HARMONIE.
De Muziekvereeiiigiiig „Harmonie" heeft
haar uitvoeringen voor kunstlievende leden
vastgesteld op 23 en 24 Nov. a.s. Behalve
een 5 tal muzieknummers zal worden opge
voerd „Door strijd tot zege", tooneelspel
tn vier bedrijven door H. Kroon Dz. Het ge
heel beloolt dus weer een mooie avond.
VISSCHERSFONDS.
Vergadering van het Visschersfonds op
Zondag 10 dezer in het lokaal van H. En
gel. Een groot aantal leden waren opgeko
men. De voorzitter, de heer Zomerdijk open
de de vergadering, waarna de Secr., de Heer
De Vries, de notulen voorlas, welke ver
volgens onveranderd werden goedgekeurd.
Kwam aan de orde het voorstel om aan te
sluiten bij de Zuiderzee-Bond. Na voorlezing
van de beschrijvingsbrief van het Hoofdbe
stuur kujgt de heer Kapteir. het woord. Ik
ben drie of vier maal op die vergadering te
Amsterdam geweest, de hooge regeering was
er tegenwoordig, leden van de le en 2e Ka
mer. De visschersafgevaardigden, dus alle
maal vaklui, kwamen met overtuigende be
wijzen aanslepen hoe een ontzaggelijk ver
nielingswerk de kuil uitrichtte, hoe de zee
werd uitgemoord, zij toonden vischjes van 2
a 300 in een pond, maar de nieuwe visscherij-
wet toont dat er door de autoriteiten heele-
maal geen notitie van is genomen. Daar moet
toch een stap in de andere richting worden
gedaan, want als de visscherman geen goe
de adviseur is, wie moet het dan weten
Eeu timmerman of een smid Ik ben ei
voor, om lid van de Bond te worden, om
de regeering de verkeerde toestanden onder
de oogen te brengen.
boersen. Hoe ver strekt dat, ik heb er nog
niet veel van gehoord?
kaptein. Het lidmaatschap kost 25 cent de
persoon. Vroeger was het Fonds lid van de
Bond, de leden betaalden echter 1 2.- con
tributie, daar moest dan af, 25 centvoorde
Bond, benevens reis en logeerkosten van den
afgevaardigde. Zoodoende schoot er voor de
kas nog geen fl.75 over en zou de boom
welhaast uit de mand vallen. Het Fonds is
toen geroyeerd, doch nu zijn de vereenigin-
gen te Hippolytushoef en Den Oever bij het
Fonds aangesloten en zal het beter gaan.
Vervolgens wordt besloten om als lid toe
te treden en gaat, men over tot de behan
deling van de Beschrijvingsbiief. De volgen
de voorstellen worden goedgekeurd
1. Afgeheele verbieding van de kuil.
(Hieronder is niet begrepen de. palingkuil,
daar die volgens de vissebers een kor is.)
2. Het tijdvak voor ansjovisvangst iu-
plaats van tof 1 Juli, tot 15 Juli open te
stellen.
3. Het houden van een statistiek van de
aanvoer van nest.
4. Bij voorkeur visschers bij de vissehe-
rijinspectie aan te stellen.
kaptein. Zeker keuren we dit goed, die
weten toch het meeste van de toestanden af.
5. Rijkskeur op de Holl. Ansjovis.
voorz. Dit is vooral met het oog daarop,
dat Hollandsche en Spaausche niet door el
kaar worden verwerkt, waarmeae tegenwoor
dig nog al wordt geknoeid.
j. si.üis. Ik zag tenminste te Rotterdam
voor een winkelraam op een bordje wat ver
rotte blik, terwijl ikflas: beste Holl. Ansjo
vis, 12 ce\f 'jii' ons.
6. Bat -wet ter bescherming van jon
ge visch stipt worde uitgevoerd.
burgem. Ik zou de oestei visschers in over
weging willen geven erg voorzichtig te we
zen en geen onderm.aatsche visch aan te voe
len, ik heb hier omtrent strenge instructie's
ontvangen en er wordt alzoo nauwlettend
op toegezien.
7. Het opzenden der loonlijsten der Rijks
verzekeringsbank slecht eenmaal per jaar te
doen geschieden.
Het voorstel van Marken, om het Zon
dagsschot der ansjovisvisseherij te verbieden,
is men tegen.
kat. Ik geloof dat hier behalve godsdienst,
wel wat politiek achterzit. De visch zou dan
toch meer gelegenheid hebben de Zuiderzee
op te trekken, en dan hebben ze om de Zuid
natuurlijk meer kans van vangen.
kaptein. Dat geloof ik niet, het is wel
hoofdzakelijk godsdienstige gevoelens.
s. zomerdijk. Ik zou er voor wezen, dal
's Zondags het halen verboden werd. want
de een staat met zijn Zondagsche pak aan
op de wal en de ander ziet er uit dat je
moogt het niet zien.
voorz. Maak je daar een vooistel van?
zomehd. Als we het ondermekaar verbie
den is het gebeurd.
voorz. Die er voor is gaat staan Nie
mand Alzoo gaat Zomerdijks voorstel in
verwarde gesprekken vei loren, waarvan niets
is weer te geven. Nog is men tegen het
voorstel op de beschrijvingsbrief voorkomen
de. om aan schippersknechten koslelooze con
senten tot visschen uit te reiken
Tot afgevaardigde tot de algeineene ver
gadering te Amsterdam op 16Nov. a.s. wordt
vervolgens benoemd de heer Jac. Kaptein en
tot plaatsvervanger de heer Br. Kat.
