KLEINE COURANT 'i Ifilegemf Blaadje voor Heldor, Texel, Wieringen en Annm Peulownm No. 4276. Woensdag 4 Februari 1914. 428te Jaargang. 't Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 ct., ftr. p. poit 75 ct., buitenland 11.85 Pre-Zondagsblad 37$ 45 i 10.75 miënj Modeblad .65 75 11.— (Voor het buitenland bjj vooruitbetaling.) Advertentiën van 1 tot 5 regali (bjj vooruitbetaling) SO cent. Elke regel meer0 Bewijs-eiemplaar2} Vignetten en groate letten werdan naar plaatsruimte berekend. Verschijnt Dinsdag- en Vrijdagmiddag. UitgeverO, BE BOER Jr., Helder. Barsen t Koningstraat SB. intare. Tilif. to Eerste Blad. BIEUWBBERICHTEB. HELDER, 8 Februari. Heldersch» groentenveillng. Algemeen® vergadering op Vrijdag 80 Jan. in Central. Na opening door den voorzitter, den hoer A. GQiberts, werden door den vice- voorzitter de notulen gelezen die onveranderd worden goedgekeurd. (De secretaris was uit- stedig) en teven» brengt deze het door den secretaris opgemaakte jaarverslag over 1918 nit. Daarnit blijkt hoe de veiling zich steeds meer en meer inburgert in onze gemeente. Hot aantal leden bedraagt reeds 80 en de omzet is in 1918 wederom met f7000 ruim gestegen en alsoo geklommen tot f42009,22. De rekening en verantwoording van den penningmeester werd nagezien door de heeren Ti^ Terra Jr. en A. Hendriksen, van welke de laatste de vergadering meedeelde hoe de ontvangsten hadden bedragen f 278,88, de uitgaven f 257,85", alzoo een batig saldo latende van f20,978. Het aftredend bestuurslid, de heer J. Dekker, werd herbenoemd en als opvolger van den heor S. Kikkert werd verkozen de heer A. Hendriksen. Beide heeren namen de be noeming aan. De leden der commissie van toezicht, de heeren C. Dito, J. Wal en W. Bakker werden herbenoemd en lieten zich dit wel gevallen. Ook de beambten werden weder voor een jaar aangesteld. Op voorBtel van den heer De Vries werd het salaris van den boekhouder met het oog op zjjn groote verantwoordelijkheid en vele werkzaamheden van */z°/b van den O""®* g -bracht op 1 °/0. Nadat nog eenigo huishoudelijke zaken waren besproken sloot de voorzitter de ver gadering. Frans Dijkman. Na b|jna drie en een halve maand in voorlocpige hechtenis te hebben gezeten in den nacht van 14 op 15 Ootober stelde h|j zich in handen der politie is Frans Dijk man, verdacht in zake den moord op het knaapje De Klerk, door de justitie losgelaten. Koopje. Twee Haarlemsohe jongens, die inbraak hebben gepleegd in Mariahouvel, eigendom ven mevr. Laan te Wormerveer, hebben, naar het Hdbl. moldt, de gestolon voorwerpen, ter waarde van f 1800, aan opkoopers to Haarlem verkocht voorf 16. Een bofferd! De Ongevallenwet, zegt dé „Bizico-bank", geeft nu eenmaal reoht op bepaalde schadeloos stellingen en de Rijksbank moet die schadeloos stellingen vetleenen als de wetteljjke voor waarden z|jn vervuld, hoe ongerechtvaar digd s|j ook overigens voorkomen. Daardoor vallen nog wel eens onevenredige hoogeuitkee- risgen aan getrofienen toe. Ook omgekeerd ontvangen ongeval-patiënten wel schadeloos stellingen, waarmede de geleden schade vol strekt niet wordt gedekt. Op een geval, waarin de wetstoepassing tot te groote vrijgevigheid leidt, werd dezer dagen onze aandacht gevestigd. Ben Zondagsconductenr aan een tramweg- maatschappij in een onzer groote steden werd door eert ongeval getroffen. H|j kon z{jn ge wonen dienst als zoodanig daardoor niet waar nemen en kwam dos in aanmerking voor een t|jdel|jke nitkeering van 70 van *15® loon. De man is geregeld als Zondagscondacteur, in dienst en als zjjn loon geldt derhalve het geen b|j het laatste jaar verdiende, gedeeld door het aantal z|jner dienstdagen. Zjjn nit keering wordt dus berekend naar z|jn werke lijke dagloon, dat hooger is dan de verdienste van een gewonen conducteur, omdat z|jn werk extra-arbeid, Zondagwerk, is. Z|jn nitkeering werd gesteld op fl^i/neen bedrag dat ver scheidene gewone conduoteurs dooreen mot worken verdienen. Maar dat bedrag wordt hem niet speciaal over de Zondagen uitgekeerd, waarop h|j niet als conducteur dienst kan doen, doch alleen over de weekdagen, hoewel h|j dan nimmer dienet deed; juist over de Zondagen ontvangt h|j géén nitkeering.^ En het eigenaardige in dit geval is na, dat FEUILLETON. HET PLEEGKIND. 