KLEINE COURANT
't. Vliegend Blaadje
voor Heltl&t*, Trnxmi? Winringnm mm Annm Pmulownm
No. 4281.
Zaterdag 21 Februari 1914.
42ste Jaargang.
't Vliegend Blaadje p. 3 m. 50 ct., tr. p. pozt 75 ct, buitenland f 1.25
Pre* Zondagsblad 37445 f0.75
miënJModeblad n 65 i i 75 ft.—
(Voor het buitenland bij vooruitbetaling.)
Advertentiën van 1 tot 4 regels (bjj vooruitbetaling) 10 cent.
Elke regel meer6
Bewijz-exemplaar2|
Vignetten en groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
i
Woroehllat DinSq* Vri|ii|iiiMa|.
Uitsovopi O. DE BOER Jr., Hahiar.
SaFtUl Kuil|«tpul II. Intire. TUef. *0
Tweede Blad.
RIEUWSBERICHTER,
HELDER, 20 Februari.
Zeekrijgsraad te Helder.
Voor den zeekrjjgsraad te Helder stoad
Woensdagmiddag terecht de matroos Se kl. J.
G. A. Kruis, ter sake dat fc jj omstreeks den lSden
Juli 1913 uit een ongesloten kastje aan
boord van Hr. Ma. ,Hefring" heelt wegge
nomen een spaarbankboekje ten namo van
A. Lodewick, en sich 18 Jali des morgenB
tu6schen half 9 en 9 uur op het postkantoor
te Helder op dat boekje heeft doen uitbetalen
eeue som van 19.waarvoor hjj aene
kwitantie heeft geteekend met den naam
A. Lodewick.
In dece zaak waren vijf getuigen gedag
vaard. Als verdediger was den beklaagde
toegevoegd mr. A. Prins, advocaat to Alk-
Met het voorlaien van het omvangrijke
dossier over deze zaak verliep geruimo tijd.
De eerste getuige, de matroos 3e kl.
N. W. Buniesi, verklaart, toen zjj op
15 October samen naar den Rechter
commissaris to Alkmaar gingen, op het
station aldaar den postambtenaar te hebben
ontmoet, die aan beklaagde de som van 19.—
heefc uitbetaald. Bekl. had daarop gezegd:
«Laat ons niet bjj dien heer gaan zitten",
doch op getnige maakte dit geen bizonderen
indruk als zou bekl. bang zijn zich aan dien
heer te vertoonen.
Desgevraagd ontkent bekl. dit gezegd te
h;bboti. Zo zaten beiden aan den anderen
kast van de baak.
Voorgelezen worden getuigenverklaringen
o.a. van A. H. Lodewick, die bjj de ontdek
king van den dieistal aanvankelijk verdenking
had op een ander, en een van den ambtenaar
bjj de posterijen C. Koning, die verklaart
de handtekening d«r kwitantie niet vergele
ken te hebben met het ten postkantore
berustende stam-register, doch er geen be
zwaar in zag bekl. het g*!d nittebotalen. j
Wel kwam hem een vergissiug in de hand-
teekening, door bekL hersteld hij wildo
oorspronkelijk Lodewik zonder c schrijven
vardacht voor, waarna hij na de uitbetaling
de haudteekeningen vergeleek, doch hem
kwamen ze voor op elkander te gelijken.
De tweede getuige, matroos le kl. J. H. L.
van Jool, verklaarde, dat bekl. op den dag,
dat h(j te Alkmaar verhoord moest worden,
zeer zenuwachtig was. Deze getuige verklaart,
dat door bekl. de deabetrefiende woorden to
Alkmaar op het station zija gesproken.
Uitvoerige rapporten s{jn gedeponeerd van
de door de Rechtbank te Alkmaar benoemde
schrift-deskundigen, zijnde de hoeren P. H.
van Gestel, Leeraar aan de Openbare Han
delsschool te Amsterdam en J. Ott, hoofd
onderwijzer te Alkmaar eenersjjds, terwijl
een geheel zelfstandig rapport is opgemaakt
door den heer mr. F. J. Lisman, substituut-
griffier bij de arrofidissemeuts-rechtbank te
Utrecht anderzijds.
Eerstgenoemde deskundigen hebben, volgens
hun verklaring, een zesr objectief oordeel
geveld, en in het handschrift van de verval- j
sching afwijkingen gevonden, die een strikt
persoonlijk karakter dragen, en concludeeren
na een uitvoerig-gedocumenteerd rapport dat
de bewuste haadteekening valsch is en is
geschreven door bekl. De derde deskundige
komt tot dezelfde conclusie.
Bekl. blijft ontkennen aan de zaak Bchuldig
te zijn, hoewel hij erkent, dat het merkwaardig
is, dat zjjn schrift zooveel gelijken sou op
dat van anderen.
De fiscaal, mr. G. J. Jutte, officier van
administratie le kl., hierop requisitoir nemend,
releveert de feiten, zooals zich die hebbon
toegedragen. Aanvankelijk had men geene
de minste aanwijsing omtrent den dader, op
losse grond werd oen ander verdacht. Toen
de zaak in handen der burgerlijke justitie
was gesteld, kwam spoedig meer licht in de
zaak, en men liet verschillende personen
schriftproevon maken, waarna twee deskun
digen met groote beslistheid bekl. als den
schrijver aanwezen. Er kwamen nog meerdere
aanwijzingen bij, o.a. is bekl. 's morgens bij
het station gezien, komend uit de richting
van het postkantoor. Ook de bonding van
JACOB.
dook korma,
Toen het maar even dag werd, stond juf
frouw Bartels op. Het oude mensch had rust
noch duur, slapen kon ze toch niet. Hoeveel,
hoeveel keer was ze toch vannacht er uit
geweest? Ze had er bepaald eon verkoud
heid mee opgedaan, wat deden haar beeuen
zeer en hoofdpijn, dat zo had!
