weekblad voor wieringen en omstreken.
i tabak van j. r. keuss. i
LSVSHSSTEIJD.
8e Jaargang.
Vrijdag 17 Augustus 1917.
No. 62
1 ALKMAARSCHE
L Overal verkrijgbaar.
feuilleton*
WIERINGER COURANT
WAARIN OPGENOMEN „DE POLDERBOD E."
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG
Abonnementsprijs
per 3 maanden f0.60.
UITGEVER:
CORN. J. BOSKBR, WIERINGEN.
ADVERTENTIËN:
van 1-5 regelsfO.oO
Iedere regel meer„0.06
Bureau Hippolytushoef, Wieringen
Bijbureau: C. Slikker Cz.
Kleine SluisAnna-Paulowna
Agentschap: A Keuris Gz.
Wieringerwaard
INGEZONDEN STUKKEN.
Smokkelhandel, belasting
Stoomdraaimolen.
M. de R I
Beleefd voerzoekt ondergeteekende eenige
plaatsruimte in den Wieringer Courant, bij voor
baat mijn dank.
Het onderwerp, als bovenstaande, lijkt wel
eenigzins vreemd maar naar mijn bescheiden
meening bestaat er wel eenig verband tussehen,,
die drie. Het draaien laten na een vijfdaagsche
kermis, hebben een enkele pennen in beweging
gebracht, en naar ik vernomen heb, is het nog
al persoonlijk. Ik zal trachten daarvan ver
schoont te blijven, hoewel het moeite zal kos
ten. Ik heb mij een weinig verbaasd toen ik
hoorde, dat de burgemeester daartoe vergun
ning verleende, niettegenstaande een beleefd
verzoek was gericht de stoomdraaimolen na die
vijfdaagsche kermis niet meer te laten draaien.
Welk motief opgegeven is om nogmaals een
Zondag te draaien is zeker niet bekend; ver
moedelijk dat de eigenaar in vijfdagen tijd niet
genoeg verdiend had en de burgemeester, een
medelijdend man voor nietburgers, leent daar
toe vergunning, opdat de zaak in vijf dagen niet
rendeerde ten kosten van eigen ingezetenen
M. de R; dat onze burgemeester een vreemde
opvatting heeft van zijn ambt is genoge bekend,
maar ik begrijp niet welke opvatting de volks
vertegen woardigers van Wieringen hebben,
daar blijkbaar (voor zoover tegenwoordig) allen
leden van den raad eenstemmig er ook voor wa
ren naar het oordeel van het ingezonden stuk
van Corn. J. Bosker hoewel het een geheime
vergadering was.
Is het niet opmerkelijk M. de R., dat ht juist
een geheime vergadering was; het publiek niet
weten mag, "«ng voerd weid om"
toestemming te verleenen r Juist aat geheim,
M. de R-, doet mij de pen op nemen en gaan er
allerlei gedachten rond; de een oppert die ge
dachte en een ander weer die, maar het rechte
komt men toch niet te weten en het blijft een
raadsel. Zou het ook kunnen zijn, dat van al die
geheime zaken vennootschappen gesloten wor
den, om zekere personen hun kapitaal te verr
sterken? Zulke gedachten worden in het publiek
geuit en men zou er toe kunnen komen. Zoo zijn
er meer zulke zaken, waar men het rechte niet
van weet, maar ten koste van de burgers worden
Ik
13.
Dat alles werd zeer snel achter elkaar ge
vraagd, en toen haar nieuwsgierigigheid uitge
put was, zeide Emma plotseling
„Kom hier toch door, bij ons in den tuin,
vind het volstrekt niet prettig, dat ik mij voort
durend om uwentwille moet bukken. Er is hier
niemand anders dan juffrouw Therese Ramm,
een goed schaapje, die geen mensch kwaad zal
doen.... En hierbij stel ik haar plechtig aan u
voor."
Nu eerst zag Frans de andere jonge dam'
ten tweeden male nam hij zeer diep zijn hoed ai
Een poosje aarzelde hij. aan de uitnoodiging te
voldoen; maar toen verkregen zijn lust naar
vonturen en de oude nieuwsgierigheid de boven
hand. Na eenige algemeenheden gepreveld te
hebben, waarvan Emma enkele woorden, zooals
„dank", „groote eer", „vriendelijke uitnoodiging
vernam, kwam hij naderbij en sloop door de ope
ning.
