WEEKBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN. IEMANDS KIND? 3e Jaargang. VRIJDAG 17 HEI 1912. No. 94. ADVERTENTIEN: van 1-5 regelsf 0.30 Iedere regel meer0.06 EEN VERHAAL VERSCHIJNT ELKEN VRIJDAG. Abonnementsprijs f 0.25 per 3 maanden UITGEVER: CORN. J. BOSKER, WIERINGEN. DB NOORD-HOLLANDSCHE LAND- BOUWONÜERLINGE. Uit het jaarverslag over 1911, dat in de vergadering zal worden uitgebracht, blijkt, (lat op 31 December waren aangesloten 1904 landbouwers. Er hadden in 1911 plaats 196 ongevallen, waarvan 181 binnen 2 maanden afliepen; 15 ongevallen duurden langer dan 2 maanden. Als oorzaken van de ongevallen worden genoemd Voertuigen 34, paaiden 10, hoornvee 14, varkens 2, landbouwmachines 4, val van den arbeider 49, val een voorwerp 3, be knelling 14, krachtsoverspauning 27, snijden de werktuigen 21, infectie 11, oogkwetsing 1, brandwonden 3, breken van gereedschap 1, schieten in de hand 1, been gewond, door kantelen van een klomp 1. Twee ongeval len hadden den dood van den getroffene ten F B<; F B I, B, F O laar hei gevolge. Drie ongevallen gaven aanleiding tot blij vende uitkeering. J. V., werkzaam bij den heer W. S. te Kwadijk werd door een koe, die hij ter markt bracht, van den dijk ge slingerd. Dit ongeval kostte aan contante waarde f 622. H. T. B. werkzaam bij den heer D. W. te Wormerveer wondde zijn pink bij het rietsnijden. Latei kwam hierbij iutectie, waar door de hand grootendeels onbruikbaar werd. De getroffene krijgt nu een levenslange uit keering van f0.641|2 per dag, waarvoor een contante waarde van f 3744 is vastge zet. P. D. werkzaam bij den heer Th. Sch. te Watergang, moest van de vliering touw ha len, kwam te vallen en overleed aan de ge volgen. Zijn weduwe en kinderen krijgen nu per dag fl.16 uitgekeerd. Voor dit ongeval 29. Zij zeide, dat gij de letters van den naam van uw Vader en van u zelf er opgedrukt] moest hebben, en hier staan ze nu zoo ze ker als iets, Mijn jongen, breng mij bij haar; dat dierbare oude gezicht te zien zal mij goed doen. Doch de kleine Hal zeideGrootmoeder is dood, die arme Grootmoeder! Maar ga mede, ik zal u mede naar huis nemen. HOOFDSTUK XIII. Na vele dagen. Mary zat in haar vriendelijke nette kamer met de handen in de schoot, terwijl zij vol stilte tevreden in 't rond zag. Een net bordje aan het raam, dat in de kleine stille straat uitzag, duidde aan, dat hier Dameshandwerkeu werden opgemaakt. Ze had nu prettig werk, en de winter was in gelukkige bedrijvigheid voorbij gesneld. Haar dagwerk was geëindigd. Zij wacht te nu op de kleine Hal, De tafel voor 't vuur, was met een heidei wit tafellaken voor het avondeten gedekt, terwijl op den haard in een helder stoofpannetje iets zeer smake lijks stond te pruttelen. Hal was geheel buiten zich zelf, toen hij hem aankondigde: Mary! Mary! ik heb een vriend meege bracht, de beste vriend van Grootmoeder, o, Mary, hij kende mij al als een klein kind je en moeder kende hij ook, denk eens aan Mary hij weet al alles van jou ook, wat een goede, lieve, vriendin je voor uie bent, alles, 'alles,! Toe, mag hij van avond met ons me de eten Mary bloosde even en zeide zacht dat 't veel genoegen zou doen, als hij 't wilde, Alec Gray sprak toen op warme, mannelij ke wijze over zijn vrienden, de Kirkdale's, die uit zijn dorp afkomstig waren, die hij zoo goed gekend had eii waarmede hij altijd lief en leed deelde. Om het groote belang, dat hij in het kind stelde, dat hij had erkend aan