Strijkend met eeu hand de verdwaalde
grijze haren weg, die uit de nachtmuts kropen,
stapte ze naar het voorkamertje om het
gordijn op te trekken. Van de torenklok der
Westerkerk dreunden zeven slagen de ijle
morgenlucht in en achter de kerk kleurde en
vlamde de hemel.
„Jonges, wat mooi", murmelde het oudje,
„of er brand is" on ze keek er zoolang naar,
dat de oogen begonnen te tranen, ,,'t Belooft
weer een pruchtige dag" en ze stuntelde naar
de stoel voor de bedstee, waar netjes ge
vouwen haar kleeren wachtten
„Waar zou die to.ch wezen, waar zou die
toch wezen!" znchtte ze onophoudelijk, „och
God, myn lieve Jacob, altijd zoo trouw bjj
haar, nooit langer dan een uurtje van honk
en nou al weg, sinds gisteravond." Ze had
den heelen nacht de kousen maar aange
bonden, want d'r beenen konden maar niet
warm worden, zóó was ze gewend aan Jacob,
haar alaapkameraad, die zoo lekker afstuiven
kon. Wat wist ie 't altjjd precies. Zoodra
lag ze er niet in, of wip! daar sprong hjj
haar na en zocht dadeljjk het hoogtetje van
d'r beenen op. „Best voor de rimmetiek ook,
zoo'n kat bjj je!"
Al vier volle jaren had Jacob lief en leed
Tevreden met zjjn afge
rd*g
en een sneetje brood en wat van den middag-
pot. Bjj feestelijke gelegenheid eens een visch-
kop. Wat wist ie het al, als de portie op
haar bord goed minderde, dan kwam ie met
ajjn kop ondsr d'r ara to voorschijn. Altjjd
past rantsoen: twee schoteltjes melk per
bekl. pleit niet vóór hem. Spr. reqnireert
schuldigverklaring wegens lo diefstal,
valschheid in geschrifte en het opzettelijk
misbruiken van de schriftuur en So oplichting
en vraagt gevangenisstraf van 9 maanden
met aftrek van de periode, door bskl. in
voorarrest doorgebracht (van 5 D«c. af),
voorts ontzegging van het recht om gedurende
drie jear bjj de gewapende macht te mogen
dienen.
De verdediger, mr. Prins, constateerde, dat,
waar hjj hier de eerste was, die als advocaat
de eer heeft een beklaagde als raadsman bjj
te staan, met zeer veel genoegen die taak
heeft aanvaard.
Des te grooter genoegen is dit, omdat zoo-
lende de bedoeling van den wetgever in de
prac'.jjk hare toepassing vindt. Dat voor de
al de bedoeling van den wetgever
tot haar reoht zal komen, meent spr. te mogen
betwijfelen, omdat de raadsman op vreemd
terrein staat. Men zon kunnen vragen: is
het goed gezien van den wetgever als regel
eon advocaat als raadsman te doen optreden,
omdat een officier beter bekend is met de
toestandenop militair gebied, maar op deze
theoretische vragen zal spr. thans niet ingaan.
Z. i. is het van den wetgever juist gezien
öök een advocaat als raadsman aan te wijzen.
Daardoor komt het voor en tegen oener zaak
in helder daglicht. Dat immers is de taak van
een advocaat. Spr. heeft vertrouwen, dat al
spoedig zal blijken, dat het optreden van den
advocaat nuttig ia en van goede jnstitie.
Thans de zaak zelve. Er sjja drie feiten,
die staan of vallen met de vraag: is bewezen,
dat bekl. Zondag 13 Jnli t6n postkantore ge
weest is?
Als hjj het formulier geschreven heeft, is het
noodzakelijk geweest daarvoor ten postkan
tore te komen, doch bswezen is dit geenszins.
De postambtenaar verklaart, dat bekl. alleen
niemand heeft hem kneuen zien, slechts
getnige BnoLsi verklaart hnm uit de richting
van het postkantoor te hebben zien komen.
Doch men kan wel van vjjf richtingen komen
op de plaats waar deze getnige den bekl. zag.
Men kan das op grond van die verklaring
niet zeggen de bekl. kwam nit het postkan-
Ook is gezegd, dat bekl. zoo'n omweg
gemaakt had, maar ook dat bewjjst niets.
Bekl. zeif verklaart te zjjn wezen wandelen.