Boven aan het openstaande dakraarapie ver
toonde zich het grijze hoold van den grootva
der. Eenige minuten geleden was hij daar geko
men en hij had een gedeelte van het gesprek ge
hoord. Toornig omdat hij niemand in zi)n nabij
heid had, tegen wien hij zijn ongenoegen over de
tegenwoordige wereld luchten kon, stiet
krachtig met zijn stok op den grond en mcmipe,
de hall luide: „Hij en die kliek daarginds passen
juist bij elkaar. Die zullen wel een soep,e voor
ons koken, waarvan wij ons leven lang ounnen
eten, zonder ooit genoeg te krijgen. Die kwaion
die overlooper I" Zijn vuist balde cich en
zij geëxploiteerd, zooals bijv. de smokkelhandel
hier op het eiland in het voorjaar j.1. met de aard
appelen. De wet gevende macht wist misschien in
geheim, dat er aardappelen van uit Frieschland
werden gesmokkeld voor de inkoopsprijs van
twee gulden en vijf en zeventig cents zegge
2.75; en met medewerken van de overheid
wordt zes gulden voor de halve H. L. terug ont
vangen werd. Dat is een Sk.ort roofpolitiek
De vertegenwoordigers van Wieringen vinden
dat alles wel in orde, want géén stem is in raad
gehoord over die onbillijke handeling. Maar ie
mand, die tien zak aardappelen ter wille van zijn
medeburgers voor geen enkele winst overgeft,
die komt in botsing met de overheid. Ziedaar het
onrecht M. de R., met de ingezetenen. Die het ka
pitaal versterken loopen vrij uit en iemand die
een dienst wil bewijzen wordt ingerekend en
moet voor het gerecht. Niemand in den raad
denkt er over te spreken, om den burgemeester
te vragen naar inlichtingen. Het geheim vindt de
raad goed dat blijkt uit het belastingwezen. In
het geheim wordt de belasting gezet en niemand
heeft de moed in 't openbaar het onrecht aan te
toonen, dat plaats heeft met de belastingbetalers
er wordt geklaagd over de belasting het zij te
recht of ten onrechte, maar bij dat alles heeft de
raad de euvele moed, in 't geheim nog een lagere
belasting bij te voegen om na vijfdaagsche kermis
D.. dat hij ook tegen kermisvermaak is, maar
nog meer tegen indirekte belastingenDoch
de gemeente kan het geld niet missen Dus
wc' een bewijs dat de publieke vermakelijkhe
den terdege indirekte belasting zijn en worden
door de mingegoeden belast. Dat kwam uit in de
stad Z. waar berekend werd, dat van de 10 a 12
duizend gulden staangeld 2 duizend gulden opge
bracht werd door het kapitaal en dus 8 a 10000
gulden door de zoogenaamde arbeiders bevolking
aan belasting geheven werd. Uit kracht van ge
woonte is er ieder jaar kermis, dus ook ieder jaar
indirekte belasting, maar nu heeft de overheid
van Wieringen de euvele moed na vijf dagen van
geld verkwisting, nogmaals roof- of zakken rol
lerspolitiek uit te voeren, om de stoomdraaimolen
nogmaals een Zondag na dien te laten draaien.
De burgemeester met de raad zal zeggen het pu
bliek moet het zelf weten of ze er gebruik van vil
makenmaar moet de overheid dat onver
schillig zijn en de gelegenheden maar aanbieden
en alleen om de gemeentekas in 't geniep te vul
len of misschien ook, dat er iemand is, die met
Janvier een vennoot voor dien dag heeft geslo
ten en die zijn kapitaal wil versterken
Ziet M. de R., het geen ik aangevoegd heb,
als het bovenstaande, heeft dat niet veel verge-
l'iking met elkaar Dat zijn drie zaken van zak-
lerspolitiek en wat hoort men daarvan
rant van Dinsdag j.1. onderteekend door X waar
in voorkomt van caricatuur. Zeker, van die zijde
maakt men zoo dikwijls spotprenten van hun te
genstanders. maar op hun familie, die het zoo
waardig zijn past met het niet toe, (zooals bijv. op
de Wethouders Vliegen en Wibout.) AU men dan
in t publiek schrijft, dan moet men ook zoo rid
derlijk zijn om z'n naam er onder te durven plaat
aen. anders wordt het kwajongenswerk.
M. de R, U dankend voor de verleende plaats
ruimte teeken ik vrij
Uw dw, dn.
