WEEKBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN. IEMANDS KIND? 7 URANT 3e Jaargang. No. 101. VERSCHIJNT ELKEN VRIJDAG. Abonnementsprijs f 0.25 per 3 maanden UITGEVER: CORN. J. BOSKER, WIERINGEN. ADVERTENTIEN: van 1-5 regelsf 0.30 Iedere regel meer„0.06 DOOPSGEZINDE KERK. Sinds eenigen tijd bestond kiesrechtstrijd in de Friesche Doopsgezinde gemeente te Zaan dam. De keikeiaad vulde zichzelven aan, en gemeenteleden wensehten dit veranderd. Aan dien wensch wordt thans gevolg gege ven. Bepaald is, dat de kei keraadsleden zul len worden gekozen door de gemeente. Uit dien hoofde stellen de thans zitting hebben de leden hun mandaat ter beschikking. EEN BALKON-SCéNE. Gistermorgen had een incident plaats in de Newtonstraat te den Haag. Een officier van het N.-I. leger gekleed in uniform met sabel, wilde met zijn echtgenoote de door hem bewoonde gemeubileerde kameis ver laten met achterlating van huurschuld. De hospita wilde hun goed niet afgeven omdat ze eerst betaling wenschte. De officier kwam toen op het denkbeeld om zijn goed van het F F I U I, F O 4 EEN VERHAAL o(laai' het Jiuóehch. 36. Geleid door liet, lied, dat nog immer weerklonk, drong Hal dieper in het bosch. Al spoedig bemerkte hij voor zich een kleine hut, die een der jagers toebehoord had, doch nu geheel met klimop begroeid en vervallen was. Bij 't hooren van een kinderstem, hield het half waanzi nnige zingen op, en keerde iemand zich om, met een uitdrukking van schrik en ontzetting op 't gelaat, 't Was akelig om te zien, hoe het verwarde brein van den armeu idioot want dat hij dit was zag men spoedig zich allerlei schrikbeelden schiep, waardoor hij in ecu ware doodangst verkeerde. Ge zult liun toch uiet vertellen, dat ik hier ben, hijgde hij, ge zult 't hun niet zeggen; ik heb nooit iemand kwaad gedaan, dat zou ik niet kuimen doeu. Ik ben wel arme, gekke Jami, maar ik heb niemand ooit verdriet gedaan. Ik, die altijd vrij heb rondgezwor ven, van mijn geboorte af, ze wilden mij opsluiten met gekke menschen. En daarom ontvluchtte ik heu, altijd denkende, dat ze achter mij aankwamen, mij vervolg den. Ge zult 't immers niet vertellen, riep hij weer uit, ge zult 't hun toch niet zeggen en mij laten van gen Eu het kind, hoe jong ook, kon van 'ganscher harte dcelen in het verlangen naar vrijheid van dit ar me verstandelooze natuurkind hij beloolde hem plech tig, dat hij niemand iets van zijn ontmoeting zou me- dedeelen. Spoedig daarna sloop de kleine Hal weg en's avonds, toen de avondlessen voorbij waren, sloop het kind naar buiten. In een pakje had hij het grootste deel van zijn avondeten. Hij droeg ook een warme deken van zijn eigen bedje en een kan met water. oordat hij dien nacht zijn oogen tot slapen sloot, wist Hal, dat hij alles wat hij kon, gedaan had voor deze arme zieken jongen, en zoo goed als maar mogelijk was onder zijn o mstaudigheden voor hem had gezorgd. Hij had een zacht bed van gedroogde bladeren voor hem gemaakt balcon door eenige mannen van den Chris- telijken Volksbond te laten zakken, waar tegen zich de hospita natuurlijk vei zette. Po litie stond hiertegen machteloos. Het trok vooral de aandacht, dat de officier bij deze balkonscéne zijn uniform aan had. EEN SITTARDSCHE VERKIEZING. De Limb. Koerier schrijft: Sittard heeft wedeiom een van die jam merlijke figuren geslagen, welk het stadje een zekere vermaardheid in den lande heb ben bezorgt en o\erig Limt tot ergernis strekken. Er is een vacature in den Raad ont staan doordat de heer A de Wever de stad metterwoon heeft verlaten en zijn woonplaats verlegd heeft naar Heer. Gekozen wordt na herstemming nog wel dezelfde A. de Wever!!!! Zulks niettegenstaande de kiezers weten zijn hoofd gemakkelijk gelegd, zijn honger gestild en zijn dorst gelescht. HOOFDSTUK XXVI. Elsie's geschenk. Ik zat in mijn zitkamer toen Brandou mij kwam zeg gen, dat er een heer uit Londen was om mij te spre ken, en tegelijkertijd overhandigde zij mij een kaartje, waarop de naam „Alec Gray" stond geschreven, Voor een oogenblik scheen 't, alsof al het bloed in mijn hart naar mijn gelaat en handen stroomde, of alles om mij heen duizelde. Daarna zoo rustig en bedaard ging ik als het mij maar mogelijk was, naar beneden en zag daar Hal's trouwe vriend. Een oprecht, degelijk trouw karakter gevoelde ik reeds