WEEKBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN.
IEMANDS KIND?
3e Jaargang.
VRIJDAG^l Juni 1912.No. 99.
GER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN VRIJDAG.
Abonnementsprijs f 0.25
per 3 maanden
UITGEVER:
CORN. J. BOSKER, WIERINGEN.
ADVERTENTIEN:
van 1-5 regelsf 0.30
Iedere regel meer0.06
WIERINGEN, 21 Juni 1912.
De langste dag. De zomer heett zijn in
trede gedaan. Donkere wolken pakken zich
samen, en telkens, telkens weder giet de
regen bij stroomen neer, zich niet storende
aan het sombere gelaat der menschheid, dat
voor de zooveelste maal het aardrijk in een
modderpoel ziet herschapen.
Moedeloosheid heerscht bij den landbouwer,
waar zijn geurig hooi bederft op 't veld, een
zweem van zwaarmoedigheid treft allen bij
de drukkende atmospheer, die elke onweers
bui vooraf gaat.
Onder deze omstandigheden liet ook de
Zangvereeniging „Nieuw Leven" het leven.
Nieuw Leven is niet meer. De slechte me
dewerking van enkele werkende leden was
mede de oorzaak, dat men Woensdagavond
1.1. besloot de vereeniging te ontbinden.
1 I E. I, K I O
EEN VERHAAL
J^laar hei Jüi.öelsah,
34.
Langzaam reed een heer den heuvel op
en bestuurde zijn schoon zwart paard met
losse bevalligheid. Hij boog zich naar zijn
gezellin over, 'n lief jong meisje met een
van geluk stralend gezichtje, dat naast hem
reed.
Jongens! riep de kapitein, dat is nu Mr.
Harold Strathmore, onze Mr. Harold.
Thans naderden zij. Zij waren vlak bij,
toen helder en luid de hoera's der jongens
weerklonken vermengd met het geroep van
„Hoera voor Mr. Harold.
De paarden met een sierlijke beweging
tot staan brengende, ontblootte hij zijn hoofd
en boog verscheidene malen om zijn jeug
dige bewonderaars te danken. Na een enkel
woord tot zijn gezellin, wier gelaat duidelijk
haar genoegen te kennen gaf over de leven
dige ontvangst der jongens, gaf hij zijn paard
de sporen en voort galoppeerden zijin waar
heid een mooi paar!
Opgewonden en vroolijk over het aardige
kleine voorval gingens de jongens weer aan 't
spelen, allen behalven een. Die eene was
onze kleine Hal. Vol verwondeiing en vreug
de stond hij daar tegen het hek aangeleund
en zag het verwijderende paar na. Hij vouw
de zijn handen en riepHij is het mijn
dappere edele held, die mij van den dood
heeft gered! Ja, hij is het! Ik heb hem ge-
Hoevelen op ons eiland gaan niet aan het
euvel mank, dat men eerst lid wordt van
een vereeniging, zijn beste krachten er aan
wijdt, doch weldra beginnen die goede voor
nemens te verflauwen, de vereeniging kwijnt
en zijn de enkele getrouwen wegens gebrek
aan medewerking genoodzaakt het bijltje
er bij neder te leggen. Mocht men toch eens
beseffen, dat de plichten van elk lid jegens
de vereeniging de fundamenten zijn, waarop
zij is gebouwd, en als men deze niet nakomt,
weldra meer vereen, genoodzaakt zullen zijn
den weg van Nieuw Leven te volgen.
Als wilde natuur haar afkeuring over de
ze handelwijze doen hooren, ontlastte zich
weldra boven ons eiland een hevig onweder.
Het weerlicht was verschrikkelijk, hevige sla
gen volgden elkander op. Gelukkig hadden
geen ernstige ongelukken plaats. Te Ooster-
land werd van den landbouwer S. Heijblok
vonden! ik heb hem gevonden En hij woont
te Strathmore Hall, niet ver hiei. Als ik hem
maar weer kon zien, hem kon sprekenEn
de kleine Hal blijde met dit vooruitzicht,
verschool zich in een rustig klein boschje,
waai hij over zijn plan kon nadenken en
'n middel verzinnen om den man te zien
en te spreken, dien hij met een zonderlin
ge getrouwe aanhankelijkheid liefhad.