42) De uitdrukking van verrassing, die Franks gelaat in het eerst vertoond had, veranderde in ontzetting. „Verder," sprak hjj heesch. «Wellicht doe ik u onrecht," vervolgde de vrouw, .wellicht weet u niet alles. Zjj zeide, dat z|j het kind in het geheim ter had gebracht. Maar ga nu tot haar en nog goed, wat goed te maken is. Het niet aan mjj, zoo met u to sprekeD, wie kan een voornaam heer meer tot vrouw begeeren, dan een zoo Bchoone, trotscb uit ziende jonge dame als deze. Lieve God, lieve God I Wat moeBt het arme ding geleden hebben 1" Carrot was doodsbleekh|j moet zich aan de tafel vasthouden. Vrouw Rawlings zag hem aan en was overtuigd, dat haar gelm proviseerde preek indruk maakte. ,Nu," zei ze vriendeljjk, .u moet het niet zoo zwaar opnemen; u kan wellicht menige verontschuldiging bybrengen. Oude mensahon mogen de jengd niet te streng beoordeelen." .Zeg m|j alles weer, ieder woord dat zjj sprak," stiet Carrot uit. Hjj had de vrouw gedwongen hem den bitteren kelk te reiken nu wilde hjj hom ook ledigen tot den bodem. Ach, "die arme! Zjj heeft mjj alles gezegd I Zij heeft mjj gezegd, hoe zjj door de aan spraak van mjjn man op het kind gedwongen werd haar geheim te openbaren. Mjjn kirt bloedde voor haar. Zjj heeft ook gezegd, dat niemand iets van het kind wist, maar dat zjj i man door de week schoenmaker is en dat sjjn letsel hem in geen enkel opricht belem mert iu de volledige uitoefening van dit am bacht. Door de week lapt hjj dus lustig schoe- on str|jkt hjj de nitkeering der bank op; Zondags werkt h|j niet, kan hjj door zjjn tl niet werken, maar over dien dag loopt zjjn nitkeering nietl De man zal daarover wel niet veel getrenrd hebben, want door de nitkeering over de weekdagen wordt hjj dob bel en dwars schadeloos gesteld. Schseptrtmp. Het stoomschip tMonroe" is Vrijdagnacht in aanvaring gekomen met het stoomschip „Nantackot". De aanvaring had plaats tor hoogte vau Hog Ieland, nabjj de Oostkust van Noord-Amorika. Do „Nantucket" voer de tMonroe" mid scheeps aan, op een uur, dat alle passagiers sliepen. Door den schok werden zij uit hun bedden geworpen, en hadden zjj nauwelijks tjjd naar het dek te snellen. Tien minuten na de aanvaring zonk de «Monroe". Van do opvarenden, 54 passagiers en 80 man equipage werden door do ,,Nantackot" 81 passagiers en 55 leden der bezhanning gered. De overigen verdronken. De #Nan- tucket" die ook zwaar beschadigd werd, is te Norfolk, in Virginië, binnengeloopon. Ontploffing in een mijn. Io do mjjn Achenbach bjj Dortmund, in Duitsohland, is Vrijdagavond om half zeven oen hevige mjjogasontploffiag voorgekomen. In do drie schachten der m|ja werkten op dat oogecblik 150 mijnwerker». Gelukkig had do ontploffing geen brand tengevolge, waar door de mjjn toegankelijk bleef voor de reddingsbrigade. Tot heden werden 22 dooden en 11 gewonden boven gebracht. Door esn bandietenbende ontvoerd. Een week geleden is F. Lewis Clark, oen rjjk bankier te Spokana (Washington, V.S.) verdwenen en nu is bjj sjja familie oen brie! ontvangen, waarin bjj mededeelt dat een ban dietenbende hem heeft ontvoerd en 75,000 dollars losgeld ciacht. Als dat niet binnen twee weken is betaald dreigen de bandieten hem te vermoorden. Wolkenkrabbers. Te New-Tork heeft men langzamerhand genoeg gekregen van de eteeds hooger de lacht ingaande „wolkenkrabbers", vermoede lijk om redenen van veiligheid, en het gemeentebestuur heeft te kennen gegeven, dat het binnenkort een in de bouw verordening zal voorstellen, waardoor aan het op elkander «tapeion van verdiepingen paal en perk gesteld zal worden. Dit heeft ten gevolge gehad, dat men aan het werk is getogen om zoo snel mogeljjk nog eenige dier steenen arken en wel nog grootere dan tot dusverre gebouwd zjjn, in elkander te zetten. Onder die reusachtige gebouwen nemen dat van de „Eqaitable" en het Pan-American gebonw do eerste plaats in. Weliswaar zal de Equitable „slechts" 86 verdiepingen hebben, daartegen echter beslaat het een oppervlakte, waarop 11 van de reeds bestaande wolken krabbers in de bunrt vas Wallstreet gemak kelijk een plaats knanon vinden. Het genoemde huis zal wel het grootste van de wereld worden. De bouwkosten worden geraamd op 70miliioaa gld. en er is reeds een hypotheek op genomen in 60 millioos. Maar