Nog op andera pnnten vestigt spr. de aandacht,
en onderwerpt vervolgens de deskundigen
rapporten aan eene uitvoerige kritiek. Het be
treft hier slechts e6n woord van 8 letters,
en al de eigenaardigheden, door de desknn-
nigen als karakteristiek opgenoemd, komen in
de door bekl. voor den verdediger gezette hand-
teekening niet voor. Z. i. levert het rapport
onvoldoende bewjjs op. Een ander geval ware
het, wanneer bestaand schrift vervalschtwao,
dan kon een microscopisch onderzoek de ver-
vslsching nitwjjzen, doch daarvan is hier
geen sprake. De derde deskundige gebruikt
in zjjn conclusie trouwens ook de uitdrukking
iet de meeste waarachjjnljjkheid". Maar
>n de rechter toch niot oordeelea
Die moet iets positiefs hebben. Het andere
rapport is aardig samengesteld, en is onder
houdende lectnnr, maar als bewjjsatnk is het vol
gens spr. meening zwak, er mag geen ver
oordeeling op volgen.
Tenslotfo: is het wol aannemelijk wat bskl.
gedaan zon hebben? Met een spaarbankboekje,
dat hem niet toebehoort, naar het postkantoor
i en zich daarop geld laten uitbetalen,
terwijl iedereen hem daar zien kon. In het
is niot de minste aanwjjzing waarom
het geld noodig zon hebben gehad. Het
was den laatston dag van de kermis,-maar
is toch wel merkwaardig, dat bekl.,
volgens getnigenis zijner vrienden, dien go-
heelen dag niot meer dan f3.k f4.
heeft uitgegeven. En dat kan kloppen, waar
hjj den Yrjjdag te voren zjjn gage, f8.75,
ontvangen had. Spr. concludoort tot vrjjtpraak,
op grosd, dat niet bewezen ia, dat bekl. aan
hst hem ten laste gelegde schuldig is, on
verzoekt dadelijke invrjjhoidssielÜBg.
Na repliek van den fiscaal en dupliek van d»n
verdediger, conclndeert de Rechtbank, na in
raadkamer te zjjn geweest, tot ontslag uit
de preventieve hechtenis. Uitspraak over
14 dagen.
De bawtgingan der vloot In 1914.
Ten op sichte van de bewegingen der Vloot
gedurende dit jaar bestaan de volgende voor
zat ie op haar stoel onder 't eten, te wachten.
Zei ze dan „nee Jacob, de vrouw heb nog
niet genoeg", dan trok ie zjjn kop weer kalm
terug, maar lei ze dan d'r vork neer en zei
„hè, hè!" dan kwam Jacob op haar schoot
met zjjn voorpooten op tafel staan en at
alles netjes op.
En als ze dan eens een daggio uit ver
stellen ging. wat paste die toch goed op, de
heele dag alleen in huis en je vond niet zóó
veel ooit van hem. Alles netjes in zijn bakkie.
Wat kwam ie haar dan luidspinnend tegemoet
in 't gangetje, als ie de sleutel in de voor
r hoorde mierelen. „Waar zou die toch
zijn vroeg ze voor de zooveelste keer en
d op 't petrolenmstelletje haar keteltje
sr op, spoelde het trekpotje om en haalde
ondertnsschen haar bed af. Och ja, anders
wachtte ze daar wel eens een uurtje mee;
die zoo lekkertjes lag te maffen, liet ze
maar uit zijn eigen wakker worden.
Nou was rt bed leeg, wat gaf 't, of ze 't nou
liet liggen, zooveel te gauwer was 't weer
van de vloer. Stil, hoorde ze daar niet wat
Nou meende ze 't toch hoel duidelijk en
hygend van 't bedschudden liep ze naar
achterdeur, ontsloot haar met bevende vingers
en tuurde 't plaatsje op. „Jacob, Jacob!"
klonk haar klagelijk stemmetje, doch geen
Jacob antwoordde, leeg was 't tuintje. Vóór
misschien En ze loerde over de nog stille
straat. Niets hoor, verbeelding. Ze huiverde
van de kille morgenlucht en liep gauw
't keukentje weer in, waar 't gonzend water
en helder brandend stel hot wat warm
gezellig maakten.
Wat was ze vroeg klaar, dien ochtend!
Tegen den tijd, dat ze anders opstond, was
alles al zoowat beredderd. Nu verbeidde ze
met ongeduld den bakker, die haar beur
dageljjksch „half knippie" zou brengen. Niet,
dat ze naar eten verlangde, 't zat haar tot
boven aan toe vol, maar, zie je, die bakkers
knecht was zoo'n aardige jongen, hield ook
zooveel van beesten; er ging geen dag voor
Voor algemeenon dienst blijft voorloopig
in dienst de „Heemskerck", meer in 't bij
zonder voor de zeemilitie.
De „Kortenaer", met aanvankelijke bestem
ming voor oefening der matrozen van d<
opleiding te Willemsoord, is thans naar West-
Isdië vertrokken, alwaar deze bodem nadere
orders zal ontvangen.
De „Bever", gestationneerd te Vlissingen,
wordt ongeveer 1 Jnli door een pantserboot
vervangen. Ook de „Heffing", toegevoegd
aan het wachtschip te Willemsoord, wordt
omstreeks dien tjjd met een pantserboot vi
wisseld. Ongeveer 1 November komt
Hellevoetslnis een pantserboot in dienst.
De „Noord-Brabant" wordt medio April in
dienst gesteld. „Zeeland" en „Gelderland"
blijven in dienst, de laatste voor vorming
van adelborsten en jeugdige schepelingen.
De „De Ruiter" wordt binnenkort nit dienst
gesteld en gereed gemaakt om medio October
weder in dienst te worden gesteld, teneinde
half November naar Oosi-Indië te vertrekken.