zijn gelijke nis met zijn vroeggestorven moeder, gevoel de Mary zich zeer tot hem aangetrokken, en weldra zat er een zeergelukkig drietal rond om een heerlijk warm maal, dat hen zeer goed smaakte. Dit was het begin van een nieuw leven voor Mary, een leven, dat zoo rooskleurig en en geluakig was want heel dikwijls stap te Alec's avonds even in, om het kind te zien natuurlijk, en toen ze elkaar goed ken den, vertelde hij alles; van zijn ongelukki ge liefde voor Hal'sjeugdige moeder, hoe hij, nadat zij gestorven was, niets meer om de boerderij gaf, en de schapenfokkerij er aan gegeven had en naar Londen was gegaan. Nu was hij bij een oom, van den ouden Schotsche stempel, en 't ging hem goed, al leen gevoelde hij wel, dat hij in dik groo te onmetelijke stad nergens een thuis had. Vooral gevoelde hij dit na elk bezoek aan Hal's vriendelijk, gezellig thuis. Mary luisterde met innige deelneming naar zijn treurige geschiedenis, en kreeg tranen in haar oogen bij 't verhaal van zijn te leurgestelde liefde en droevig lot van het lie ïs f4402 uitgetrokken. De 196 ongevallen, die door de Noord- Hollandsche Landbouw Onderlinge zijn be handeld, hebben bewezen, dat het landbouw bedrijf lang niet gevaarloos is. De 196 ge troffen knechts zijn, doordat hun patroons lid van de Landbouw-Onderling zijn, gehol pen. Zij hebben van de Landbouw-Onder ling den steun gekregen, die hen anders niet zou zijn verleend, omdat voor de Landbouw- ongevallenverzekering nog geen wet beslaat. De onkosten, die voor de patroons op de ze verzekering komen, bedragen f 0,94 per f 100 jaarloon, ol voor een knecht, die f400 per jaar verdient, worden de kosten 7 cent per week. Voor deze kleine uitgaven worden ook de geldelijke gevolgen van de zwaarste ongevallen gedekt. Op het eilaud Wieringen kwamen ook reeds verscheidene groote en klein ongevallen voor ve, sehoone meisje, wier hard zoo wreed gebroken werd. Doch zij vermoedde niet, hoezeer haar vrouwelijk medegevoel hem tot troost werd, en hoe hij langzamerhand bemerkte, dat het koude, spookachtige beeld zijner gestorven jeugdige liefde op den ach tergrond grond raakte en al flauwer en flau wer werd, en hoe haar eigen beeld, levend en warm, die plaats ging innemen. zij dacht, dat 't slechts vrienschap was, die tusschen hen bestond een vriendschap, die haar geheele leven deed gelijken op een stroom, die, naarmate zij dieper en breeder is, ook kalmer en liefelijker daar been vloeit. Doch zij wist niet, dat 't de liefde was de liefde, die ook van haar kant zich ont wikkeld had, door al het leed dat hij on dervonden had, en van zijn kant, door het medegevoel, 't Was echter zoo, en op een avond toen zij alleen waren, zeide hij haar, hoe zij zijn alles was geworden. Misschien zal 't niet als mijn eerste lief de zijn die ik aan Jean gaf, Mary, zeide hij. Ik geloot, dat dit geen tweemaal kan ge beuren, doch mijn hart, dat vroeger zoo een zaam was, vindt rust bij rust jou, Mary, ik vind hier bij jou een thuis. Je bent even goed en trouw, als opgeruimd, en bij God, dien wij beiden liefhebben, 't je nimmer be rouwen. Zijn stem was gebroken en beefde, want zijn eene teleurstelling had hem zeer nede rig gemaakt, en hem er aan doen twijfeletK of wel ooit zoo'n zegen: de liefde eener vrouw, zijn deel zou kunnen zijn. En Ma ry, vol vreugde kon het nauwelijk geloo- ven, ze boog het hoofd in haar handen en weende. ('Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1912 | | pagina 1