hetoPan-Amerikaansohe huis zal het eerstgenoemde nog overtreffen, als het al thans tot stand komt en dat schjjnt vrjj zeker te zjjn. Volgens het plan zal hot 270 M. hoog worden, d.i. dubbel zoo hoog als de Dom to Kenlen. Eu het eigonaardige is, dat het niet speculatieve doeleinden wordt gebouwd, r eenvoudig dienen zal als een reusachtige permanente tentoonstelling van de Ameri- kaansche producten. De noodige middelen zullen bijeengebracht worden door de verschillende Amvrikaanscho staten, aan welke dan in rnil voor die gelde lijke opofferingen, tentoonstellings- en ver kooplokalen beschikbaar zullen'worden gasted. Zoodoende hoopt men de handelsbetrekkingen tusschen Noord-en Zuid-Amerika uit te brei den. De fabrikant zal in het gebouw monsters vinden van alle mogeljjke grondstoffen en de handelaar de njjverheidsproducten, nit alle doelen van Noord-Amerika, soodat beiden in korten t|jd hnn keuze kunnen doen en zoo doende tjjd en geld sparen. En voor den Ameri kaan is in nog hoogero mate dan voorden Europeaan tijdsbesparing hetzelfde alB geld. TWEEDE KAWER. Zitting van Vrjjdag 30 Januari. Nadat het nieuw-gekosen kamerlid voor Rotterdam III, prof. Eordmans, toegelaten is en de door de grondwot verlaugdo eeden heeft afgelegd, wordt met hoofdstuk V der staatsbegrooting doorgegaan. De heer Gerretson (c.-h.) waarschuwt tegen overhaasting mot eon algemeene rege ling van het vakonderwijs en tegen een algemeen kosteloos vakonderwjjs. Do heor G.erhard (ad.a.p.) betreurt evenals de heer Ketelaar, dat alle verband tusschen de subsideering van r|jk, provincie en gemeanto ontbreekt. Voorts bepleit hij de kostelooss plaatsing van leerlingen. Spr. zou wenschen, dat aan de subridi- eering van vakscholen do voorwaarde werd verbonden, dat meisjes geljjkeljjk met jongens worden toegelaten. Ook wil bjj, dat een koatelooze toelating niet wordt verbonden aan zwaardere eisehen. Ten zlotte waarschuwt spr. evenalt de heer Schim v. d. Loefi tegen een (overdreven opdrijving van het aantal vakscholen. De hoer S m e e n g e (u.-l.) dringt aan op verbetering van de positie der leeraren. De heer Bos (v.d.) meent, dat voor de oprichting van technischo middelbare scholen het criterium moet z|]n, of er kans van slagen is. Hy zet uiteen, waarom men op dit gebied niet verder is gevorderd dan tot het doen van proefnemingen. Met den heer Gerretson is spr. van oordeel, dat somB veel te kostbaar wordt gebouwd. Een algemeene regeling van het vakonder wijs acht epr. nog niet wenscheljjk. Alleen voor de opleiding in de werkplaats maakt h{j eon uitzondering. Spr. sluit zich verder aan b|j het betoog vaa den heer Smeenge over de pensionneeriag van de leerkrachten en de zorg voor weduwen en weezen. De minister van binnenland- sche saken meent, dat met de organiB&tie van het vakonderwijs groote "voorsichtigheid diont betracht te worden ec wel om dezelfde reden, als door den heer Bos is aangegeven. Ook hU bespreekt daarbjj de school te Dor drecht. Bjj een wettelijke regeling zal veel vrjjheid moeten worden gelaten aan het particulier initiatief en voornamelijk zal moeten worden geregeld de financieels quaestie. Kostelooze toelating van leerlingen in den ruimsten zin van het woord gaat zpr. veel te ver. Ook meent spr., dat het geen kwaad kan, als redeljjke eisehen aan kostelooze leerlingen worden gesteld. Principieel is spr. tegen uitsluiting van meisjes, doch b|j het verleenen van subsidies kan daartegen niet gowaakt worden. Ten slotte beantwoordt hjj den heer Ketelaar nog op enkele punten. Daarna eenige replieken on artikelsgewjjze behandeling van dit onderdeel. Daarna is het hoofdstuk Lager Oaderwjjs aan de beurt. De Voorzitter deelt mede, dat men b|j de algemeene beschouwingen ver schillende dingen zal uitschakelen, teneinde daardoor do debatten te verkorten. Do Voor zitter deelt dit medo, omdat vele sprekers zich voor algemeene beschouwingen en weinig voor de artikelen hebben laten inschrijven. De heer Oosterbaan (a.r.) bespreekt de pacificatie commissie en wijst op den achterstand ten aanzien van de leerplicht, Rijksachooltoezicht, enz. Ook het gymnastiek onderwijs ontbreekt op bjjsa alle bijzondere lagere scholen. H|j bepleit in verschillende opzichten wijziging der wet. De heer S a n n o s (s.d.a.p.) critiseert