Hierna heeft bespreking plaats van het
uitgeven van perceelen en het zaad. Men
heeft hierover reeds een conferentie gehad
met de visscherijinspecteur te Den Helder,
doch dat is op niets uitgeloopen. De regee
ring wil nu eenmaal perceelen geven, en
daar schijnt niet veel tegen te doen te zijn.
De een moet nu echter de kleine oesters
over boord gooien, terwijl de andere ze op
de perceelen mag werpen, zoodat de zee wordt
doodgevischt. Thans wordt het voorstel ge
opperd de regeering te verzoeken, dat ieder
de ondermaatsehe visch overboord moet wer
pen en dat de perceelen slechts tot bewaar
plaats-mogen dienen van twijfelaars en groo-
te oesters. Eerst zou men dan nog aan per
ceelhouders om advies willen'verzoeken, aan
gaande de resultaten der perceelen, want
algemeen is men van gevoelen, dat van de
gezaaide oesters op de perceelen een groot
peicentage doodgaat.
m. kootj. Het is een pijnlijke toestand.
Treurig! Treurig! Vaar je naast de 4 Met
selaars dan mogen die ze houden en ik moet
ze overboord gooien, want kom je er mee
aan de afslag, dan staat de politie klaar om
je te bekeuren. Zoo gaat je brood en dat
begint op het laatst te vervelen. De zee wordt
uitgemoord onder bescherming van de po
litie. Het is ongelukkig.
burgem. Indien de visscherij hierdoor op
zoo'n ernstige wijze wordt geschaadt, is het
gewenscht, dat een afgevaardigde de' zaak
met den Hoofd-Inspecteur en den Minister
bespreekt. Men is toch in ieder geval wel
voor rede vatbaar, en als gij hun het na
deel onder het oog brengt, dat uw brood
zoozeer wordt bedreigd, dan geloof ik zeker,
dat zij uwe bezwaren terdege zullen ter har
te nemen.
kaptein. Met de Hoofd-Inspecteur Botte-
manne is niemandal aan te vangen. We we
ten het allemaal nog wel van de vergade
ring toen hij hier tegenwoordig was. Hij was
voor geen rede vatbaar en ik ben indertijd
bij Minister Marees Oyens op audiëntie ge
weest, nou, als je tegen een hond aanschop,
dan blaft het dier nog, maar hij niet eens
burgem. Volgens mijn meening moet men
zich niet voorstellen, dat men in de toe
stand aangaande het verleenen van percee
len eenige verandering kan brengen.
Aangaande de onbillijkheid met de kleine
oesters kan iner. hulp inroepen, doch al
wendt men zich tot den Minister, de Hoofd
inspecteur is in deze toch zijn rechter arm
en om tot een doel te geraken zou het 't
beste zijn bij den heer Bottemanne de zaak
te bepleiten.
Na nog eenige discussien wordt besloten
eerst eens inlichtingen in te wir.nen bij de
perceelhouders.
Vervolgens komt aan de orde het Elger-
verbod. De elgervisscherij zal worden open
gesteld vanaf 1 Dec. 1912 tot 28 Febr. 1913.
Wordt besloten een verzoekschrift in te die
nen, dat dit een halve maand zal worden
verlengd en de termijn dus zal worden ge
sloten op 15 Maart 1913.
Volgt rondvraag.
kaptein. Ik zou nog wel even willen spre
ken over de vischafslag. Er zijn visschers
die aanmerkingen hebben en dat is, het ont
vangen van geld in de herbergen, ze zijn
verplicht iets te gebruiken en staan tevens
aan de verleiding bloot. In de tweede plaats
zou dit toch zeer geschikt aan de afslag
kunnen plaats hebben, De heeren Zomerdijk
en De Vries verdienen samen een half per
cent geloof ik, dat is dunkt mij wel wat
hoog en als één van c!ie twee nu uitbetaal
de, dan was het op die wijze toch heel
wat beter.
kat. Zij verdienen samen geen half maar
^OOIo.
voorz. De vischafslag is opgericht bij wij
ze van proef, en alles wordt zooveel moge
lijk geregeld. Bovendien zou de geldschie
ter dan toch borgstelling moeten geven, waar
de kooplieden voorop storten en dan moet
er een andere regeling worden getroffen.
kaptein. Het moet een vertrouwd persoon
zijn, maar de kooplieden storten nu bij de
kasteleins toch ook.
burgem. Het is nog maar een proef en
als er een jaar voorbij is kan men zien wat
tot verbetering kan leiden, wie te veel of
wie te weinig heeft verdiend. Indien er een
uitbetaler wezen moet, welnu laat er dan
2112 0|o afgetrokken worden, dus een half
voor de geldschieter.
m. kooij. 2 0|o is meer als genoeg, die
l|2 0|o moeten de kooplui dan maar betalen.