WEEKBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN.
IEMANDS KIND?
3e Jaargang.
VRIJD/C 26 Juli 1912.
No 104
VERSCHIJNT ELKEN VRIJDAG.
Abonnementsprijs f 0.25
per 3 maanden
UITGEVER:
CORN. J. BOSKER, WIERINGEN.
ADVERTENTIËN:
van 1-5 regelsf 0.30
Iedere regel meer0.06
ZON DAGSARBEID.
De BURGEMEESTER van WIERINGEN
herinnert de belanghebbenden aan de bepa
lingen waarbij het verrichten van openbaren
arbeid op Zondagen verboden is.
Slechts in zeer dringende gevallen zal
voortaan verlof tot eeuigen arbeid worden
verleend, hetwelk dan des Zaterdags vóór
's middags 12 uur behoort te worden aange
vraagd, terwijl voorts streng op handhaving
van bedoelde bepalingen zal worden gelet.
Wieringen, 24 Juli 1912.
De Burgemeester voornoemd,
A. PEEREBOOM.
BEKENDMAKING.
Gevolg gevende aan een verzoek van deu
heer COMMISSARIS der KONINGIN dezer
provincie vestig ik hieimede met nadruk de
aandacht der ingezetenen op de vele klach
ten die allerwege vernomen worden over het
brutale en onheusche optreden der jeugd te-
r K l) I li L 5'.
EEN VERHAAL
dfiaar hei JHi^elsch.
39.
Moet gij ook sterven en uw kleine Hal nu
al verlaten
't Was zeer stil in de kamer, slecht afge
broken snikken verbraken de stilte.
Daarna zag zij om zich heen en zeide
zingt, laat mij Hem zingende tegemoet gaan.
Ik zal zingen, zeide een zachte kinder
stem, ik zal voor u zingen, lieve Grootmoe
der en de kleine Hal veegde snel de tranen
af, en in 't eerst bijna onhoorbaar doorzijn
bedwongen snikken, verhief zijn stem zich
langzamerhand krachtiger en helderder toen
hij zong:
Het vaderhuis! het vaderhuis'.
't Huis van mijn God en Heer!
Daar is een eeuw'ge zonneschijn,
Dkkr is de nacht niet meei.
Ik zucht hier naar het Vaderhuis,
Het harte doet mij pijn:
ln 't Vaderhuis is zucht noch klacht,
Waar ik welhaast zal zijn,
De zui\ere heldere toonen vloeiden weg,
en de stervende lag stil en rustig neder met
een uitdrukking van kalme blijdschap op het
gelaat.
Toen bracht eeu beweging van Mr. Ha-
rold, een nauw hoorbare zucht, haar geest
weer terug.
Miju jongen, fluisterue zij met innig moe
derlijke leederheid, mijn eenig kind!
genover vreemdelingen.
Naar aanleiding van bovenstaand verzoek
heb ik de politie last gegeven streng op het
bovenbedoeld k-vaad te letten en roep ik
bij deze de medewerking van de ouders in
om hunnerzijds te doen hetgeen in hun ver
mogen is om te voorkomen dat vreemde
lingen door de jeugd brutaal worden beje
gend of lastig gevallen.
Wieringen, 24 Juli 1912.
De Burgemeester voornoemd,
A. PEEREBOÜM.
PLAATSELIJK NIEUWS.
Dat de natuur soms wonderlijke grillen
heeft, ondervond verleden week de Land
bouwer Jn. Boersen. De oude man, ofschoon
niet zoo rad meer zijnde, was ijverig in de.
weer eu schonk al zijn aandacht aan een
vork met hooi, die hij op een scheltje zou
werpen. Geen koeltje was te bespeuren.
Plotseling als was 't een grap, ko mt daar
Zij tastte naar zijn hand en greep die, toen
zocht zij, alsof het duister voor haar was,
naar de mijne. Hoe zwak zij was, het ge
lukte haar onze handen ineen te leggen. Ik
gevoelde hoe, Mr. Harold's koude vingers
voor 'n oogenblik de mijne stevig omklemden.
Toen trok ik mijn hand snel terug en uitte
eeu kreet, want haar gelaat veranderde,
haar hoofd viel achterover, en de geest
was het lichaam ontvloden.
