WEEKBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN.
IEMANDS KIND?
3e Jaargang.
VRIJDAS| 19 April 1912,
No. 90.
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN VRIJDAG.
Abonnementsprijs f 0.25
per 3 maanden
UITGEVER:
CORN. J. BOSKER, WIERINGEN.
ADVERTENTIEN:
van 1-5 regelsf 0.30
Iedere regel meer0.06
WIERINGEN.
Maandag kwam de landbouwer Hartog tot
de ontdekking dat door een der arbeiders
zakken granen waren verstopt onder een der
nog ongedorschen schelven.
De politie werd gewaarschuwd welke een
paar nachten waakte in de omgeving der
schelven.
De derde nacht was de politie weer aan
wezig, doch aangezien hij een verdacht
persoon was voorbij gereden, dacht men dat
dezen nacht het verborgene niet zou worden
weggehaald. Edoch. Toen onze koene de Zwart
even een kop koffie in de woning van Har
tog was gaan drinken was men hem toch te
gauw af geweest en het graan weggehaald.
Des morgens constateerde hij dat een en
ander per as was geschied. De hoefsporen
der ket, die bet voertuig moest hebben ge
trokken werden opgenomen en bij de hoeven
F li i«-1- O
EEN VERHAAL
tglaar hei JSitgelach.
25.
Misschien nog geen een en twintig was
een en al leven en geestkracht, tintelend
van jeugdig vuur. Zijn houding was los en
onbedwongen, zooals hij daar op een sta
pel rijshout stond, met het geweer in de hand,
het hoofd hoog opgericht, als een seboone
jachthond, die den slrom trotseert. Ach, hoe
weinig scheen hij te passen in de doodsche
atmosfeer van btrathmore Hall.
En terwijl ik nog steeds in mijn beschou
wing verdiept was, hoorde ik het geritsel
van een zijden vrouwengewaad, dat van den
andere kant der galerij kwam. De schrik
sloeg mij om 't hart, en een gevoel van schaam
te overviel mij, omdat ik daar voor het om
sluierde portret staan, In de haast, ging ik
eenige stappen achteruit in de schaduw van
het zware gordijn, dat voor het venster hing.
't Was juist bijtijds, want uit de scheme
ring, die langzamerhand gevallen was, trad
mevrouw Stralhmore naar voren. Ik sloeg
haar gade, zooals zij daar naderde met haar
rustige, statige tred en hield den adem in,
uit vrees, dat zij mij zou hooien, als zij langs
mij heen ging. Doch dit gebeurde niet. Zij
bleef voor het omsluierde portret staan, licht
te het gordijn op en staarde er stilzwijgend
langen tijd op. Haar geheele wezen onderging
een verandering. De gewdne koele bedaard-
h eid was veidweneu. De fijne blanke han_
van sommige keften vergeleken en weldra
was men den voerman op het spoor. Hij werd
met den at beider vei hooi d en weldra bleek
dat de een de granen des daags onder het
stroo verborg en de anders s'nachts met zijn
wagen voor het verdere transport zorgde.
De granen werden onder klompen verstopt,
ten huize van den voerman gevonden.
Het is te hopen dat met deze, aan het on
veilig maken der boerderijen een einde is ge
komen.
WIERINGEN.
Vannacht heeft P. Halfweeg 6 netjes voor
de haven te den Oever geschoten, de vangst
was 8 stuks ansjovis.
Door het bestuur der Bloemenvereeni-
ging Flora te Den Oever is besloten aan de
leden der vereeniging een Hortentia en een
Colea uit te reiken.
den klemden zich krampachtig saam, alsof
zij een hevi ge smart, die altijd aanwezig was
wilde onderdrukken, en groote tranen big
gelden langs haar schoon, eerwaardig gelaat,
terwijl zij fluisterde:
O Haroldmijn jongen! eens mijn hoop,
mijn trots en mijn vreugde, waarom is uw
schoone jeugd, die zoo veel beloofde, verwoest
geworden?
Een gevoel van schaamte en innige deel
neming doortrilde mijn geheele wezen. O!
hoe wenschte ik weg te kunnen sluipen!
