WEEKBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN.
LEVIHS - ST1ÏJB.
8e jaargang1.
Dinsdag 14 Augustus 1917.
No. 61.
WIERINGER COURANT 1
WAARIN OPGENOMEN „DE POLDERBODE"
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG
UITGEVER:
Abonnementsprijs
CORN. J. BOSKER, WIERINGEN.
per 3 maanden fO.60.
ADVERTENTIËN:
van 1-5 regels
Iedere regel meer
f O.'c O
0.06
Bureau Hippolytushoef, Wieringen
Bijbureau: C. Slikker Cz.
Kleine Sluis-Anna-Paulowna
Agentschap A. Keuris Gz.
Wieringerwaard
BEKENDMAKINGEN.
Acetyleengasfabriek.
De burgemeester van Wieringen brengt ter
kennis van de aangeslotenen, dat weer enkele va
len carbid zijn aangekomen, zoodat voorshands
niet tot sluiting der fabriek behoeft te worden
overgegaan.
De Burgemeester voornoemd,
A.PEEREBOOM.
Wieringen 14 Augustus 1917.
VEEHOUDERS!
Welke nog geen gevolg gaven aan mijn ver
zoek om ten raadhuize opgave te doen van het
door hen gehouden guste of gelde koe'en ossen,
stieren en mestkalveren worden nogmaals DR1N
GEND verzocht deze opgaven alsnog in den loop
dezer week 'te komen verstrekken.
De Burgemeester van Wieringen
A. P >EEREBOOM.
HET JAPANSCHE GEVAAR.
De Indische Gids maakt de vertaling openbaar
van een artikel in de Japan Magazine van de
hand van den bekenden imperialist Takekosji
Het artikel besluit
„Meer dan 300 jaar hebben nu Java en Suma-
tra onder de heerschappij van Nederland ge
staan. Het Nederl. gouvernement heeft altijd
moeite gehad zijn herschappij op deze eilanden
te handhaven. Daar Japan deze eilanden noodig
heeft moet het trachten ze door alle ten dienste
staande vreedzame middelen te verkrijgen.
Als de Nederlanders er in zullen toestemmen
de eilanden te verkoopen dan zou Japan ze koo-
pen en de baten van den huidigen oorlog gebrui
ken om ze te betalen. De Nederl. eilanden zijn
bij meer dan één gelegenheid een bedreiging
voor Japan geweest. Gedurende den oorlog met
Rusland was het voor Nederl, bijna onmogelijk
om de neutraliteit van de eilanden te handhaven
en hetzelfde is het geval ten aanzien van den te-
^enwoordigen oorlog in Europa. Na den oorlog
kan men verwachten, dat Duitschland in de rich
ting van die eilanden bedrijviger zal optreden nu
het zijn operatiebasis in China heeft verloren,
Zoo zouden de Nederl. eilanden licht een basis
voor operaties tegen Japan kunnen worden. De
huidige toestand van die eilanden is zoo onzeker
en zwak, dat hij een gevaar voor den vrede
wordt. Japan's wensch om de eilanden te be-
l.cerschen is daarom geen teeken van onbehoo."-
11.
In den muur zag men nog steeds de gapende
opening, want er was sprake van, dat men hem
geheel zou afbreken en zou vervangen door een
anderen, die fraaier en sierlijker was.
De baas Timpe voor een uurtje naar zijn ge
woon bierhuis, verderop aan de overzijde der
straat (vader Jamrath's weiszbier was in de ge-
heele wijk beroemd) gegaan was kwam bij Frans
de oude lust, waaraan hij gedurende zooveel ja
ren niet had kunnen voldoen, op, namelijk een
bezoek aan 's buurmans tuin te brengen. Hij
hield dat onder de tegenwoordige omstandighe
den niet meer voor zoo gevaarlijk als vroeger;
ja hij meende zelfs gerechtigd te zijn zich op de
plaats zelve te overtuigen van de verandering,
die de tuin onderging. Want hij zou toch immers
ook eens zijn werkzaamheid op het vijandelijk ge
bied voortzetten.
Hij was juist op het punt, op te staan, toen een
heldere stem in zijn nabijheid luide en voor hem
verstaanbaar zeide
„Papa Timpe's huis ziet er nog even leelijk uit
als vroeger."
Toen de spreekster die zich in de opening van
den muur als in een lijst vertoonde, den jonge
ling zag, trok zij verlegen haar hoofd terug; maar
Frans, die het in galanterie tegenover dames
reeds buitengewoon ver gebracht had, nam zeer
beleefd zijn hoed af en sprak eenige vrieudelijke
woorden, die hunne uitwerking niet misten, want
al spoedig vertoonden de krullen zich weer en
zeide dezelfde stem
„Ach, zijt gij het mijnheer Timpe Men zou u
haast niet herkennen...."
