Een Greep uil liet Leven. WEEKBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN. VRIJDAG, 6 Des'ember 1912. F E F I li E ET O 3e Jaargang. No 123. COURANT VERSCHIJNT ELKEN VRIJDAG. Abonnementsprijs f 0.25 per 3 maanden UITGEVER: CORN. J. BOSKER, WIERINGEN. ADVERTENTIEN: van 1-5 regelsf 0.30 Iedere regel meer0.06 WONDER-MËNSCHEN. In Gelderland schijnen eigenaardig begaaf de nienschen te wonen. Tenminste in een dagblad uit die streek vonden we de volgen de, bijzonder sterke stukjes vermeld ,,De overledene vroeg ook, dat men hem zou doodschieten „Reeds lang haddeu de Arnhemsche blin den uitgezien naar DUIDELIJKE HANDTEEKENING. Opgericht is een „Vereeniging tot bevor dering van een duidelijke handteekening." Het doe! der vereeniging is tot aanwen ding van gepaste middelen tot verbreiding van haar beginsel; onder meer het weige ren van betaling op onleesbaar geteekende kwijtingen enz. Verder het verzamelen van mooie handteekeningen en het op een of an dere wijze openbaar maken daarvan. Zetel der vereeniging is Rijswijk. NOVELLE aan W. R. W1LHELMI. 16. Ha, zijt ge naar, Karei. Nu, zijt ge nog gelukkig geweest? riep hij van Eist toe, Ik hoop, dat ge mij niet vergeten zult hebben. Ge weet Heb maar geen zorg. Daar zijn uwe zes honderd gulden, viel Karei hem in de rede. Met de grootste bedaardheid der wereld stak de ander ze in zijn zak. Hij schudd'e Karei hartelijk de hand en noodigde hem uit, een glas wijn mee te drin ken. Van Eist wees het aanbod van de hand hij wendde hoofdpijn voor. Dat komt er van, als men den nacht aan de faro-tafel doorbrengt, merkte Nicolaas op; gij hebt u ook buitengewoon erg ingespan nen. Men kan zien dat gij van top tot teen speler zijt. Overigens scheelde het niet veel, of 't zou u gelukt zijn. Deze woorden sneden Kavel door de ziel. Gij scherts, antwoordde hij, en verliet den zoogenaamden vriend, dien hij een koud- bloedigen egoïst noemde, en begaf zich we der naar het kantoor. Het werk wilde hem volstrekt niet vlot ten hij was angstig en zijn hoofd scheen ge heel in de war. Hij loosde een luidden zucht. Wat scheelt u? vroeg Huigens, die het vertrek binnen kwam. Zijt ge niet goed? Ja, dat komt er van, als men een nacht bui tenshuis pret gemaakt heeft. DE VERWISSELDE PIANO'S. Even voor den oorlog kwamen er in een Hongaarsch grensplaatsje acht verpakte Fran- sche piano's, die zoo zwaar waren, dat het spoorwegpersoneel het zaakje niet vertrouw de. „Bij ongeluk" lieten ze een kist vallen daar kwam een Fransch machinegeweer voor den dag. Het feit werd naar Weenen gemeld, en het gevolg was dat er van daar uit acht piano's naar roestjoek (Seivië) wer den gezonden, en dat de acht machinege- weeren naar Weenen gingen. De Serviër zal op zijn neus gekeken hebben. KORTE BERICHTEN. Een arbeider, zoo schrijft het „Volks weekblad," vond dezer dagen twee spaar bankboekjes, waarop een gezamelijk bedrag van f230. De vinder bracht het terug bij de eigenaressen de dames E., hotel „Fries land". Grootmoedig bood men den vin- Daarop klopte hij van Elstgomoedelijk op den schouders. Laat om de woorden, die ik daar uitspreek, het hoofd niet hangenik weet immers wel, dat heelveel niet zoo af loopt, als men gewenscht had. Men kan niet altijd, zooals men wil. Daar is een gemoe delijk gezelschap, men drinkt, men keu velt. Eindelijk overvalt ons de morgen. Drink een flesch Seltzerwater, mijn waarde. Karei haalde weder vrijer adem, toen de bankier zich verwijderde. Hij