anti semitisme inzake onderwtjzerebenoomingen, en de heer De Jong (n.1.) vestigt de aandacht op het voorbereidend onderwijs, W|j hebben een grooton achterstand intehalen, en loopen gevaar met ons onderwijs achter te raken b|j andere volken in Europa. De leerplichtwet dient verscherpt en uitgebreid. Do tegenwoordige berechting is uiterst lang zaam en de boeten z|jn belachelijk. Verder dringt b|j aan op opruiming van art. 21 der L.O.wet, waarin alle macht eenvoudig in handen wordt gelegd van één persoon. Wel ie een hoofd noodig, maar de onderwijzers z|jn niet moer de oude hulpjes vau vroeger. Do heer Ter Laan (Den Haag, s.d.a.p.) bepleit wijzigingen van socialen aard op onderwijsgebied. Op het gebied van voorbe reidend onderwy's heerscben ocgeloofijjke toestanden in de groote steden. Spr. wjjdt hier nog over uit. Daarna gaat de Kamer uitoon tot Woens dag a.s. i bekennen moest, als ik haar niet hielp. Zij heeft m|j verteld hoelang z|j naar het kind had verlangd en het nu ik weet niet hoe mogelijk gemaakt had, het bij zich te houden. Ach, het is zoon lieve jongen, zoo'n lieve jongen!" .Waar kan ik haar vinden vroeg Carrot, doch zonder hoop, dit te vernemen. .Waar? Vermoedelijk in de nabyheid van het kind ergens by Blacktown. U kent den naam der dame ik niet. Maar u zal doen, wat recht is, niet waar?" ,Ja," zei Frank, ,ik wil doen, wat recht is. Hartelyk dank. Goeden morgen." Hy verliet de kamer en ging langs denzelf den weg terug, waarop hij gekomen was. Vrouw Rawlings keerde tot haar belangwek kende bezigheden terng; zy kende noch den naam der dame, noch dien van den heer j maar, wanneer zy aan het gezicht des laatsten terug denkt en aan de droefheid, die zy daarop meende te lezen, dan is ze nog heden gelukkig bij de gedachte, dat haar eenvoudige woorden wellicht tot het geluk eener andere vtouw hebben bjjgedragen. Een waardige vrouw, die vrouw Rawlings! Ondanks dat willen we hier, met de hoop, dat de zaak in Grey street bloeie, afscheid van haar nemen. En Frank Carrot? Arme Frank, di.nzyn nasporingen zoo in de klem hadden gebracht en die toch slechts de halve waarheid had vernomen, die menigmaal nog erger is dan de volle. Hy ging immer verder, zonder op den weg te letten. Het leed, dat hy heden go - voelde, liet zich met geen vroeger vergelijken en was een nieuwe ervaring in zyn leven. Toen Beatrice voor drie maanden zyn liefde teruggewezen had, was hy diep ontroerd geweest, maar Beatrice was toch Beatrice gebleven hy had toch nog hoop gehad De run op de Pantep. (Mot toestemming van den schr|Jvor overge nomen nit de „Nieuwe Rotterdamsche Crt.") ra. Nu ik m|jn aanteekeniugen nog eens door wil zien, die ik lukraak neergekrabbeld heb onder de jacht, nu vind ik een groezelig klompje hard geworden papierpap terng, boekje, als opgedolven nit het pnin van een brand. Alle blaadjes z|jn op on door elkaar verweekt, met gaatjes doorschroeid en in bochten en schorpe plooien getrokken, roetig zwart gedrenkt, en zoo onder in m|jn koffer gedroogd, tot oen viozig brokje papier machë. Ia m{jn koffer met kleeren, die er nog ichcoieriger uitzien dan na mjjn landloopers- tochtl Want eenige malen heb ik op de toch ongeveer zeven meter hooge brng een zeetje over mijn body gehad, dat ik my druipend sf moest schudden als eon poedel, die ge zwommen heeft. Onze gezichten schrijnden ilyk van die» jjzig konden doop; en 't was aüof ze met spelden staker, wanneer we dan weer door zoo'n hoozendo hagelbui kwamen te jagen. M'n heele plunje is naar de maan. Olie, roetwater, zeewater, vettig schuim van de machineflsnken, doortrokken van een zwa velig dikken walm, en met het koolstof in't weefsel gedrongen, hier en daar doorzeelt van de vonken, alsof er Je mot in zit De bsrehuid, ach arme, h|j hangt op zolder nog alt|jd nit, en ik dnrf er niet naar co gaan kjjken. Want onze dienstbode zegt met een verwijtend gezicht, dat h{j ruit, als een kanarie vogel met de pip, o, kloineerend beeld en dat ie vol smerig plakkerige korsten zit. 