Het was juffrouw Emma Kirchberg, de jongste
dochter van de tegenwoordige mevrouw Urban,
een slank gebouwd meisje, wier lichamelijke ont
lijke eerzucht, maar strekt om den vrede in
wereld te handhaven. Beheerscht Japan een-
üiO?l de Soenda-zeeënglen, dan kan het zijn pian
nen voor vlootuitbreiding vermind«.*eii.
Wat ik dus staande houd, is dat Japan zijn ba
ten uit ten uit den huidigen oorlog n»el moet be
steden aan uitbreiding van de bewapening, maar
aan koloniale expansiedaar ik ovetuigd ben, dat
die politiek geschikter is om den vrede en den
voorspoed van alle daarbij betrokkenen te be
vorderen.
In de toekomst moge Japan haar politiek in
China beperken tot de exploitatie van de hulp
bronnen van dat land zonder daarbij eenige plan
nen voor gebiedsuitbreiding te koesteren.
Japan moet hoofdzakelijk zijn macht gebrui
ken om Nederl. Oost-Indië te verwerven en zijn
koloniën naar het zuiden uit te breiden."
GEMENGD NIEUWS.
Paardenuitvoer I
De te Heerenveen gevestigde Eerste Friesche
Onderlinge Landbouwpaarden Verzekerings-
Maatschappij heeft zich tot den Minister van
Landbouw gewend om nog vóór den staltijd uit
voer van paarden ouder dan 15 jaar toe te staan
Het aantal oude paarden in ons land is n.1, zeer
groot, het krachtvoeder, dat zij vooral noodig
hebben is gering, zoodat het moeilijk zal zijn de
zen winter door te brengen. Tel.
Dat is toch al te gek
Het V a d ontving een beschadigden zilver
bon van 1. Dat gebeurd wel meer want dit
„wettig betaalmiddel" ziet er vaak onooglijk uit
en is soms niet met een tang aan te raken. Maar
in dit exemplaar was een gat gebrand, niet
groot en ernstige brandschade had het papiertje
niv t geleden. De serièietters en het namni ;-r I J
ven gespaard, het cijfer eveneens, het eenige
dat ontbrak is een gedeelte van den naam van
den agent van het Ministerie van Financiën.
Nu zou men denken dat dit bonnetje makke
lijk voor heel exemplaar van een gulden «n gewis
seld kon worden, maar de agent van het minis
terie van Financiën, blijkbaar zoo kwaad dat
juist zijn naam er uit gebrand is, deelde mede,
dat „slechts de helft, dus 0.50 opdezen bon
wordt betaald, daar er slechts één handteeke-
ning op voorkomt
Indien echter, zoo werd medegedeeld, een re
wikkeling nog niet geheel voltooid was en die
tot haar groot verdriet ietwat te groote handen
had, die zij daarom zooveel mogelijk trachtte te
verbergen. Haar langwerpig, frisch gezichtje had
regelmatige trekken, wier harmonie slechts ge
stoord werd door een eenigzins breeden mond,
die, wanneer zij lachte (en dat gebeurde dikwijl
want zij lachte gaarne), twee rijen gezonde tan
den vertoonde.
Daarvoor stelden een paar groote, dwepende
oogen haar weer schadeloos, die zeer vrijmoedig
de wereld inkeken en die van tijd tot tijd op
twee doorschijnende waterdruppels geleken,
waarin het groen der boomen zich weerkaatste.
Het roodachtig blonde haar viel in krullen op
haar schouders neer en verleende aan haar ge
laat een tint als van gekleurd albast.
Zij was niet alleen; een vriedin, Therese
Ramm, de eenigzins ziekelijke dochter van een fa
brikant van asphaltpapier uit de Köpnickerstraat
was bij haar. Therese was van dezelfde leeftijd
als Emma en voor zoover tijd en omstandigheden
dat veroorloofden waren zij steeds bij elkaar.
Daar zij achter den muur stond, bleef zij nog
voor Frans verborgen, die haar ook kende ui^.
den tijd toen er in plaats van den muur het klei
ne hegje stond en hij een goede speelkameraad
der meisjes was.
„Ja, vroeger dacht hij op dit oogenblik,
evenals zijn grootvader. Die dagen van weleer
doemden weer voor zijn geest op, de dagen,
waarin hij met de nu zoo groote juffrouw Emma,
toen nog een kind, hand aan hand door den tuin
holde, haar overmoedig in zijn armen nam en
dreigde haar in de sloot te gooien, wanneer zij
nietophield met luide om haar moeder te roepen.