M. van Kalsbeek.
4 men udai v ctll lil
Janvier vergunning te verleenen nog een Zondag','en r«d van onze vertegenwoordigers, die de be
waar. de "gemeeiiTl* he'ettstaangeld vain"~3anvïér, itot-w——e„,
maar dat betaalt de persoon in kwestie niet,
maar de burgers, dus zonder belastingbiljet
toch nog een bizondere belastingheffing. Er wordt
op politieke vergaderingen met afkeer gesproken
van zulke belastingen met recht dikwijls, en wil
ik ook ditmaal het onrecht daarvan bewijzen. Als
bijv. in de stad Z. kermis zal worden gehouden,
een van de raadsleden een voorstel doet, niet
alleen uit beginsel, maar ook omdat de arbeiden,
de bevolking in weinige dagen tijds te veel indi
rekte belasting betaalt, antwoordt de Wethouder
zïjïTVhn *2triKè tfuïStefnissen waarin het publiek
niet kan doordringen en waar een vuilen kant
aan zit, zooals ook het rapport van de wier com
missie wat nog steeds op zich laat wachten. Is het
misschien, dat daar ook roofpolitiek in zit
Ik zal eindigen M. de R. msschien, dat ik te
veel plaatsruimte van U verg, maar ik vlei mij
toch dat het geplaatst zal worden. Zal ik mijn
naam er onder plaatsen of onderteekenen met X
of,Men meldt ons van particuliere zijde
Neen want dat zijn adders onder het gras of
gelijk het ingezonden stuk van de Schager Cou
gen, -
het raam werd onzacht dichtgesmeten.
Aaan den anderen kant van den muur
de Fran» langzaam met beide me.s,eS voort.
andel
In
den beginne was hij zeer verstrooid en gaf hij
verkeerde antwoorden op Emma's vragen, want
zijn belangstelling werd door al wat hem omring
de geheel en al in beslag genomen. Op enkele
plaatsen was men reeds aan het graven geweest
om de gesteldheid van den grond te onderzoe
ken. Hier en daar waren meetkoorden gespan
nen, terwijl ook al een werkloods was opgericht.
In de nabijheid van den muur had men de strui
ken weggenomen, wel een bewijs dat men het
metde verandering ernstig meende. Alles wees
er op, dat binnenkort honderden vlijtige handen
haar werk zouden beginnen, om alles, wat hier
stond en van de almacht der natuur getuigde, i
met den grond gelijk te maken.
In de eerste plaats bekende zij, het niet te be
grijpen, hoe haar mama, die zij zoo innig lief had
en die zij altijd voor zoo erg verstandig gehou
den had, het van zich had kunnen verkrijgen, om
op haar ouden dag nog eens te trouwen, en dan
nog wel met zulk een leelijk, weinig sympathiek
mensch als mijnheer Urban was. Vervolgens
vond zij zich genoodzaakt de verklaringen af te
leggen, dat zij haar stiefvader nooit als zoodanig
erkennen zou en zich in allen ernst had voorge
nomen pleegzuster te worden, indien mijnheer
Urban het ooit zou wagen, eenige vaderlijke
rechten, van welken aard dan ook, op haar te
willen uitoefenen. En ten slotte gaf zij uiting aan
al het verdriet dat haar meisjesziel gevoelde
over de verwoesting van het park.
„Ik zal het mama nooit kunnen vergeven, dat
zij den naam mijns vaders voor dien va een Wan
daal ten offer gebracht heeft, die noch eerbied
voor het allerheiligste, noch gevoel voor de na
tuur heft. Iedereen heeft ons benijd om het bezit
van dezen mooien tuin midden in de stad, mama
heeft dikwijls verklaard, er nooit afstand van te
zullen doen, en nu zal hier alles als kool en knol
len uit den grond getrokken worden. Het is
schandelijk
Zij balde haar handen, haar lippen trilden en
haar oogen werden vochtig, zoodat Theres, die
ook door haar treurigheid werd meegesleept,
haar arm om Emma's middel sloeg en neiging be
toonde zich uit oude vriendschap aan hetzelfd
verdriet over te geven. Om blijk te geven van
haar medegevoel, bracht zij herhaaldelijk haar
zakdoek aan de oogen.
Frans had nooit veel aanleg voor romatiek ge
had. Sedert hij zich aan den koopmansstand ge
wijd had, stelde hij er een zekere eer in, over al
les uiterst nuchter en praktisch te denken en bij
iedere gelegenheid zijn cynisme te toonen. Hij
vond daarom de handelwijze der beide meisjes
rg becpottelijk, lachte er om en zeide zeer waan
wijs
„Dat begrijpt gij niet, dames."
In het bewustzijn zijner meerderheid zweeg hi]
een oogenblik, hield zich bezig met de punten
van het eerste bewijs zijner mannelijke waardig
heid op zijn bovenlip, zorgde met een even snel
le als kokette beweging zijner hand, dat het tipje
van zijn witte zakdoek naar behooren even uit
zijn borstzak gluurde, trok zijn jas glad, bracht
bij het loopen zoowel zijn borst als zijn kniën
eenigzins naar voren en wendde zich toen meer
bepaald tot juffrouw Krchberg en wel op
toon, waaruit duidelijk zijn streven sprak,
reeds voor een man van ervaring door te gaan
die de wereld door en door kent. Vol waardig
heid zeide hij vervolgens
„Wees er van verzekerd, juffrouw Kirchberg
dat ik uw smart recht laat wedervaren. .Wij" mo
gen echter niet vergeten, dat de koopman de we
reld regeert en dat hij slechts rekening houdt
met het verstand. De sentimentaliteit moeten
„wij", die er ons aan gewend hebben een zaak
slechts uit een praktisch oogpunt te beschouwen,
overlaten aan hen, die er nooit eenig begrip van
gehad hebben, dat de grootste dingen dezer we
reld hun ontstaan aan den handel verschuldigd
zijn. Cijfers zijn tegenwoordig alles; slecht9 hij,
die rekenen kan. heeft kans het tot iets te bren
gen en van zijn leven te genieten. ,,Wij kooplie
den zijn de eigenlijke makers pardon, wan
neer ik mij al te zaakkundig heb uitgedrukt
ik wilde zeggen, de eenige verlossers der ver
Aan de Wieringer burgerij 1
In antwoord op vele en velerlei vragen tot ons
gekomen, deelt de brandstoffen Commissie mede
dat het niet mogelijk is alsnog op al die vragen
een bevredigend antwoord te geven.
