wmmm WEEKBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN. 8e Jaargang. Maandag 31 December 1917. No 95. BIJ DEN UITGEVERVAKDIIBLAD ER COURANT VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG Abonnementsprijs per 3 maanden f 0.60. UITGEVER: CORN. J. BOSKER. WIERINGEN. ADVERTENTIEN: van 1-5 regelsf O.c.0 Iedere regel meer0.06 Bureau Hippolytushoef, Wieringen Tel. Interc. No. 10. Bijbureau C. Slikker Cz. Kleine Sluis-Anna Paulowna Agentschap A. Keuris Gz., Wieringerwaard. 31 DECEMBER 1917. De geschiedenis van een jaar zou moeten woi den opgebouwd uit de millioenen feiten, die ter openbare kennis zijn gebracht. Toch zou men dan neg een onvolmaakt beeld verkrijgen van het jengst verleden. Want alleen het geruchtmaken dewordt vermeldt en dan lefst het minder aangc name, het betreurenswaardige en schrikwekken de. Op haar bladzijde vinde wij nu in deze oor logsjaren geboekstaafd de bloedige daden van ge weid, uitingen van de laagste hartstochten, droe vige afwijkingen van het rechtdoch wie geeft ons daarbij het verhaal van zoo menigen rustigen, moedigen kamp tegen de onspoeden der levens, v/ie schetst de heldaftige liefde van zoovele hon derden, die als verplegers en verpleegsters van zoovele duizenden niet zichzelf zoeken maar an deren ten zegen zijn Aan de eenzijdige beschouwingen, die we van de menschen verkrijgen door hetgeen van hen wordt medegedeeld, is het te wijten dat wij dt hooren we wel, het goede wordt ons verzwegen. De gevolgtrekking ligt voor de hand, dat de menschen veel beter zijn dan de roep die van hen uitgaat, en dat men onrecht doet hen niet lief te hebben. Wanneer een ernstig zelonderzoek op den Ou dejaarsavond ons doet vinden, dat wij in het laat ste jaar zijn gegroeid in menschenliefde, dan zijn wij gelukkig, wat ook sommigen ons, onwil lekeurig of met voorbedachte rade, voor leed mo gen hebben aangedaan. Daar zijn er onder ons die de maatschappij wil len verbeteren. Dat is bun niet euvel te duiden. Om dat werk met eenigen spoed tot stand te brengen, maken zij plannen en bestekken, zjjj ont werpen programma's en oefenen zich geweldig in het „uiteen zetten" van theorieën. Regel daar bij is, dat alle verandering moet komen van bo ven, cp grooten afstand, en gepaard moet gaan ;r.«t afschaffing van vele dingen, die zij m.cr.en dat hun hervormingsideeën in den weg staan. De wijl zij echter de macht niet hebben, om op die verwijderde oorzaken in te grijpen, blijft alles bij het oude. De fout is, dat zij aan het verkeerde eind wil len beginnen; zij begrijpen het natuurlijk verband der dingen niet. Stelt men zich den omvang der gewenschte hervorming voor als een cirkelvlak, dan moeten zij niet uitgaan van een onbereik baar punt aan den omtrek, maar van het midden En daar staaft de man zelf Ieder onzer is geroepen om de wereld te ver- FEUILLETON LEVENS STRIJD. Maar was men het hierover ook soms al eens geworden eni niet ongenegen een groote bestel ling bij hem te doen., dan leed de uitvoering daar van weer schipbreuk op de omstandigheid, dat hij nu niet eens het noodige kapitaal bezat, om de grondstoffen te koopen. Bovenden verlangde men een half crediet. Dit was bij die modeartikelen al tijd de gewoonte. Zoo nu en dan werd hij belast met de vervaardiging van een enkel voorwerp, dat volgens een hem verstrekte teekening afge werkt moest worden. Maar dat was ook alles. Ten slotte verzette zijn trots er zich ook tegen, om zich in te laten met een artikel, waarvoor de betaalde prijs hem zijner onwaardig toescheen. „Dan doet ge liever niets en offert ook het laat ste op," zeide hij tot zich zelf, wanneer hij een plaats verliet, waar men hem zoo juist gevraagd had, slecht werk voor een spotprijs te leveren. Hij dacht aan zijn overleden vader, aan David Timpe en aan den goeden ouden tijd, waarin de handwerksman nog niet voor rondventer behoef de te spelen en van deur tot deur moest gaan om zijn waren aan te bieden en te bedelen. Wanneer hij dan zoo met zijn pak onder den arm. den grijzen cylinderhoed op het hoofd en een eenigszins ouderwetsche, bruine jas aan, door de straten doolde, kwam bij zich zelf als Ahasve- rus, die euwig moest wandelen, zonder.ooit zijn doel te bereiken. Het bedwelmend rumoer vali het Berlijnsche straatleven, het