'k Heb 't trouwens wol gemerkt aan mjjo zwarten ulster, waar je 't niet aan zi«t. Als ik dien sedert aan had, trof 't my telkens p|jnl|jk, dat ik blijkbaar met sulke ongegeneerd voile handen waB uitgegaan, die onder de wandeling al maar zwarter werden. Ik heb er m|j hensch ongerust over gemaakt, want telkens herhaalde zich het fenomeen, tot ik er in ernst aan dacht om eon dokter to raad- plegon. Op hot Consultatie bureau voor zuige- gelingen heb ik kort goledon wel kennis ge kregen aan een wichje, datblauwe luiers maakte. De medici zagen het bedenkelijk in... Maar nn do hnid van handen, die zwart en zwarter worden alz je er een poosje mee io de buitenlucht kuiert I? Tot alweer de ge dienstige, op steeds verwQtender tooo, con- oludeerde: »geen wonder, nw jas staat st|jf van 't smeer, en 't lykent wel of ie gepot lood is." Zou ik er den minister van marine over .sa kunnen spreken voor een kleinen aan- vullingspost op z|Jn begrooting, tenz|J 't uit de eventueele geheime fondsen kon worden gevonden Ja, dacht ik vannacht, toen ik niet in slaap kon komen van dat bankroet je: mjjn witte Ijsmuts is een zwarte nsohtpet geworden, die ik nu wel aan een waker zal dienen te ver- eerenmjjn handschoenen z|jn al geannexeerd de keuken voor 't kachelpoetsen, maar wie stelt er m|j scfcAloos voor al m|jn verdere plasje? £o toen kreeg ik in eens een idee. Had ik niet hooren mompelen van dat de geestdriftig blakende veTeeniging „Onze Vloot", die, als ik goed geteld heb, cn reedz drie duizend gulden vergaard heeft voor het dreadnoagbtz- focdz, ia alle stilte bovendien nog een plan bebroedt voor een marine-museum Als ik dddr eons, in plaats van naar Palthe, die er tóch niets meer van maakt m|jn Panter- jacht-uitrnsting heen zond, om b|j te zetten naast do snippers koningsrok van w|jlen Van Sp-yk? AU zdó veel stnkken bew|js van ont beringen, opofferingen, moed, beleid en trouw aan Koningin en Vaderland geofferd door een argeloos burger, om de glorie te bezingen, etz. Wie weet, wie weet, jubelde 't door m|Ja steeds klaarder wakkere hoofd zeulen dan eindeljjk m|jn verdiensten voor de lar-dsdofecsia in m|ja arm woest-en-ledig knoopsgat worden erkend, boewè! ik in dertijd op barre wjj ze „ongeschikt" bon ver klaard „voor alle snhutterl|jko diensten", w|jl 'k b|j de oogenkeuring een klos van een A. zoo maar spontaan een L. had genoemd, en eerder smadeljjk vr|J waz geloot I Want eilacie, eilacie, de t|Jd is lang geledoD, toen ik op do hoogere burgerschool „1'économie bien ordonnde commence par soi méme" ver taalde door: „de wel geordende staathuie- kur.de begint uit sicbzelf." Al weet ik niet meer of ik toen voor m|jn domheid vijfhonderd men hoopt 'toch steeds in zulke gevallen. Maar nu was deze hoop verdwenennu was alles uit! Hij lachte bitter, als hy aan de bemoei- mg.» dacht, die hy gemaakt ad om oorzaak van Beatrices" zwaarmoedigheid te ontdekken. Heden had hy de kiem en de plaats der ziekte gevonden Geen wonder, dat ze koud en terughoudend was met zulk een geheim op het hart, met zulk een angst in de zielArm meisje 1 Arm meisje Nu wist hy, hoe het kind naar Hazlewood gekomen was juffrouw Millor had natuur lijk geholpen. En nu werd hem ook een tegenstrijdigheid duidelyk, die hij had zoeken te verklaren. Horace had hem gezegd, dat juffrouw Millor aan allen onbekend was geweest, tot zij in huis kwam en toch had dezo zelf hem in den be wusten nacht medegedoeld, dat Beatrice haar van den hongerdood gered had. Die raadsel achtige vrouw had hem ook de belofte afge genomen te wachten. Wachten... op wat? Er was niets meer om op te wachten. Zelfs wanneer hy, zooals hy verachtelijk tot zich zelf zeide, zyn manneneer vergeten en haar ook nn nog tot vrouw wilde nemen, was er een onoverkomelijke hinderpaal tusschen hen opgericht en wel door Beatrice zelf. Hij deed haar geen verwijten. Hy wist, dat zjj om hot gebeurde inwendig in zak en asch boete had geduan. Hy kon haar niet laken, kon geon steen op haar worpen. Zjj had niet getracht zyn genegenheid te winnen, zy had deze integendeel ternggewezen. Slechts al te goed wist hjj nu, waarom. Hij wist ook, dat ze hem liefhad, dat zjj hem liefhad, maar nimmer de zjjne zou worden. Deze gedachte bracht hem den waanzin nabij. TL Maar waarom die vlucht Geen nieuw gevaar, geen nieuwe bedreiging bad baar verschrikt. Was zjj ten slotte toch gevlucht, wijl hij naar Hazlewood had willen komen Neen. Eén woord van haar had hem ver gohouden. Zjj had hem byna gedrongen te komen. Neen, voor hem was zij niet heen- nu dacht hy