WEEKBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN.
Een Greep uit het Leven.
korte berichten.
3e Jaargang.
VRIJDAG, 29 November 1012.
No 122
WIERINGEïï COURANT
VERSCHIJNT ELKEN VRIJDAG.
Abonnementsprijs f 0.25
per 3 maanden
UITGEVER:
CORN. J. BOSKER, WIERINGEN.
ADVERTENTIËN:
van 1-5 regelsf 0.30
Iedere regel meer0.06
üe politie te Leeuwarden heeft Maan
dag aangehouden den postconducteur H.,
verdacht van diefstal] van een brief met f 10,
die door den administratie der posterijen op
zettelijk was verzonden.
Maandagavond zaten reizigers in de
2e kl. wachtkamer van het station der G.
O. L. S. te] Winterswijk rustig te [wachten
op den trein in de richting Kevelaar, die
om 3 min. voor zeven vertrekt. Ze behoef
den zich niet ongerust te maken, had een
beambte hun gezegd, er wordt wel gewaar
schuwd. Toen hun het wachten een beetje
te lang duurde, bleek het, dat de trein reeds
zonder hen vertrokken was. Aan waarschu-
wen^wasfniet gedacht. En nu waren daar
reizigers bij, die daardoor de plaats hunner
bestemming dien avond niet meer konden
bereiken.
F K U I I, r K T O
NOVELLE aan W. R. W1LHELMI.
15.
Dat is laaghartig! riep Karei; ten slotte
zou ik alles teruggewonnen hebben. Nu laat
hij mij in den steek.
Wie laat u u in den steek? vroeg
een bejaard man met deftige gelaatstrekken,
met den tongval, waarmede de Spanjaard
de Hollandsche taal Spreekt. Het was don
Diego De Castranos, de gastheer.
De vriend, die mij bij u introduceerde,
sennor, antwoordde Karei.
Zijt ge Treemd in deze stad, evenals ik?
Volstrekt niet, ik ben er geboren en ge
togen; maar ik wilde
Nu? Waarom blijft ge steken? vroeg don
Diego. Stelt gij geen vertrouwen in een oud
man
Het beteekent op zich zelf volstrekt niets,
zeide Karei van Eist glimlachend. Ik heb
een beetje gespeeld en verloren, wat ik juist
bij me had.
Anders niet? merkte de Zuid-Amerikaan
op. Hoeveel verlangt gij
Neen, sennor, gij kent mij niet.
Zijt gij niet een man van eer.
Ik hoop, dat niemand daar aan twijfeld.
Dan zult gij mij ook morgen of overmor
gen, zoodra uw vrije tijd u dat zal toelaten,
weder bezoeken en de som terugbrengen, die
gij mij thans gelieft te noemen. Niet sen
nor
Zeker geef mij twee honderd vijftig gulden
De zusters Ursulinen te Haarlem heb
ben te Halfweeg een café met stalling aan
gekocht om daarop een klooster te bouwen.
Te Oudenbosch is Maandagavond dooi
den trein van 6.54 uit Roosendaal een land-
looper oveneden.' De beide beenen werden
totaal van het lichaam gescheiden. De man
is naar het gasthuis vervoerd.
Deze week hield de Oranje vereeni-
ging te Linkelo een vergadering voor be
stuursverkiezingen.[[Een der gekozenen hield
zijn benoeming in beraad tot hij zijn vrouw
om toestemming zou gevraagd hebben. Hij
verliet de vergadering en kwam na eeriigen
tijd mededeelen, dat het antwoord van zijn
vrouw gunstig was.
DRONKEN DIEREN.
Dat onze kaïnervliegen door de bier- en
bitterglazen magnetisch aangetrokken wor
den is voldoende bekend. Met voorliefde
Niet meer? De Zuid-Amerikaan haalde
een beurs voor den dag, die met goudstuk
ken gevuld was, en overhandigde Karei van
Eist tweehonderd vijftig gulden.
Een kwartier later verliet Karei de soirée,
die reeds ten einde liep, zonder een cent in
den zak. Hij was zoo opgewonden, dat hij
bijna neertuimelde. Zijn wangen waren met
een lijkkleur overtogen, In dezen toestand
kwam hij ten huize van Huigens, liep de
trap op en wierp zich te bed. Een onrus-
tigen slaap overviel hem. Zijn ontwaken was
vreeselijk; hij herinnerde zich het gebeurde
in den afgeloopen nacht.