voordat er vele woorden tusschen ons gewisseld waren. Ik wist nog niét hoe ik mijn onderzoek zou inlei den, hoe 't best te beginnen over een onderwerp, dat mij zoo na aan het hart lag. Eensklaps gebeurde het van zelf. Mijn bezoeker had eeu blik uit het raam ge worpen, die op den bloementuin uitzag en ik bemerkte hoe hij half verschrikt opsprongen verbleekte. Hij keer de zich naar mij toe en met zijn hand naar den tuin wijzende, zeide hij Daar is hij, daar is Jeans echtgenoot, de vader van den kleinen Hal. Ik volgde de richting van zijn vinger, hij wees Mr. Harold Strathmore aan. Ja God had mijn gebed verhoord. Het geheim was opgelost, hoe spoedig, hoe gemakkelijk! Een oogenblik daarna ging ik Mr. Harold in den tuin opzoeken. Hij had eenige rozen bijeen verzameld, en toen ik bij hem kwam, overhandigde hij ze mij met een glimlach, die voor een oogenblik zijn somber en treurig gelaat zoo geheel ophelderde. Ik nam ze aan en verborg mijn ge laat in de geurende bloementoen zag ik op en tracht te te glimlachen, doch mijn lippen trilden van aandoe- niug. Wat scheelt je, Elsie? riep hij, en in een oogenblik was hij bij mij en zag mij angstig aan. Ik heb voor u ook een geschenk, zeidö ik, een ge schenk, van God, want o Mr. Harold. Hij heeft mijn gebed gehoord en verhoord en u uw zoon terugge. geven. HOOFDSTUK XXVII Was verloren en is gevonden. dat die benoeming ongeldig is, en de man geen zitting kan nemen. In den Sittardschen Raad maakt men zich nijdig, als een Kamerlid van een mal ding gezegd heeft, dat het op z'u Sittardscli zou zijn, of zoo iets. Maar wie is de schuld, dat de stad zulk een reputatie heeft gekregen? EEN KWITANTIE. Een notaris zendt het Handelsblad afschrift toe van een in een boedel gevonden kwi tantie, waarvan de inhoud als volgt: Ontvangen van den Weledle Heer X. de som ma van twee gulden vijftig cent voor UEId- hij overlijden geschoren. De Amerikaansche vliegster, Mej. Luim- by, deeer.igedie die de kanaalvlucht als be stuurster heeft gemaakt, is te Boston van een hoogte van 350 M. gevallen, De vliegster en haar passagier waren terstond dood. Mr. Haruld Strathmore en Alec Gray stonden samen op de stoep voor het schoolgebouw, te wachten tot dc deur open gedaan zouden worden, Mr. Harold, stil en bleek van aandoeningen, want hij wist, dat hij binnen weinige o ogenblikken zijn kind zou zien. dat hij zijn kleine armen stevig om zijn hals zou voelen. Eenige oogenblikken daarna verscheen Dr. Barton afgemat en bleek, een blik echter op Alec Gray's na am_ kaartje deed hem een kleur krijgen en vol schrik op kijken. Hoe vreemd, riep hij uit, dat gij, de beschermer van den kleine Hal Fargesson, thans moet koinen, juis^ op dit oogenblik naar hem vraagt. Ik moet u mede. deelen, dat hot geneele huis in groote ongeru-theid ver keert, ten opzichte van het kind van morgen zag ik hem niet op zijn gewone plaats aan het ontbijt en toen ik navraag; naar hem deed, vernam ik tot mijn ver bazing en schrik, dat zijn bed onaangeroerd en de knaap klaarblijkelijk den gekeelen nacht afwezig geweest was, Overal in de buurt ziju mannen uitgezonden 0111 hem te zoeken, doch helaas tot dusver zonder eenige gun- stigen uitslag. Alec Gray zag met stille ontzetting naar Mr. Harold. Niemand, die de onbewegelijkheid vau zijn vast opeen geklemde lippen en den rustigen kalmen blik in die grijsachtige blauwe oogen zag, zou vermoed hebben welk een doodangst zijn hart als toekneep bij het hoo ren van Dr. Barton's woorden. Hebt ge strikt navraag gedaan onder de jongens, Dr. Barton vroeg hij en slechts in zijn stem was ee nige verandering merkbaar, want de stem is zoo'n fijn medium, dat ze steeds helder en juist onze afwisselen de zielstemmingen weergeeft- Zouden zij niet iets van dit geheim weten Ik heb algemeen e navraag onder hen gedaan. Doch zooals ge terecht zegt, een nauwkeuriger onderzoek zou ons kunnen v ooruit helpen. Hartelijk dank Mr- Harold, ik zal uw raad volgen. In een oogenblik was de school bijeen en toen ver zocht hij op ernstige en plechtige wijze, dat de jongen, die iets van het geheimzinuig verdwijnen van den klei nen Hal wist, dit dadelijk zou zeggen* Er was een ademlooze stilte toen hij ophield met spreken, de een keek don ander aan, doch niemand sprak. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1912 | | pagina 1