HOOFDSTUH XXX.
Een overwinning.
Alles was voorbij. Met groote pracht en
plechtige statie was Vrouwe Strathmore naar
haar laatste rustplaats gebracht in den mar
meren grafkelder harer voorvaderen, en het
oude huis was tot zijne gewone rust terug
gekeerd. Daar in die 'fust zat ik in rouw
gewaad neder en zag de toekomst in het
aangezicht. Even te voren had ik onder de
groote boomen in de laan gestaan en af
scheid genomen van Mr. Harold,
Ik zal slechts een week uitbleven, Elsie
zeide hij, mij bezorgd aanziende, daar ik er
ellendig uitzag, vroeger kan ik niet terug zijn.
Ik verliet je juist nu veel liever niet, deze
schok is te veel voor jou geweest, maar ik
moet. Hij hield mijn beide handen vast, zijn
oogeu die meer zeiden dan woorden, zagen
diep in de mijne.
Slechts één week, Elsie, dan ben ik te
rug, en dan
Hij drukte hartstochtelijk mijn handen en
was verdwenen.
Ik zag hem na. alles was thans zoo leeg
en duister voor mij.
Zoo gingen de dagen voorbij, 't Was den
avond van den dag, dat Mr. Harold Strath
more wei il terugverwacht.
een hoos eu neemt de man de hoed van t'
hoofd en met dat, hij naar ziju in de lucht
verdwijnend hoofddeksel kijkt, ziet hij ook
ziju schelfje hooi als Zeppelin de lucht door
klieven. Wonder boven wonder werd Boer
sen zelf geen luchtschipper, aooli mompelde
vol verbazing: „Zoo oud als ik ben, heb ik
zooiets nog nooit beleefd.
t t t
Zoo ziet men telkens wat nieuws.
Een landbouwer uit den Polder Waard-
Nieuwland brengt zijn paard naar eeu smid
te Hippolytushoef. De landman heeft het
druk en keert onmiddelijk huiswaarts, ter
wijl bruintje, na beslagen te zijn, de straat
wordt opgezonden en zonder geleide naar
huis wandelt. Goed, dat zoo,n dier mak is,
anders konden zulke wandelaars voor voor
bijgangers en niet 't minst voor kinderen
gevaarlijk zijn.
Zwarte wolken werden door een koper
kleurige gloed beschenen, een zeker teeken
van den naderende storm. Een angstgevoel
beklemde mijn hart. Hij moest een gevaar
lijke bergpas passeeren en zijn paard kon van
den bliksem schrikken. Ik nam eeu lan
taarn om hem tegemoet te gaan.
Ik geloof, dat niets mij zoo levendig bij
zal blijven, als die ontzettende wandeling in
deu nacht over den Hoogen Beigpas.
Ik zie me zelf, klein en tenger, met de
lantaarn in de hand, steeds vooruit zwoegen
de, recht en links van mij de woeste don
kere bergentot eenig gezelschap een klei
ne bruischende beekt die naast mij stroom
de en mijn hond, die zich dicht tegen mij
aandrukte. Steeds zwaarder vielen de don
kere wolken op mij en nu en dan voorspel
de een plotselinge windvlaag en een dof kla
gend gehuil, dat door de toppen der boo
men ruischte, dat de storm weldra zou los
barsten.
Daar bestaat een oude legende; ze heeft
de plek, die ik juist naderde uitgekozen als
de verblijfplaats van den rusteloozen geest
var, een jong meisje, dat zelfmoord had be
gaan door zich in den afgrond, die hier aan
den kant van den weg hing, te storten. Hier
liep zij in stormachtige nachten heen en weer
met haar schreiend kindje in de armen.
Natuurlijk waren zulke verhalen sprook
jes, zeide ik tot mij zelve: het verschijnsel
werd waarschijnlijk teweeggebracht door
bergnevelen of het glinsteren van een hel
deren waterval tegen een achtergrond van
zware ïotsen. Doch ik mocht rede.neereu zoo
veel als ik wilde, ik schrok hevig, toen ik
de gedaante van een steigerend paard meen
de te zien, (Slot volgt.)