De torpedobootjagera „Vos" en „Panter"
komen resp. 23 Februari en 2 Maart aan de
fabriek „Fijenoord" in dienst en vertrekken
de volgende maand naar Oost-Indië. De
onderzeeboot K 1 wordt in den loop der
maand April in dienst gesteld met bestem
ming naar Indië, waarschijnlijk in de maand
Augustus.
Voor politietoezicht op de Noordsee-
vioscherij komt de „Zeehond" den 18Fei>rn-
ari te Amsterdam in dienst en do „Dolfijn"
wordt op dien datnm aldaar bniten dienst
gesteld.
Voor de militaire hydrographie komt dit
jaar alleen in dienst het opn. vaartnig „Geep"
en wel van 1 April tot medio October. Voor
gewone hydrographie wordt weder aan
gewezen do „Hydrograaf", die eveneens 07er
dit tjjd7ak in dienst komt.
Ten behoeve van de opleidingen komen in
die-ast de „Neptnnus" van 4 Maart tot 27
October voor de zeemilitie. De „Bellona"
bljjft in dienst voor opleiding kanonniers,
waaraan op 17 Fcbr. de „Sperwer" en op
17 April de „Wodan" wordt toegevoegd.
Voor de adelborsten van het Kon. Institnnt
voor de Marine komen 19 Mei ia dienst de
„Ever", „Das", „Havik" en „Astrea" tot
den 25 Jn!i, behalve de „Havik", die tot
begin October in dienst blijft voor
i de militaire loodsen. De „Bnlgia'
April ta Hellevoetslnis in dienst
waaraan 1 of 2 torpedobooten zullen worden
toegevoegd, voor oefening der
machinisten van bet ondete studiejaar
Augustus worden zjj weder bniten dienst
gesteld.
Brieven voor Hr. M». „Kortenaer".
Da directeur-generaal der posterjfen en
telegraphie maakt bekend, dat op 24 Februari
e.k. met den trein van 9.55 m. van Amster
dam naar Vlissingen, eene brievenmaal zal
worden verzonden aan Hr. Ms. pactserschip
,Kortenaer'', te Santa Lucia.
Voorts zal, aanvangende 27 Februari e.k.,
eiken Vrijdag en eiken Dinsdag, hetzij met
trein van 6.49 a. van Amsterdam naar
Antwerpen, hetzij met den trein van 8.5 a.
Amsterdam naar VliBsingen, eene brievec-
.1 worden gezonden san genoemd pariser
schip in West-Indië.
Deze brievenmalen worden versonden raar
het kantoor te New York en door dit kantoor
vervolgens, overeenkomstig opgaaf van den
commandant der ,Kortenaer", naar de plaats
waar dit schip verbljjf houdt doorgezonden.
In alle voornoomde brievenmalen worden
allóóa opgenomen brieven on andere stukken,
dia van twee elkaar snijdende lijnen over het
geheele adres zijn voorzien.
Oe zaak-BuIJt te Zundert.
Naar nit Znndert aan hc.t „D. v. N. Br."
gemeld wordt, staat ds Boerenleenbank al
daar geheel bniten de eigocljjke zaak Boija en
is de omvang der verduisteringen niet zoo
groot als in den boginne vermoed werd.
Bnijs heeft geld verspeeld als Bnjja en niet
als kassier der Bank. Wel heeft hij van deze
positis schandelijk misbruik gemaakt, want
als kassier der Bank had hij gelegenheid veel
vuldig met boeren, die geld motsten plaat
sen, in aanraking te komen. Maar bij nam
geld op als Bnijs on als kassier der Boeren
leenbank.
bij, dat ie Jacob niet er es aanhaalde. Wat
zou die opkijkenKomt ie nog niet en weer
stond zo aan de deur. Jammer, dat buurvrouw
niet thuis was, non kon ze daar ook al nie
d'r nood klagen, want die lni aan de andere
kant waren gewoonweg mispunten. Die zouden
d'r uitlachen, als ze 't vertelde, die groeiden
d r in, die ongelukken. Pikton die rakkers
van jongens niet altijd met stpenen op die
lieve Jacob, als ie er es effentjes in d'r lni
tnintje kwam? Ja, zouden die hem soms
verdonkeremaand hebben Ze waren er niks
te goed voor. God, o God, als ze dat te
weten kwam, ze gingen d'r an, zoo vast als
twee inapl twee vier is! Zou ze d'r es
vragen, of ze liem ook gezien hadden Och,
wel nee, niet doen. Ze zeiden toch natuurlijk
van nee, en hielden d'r nog voor do gek
ook. Misschien begonnen ze weer te zingen,
net als laatst
„Jacob, waar ben je toch mjjn lieve schat,
Jacob, wat vind ik jou een fijne kat",
die smeerlappen!
De bakker bleef nou toch deksels lang uit
vanmorgen, zeker weer klespraatjes met jonge
meiden. Zou ze eerst maar om d'r halt maatje
melk gaau? Nee, kjjk, daar had je hem
waarachtig, en toen bjj haar bemerkte, zette
hij den stap er op.
„Je bent laat vanochend, bakker!'
.,En u bent vroeg vanochend, juffrouw!
Een hallefie
„Ocb, mo lieve mensch, eten en dan
brak de stroom los. Bakker stond er beteuterd
van, kon er geen woord tusschen brengen,
bleef al maar meewarig zjjn hoofd schudden.