De Commissie verzoekt beleefd, dat men haar
de al zoo moeilijke regeling, niet nog moeilijker
make door allerlei mondelinge op en aanmerkin
tjen, die den toestand niet kunnen verbeteren,
wel ingewikkelder maken.
Zij deelt mede te loopen dat een lading turf
eerlang zal binnenkomëji, maar herinnert tevens
dat. volgens besluit vah Rijkskolendistributie een
hoeveelheid van 350 a|400 korte turven gere
kend wordt gelijk te staU met 1 H.L. kolen; zoo
dat, wien 10 H.L. kolen voor huisbrand is toege
wezen en 350 a 400 korte turven krijgtt, 9 H.L.
kolen en die hoeveelheid turven ontvangt.
De uiterste spaarzaamheid met de brandstof
fen wordt een ieder dringend aanbevolen.
Er is geen zekerheid, dat binnen kort nieuwe
aanvoer zal plaats hebben. Over de eerstdaags
te wachten hoeveelheid kan de Commissie nog
niets met zekerheid bekend maken.
Alleen iederzii zuinit? met.ziin-hr.ind.«fnfifn ,T*.
twee hunner, bi) het lossen in üt ha\tns naukes
en Den Oever, ter controleering aanwezig zullen
zijn, aan wien zij, die het hunne afhalen bij los
sing, bonnen en geld hebben te overhandigen
Dit, om de brandstoffen handelaars en schippers
voor onaangenaame verdenkingen te vrijwaren.
Voorts heeft ieder natuurlijk het recht, het hem
toegewezen, bij ontvangst, te meten, wegen of tel
les.
Mededeelingen, verzoeken of opmerkingen die
nen voortaan, schriftelijk, met redenen omkleed,
te worden ingediend bij den Secretaris. Dit om
drukte menschheid. „Wij" bouwen met ons geld
vuurtorens, paleizen, geheele steden, „wij" ge
ven der armoede brood, „wij' bezorgen den bur
gers welvaart, tot „ons" wenden zich koningen
en keizers, wanneer zij in verlegenheid verkee-
ren en geld noodig hebben. ..Ja, dames, ,.wij"
kooplieden regeeren de wereld....
Weer zweeg hij een oogenblik.
De beide meisjes waren bij deze In één adem
en met warmte gesproken woorden stil gewor
den en zagen den spreker met een uitdrukking
van ongeveinsde bewondering aan. Emma kon
zich niet weerhouden te zeggen
„Gij zijt een erg groot redenaar geworden,
mijnheer Timpe, sedert wij elkaar voor het
laatst gezien hebben."
En Therese drukte den arm harcr gezellin en
fluisterde zachtjes„Een net mensen vind ie
niet
Maar Frans Timpe, gevleid door Emma s waai
deering en zich ten volle bewust van de groote
rol, die hij hier speelde, peuterde weer met dufia
en wijsvinger van zijn rechterhand aan het puntje
van den zakdoek in zijn borstzak, speelde een
poosje met zijn glacé handschoenen, die hi, met
het oog op de dames voor den dag had gehaald,
en vervolgde
„Mijnheer Urban. uw stiefvader, moge pirsoon
lijk niet in uw smaak vallen, waarde mejuffrouw
maar hij is mijn chef. een aanzienlijk industrieel
en om die reden zie ik mij genoodzaakt, een lans
voor hem te brekenHij s de man, die het
eerst ingezien heeft, dat het bestaan van deze
boomen en van dezen tuin geheel overbodig is.
Die lof komt hem toeBedenk eens, hoe ver
dienstelijk hij zich daardoor maaktop deze
plaats zal hij prachtige fabrieken oprichten en
daarin aan honderden menschen werk verschaf
fen menschen, die door hem misschien van
den hongerdood gered worden. Mijnheer Urban
wordt daardoor tevens een groot philanthroop,
want hij geeft den menschen werk en brood.
(Wordt vervolgd.).