op ocds weer aan den man, die haar ook gezocht had. Hjj kromp ineen en beet zich op de tanden, zonder zelf te weten, waarom. Zyn eerste gedachte was, het spoor van den onbekende te vervolgen eD gewaar ie worden, waarom hy naar Beatrice gevraagd had. Doch spoedig gaf hij dit plan op. Neen, hij wilde hem niet zoeken. Hij bad niets meer te ervaren. Hy kon hoogstens nog ellendiger worden. Hem bleef niets meer over dan arbeid, ernstige, ingespannen arbeid. Arbeid bleef der menschhoid groote zegen. Zoo ging hy steeds verder, byna wcenend van jammerbyna razend ovor zyn onmacht. Maar steeds dacht hy, trots zyn poging om zyn heiligenbeeld tot gruis te slaan, aan het rustige schoone meisje, dat hij gekend en bemind had. Nog eer zjjn doellooze wandeling ten einde liep, was alle toorn nit zjjn hart verdwenen en zacht medeljjdon daarin neergedaald. Hy kon nu aan Beatrice en haar nood denken on wenschte niets, dan haar te zien on te zeggen dat lijj haar steods als een broeder wilde bystaan. Hy wilde haar zoeken; hjj wilde tot haar gaan, haar hand grjjpen en haar zeggen, dat hjj haar geheim kende, haar wilde raden en helpen en haar, zoo mogeljjk, verlichten, wat zjj te dragen Maar hjj wist nu ook, of geloofde te weten, wat hem het leven in het gunstigste geval maal den strafregel: „Wanorde is een uur werk zonder wijter; het gaat, het gaat, en niemand weet hoe laat het staat", heb moeten pennen, dan wel in Franeeh en Nederlandsch hot werkwoord encannailler .iohg.rn.k- koljjk mot het gemeene volk eigen op alle wjjien vervoegen, waarbij 't dar „wjj zullen ons gemakkelijk met het i volk eigen gemaakt hebben", ensoovoort. Zoodat ik u maar f eggea wildede Panter lag in de Vlissingsche sluis en zag er waar- lyk beestachtig sjofel en verloopen uit. Maar dat was enkel on alleen voor deze vuile gelegenheid zoo hoorde ik later want de laatste weken, vdór t|J naar Indië gaat om sich tekoesteren in do tropische zon van haar natuurstaat, wordt ze van top tot teon al maar naarstig geadoni- en opgefriieerd, afgetimmerd, in de verf gezet, gepoetst, ver nist en glimmend gewreven. M*»r in en op die onoogeljjke race-bus hebben wjj dan toch door de sissende golven, de gonzende, bolderende vlagen en bnien, als een inktviscb in zwarte wolken gehnld waaronder 't kokende schuim sneeuwwit blonk, een gierende snelheid bereikt; een door alles voort-fluitende, trillende vaart, dat je somwylen niet meer wist of je een onder zeeër dan wel een kopschuw geworden watervliegmachine bevoer, opgewonden, opgetogen, in een extatischen roos, die je dronken maakte van znnrstof en triomfante lijkheid. En dat was zoo maar geleidelik aan steeds heviger en feller gekomen. Beetje schuchter was ik aan boord gegaan, wat bodncht voor de ongekende sensatie, in 't gevolg van den vies-admiraal van Hecking Colonbrander, met de leden der proëftochtcommissie, en den onderdirecteur van „Feyanoord", den ingenieur Verloop, die als vertegenwoordiger van do werf de wondere eigenschappen van zijn nieuwgebouwde («hip aan hnn keurend oor deel had te onderwerpen. En zóó beweging loos gladjes, met toch aanstonds reeds een rappen gang, was de torpedobootjager de Westersoholde opgestevend, alsof't zwevende ging, zonder eenigeu weerstand vau den koppig en stroom en den bjj wQlen stormachtig nitschietenden wind. 't Was een zonnige morgen, pittig kond. Doch loodzware banken hingen vol „vuilig heid" aan de kim. De nog recht jeugdige admiraal zelf ging met m|j rond. Z|jae Excellentie had bljjkbaar 'n goeden zin in 't rnige avontuur. Opgewekt en vlot stapte hy mee over dek, daalde lenig af naar be neden om mjj de logies te laten zien en de technische dingen uit te leggen met een echt genegen belangstelling. Maar al weldra begonnen overal die dunne staalplaten onder onze voeten en om ons heen to bibberen en te trillen, met een gonzend, brommend, vibreerond geluid, dat 't daar onder in die nauwe gangetjes en kleine vertrekjes weinig gezelliger maakte. Je kreeg er een wibbelende beweging iu de beenen, eaa koortsig gegons in de ooren, een drenn door den schedel, waar je hersens dof van werden. AUsi opgeofferd aan de snelheid, aan de tytaansche machinerie voor die vervaarlijke kracht: óók de verbljjven, de longroom der officieren, hnn hutten. Es dat