Doch aan mijn spanning kwam een einde,
want Mevrouw Strathmore liet het gordijn
vallen en ging heen. Met kloppend hart, be
vende van ontroering vloog ik naar mijn
eigen kamer, want zie! eensklaps was voor
mij de kalmte stilte van het huis verbro
ken, was het niet langer doodsch, En was
hel dit wel ooit geweest? Was niet juist die
kalme rust even als de fluweelen gras
vlakte op een vulkaan een bedeksel om
het wilde, hartstochtelijke bruisen in de diep
te te verbergen?
Juffrouw Elsie, zeide de oude kindermeid
Brandon, terwijl zij mij streng vei wijtend
in het verhitte gelaat zag, ge hebt het etens
uur weer geheel vergeten, en om het in te
halen, hebt u zelfs als gewoonlijk geheel
buiten adem geloopen; ik sta hier al een
kwartier lang vol onrust op u te wachten
om u te kleeden.
Ach, Brandon, het spijt me erg, zeide ik
nederig; lieve deugdben ik zoo laat Na
het eten, iuplaats van doodstil en in eigen
gedachte verdiept over mijn werk gebukt
te zitten, keek ik nu telkens steelsgewijze
naar het kalme gelaat tegenover mij, terwijl
zij daar met haar handen in den schoot, en
DOOR 21 GETUIGEN VALSCH BESCHUL
DIGD.
Wiliam Thompson, een 66-jarige arbeider
uit New Crosz in Engeland werd door 21
getuigen aangew ezen als de man, die hen op
gelicht had. Het gevolg daarvan was, dat hij
tot 3 jaar en 18 maanden gevangenisstraf
werd veroordeeld. Thans is, nu de man reeds
4 maanden straf heeft ondergaan, door een
toeval gebleken, dat een ander, op wien
Thompson sprekend lijkt, de schuldige is.
't Gevolg is, dat Tompson werd vrijgelaten.
VREEMD.
Gistermiddag waren onder de passagiers
in de tram van 5 uur van Haarlem een jon
gedame van ongeveer 20 jaar en zoo we la
ter hoorden haar drie-jarig zusje.
Bij de Vier Statenbrug stopt de tram en
de jonge dame stapte uit, haar zusje alleen
in de tram achterlatende.
met half gesloten oogen in het vuur zat te
staren. Zij dommelde niet, zooals ik te vo
ren altijd dacht, daar was ik nu zeker van;
doch indien dit niet het geval was, waar
dacht zij dan aan, en welke beelden zag zij
in de vlammen Dacht zij weer aan haar
ridderlijken, jeugdigen zoon? Was hij dood,
of wat was er dan gebeurd, dat hij naar zoo'
bedroefd en teleurgesteld had s Hoe verlang
de ik, mij zacht naast haar neer te vleien,
haar hand vol teederheid in de mijne te ne
men en haar te zeggen, als zij 't maar wil
de toestaan, dat ik zou trachten haar de lief
de eener dochter te bewijzen. Doch juist toen
ik 't wilde doen, zag zij op en maakte op
haar gewone, kalme manier een opmerking,
en ik kroop in mijn schulp.
Toen Brandon dien avond mijn haar bor
stelde, begon zij, vreemd genoeg, over het
onderwerp, dat mijn geest zoo vervulde, te
spreken.
Wel, juffrouw Elsie, zeide zij met een zucht
ik vind 't zoo jammer dat de jonge mijn
heer Harold Strathmore zich zoo weinig met
zijn schoon landgoed bemoeit.
De jonge heer! riep ik een en al belang
stelling. Is er waarlijk een jonge heer aan
deze sombere oude plaats verbonden
Ja zeker, zeide zij verwonderd; wist ge dat
niet?
Neen, zeide ik, daar heb ik niets van ge
hoord. Waar is hij, en waarom is hij nooit
hiei
Wel, zeide zij, en zij zuchte weer, dat is
juist het geheim, niemand weet hel, zelfs zijn
moeder niet. Zeven jaar geleden tintelde hij
van levenslust, hij was de trots van zijn ou
de oom, wiens erfgenaam hij was.
(Wordt vervolgd.)