich dan warm water
brengen. Meer dan een half uur borstelde
en wiesch bjj zjjn vingers en schuimbekte
van woede, toen hij inzag, dat er maanden ver-
loopen moesten, eer die mishandelde leden
hun oorspronkelijke gedaante weer zouden
aannemen. Dau zette hjj zich, zonder een
penning meer op zak te hebben, aan tafel j
om te eten, waarbij hjj een fiesch champagne
dronk. Nr. 1080 had bljjkbaar een hoogen
dunk van hetgeen zjjD persoon toekwam.
Hjj bracht den avond met rooken en whis
key drinken door, maar zocht echter ondanks
deze aangename bezigheid spoedig zyn leger
op. Reeds terwijl hjj zjjn handen geborsteld i
had, was het witte, zachte bed in 'toog ge -
vallen en hjj had het in den geest met den
smullen, harden stroozak vergeleken, die hem
zoolang tot legerstede gediend had. Zoet,
werkeljjk zoet ia het ljjden, dat het lot brengt,
wanneer zjj een mensch de dageljjksche aan
genaamheden zoo leeren waard eeren, als
Maurice Hervey in dezen nacht zjjn bed, i
waarin hjj zich welgevallig uitstrokte en
omwentelde.
Des morgens aan het ontbjjt werd het hem
duideljjk, dat een man, zonder een cent
op zak, in een logement geen goed figuur
maakt. Hoe gaarne hjj zich ook aan do weder
verkregen vryheid had willen overgeven,
er bleef toch nog allerlei voor hem te doen.
Hjj ging daarom uit en bereikte, nadat hjj
door vele straten en stegen gegaan was, een
rustige straat met enkele kleine huizen. In
een daarvan vroeg hjj naar juffrouw Martin,
die voor ongeveer vyf jaar daar gewoond
had. Zjj was naar men hem mededeelde
reeds wie weet hoe lang vertrokken, zonder
baar nieuw adree achter te laten. Het werd
Hervey zonderling te moede; als hjj haar
niet vond, was het beter voor hom geweest,
had meege-
het geld, dat hjj uit de gevangenis
bracht, nog in den zak te voelen. Men ver
wees hem naar een winkel op den hoek en
daar vernam hjj dan ook, waar de gezochte
woonde en tevens, dat zjj niet meer juffrouw
Martin, maar juffrouw Humphrey heette. Hij
zocht de bedoelde woning op, eveneens een
klein hoia in de stille straat.
Op zjjn bellen opende een welvarend uit
ziende jonge vrouw, die een kind op den arm
droeg, terwjjl een ander zich aan haar rok
vasthield, de deur. Zy stiet een zwakken
kreet uit en moest zich aan den muur vast
houden. Hervey nam met honende beleefdheid
den hoed af en trad, zonder een uitnoodiging
binnen.
De juffrouw riep een meid, die haar liet
kind afnam en bracht Maurice in een kleine
ontvangkamer. Hervey wierp zich in een
stoel en beschouwde de vrouw met een spot
tend lachje.
Nog hadden zjj geen woord met elkaar ge
wisseld. De man verbrak het eerst hot
zwjjgen.
„Nu, Fanny,' zei hjj honend, je bont dus
pebuwd en hebt mjj vergeten?"
„Neen, maar ik doe moeite u te vergoteD."
Zjj sprak op bitteren toon.
„En het gelukt je nietDat is zeer vloiond
voor ma, wanneer men de jaren der scheiding
in aanmerking neemt."
De vrouw zag hem vast in 't gelaat.
„Maurice," zei ze, „ik ben gehuwd. Ik heb
een goeden, trouwen man gekregen, die mjj
liefheeft en voor mjj en onze kinderen arbeidt.
Hjj weet veel, al kent hjj ook niet myn ge
heel verleden; hjj heelt mjj Ondanks dat
vertrouwd en me aan zjjn hart genomen. Gjj
zult spotten, wanneer ik u zeg, dat ik mjj
moeite geef, een goede vrouw voor hom to
zjjn. Gjj hebt altjjd met alles den spot go
dreven. Maar Maurice, ter wil le van wut we
eens voor elkaar waren, ontzie mij thans.
Laat mjj in vrede leven en u niet weder-
(Wordt verrolgd.