zag er nog benanwder nit, omdat do Panter immers, xóó van de werf, iedere uiterlijke verzorging miste. De kooien volgeladen met allerlei spul len; kajuiten wtar de iuw honten werk banken met allerlei gerei etondeo te bonken en te schudden. Bassen verf, olieblikken, mankten een lawaai vas ketelmuziek. En ic de schemerigheid drongen er telkecs haastig menschen als schoorsteenvegers langs je heen, van top tot toen in grof linnen ketelpakken gebonden, de kappen glad over 't hoofd met eikel de oogen cn don mond vr|j en vreemd glinsterend, bloedroods lippen, nit 't kool zwart van bun bezwete gezichten, dat 't er van een betooverde geheim «innigheid werJ. Geen greintje comfort, geen stoelen, geen Gfels; de rammelende wanden met die reeksen van klinknagels allemaal plekkerig es vlekkerig in de grondverf, in de witte kurkverf als van vastgevroren sneeuw aan de lage zolderingen, om het uitslaan van het staal to voorkomen. En heviger werd het demp reppende ge rucht der aangehitste machines, dat je daar beneden elkanders geschreeuwde woorden niet meer kon verstaan. Maar dko oprens weer die wjjde openheid, dat blikkerende daglioht, die vliegende windtrek, waar je de borst schoor tegen in moest setten om op de beenen te bleven! En ds slierten van smook, neergedrukt door storm en vaart, en achter je weg doemend, gelig-zwarte flarden van walm nit de vier kwalmende scboorsteenen, onafzienbaar ver rekkend en traag ver- wapperend als een dreigende rafel wolk, waar je aiet onderuit kwam gejaagd. De slagentellers saten op een bank in de open, ruw houten hut en controleerden aan de kleine toestellen de omwentelingen der beide machines. De overige leden Ijsbeerden daar achternit al maar op en neer, nerveus gespannen. Over hnn van de kon rood ge striemde gezichten kwam re:de een goor laagje neerslag groeien, dat hnn aanzien ver- sjofelde. 't Goud op de uniformen verdofte meer en meer, en in de oudo vale kleeren, kragen hoog op, petten vastgesjord, dikke dassen om den h>ds, de oog->n kollend achter bolle stofbrillen, werden wy langzaam aan tot een bedenkelijk ongunstig troepje, dat m|j deed zinnen, onder die raar-rustieke zchuil- plaats, met 't wonderlijk draai-mannaal aan de zlingertjes van de instrumenten, waar ik toch ook hier of daar op een Gorkiaansch tooneel zoo'n verontrustend tafreel van con- spireerende schuimers moer had gezien „We z|jn tboh aan 't opkomen" telde Jhr. Rappard de slagen„830 in de minuut, en de eenheden kan je al niet meer volgen". O eer de dekplaten liep je te bibberen als op blik. En al maar bitsiger joeg de cadans der machines. De glazen kappen van de achter-stookplaat stonden open. Daar zhg je 't koken, in een dichten nevel van damp, die de electrische gloeiertjes verduisterde; en 't draaide er alles zóó snel, dat je geen beweging meer waarnam, in dien al maar galmenden, sidderenden, stoomverslniërden heksenketel, waar 'n heete gloed uit opsloeg door de snijdende kou. „Voelt u wel, voelt n wel" riep de admiraal m|j toe mot een monter gezicht, waarin z|jn oogen begonnen te tiutelen „wjj halen gestadig nog alt|jd opl 'k Geef hnn een aar, om de paarden in te laten loopen de acht en tachtig honderd paarden, die ons nn trekken door den stroom. De machines moeten goed warm worden eer zjj komen tot hnn uiterste vermogenEn d&u moet de stroom er nog nit I Al is het 't be lang van de werf om de eigenlijke proef zoo lang mogel|jk nit te «telles, want hoe langer w|) stoomoa, vóór de foitei|jke proef tocht langs de gemeten mjjl bogint, des te meer kolen s|jn er verstookt, des te minder diepgang en weerstand, natuurlyk. Iedere 8.7 ton scheelt hnn immers een centimeter. En elke tiende m|jl beneden de dertig, haalt den bouwer» een vr|j hooge boete op den hals. Dus u begr|Jpt hoe 't daar op die vuur- nu spant, r onder 't »t spreken werd ik weg gelokt naar achternit, daar bjj die in rafels klap perende vlag op 't nitsrste puntje van 't lange schip, die al maar korter werd. Dat was overweldigend grootsch. Io zjjn prachtig gladde, ranke snit maakt zoo'n torpedojager geen boegwater. Als een scheermes snydt bjj wreed de golven, dat ze wild schuimend van zjjn flanken terugdeinzen, opkruivend, op- zwalpend tegen de verglippende boorden, in woest steigerende cascaden, en plots