Zijn vruchtbaar brein bracht daarmede allerlei
fantastische denkbeelden in verband: hij zou
haar 's nachts uit haar bed schaken en in een don
ker gewelf laten werpen', waar zij zoo lang op
water en brood zou moeten zitten, totdat zij oud
en grijs zou geworden zijn en niemand haar meer
tot vrouw wilde hebben. De kleine magere Em-
quest aan den Minister gezonden werd, met in
zending van den bon, zou er kans bestaan, dat
het geheele bedrag vergoed werd.
Dit systeem van den agent van het Ministerie
van Financiën 50 cent per naam opent
nieuwe verschieten. En de vraag dringt zich op
of zijn naam inderdaad evenveel waard is als
die van den Minister Van Gijn. Bovendien staat
op bedoeld exemplaar nog één letter van zijn
naam. Telt die niet mee
Hel nieuwe brood.
Met het malen van rogge ter vermenging met
tarwebloem voor het witte brood zijn de meel
fabrieken Maandagmorgen begonnen, zoodat het
brood van deze mélage gebakken vermoedelijk
de volgende week door de bakkers aan hun
klanten zal worden geleverd. De kleur van het
brood is er niet op vooruit gegaan. De gele
kleur, welke de aanwezigheid van maisbloem
verried heeft thans plaats gemaakt voor een
grijs - grauwe kleur, men zou haast kunnen zeg
gen een peperkleur. Toch zou de kleur van het
brood niet zoo grauw behoeven te zijn wanneer
de rogge niet voor 80 pCt. tot bloem moest wor
den vermalen. Bepaalde men dit percentage op
bijv. 63 pCt., dan zou dit niet alleen aan Ji
kleur maar ook aan den smaak en den baLaard
van het brood ten goede komen. Al is het toch
de smaak van brood met roggebloem niet Le
paald slecht, zoo smakelijk als met maismeel is
het brood niet en het geeft 'ook niet, zooals het
bakkerstermen luidt, een groot stuk. Ook is het
brood, ondanks zijn grooter taaiheid, eer droog
dan brood met maisbloem, In zoover is het wit
tebrood" in zijn nieuwe samenstelling dus geen
verbetering.
Koffie.
De dv% ibutie van koffie die deze maand werd
verwacht, nog minst«is een maand worden
uitgesteld.
SchoeiseL
De Minister van Landbouw heeft den burge
meesters gelast een schriftelijke vordering te
richten tot de schoenfabrikanten tot verstrek-
Kingen van mededeelingen omtrent productie
vermogen enz., in verband met in overvveging
zijnde maatregelen ter bevordering van de be
schikbaarstelling van schoeisel tegen redelijken
prijs, waartoe een overzicht van de capaciteit
ma begon dan bitter te schreien en smeekte hem,
geen uitvoering aan zijn plan te geven. Zij zou
heel zoet zijn en zich door den tuin laten dragen.
En nu stond dat kleine, aanvallige ding van toen
als c-en onbevreesde, elegant gekleede dame
voor hem en sprak hem aan met „mijnheer Tim
pe Welke veranderingen worden er toch door
tijd en afstand teweeggebracht I
Juiirouw Emma had zes jaren doorgebracht
bij een tante, die buiten woonde, omdat haar
moeder die steeds bezorgd geweest wus voor
haai zwak gestel, eindelijk had toegegeven aan
het verlangen van den dokter, die verandering
van lucht had voorgeschreven. In het begin van
den winter was het meisje naar Berlijn terugge
keerd, om voor goed bij hare familie te blijven.
De geheele buurt had er verbaasd van opgezien,
dat zij zoo groot geworden was en had zich ver
wonderd over de landelijke manieren, die zij had
aangenomen. Hare beide oudere zusters vonden
ieder oogenblik aanleiding zich te ergeren over
haar en haar drogen humor waamee zij zich
over alles vroolijk maakte; en nog meer hadden
zij aan te merken op haar ongegeneerde wijze
van spreken, die zij onuitstaanbaar vonden. Bin
nen enkele maanden was zij een enfant terrible
geworden. Alleen volgens Therese Ramm was zij
allerbekoorlijkst, want deze vond vele punten
van aanraking met hare vriendin, daar zii als
eenig meisje onder vijf broers nog al wat te lij
den had; bovendien bestond er een groote over
eenstemming van denkbeelden tusschen haar en
Emma, waarbij nog kwam, dat deze ondanks ha
re gebreken een groote mate van goedhartigheid
bezat, die te meer voor haar innam, omdat zij er
steeds op ongekunstelde wijze blijk van gaf.