„Ze zullen hem geknuppeld hebben", was
t eerste, wat over zijn lippen kwam. „Weg-
goloopen daar is geen denken aan, het
beest was immers veel te hokvast zoo'n
huiseljjk dier zag je zelden".
„Als ik er es een advertentie in 't.Vliegend
Blaadje zette? 't Kost maar een schelling en
wie weet.
„Weggegooid geld, mensch, dat becet ben
Bij Bnijs kon men 8J krjjgen.
Bjj de Boerenleenbank 3%.
En door dat oncoozele half procentje is
een aantal boeren verleid om geld te plaatsen
bjj Bnjjs in plaats van bjj de solide, onderling
gewaarborgde Boerenleenbank.
De meeste boeren erkennen, schoon
eenige aarzeling, dat se het onderscheid seer
goed hebben geweten. Hoe kon 't ook anders
Bnjjs heeft zelfs boeron overgehaald om geid
van de Bank af te nomen eu. te plaatsen
tegen 3£% bjj hem, Bnjjs. Eon boer, die
f 1100 op de Back had staan, nam erf 1000
ai, plaatste deze bjj Bajjs tegen 8^% en liet
de f 100 tegen 3 °/0 op dc Boerenleenbank
staan. Aan 'n ander had Bugs gevraagd
wilt ge niet liever 8| dan 3°/0? Natuurlijk,
was het antwoord, elke galden is er een. Dan
ik, seide Buijr, uw geld op
c plaatsen, ik heb nog 'n anc
die 3} g»®ft- En zoo verleidde hjj de
hen, waarna hjj hun op hit hart
it ze aan niemand er over spreken mochten.
Het bestuur dor afdeeling Zundert heeft
Zondagochtend, toen de kerk mtgiog, be
kend gemaakt, dat ieder met s'n boekje op
het kantoor der Bank moest komen. Van de
500 boekjes zijn er ten slotte niet meer dan
twintig meer of minder ia wanorde gebleken.
Dat is al erg genoeg, het zjj grif toegegeven.
Er sjjn beiregen bjj van 5 en 7 duizend gul
den die zoek zijn en ook enkele honderden
guldens van arbeiders. Hoe hoog het bedrag
precies is, dat bjj Bnjjs is geplaatst in plaats
van bjj de Boerenleenbank is nog niet vast
gesteld.
Hiermede zjj het ongeluk, dat hen, die bjj
de firma Bnjjs geld hebben belegd, heeft ge
troffen, niet verkleind. Het ia erg genoeg.
Vooral de kleine Inydon, wier spaudaiten
weg zjjn, wekken medelijden. Het is alles
diep treurig en het cjjfer, door Bnjjs genoemd
(50 a 60 dnizend galden) is hoog genoeg.
Een oade dienstmeid had geld uun Bujjs
gegeven om er een eff«kt voor te koopen. Zjj
m in 'C cachot bjj Bnjjs en jammerde
dat ge mjjn znnrverdiende centen hebt
k-wjjtgemaakt 1
Ze zjjn niet kwjjt, antwoordde Bnjjs, het
effokt is gekocht en ligt bjj Van Mierlo te
Breda in de klnis.
De onde dienstbode bij). Maar ze was nn
pienter genoeg om aan Bnjjs een bewjjs ja van
haar eigendomsrecht te vragen. Wat ze kreeg.
Vroegor had ze den man zóó maar eenige
honderden guldens gegeven, zonder daarvoor
eenig bewjjs te vragen.
Zóó werd Bnjjs in Znndert vertrouwd.
Bijgeloof.
De «Tijd" meldt: Ia ds wereld, waarin
men ven dwaasheid niet meer weet, wat men
doen moet, bestaat tegenwoordig de mode
onder onde en jonge dumsa en ook onder
hoeren, om bjj zich te dragen een paar mi
niatuurtjes van vronwcnouderkleedingstuk-
ken. Ze zitten in een taschje en worden ge
dragen ia den zak of tasschen de kleederen.
Do dingen doen er dienst als amnlette,
fetiche of talisman, als hoedanig sommige
Inchtvliegers een poppetje bjj zich hebben.
De voorwerpen worden geacht, den drager
of draagster togen ongelukken te beschermen
en zonden das bjj veelvnldig gebruik een
gunstige uitwerking kannen hebben op de
premie bjj ongelakken-verzekeriog. Aan het
bennl dergenen, die zo dragen, kannen ze
niets meer boderven, daar dat toch al totaal
moet zjjn afgesleten.
Lijk opgevischt.
Den 6:n December van hot afgeloopen jaar,
om vjjf nar 's avonds, verliet Joseph Fayt,
enn tuinman vas vjji-en-vjjftig jaar, sjjn huisje,
dat bjj te Tonlonse in de Wilgeastr. bewoonde.
Vader Fayt, zoo noemden de bnrea den tuinman,
dronk dien avond met zjjn patroon, den heer
Lknviuerie, die te Tonlonse in do Anbnisson-
strsat woont, een glas wjja. Het jongste
dochtertje van Fayt, Angèie gehoeten was er
ook bjj. Toen Fayt een paar glazen op had,
riep hjj plotseling nitpatroon, die wjjn gaat
naar het hoofd 1 Eu hjj zakte op den grond
»n, alsof hjj stomdronken was. Angèie Fayt
liep doodeljjk verschrikt weg. Lanvinerie liep
haar achterna, maar zjj liep door. Van wat
er dien avond verder gebaard is weet men
niets, maar de dochters van Fayt vonden den
volgenden ochtend het hnisje van hnu vader
loeg en op slot. Vader Fayt was verdwenen.
