WEEKBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN IEMANDS EINDT1 VRIJDAG 10 Me'^912 EEN VERHAAL 3e Jaargang VERSCHIJNT ELKEN VRIJDAG. Abonnementsprijs f 0.25 per 3 maanden WIERINGEN, 10 Mei 1912. „Eendracht maakt macht", één van de ve le spreekwoorden, dat, ofschoon velen zijn waarde nog niet begrijpen, iederen dag meer en meer zijn voordeelen Iaat zien. Aanschou wen wij slechts op ons eiland de werking der Kaasfabrieken, van de Coöp. Boerenleen bank en andere instellingen, dan kunnen wij met volle overtuiging zeggen. „Eendracht is de grondslag van maatschappelijke wel vaart." Zeker zijn er altijd, van wien men tegenkanting ont vangt, die het streven naar verbetering niet willen zien en begrijpen, die argeloos het zaad der tweedracht strooien, niet beseffende of het wel op rots of vruchtbare grond wordt geworpen niet gevoelende of het gaat ten kos te van anderen, alleen zich verheugende als het vuur der twist maar eenigzins wil ont branden, vervult met de egoistische vraag F IJ I. I> K O <£laar hei Jïiugelsch. 28. HOOFDSTUK XVIII. DE GOEDE OUDE TIJD. De trillende tonen van een fluit weer klonken zacht en helder als het gezang van een merel door de oude poort. Een vrij oo genblikje waarnemende tusschen de drukte van den avond door, zong kleine Hal uit de vreugde van zijn blij gemoed eeu van die ouderwetsche en liefelijke liederen uit het ge boorteland zijner moeder. Niet voor geld. Hal speelde nu nooit meer voor geld. De aardappelzaak was zoo voor- deelig gegaan, dat hij geheel uit de ellende was,. Neen, Hal speelde alleen voor zijn plei- zier om lucht aan zijn vreugde te geven, want hij was niet langer een worpeling, een arme zwerveling zonder tehuis. Hij was nu goed gevoed en warm gekleed en had een lief klein huisje, niet ver van de poort. Daar wachtte Mary hem op met haar vriendelij ken glimlach en haar hartelijkheid, terwijl zijn avondeten al netjes klaar stond. O, hij was een gelukkige jongen, die kleinn Hal, eiken avond zag men hem met blijmoedig gezicht, tintelend van levenslust, de smake lijke gebakkeu aardappels aan zijn ontelba re klanten toereiken. Want de kleine koop man had opspraak in de gansche buurt ver wekt. 't Was bekend geworden' dat de oude Gribbel hem de zaak en al zijn geld ver- UITGEVER: CORN. J. BOSKER, WIERINGEN. ,Kan het mij voordeel opleveren"? Gelukkig zijn er anderen. Wij vernamen toch, dat in de vergadering van Zaterdag 1.1. de patroons, na vriendschappelijk over leg den timmergezellen 15 Aug. a. s. een loonsverhooging van 1 ct per uurhebben toe gezegd, en 1 April 1913 wederl ct, zoodat dit dan zal komen op 19 ct per uur. Voorzeker waard eeren wij dezen stap van de patroons, zij geven voorbeeld aan hen, die het loon den arbeiders onthoudt om het ten eigen bate aan te wenden. „Eendracht" is ook het streven van de, veree niging ter bevordering van getrouw schoolbezoek. Waren de schoolfeesten van Hippolytus- hoef en Westerland altijd afzonderlijk, thans heeft de vereeniging besloten, pogingen te doen die feesten te combineeren. Moge zij hierin slagen, niet alleen dat het voor de kinderen aangenamer is, doch tevens zal maakt had, en daarom kwamen van nabij en ver de menschen naar onze kleine han delaar kijken en eenige stuivers in zijn stal letje verteren. Doch nu is de winter voorbij en tegen de lente was 't in de zaak altijd slapper, Daar hij dus nu menig vrij oogenblikje