aan 't einde samenvallen, vormaald en geteisterd door de wervelende schroeven, tot onafzien bare banen, vlak witte banen, in razende snelheid sich strekkend, verder en verder door den woelenden stroom Daar, daar aan de achterplecht, waar de bijtend zilte wintersche storm je leegs de ooren jjlt, en aan je kleeren rokt, daar kr|jg je eerst recht den roes der snelheid te pakken, als je die verlokkend blanke jj>- banen mot een dertigm|jlsvaart onder jo nit ziet vliegen, strak en glad, tosschen de bloesemend witte randen van 'sneeuw, vur het zonlicht vonken io schittert, tot aan den einder wjjd gestrekt „Merkt n de opgewektheid praaide m|j weer de admiraal. „Da'e de loutere zunr - stof. 't Is nn goed voor klierachtige kindertjes hier vooropals ze niet wegwaaien, ten minste. Maar nn naderen wi.i de gemeten mjjl. Voel ze eens aanspurten. Ze zotten de sporen er in 1" En togen de hoere» aan de slagentellers, waar de cjjfets onder door de glaasjes vlogen, zélf het stophorlogo in de hand, commandeerde hy kort„Op gepast!" „Iz 't nist heerl|jk?" riep luitenant Heeris m|J opgewonden door 't rumoeren heen toe. Ea wadr vind je toch zulke emoties in 't civiel, aan den wal?" (Wordt vervolgd.) nog kou aanbiedenen dat was een schrale vergoeding voor wat hij voor eenige dagen nog gehoopt had. Haar laken Hoe had hjj hot kunnen doen Welk onrecht had zy jegens hom begaan? HOOFDSTUK XXVII. Het is gemakkelyk te zweren, dat men een spoorloos vordwenen meisje wil zoeken het is moeilyk haar te vinden. De wereld is een tamelyk groote ruimte en toevallige ontmoetingen zyn niet zoo talryk, als een goedgeloovig romanlezer wel denkt. Dozc ervaring maakten twee mannen, die, hetzy dan ook nit verschillende overwegingen, evenwel moeite deden de vluchtelinge te ontdekken. De een was Maurico Hervey, de andere Frank Carrot. Hervey, die by zyn tweede bezoek in Oak- bury op do een of andere wjjze vernomen had, dat Beatrice met de kinderjuffrouw en het kind naar Londen was gereisd, had Black town zoo snel mogelijk verlaten en zich eveneens naar de. hoofdstad begeven Hoe meer hy zjjn toestand overdacht, des te doidelyker werd het hem, dat hy in een klem zat. Zoolang Beatrice zich voor hem verborgen hield, was hjj hulpeloos. Hij kon natuurlijk aan zjjn wraak iets te offer breDgen, maar ditmaal waren de kosten vreeaeïjjk. Ondor sommigo omstandigheden kan men ook iets zeer aangenaams te duur betalen. Het stond hem natuurlijk vrjj, zich naar Sir Maingay Clayton te begeven en zich zelf als schoonzoon voor te stellen Hjj kon ook tot de Talberts gaan en hnn mededeelen, dat hy hun nicht gehawd had, toen dit nog nanwlyks iets meor dan een schoolkind was geweest. Maar wat baatte hem dit? Zjjn pjjl was verschoten geweest, zonder dat hem een tweede overbleef. Hy kon daardoor Beatrice wel vernederen, maar niet in 't bezit van haar geld komen. Bovendien had hy het dan met mannen van de wereld te doen gehad en niet met een vrouw, die hy door do angst voor een openbaarmaking in zijn macht had. Hy had slechts één waar te ver handelen zwygen. De eenige klant, waar aan hy die kon afzetten, was zyn vrouw mot haar liad hy een voordeeligen handol kunnen sluiten; zoodra hy echter zijn geluk met een andere waar had willen beproeven, was de eerste zoo goed als waardeloos ge worden. Verder viel er ook met de noodlottige zinsnede in het testament van den ouden Talbert to rekenen. Hervey kon licht bewij - zon, dat Beatrice zyn vrouw was, maar hy toonde dan helaas met dit bewya ook, dat hy haar als minderjarige zonder toestemming harer voogden had gehuwd, en de laatsten konden dan over het vermogen beschikken, zooals ze verkozen. Zy zonden hem misschien een tweehonderd 's jaar» nitkeeren, zoolang hy ver weg bleek, maar wat zyn tweehonderd pond, wannéér hjj tienmaal zooveel had kun nen hebben, indien hy er maar niet op gestaan had, iemand tot in hot stof te vernederen Ach, had hy toch het geld aangenomen en van de wraak afgezien! Beatrices vlucht was inderdaad eon mees terstuk, een streek, waardoor zy haar tegen stander handen en voeten gebonden had. Woedend zag hy den tjjd komen, waarin do omstandigheden hem dwingen zouden te ne men, wat men hem bieden zou. (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1914 | | pagina 1