Juffrouw Kirchberg had Frans nauwelijks ge
zien en gegroet, of ook bij haar kwamen, wat
niet meer dan natuurlijk was, dezelfde oude
herinneringen op; en daar zij een gevoel had, al
sof zij aan haar groet iets moest toevoegen, om
hare verlegenheid te verbergen zeide zij op
vroolijken toon
der schoenindustrie noodzakelijk is.
Landstormjaarklasse 1899 en 1898.
De Minister van Oorlog heeft bepaald dat
voor den landstorm moeten worden ingeschre
ven zonder daartoe te behooren, de in art. 1
van het Koninklijk besluit van 12 April 1917
(Staatsblad 285) bedoelde personen, voor zoo
veel zij zijn geboren in 1879 of in 1878. De in
schrijving moet zijn tot stand gekomen op 15 Oc
tober 1917. De keuring zal plaats hebben in Oc-
tober November en December 1917, eindigende
20 December 1917.
De spijsverteering begint in den mond
Men moet dus goed kauwen.
Het mond speeksel vermengt zich dan vanzelf
met het voedsel.
Ook breiige spijzen en melk moeten niet oii-
middelijk worden doorgeslikt.
Zij moeten eerst goed in aanraking geweest
zijn met het mondspeeksel.
Door goed te kauwen, d.w.z. langzaam en
grondig wordt niet alleen de arbeid van maag
Jjrnikanaal verlicht maar maakt men ook beter
gebruik van zijn voedsel, daar de verzadiging
meer volkomen is en langer duurt.
Door goed kauwen, voorkomt men, dat men
te heete spijzen naar binnen krijgt.
Loor goed te kauwen komt men met minder
eten toe.
Ook de zuigelingen moet men langzuai lecrea
di inken.
Drie maaltijden per dag 2ijn voldoende
Men vermijde zooveel moge'ijk tusschen maal
tijden.
Na lange rustpoozen functioneer w.'. de darmen
beier.
Millioenen vlinders.
Uit Glatz in Silezië wordt gemeld, dat in de
buurt dezer stad een eigenaardg natuurv. r-. J.ij:'
sel te zien is geweest. Er verscheen daar n.1. een
reusachtige vlucht van koolwitjes, bij millioe
nen vlogen de diertjes, waarop dc landbouwer
heelemaal niet gesteld is, voorbij en de geheele
vlucht duurde meer dan een uur. Soms leek het
of er sneeuwvlokken door de lucht dwarrelden.
De leeuwen worden goedkoop.
Alles wordt duurder, behalve leeuwen, tijgers
en olifanten. In Engeland zijn de prijzen voor Je
„Wilt g mij als 't u belieft de onderaardschc
gevangenis eens wijzen, waarin gij vroeger dreig
det mij te zullen werpen, wanneer ik u niet wil
de gehoorzamen Weet ge dat njg wel, mijn-
hee» Timpe 7"
„Ik dacht er juist aan mejuffrouw, en ik ben
blij, dat gij mij bij onze eerste ontmoeting aan
iets herinnert, waarvoor ik u achteraf wel zeer
om vergeving moet vragen. Maar toen was ik
een ongemanierde bengel, zooals dat op dien
leefijd wel meer het geval pleegt te zijn.
„En nu zijn wij beiden zeer verstandig gewor
den, ten minste gij. dunkt mij, want van mij wil
men dat niet inzien. Mijn zuster Bertha noemt
mij een ondeugend nest, wanneer ik den huison
derwijzer, dien ik te Uxfeld had, den broodma-
geren kandidaat Knothe, nadoe; en mijn zuster
Alwine is zoo vriendelijk spottenderwijze te
spreken van een boerenprinses, wanneer ik eens
zoo vermetel ben, om als wij gasten hebben, ze
kere vormen niet in acht te nemen, die mij erg
dwaas toeschijnenMaar het is zooals tante
Julie gewoon is te zeggen „Wij allen zijn zon
daren."
De stemming werd door deze op zeer vrijmoe-
digen toon gesproken woorden zóó gezellig en
prettig, dat de beide jonge lieden terstond weer
op even vertrouwelijken voet met elkaar waren
als vroeger en om zoo te zeggen om het hoekje
van de deur een vroolijk gesprek met elkaar
aanknoopten, waarin allerlei oude herinneringen
werden opgefrischt. Frans moest van zijn huisge-
nooten vertellen Of zijn grootvader nog leefde
en nog altijd even brommig was; of mijnheer
Beier nog steeds op zijn oude plaatsje daar links
aan het raam stond en nog een even treurig ge
zicht zette, als hij draaide; of die kleine dikke
knecht uit Saksen nog altijd zoo veel worst en
kaas at; of de duiven nog leefden en of men nog
altoos in den lindeboom klom, om nieuwsgi*. "ge
blikken over den muur te werpen En zoo al
meer.
(Wordt vervolgd.)