had, ver gastte Hal zich zelf en vele van zijn bewon deraars op zijn tooverfluit. Doch liefelijke Schotsche liederen spraken nog van andere dingen tot eeu van Hal 's toehoorders, 't Was een knap jong mensch, van kloeke gestalte, hij hield zich uit 't ge zicht en luisterde ademloos, alsof hij er nooit genoeg van kon krijgen, toch scheen zijn ge not hem treurig te stemmen. Hij wreef telkens en telkens weer met kracht zijn groote, gespierde hand over zijn oogeu, om daar iets glinsterends weg te ve gen. Eigenlijk beu ik dwaas, mompelde hij, doch 't brengt het mij alles weer zoo dui delijk voor den geest o, die dagen van 't verledene. 't Doet mij weer de velden en de heide ruiken, ik hoor weer de bijen in de honigkorven gonzen, als op dien dag toen Jean en ik samen door het dal zwierven. Zij zong toen datzelfde lied, o zoo mooi Zoo sprak Alec Gray, want 't was nie mand anders dan de knappe jonge boer, die de arme gestorven Jean zoo teeder bemind en zoo bitter geweend had. De kleine Hal had juist de fluit van zijn mond genomen, en het schijnsel van de flik kerende napthalamp viel vol op zijn leven dig jong gelaat, met die zachte gouden lok ken er om heen, want Mary, die er trotsch op was, kon het niet over zich krijgen ze af te knippen, zooals 't eigenlijk een jongen ADVERTENTIEN: van 1-5 regelsf 0.30 Iedere regel meer0.06 de gezamelijke draagkracht veel lichter zijn, BURGELIJKEN STAND, der gemeente WIERINGEN. van den 26sten APRIL tot heden. Geboren Simon Pieter, z. v, Nan Bakker en Grietje Kuut. Maartje, d. v. Pieter Poel en Geertje h'ooij Ebeltje, d. v. Hotse v. Kalsbeek en Trijntje Spoel stra. Ondertrouwd Jan Lont en Trijntje Klein. Pieter Verfaille en Trijnjje Mosterd. Evert Kuut en Hylkje Tromp (te Gaaster- land. Getrouwd Cornelis de Wit en Antje Wagemaker. Jan Scheltus en Marie Bais. Overleden Jacob Lont, oud 1 jaar z. v. Klaas Lont en Maartje Rotgans. past. Alec schrikte en verbleekte; dat gelaal dat zoo helder uitkwam tegen den achter grond van de schaduwen der poort, was Je- an's gelaat Jean als kind, want hij had haar van kind af gekend. llij deed eenige stappen voorwaarts, biji.a verwachtende, dat het liefelijke kindergelaat zou verdwijnen als hij naderde; doch 'tgebeur- de niet. De geheele gestalte van den jongen werd nu zichtbaar, zooals hij daar met kin derlijke bevalligheid naast zijn fornuis stond. Wie zijt ge mijn jongen. De jongen man was plotseling op hem toegetreden, en zag hem verwonderd en nieuwsgierig aan. Wel, ik ben de kleine Hal. Wie zijn uw vader en moeder? Ik heb geen vader en moedei Hij gelijkt geheel op haar, en hij spreekt zoo als zij deed, mompelde de jongeling. O, indien 't eens haar kind was het arme ver loren kind van Jean Eensklaps greep hij de hand van het kind en de mouw van zijn jas en hemd opschui vend bezag hij zijn kleine arm vol belang stelling. Daarin stond in groote hoofdletters gctatouëerd II. S. De kleine Hal trok halt verschrikt terug, doch de jongen hield hem stevig vast. Wees niet bang mijn jongen, ik ken u heel goed. Ziet ge deze teekeueu naar de letters op zijn arm wijzende, ik ken ze maar al te goed, want ik drukte ze daar zelf in, toen ge nog maar een klein schreeuwertje waart, Is 't werkelijk waar? Ja uw Grootmoeder verzocht mij dit Ie doen, voor dat zij u uit uw geboorteland wegvoerde (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1912 | | pagina 1