is heden op zijn dreet, dacht van Eist, hij vermoedt niet, dat - Op dit oogenblik kwam Huigens terug, en Karei ontwaarde met blijdschap, dat zijn patroon er nog vriendelijker uitzag. Van Eist, begon deze, ik ben over u te vreden. Gij zijt een ijverig, ordelievende man geworden, ik hoop ook, dat gij aan mij ne wenschen gevolg gegeven hebt en de be trekking met de naaister hebt verbroken. Nu, dat alles heett mij vertrouwen in u doen stellen, ik wil uw geluk. Daarvan geef ik u een bewijs. De heer Scheffer heeft mij gisteren verlaten, zooals ge weet. Gij moet zijne plaats innemen, die u zeshonderd gul den meer oplevert dan uw tegenwoordige. Geef morgen uwe papieren aan den heer Smit over en regel alles zoo, dat uw opvol ger zonder stoornis voort kan werken. Maar laat nu alles liggen en ga de frissche lucht in; want ge ziet er buitengewoon bleek uit. Vergeet evenwel hedenavond onze kleine soirée niet. Ge weet, dat ze de laatste voor ons vertrek naar de badplaats is. Mijn Klaart- je mag u gaarne. Huigens ging heen en liet Karei van Eist in een vreeselijken gemoedstoestand achter. Als hij niet do zeshonderd gulden, die hij der gracieuselijk een kwartje. De vin der, door zooveel goedheid overbluft, nam de belooning niet aan. Aanvankelijk kreeg hij zelfseen standje, dat hij zijn vondst aan gaf op het politiebureau en niet direct te rugbracht Op 'n bovenhuis aan de Weteringschans te A'dam vond 'n heer, die met zijn zoontje bij 'n echtpaar op kamers woont, dat echt paar in bewusteloozen toestand, bedwelmd door gas. Na geneeskundige hulp en over brenging naar het gasthuis, kwam de man zoowel als de vrouw bij, hun toestand is e- venwel zeer bedenkelijk, Te 's-Gravenhage zijn twee Duitschers aangehouden, die zich schuldig hadden ge maakt aan diefstal met inbraak ten nadeele van een juwelier te Stuttgart. Tal van sie raden benevens een aanzienlijk bedrag aan geld werd op hen bevonden. uit de hem toevertrouwde kas gelicht had, morgen voor de overdracht aan den heer Smit kon terugbezorgen werd zijn misdaad ontdekt. Hij waagde 't niet, aan de gevolgen te denken. Dat enkele, ongelukkige uur zou al zijn uitzichten vernietigen. Zijn toekomst zou dan in diepe, vreeselijke donkerheid ge huld zijn. Maar Dog behoefde hij niet te wan- hoopen, nog kon het hem gelukken, het geld op te sporen. Hij nam zijn hoed en vloog het kantoor uit. 't Is vreemd, maar zoolang iemand niet noodig heeft, geld op te nemen, zoolang wordt het hem door kennissen en vrienden aan geboden zoodra komt evenwel de noodza kelijkheid niet voor, om het te moeten doen, of de eerst aangesprokene zit juist zelf ver legen, de tweede is niet te spreken, de der de niet te huis, de vierde leent uit beginsel geen geld. Dat zou Karei van Eist gewaarworden hij had vier uur rondgeloopen en nauwe lijks de helft der som bijeengekregen. Reeds begon de avond te valleu. Hij mocht de soi rée niet verzuimen. Hij begon luidde te zuchten, en peinsde, waar hij hij de rest vandaan zou halen. Daar kwam Marie Groenewoud's beeld hem voor den geest. Waar heb ik mijne gedachten gehad vroeg hij zich zeiven af. Zij heeft geld, zij zal niet weigeren, mij te heipen. De kleine houdt immers veel van mij. Hij bedacht niet, dat haar kleine schat be stond uit spaarpenningen, dat zij jaren ach tereen door vlijt verworven had, dat zij dat geld had uitgezuinigd, dat het haar uitzet zijn zou, (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1912 | | pagina 1