Een onderzoek volgde. Lanvinerie werd in
hechtenis genomen, maar tegen een borgtocht
van 100,000 frank weer in voorloopige vrij
heid gesteld, omdat er niets van een misdaad
bleek. Fayt was verdwcneD, zjjn dood was
echter riet vastgesteld. De 100,000 frank
borgtocht beteekenaeniet veel voor Lauvioerie,
want bjj het doorsoeken van sjjn woning in
de Anbnissonstraat, vond men in een wollen
kous het ronde sommolje van óón millioen,
honderdduizend frank.
Raim twee maanden zjjn er sedert het ver
dwenen van Fayt verloopen. Maandagavond
is zjjn ijjk nit de Garonne opgevischt, zoowat
tweo honderd meter beneden de plaats waar
zjja hnisje staat. De belangstelling voor deze
zaak is nn te Tonlonse natuurlijk weer geheel
ontwaakt en men vraagt of bet vinden van
het ljjk, twee maanden na Fayt's geheim
zinnige verdwijning, misschien gevolgen heb
ben zal. Het ljjk zal nn geschouwd worden
en misschien brengt dat eenig licht, want
omtrent hetgeen er op dien noodiottigen avond
van 6 December eigenljjk voorgevallen is
tasschen den tuinman en den millionnair, is
men volslagen onkandig.
Een misdaad.
ia de kleedermakerjj van dan heer Fióren
te Brussel, aan de rne Royale, is Dinsdag
ochtend een ernstige misdaad gepleegd.
De accountant Joris haa zich met den boek-
hoadcr Datroit en don vennoot, den heer
Conno, bankier te Aalst, naar de kleermakerij
begaven, toen de magazijnbedienden plotseling
eeaUe schoten hoorden. Z(j vonden den
accountant Joris met het hoofd in de brvnd-
zaot, den boekhouder Datroit op den grond,
beiden door revolverschoten gedood. De ban
kier Conno, die de dader is, had de vlncht
genomen. Hjj wordt thans gezocht. Men
vermoedt dat de boekhouder den slechten
fiaa&cieelen toestand voor den vennoot bad
verborgen gebonden, waarover deze wraak
heeft genomen.
Dronken of beschonken.
Voor -een ons er kanton-gerechten stond
iemand terecht wegens openbare dronken
schap; muar hjj wilde zjjn overtreding niet
toegeven, on zelfs zocht bjj een formeel uit
vlucht, door den kantonrechter te doen op
merken, dat hjj niet dronken" was geweest,
doch hoogstens wat hjj noemde beschonken".
«Ik voel de nuance «eer goed,» ant
woordde de kantonrechter, «ik had je eerst
met een boete van óéa-vjjftig willen straffen
maar je wordt nu veroordeeld tot dertig
stuiver. Volgende zaak, deurwaarder!»
Geoloog en wlchslroede.
(Esn ware geschiedenis.)
Men schrijft aan de Nieuwe Rott. Cs.
Niet slechts blinde jjver schaadt, maar ook
blinde woede heefc reeds menigeen oen poets
gespeeld. In een stadje ia Midden-Duitsehland
gebeurde het volgende:
Op een wetenschappeljjken cursus voor
geologie sjjn verscheideae hoeren vereenigd;
de voorzitter was een geoloog en groot tegen
stander dor wichelroede. Een der heeron waagt
het, niettegenstaande dat, toch het gesprek
op de „verdoemds" en „als afgedane zaak
beschouwde" wichelroede te brengen. Van
alle kanten valt men op hem aan en bijna
iedereen weet van gevallen te vertellen, waar
de roedoloopers zondor goed gevolg geraad-
plB.gd .(JO-
Degenen, die in huu hart nog aan de
wichelroede gelooven, durven in het bjjsjjn
van zooveol tegenstanders van dit „rampzalig
werktuig des daivels" niet als verdedigers
op te treden, zoodat de voorzitter volkomen
zeker is, dattenminste indezen verlichten kring
het chapitre: wichelroede wel voor goed van
het tapjjt verdwenen zal sjjn.
Inwendig lachend om zjjn o verwinning,
speelt hjj nog een laataten troef nit om door
„een feit" volkomen zeker to zjjn.
,Mjjce hoeren, tooals ik tot mjjn groot ge-
norgen hoor, zjjc gjj allen geheel overtuigd
van de onbruikbaarheid der wichelroede.
'Mocht er evenwel in een van u allen nog een
vonkje van het bijgeloof aan dit dwaze werk
tuig gloeien, dan ben ik in de gelegenheid
dit vonkje volkomen nit te dooven. Hier in
de nabjjheid bevindt sich een boerenhofstede
en ik waet, dat de eigenaar gebruik maakte
van den tooverstaf genaamd: wichelroede,
water op te sporen. Volgens onze geolo
je kwijt voorgoed, jammer!" en meteen w<
gebaar klapte hjj zjjn deksel dicht.
Mot dien troost verliet hjj haar.