De schuinsche stralen der ondergaande
zon verlichtten de vensters van Strathmore
Hall en schoten hun gouden pijlen door de
takken der olmen en eiken. Zij hadden het
verkleurde latwerk, waarachter de herten in
groepen ter neder lagen, verguld en vet-
blindden de oogen van een kleine jongen,
die op het breede bordes stond, dat naar de
hoofddeur van de Hall voerde,
Wat zal hij mij zeggen? Zal hij niet boos
zijn? Dit waren de natuurlijke vragen, die
hem bestormden, toen hij daar aarzelend voor
de deur stond.
Toen viel hem een woord te binnen, dal
alle aarzeling verdreef. Wat baat het een
mensch, zoo hij de geheele wereld wint en
lijdt schade zijner ziel? En de kleine Hal
gevoelde een diep medelijden in zijn hartje
met dien man, die zoo rijk scheen.
Nu was hij uiet bang meer. Vrijmoedig
trad hij op de groote deut toe en belde. Een
lange livreiknecht opende haar en zag neer
op den kleine jongen voor hem. Ik wensch-
te gaarne Mr. Harold Strathmore te spre
ken, zeide hij met vaste stem, en er lag een
rustige waardigheid over het wezen van het
kind, die de aandacht trok en eerbied af
dwong.
Wel, jongeheer,, zeide de man met eeni-
ge aarzeling op hem neerziende, 't Is tegen
een schaap doodgeslagen, terwijl te Hippo-
lytushoef de telephoondraad werd getroffen.
In de Belt waren van verscheidene palen
spanen afgereten. Na een hevige regen, had
den de elementen uitgewoed en konden de
burgers t^ ongeveer half twee zich ter rus
te begeven, om van een verkwikkelijke slaap
te genieten.
WIERINGEN.
Maandag 1.1. begaf de heer C. J. Bosker
zich naar Oosterland. toen hij in de Elft
nabij de zoobekende „Burge" met zijn rij
wiel tegen een steen reed, waardoor hij met
fiets en al in de sloot terecht kwam. Ge
lukkig was zij niet diep en kwam B. met
een natpakvrij, terwijlhij ook'trijwiel spoedig
uit zijn benarde positie had verlost, zoodat
zij weldra hun weg danig opgefrischt kon
den vervolgen.
de orders om deze namiddag iemand bij Mr.
Harold binnen te laten. Hoe heet ge, kleine
rent, kent mijnheer u
Ik geloof niet, dat hij mijn naam weet,
en een gevoel van teleurstelling maaate zich
van het kind meester en werd in eiken trek
van zijn gezichtje zichtbaar, doch ik zou hem
zoo heel, heel graag even spreken.
Wel, geloof me, jongeheer, 't spijt me erg,
maar ik durf mijn meester in geen geval
ongehoorzaam te zijn, tenzij het een zaak
op leven en dood gold. Mr. Harold is zeer
beslist omtrent zijn orders.
Een zaak op leven en doodDeze woor
den troffen het kind. Op eens vouwde hij
vol innigheid zijn handjes samen en den man
ernstig aanziende, zeide hij
O, ik smeek u, laat mij uw meester spre
ken, want het is een zaak op leven en dood
werkelijk, zoo is het.
Zonder een woord meer te zeggen, deed
de man een stap achterwaarts en zeide op
gedempte toon
Deze weg uit, als 't u belieft, jongeheer,
en binnen weinige minuten zag de kleine
Hal Mr. Harold voor zich.
Hij zat aan een tafel te lezen in een mooie
ouderwetsche kamer met eikenhouten beschot
en omlijst met boeken. Als in een droom
nam het kind de rijke kleuren der gordij
nen, die overal hingen en de weelderige
zachtheid van het tapijt waarin zijn voeten
wegzonken, in zich op. Doch een oogenblik
daarna had hij zijn omgeving en zijn angst
vergeten. Op het zien van dat gelaat voor
hem, schoot hem alles weer te binnen, ook
het ontzettende gevaar waaruit die vriende
lijke hand hem gered had.
(Zie de binnenzijde.)