Ik ben een zwak, ellenoig schepsel, klaag
de hij, voor altoos verloren.
De zellverwijten, die Karei van Eist zich
deed, kwamen, evenals bij alle wilskracht
missende personen, uit een tamelijk troebe
le en vuile bron voort, uit die der bezorgd
heid, welke stoffelijke nadeelen het gevolg
zou kunnen zijn van zijn toegeven aau den
vreeselijken hartstocht. Hij had er geen ver
driet over, dat hij tegen zijn belofte gehan
deld hadhij zat in angst, hoe aan geld te
komen, om het geleende terug te betalen.
Hij kende Nicolaas, die hem in geen en
kel opzicht zou ontzien, als hij hem het ge
leende geld niet stipt terugbetalen kon.
Ik heb tegenover hem in 'f geheel geen
waarborg, dat hij niet naar den heer Hui-
ging zal gaan om hem alles te vertellen,
mompelde hij, en wat dan Mijn patroon
heeft een afkeer van het spel, hij zal mij
dan de deur wijzen, mij van zijn kantoor
verwijderen. Hij was de vriend van mijn
vader; maar om mij gaf hij niets, toen ik
alles verloren hadhij stiet mij op groffe
manier van zich c» als het aan hom acle-
pikken ook de eenden in het afval van bier
brouwerijen en jeneverstokerijen 0111 zich
dronken te drinken. De „benevelde" eend
ligt op den rug en steekt de pooien in de
lucht. Dat de apen van sterken drank hou
den is reeds dikwijls, en in het bijzonder
door L. Bird, waargenomen. Dr. Wurm ver
telt van twee makke reeën in een her
berg, die zich aan de restjes bier van de
gasten bedronken. Ook herten latei, zich doo.i
bier bedwelmen. Door het vrijwillig gebi ui-
ken daarvan worden koeien dronken en kip
pen beginnen te slingeren. Wijnrestjos wor
den door ezels, schapen en geiten uiet voor
liefde gebruikt. Dat de honden in de uuiver-
siteitsteden met hun heeren meedrinken, dat
de paarden cognac krijgen, om bij het ren
nen eu afstaudsritten opge-vekt te worden,
ja, dat menige koetsier zijn borrel met het
paard deelt, weet men. Volgens een bericht
gen had, zou ik hebben moeten verhonge
ren. Ik ken hem immeis maar al te goed
bij eigen ondervinding.
Terwijl hij zich dat alles voor den geest
riep, veegde hij het zweet van zijn voor
hoofd.
Ik moet Nicolaas tevreden stellen, opdat
hij niet gaat kakelen, ging hij in zijn al
leenspraak voort; maar hoe kom ik aan het
geld 't Is waar ik beheer de kleine kas.
Zal ik het daaruit nemen? Ik zou 't er na
tuurlijk later weer in kunnen leggen. Hij
wees dit denkbeeld met afschuw af.
't Is in elk geval een verduistering, ging
hij voort, die niet te rechtvaardigen is.
Hoezeer hij voor de zonde uit den weg
dacht te gaan, toch kwam zij in steeds ver-
leiderlijker gedaante naar hem toe. Hij meen
de, dat hij eigenlijk geen vrees behoefde te
koesteren; aan 't nazien der kas viel, al
thans in de eerste dagen, niet te den
ken.
Tijd gewonnen, alles gewonnen riep hij
uit, en op de overtreding, zijn belofte jegens
Marie Groenewoud verbroken, en zich we
der in den maalstroom des kwaads gestort
te hebben, volgde het misdrijf van verduis
tering van geld. Dat gaat in den regel zoo.
De mensch verontschuldigd alle onrecht, zoo
dra hij meent, het niet te kunnen ontloopen.
Van Eist deed den stap niet met eer. luch
tig hart. Toen hij het geld nam, was hij
zich zijner zonde bewust, zich bewust het
misbruik van vertrouwen, waaraan hij zich
schuldig maakte maar hij nam het en zocht
Nicolaas in een vrij uur op. Hij vond hem
in het koffiehuis, waar deze de voormidda
gen van zijn werkloos leven doorbracht.
(Wo'dt vervolgd.)