Een uur daarna, toen 't zonnetje koesterde
en straalde, als was 't nazomer, in plaats
van bjjna November, stond jufirouw Bartels
roer op den drempol. Och, Heertje, anders
zaten ze samen om dezen tjjd in 't lekker
voorkamertje, zjj met een warme stoof en hij
tusschen do bloempotten voor 't raam!
Haar droevig gezicht viel een voorbjj-
gangster op.
„Morgen, jafirouw Bartels, niet te best in
orde en dat met dat mooie weer?"
,Öch, dat niet in ordo zjjn, dat schikt wel,
ar, o, mjjn lieve jufironwen daar
kreeg de tweede het volle relaas.
„Gunst, menBch, en je had hom al zoolang,
'tniet?... Of ie terugkomt? Nou, we
willon - 't hopen, maar 't is anders October,
on dan zit het in do lucht, ljjkt het wel.
't Wordt winter, zoo zoetjesau, en dan is
zoo'n kattevclletje wat lekker in een paar
visschermanslaarzen".
„Och, mensch, hou je stil! Jjj ook al?
Zouden ze dan werkeljjk mjjn lieve Ja...cob..."
kon den zin niet nitdenken 't was ver
schrikkelijk. Met tranen op de wangen
oogde ze de vertrekkende na.
„Kjjk er es, mammie, die oude jufirom
huilt!" zei een tenger, bleek jongetje, die
pas de mazelen had gehad en nu voor 't eerst
met moeder uitmocht in 't lokker zonnetje.
Zjjn klaar stemmetje drong tot de i
jufirouw door.
„Ja, mjjn lieve jongen", huilde oen oude
stem, „mjjn besto poes is weg, en ik had
hem al vier jaar."
„Och, die mooie, groote zwarte, die zoo
dikwjjls in 't venster zat?" Mammie herk<
in 't oudje nu de weduwe, die wel i
kousen voor haar had aangebreid.
„Ja, mevrouw, mjjn liovo Jacob, het trouwste
dier van de wereld. Och, och, als u wist,
wat ik in hem verlies, hoeveel gezelligheid
dat onnoozele beest mo gaf!" en tranen stroom
den nu rjjkeljjk.
„Misschien komt hjj nog weerpoogde de
andere haar te troosten, „op avontuur of zoo V'
,Och nee, mevrouwtje, dat deed ie nooit, ji
't is gok, maar om de katten gaf die niet
zóóveel!"
„Juist een jaar geleden is mijn poes ook
spoorloos verdwenen. Die hadden we al acht
jaar. Ook nooit meer teruggezien, 'k Heb er
den commissaris nog een briejje over
geschreven en er een agent voor in huis
gehad. Die heeft nog zoo naar 't dier gezocht.
Ja, 't is hard, wjj hielden ook allemaal zóóveel
van Bonnie. Dat daar nu niets aan te d
is, aan dat ellendige kattengomoord. Zoo
moest strafbaar wezen, 't Zijn soms je liefste
huisgenooten, ze geven je soms meer vriendschap
dan oen mensch. Ze zeggen dat de visschers
zoo graag kattenvelletjes in huu laarzen
hebben, hé? Nu, 't beste er mee, 'k hoi
wel, Dietwaar, als poes terecht is gekom
Kom broertje!" on mazelen jongetje ging met
moeder langzaam in 't zonnetje verder.
Die ook al?" steunde het oudje. „O,
Jacob, zouden ze dan werkeljjk
Ze had genoeg gehoord met gebogen
hoofd zocht ze haai- kamertje op Verbeeldde
ze het zich, lachte dat wjjf van hiernaast
niet met een valsche bakkes naar binnen?
't Kon der niets schelen, nou moeBt ze haring
of kuit hebben, en half op straat wachtte
buurvrouw op.
Zoo kalm mogelijk begon ze.
„Juffrouw, heeft uwe mo kat ook gezien?
Die is sinds gisteren weg!"
„Uwe kat?" teemde de ander en draaide
snel het hoofd om, teneindelijk een verraderlijk
lachje te verbergen. Ze dacht aan de jongens
met het mooie liedje. Dat gokke oude mensch
ook altjjd meiter „Ja. a. a. a. cob!" Non zei
ze „kat", ze dorst zeker geen Jacob meer
te zeggen.
„Uwe kat?" herhaalde ze en draaide haar
gische kennis (waarvan we den muu ook be
richt gaven) kas daar iu het geheel geon
water gevonden worden en als het er is, dan
slechts op zeer groote diepte. De roedelooper
die geraadpleegd werd en die natnnrljjk «zeer
begaafd" is, geeft een waterader aan op eon
diepte van pl. m. 25 meter (belachelijk I) en
de geloovige eigenaar heeft volgens deze op
gaven ook werkeljjk laten boren. Hjj heeft
dat tgrapje" natnnrljjk met zjjn eigen goede
geld betaald en we moeten hom dns dat
pleziertje gunnen. Met welk resultaat, mjjne
hoeren?! Natuurlijk kan daar geen water
gevonden sjjnde soogenaamde waterader
bestaat slechts ia de verbeelding van dén
bekwamen(?) roedelooper, is een gril van sjjn
iwen en spieren. Komt mede, wjj sullen
in hoogst eigen persoon van den stand
van zaken gaan overtuigen, om daarna in
onzen verliohtea kring een Ljjkrede voor d«
wichelroede te houden."
begeeft sich op weg en, volkomen
van de overwinning, naderen de ver-
s van dezen tooverstaf de hoeve.
De eigenaar ia thnis en kan dus dadeljjk
inlichtingen geven.'
«Wel, hoe staat het met uw wichelroede-
bron Natnnrljjk, geen water gevonden he
wordt hem uiterst ironisch-gevraagd.
De, volgens de mrenisg der heeren, na
tnnrljjk bedrogen eigenaar trekt den zeer ver
genoegd gezicht en antwoordt mot onmisken
bare bljjdachap
We hebbon werkeljjk ongeveer op de
aangegeven diepte water gevonden en zelfs
een ader, die mjjn boerderjj van water voor
siet I"
Tableau I
De watervondst door middel van de wichel
roede, waarvan in bovengenoemde geschiede
nis sprake is, geschiedde 1910 te Hildesheim
op don «Spitshut", waar het restaurant «Zum
Brockenblick" ligt.
IBGEZOHDEI.
„Hoop dar Armen".
Zeer geachte Redactie,
„Hoop der Armen" wil graag weer eens
iets van sioh laten hooren en verzoekt daarom
beleefd om een plaatsje in Uw geacht blad.
De Vereeniging heeft ia den laatstee tjjd
met fiaancieele moeilijkheden te kampen
gehad, zoodat ze weinig of niets kon doen
en daardoor hebben Helders ingezetenen niet
veel meer van haar gehoord.
Langs dezen weg komen wjj nu mede-
deelen, dat „Hoop der Armen" altjjd nog
bestaat en hoopt haar werk weldra weer met
volle kracht te kannen opvatten. Dat zal ze
kannen, indien ieder haar stennt. En ieder
kan dat gemakkeljjk doen, daar ze hoewel
grootere oontribntien haar zeer aangenaam
zjjn, slechts een bjjdrage vraagt van driemaal
5 cents per jaar. Ook zjjn ons zeer w-lkom
i kleeren, hoeden, meubels, enz. Op be
richt aan eon der bestuursleden wordt alles
spoedig afgehaald. Willon de dames odb dns
vooral bjj de aanstaande sohoonmaak ge-
':en? In vorige jaren is gebleken, dat
„Hoop der Armen" werkeljjk in vele nooden
'i knnnen voorsien, waar andere instel
lingen van liefdadigheid daartoe nitteraard
in staat waren. Welnu, helpt dan allen
ons weer, om ons werk te kansen voortzetten.
Ons Bsstnar is thans ook weer aangevuld
en bestaat thans nit de dames: De Boer
Jongkees; v. d. Molen—Stelma; Schokkieg—
Baltesen Middelbeek en de H.H. W. de Boer,
hoofd eeaer school, Vu Dolen, controleur
belastingen; Gregoiy, luit. terzeelekl.;
P. Hoogenboech; Van Mierlo, directeur der
zeevaartechool; Da. Poort; J. H. Staalman, en
Ds. Visser.
Zooals men siet zjjn alle gezindten ic het
ztnnr uitgenoodigd. Onze vereeniging wil
dan ook armen van alle gezindten help men
hoopt daarom op de hnlp van alle Helder-
he ingezetenen te kannen rekenen.
Met beleefden dunk voor de verleende
plaatsruimte heb ik de eer te zjjn met de
meeete hoogachting
Uw dw.
Ds. J. W. Pookt,
Secretarie.
gezicht zonder lach naar de oude, „is die
dan weg?"
„Ja, weet uwe het niet?"
„Nee hoor, gerost, ik heb hem al in geen
dagen gezien!"
Ofschoon jufironw Bartels haar voor geen
cent vertrouwde, hoorde ze nu toch wel in
do stem van de andere, dat zo waarheid
sprak. Nee, die loog nou niet.
„Mensch, ze zullen hem opgepikt hebben
van nacht. Weet je wel, dat er tegenwoordig
alle avonden zoo'n kerel rondloopt met een
die de kat in 't donker knjjpt? Dat
ae or nou wel meer" (de juffrouw vond
zichzelf ontzettend komiekerig en lachte ooljjk)
„maar zie je, ik bedoel dan echte katten.
Verleden week zagen me jongens ergeDS in
do ouwe Helder wel dertig kattevelletjes te
drogen hangoD. Zo hebben ze geteld, 'k geloof
twee en dertig en dat in alle kleuren".
„Twee en dertig' herhaalde de onde juf
frouw op somberen toon en zocht haar warmo
stoof weer op.
Het eten smaakte haar 's middags niets.
Meer dau de helft bleef over en 't was al
een kliek van gisteren. Het breien vlotte
ook al niet, ze zou maar eens naar der ge
trouwde nicht in de Califoroiëstraatgaan, 'tgaf
nog eens een verzetje. En o, als ze 's avonds
terugkwam en hjj zat eens voor de deur. Als
het eens gebeurde!
„Maar 't gebeurde niet. 's Avonds geen
Jacob mot verwelkomend gemiauw, 's nachts
geen slaapkameraad, die haar de voeten
verwarmde
Jacob was en bleef weg en de onde juf
frouw schafte zich een warme kruik aan
▼oor de konde beenen.
„Neem weer een poesie" raade de een of
ander, maar daar begon zo niet meer mee.
Jacob, haar tronwe Jacob, kon toch door
geeneen vergoed worden en bovendien ze
was al oud. Wie weet, hoe gauw de Lieve
Heer haar weghaalde