op en neer gol ven der menigte, te midden waarvan hij zich voorkwam a's een ontredderd wrak op een on stuimige zee, maakte hem als het ware dronken, zoodat hij meer waggelde dan liep. Het voortdu rend nuttelooze van zijn poging werkte ten slot te zoo ontmoedigd op hem, dat hij door alleen spraken uitdrukking aan zijn gevoelens gaf. „Pak je boeltje maar in, Timpe, en leg je neer cm te sterven; je hoort op deze werld niet meer thuis," zeide hij. Dan bleef hij voor een der groote winkelramen staan en bekeek zich hoofdschuld- beteren wie daar niet aan mede doet, leeft ver geefs, is de spijs die hem voedt en het kleed dat hem dekt, niet waard. Dat beduidtieder onzer moet de som van het gczamentlijk goed vergroo- ten. Wij leven in een betrekkelijk gelukkig land, waar orde en wet geëerbiedigd worden, maar, dat er veel te doen is om in deze het hoogste te bereiken, daarvoor zijn wij het vrijwel eens. Het jaar dat achter ons ligt, heeft in de hist«r.e van Nederland geschreven Algemeen kiesrecht. En nu Mocht iemand er zijn, die op dit oogenblik de gevolgen dezer staatskundige hervorming kan bj- rekenen, wij verklaren ons daartoe niet in staat. Nu zal men tenminste niet langer kunnen zeg gen dat de oplossing van al die andere kwestiën, met welke wij ons sinds geruimen tijd bezig hiel den, wordt belemmerd door de overheersching van die ééne. Maar genoeg over hetgeen men noemt politiek Laten wij dankbaar terug zien, dat ondanks alles wat ons beschoren was, Nederland bevrijd bleef van den geesel des oorlogs in den bloedigen zm van dat woord en het vertrouwen uitspreken, dat wij, Nederlandsche mannen en vrouwen, ons onder de moeilijke omstandigheden zullen kunnen staande houden, opdat indien een volgend jaar den langverwachten vrede mocht brengen, men ons bereid vinde en krachtig toegerust om de zware taak te aanvaarden van te worden de han dels-bemiddelaars tusschen de Europeesche vol- BEKENDMAKINGEN. De Burgemeester van Wieringen brengt ter al gemeene kennis, dat gedurdende het tijdvak, aan vangende 1 Januari en eindigende 15 Januari 1918 door de winkeliers aan de verbruikers zal mogen woiden afgeleverd op bon 11 eener thee- en koffiekaart een half ons th*e en op bon no. 12 een ons koffie; bovendien gedurende het tijdvak, Aanvangende 16 Janunari en eindigende 31 Januari 1918 op bon 13 eener thee- en koffiekaart één ons koffie. De Burgemeester voornoemd. A. PEEREBOOM. Wieringen 28 December 1917, ken Omslag zijn aangeslagen, wordt gebracht, dat met ingang van 2 Januari 1$)18 een aanvang zal worden gemaakt met de uitreiking van bons voor goedkoope schoenen. De Directeur van het distributiebedrijf. W. F. LUB. P L 4 A T S E I. IJ li I E IIW S Ter kennis van de ingezetenen, die daar voor in aanmerking komen, dat zijn zij die voa»1 geen hooger bedrag dan 800 in den Hoofdelij- Vergadering der Wieringer Vrachtvaart Ver eeniging op Zaterdag 29 Dec. half zes in hotel „Lont te Hippolijtushoef, De fleer Jongkind o- pent de vergadering met een toepasselijk woord en zegt dat deze vergadering is belegd om de Vereen, te ontbinden. De Vereen heeft geen re den van bestaan meer omdat hier een onderafd der Algem, Schippersbond is opgericht. De no tulen der vorige vergadering worden door den secr. den heer Duijnker gelezen en onder dank zegging goedgekeurd. Met algemeene stemmen wordt tot ontbin ding overgegaan en komt verder in bespreking wat met het batig saldo zal worden gedaan De stemming wijst uit dat de gelden zullen worden afgedragen aan de algem. Schippersbond voor het steunfonds. De heer Jongkind schetst nog in korte bewoordingen het nut der W.V.V. tij dens haar bestaan en het daarna oprichten der Onderafd. der A.S.B., na nog dank te hebben ge bracht aan allen welke hunne krachten hebben .gewijd aan de W.V.V., waarna de verg. wordt gesloten. In hotel Lont vergaderde Zaterdagavond half acht de Afd Wieringen der schippersver- eeniging Schuttevaer De vergadering werd bij afwezigheid van den voorz., den Edelachtb. hr ,A. Peereboom geopend en geleid door den sec retaris, den heer P. Kaan, welke na opening de notulen leest die daarna onveranderd worden goedgekeurd. Ingekomen stukken worden gele zen cn blijkt daaruit, dat op verschillende ver schillende verzoeken nadere toelichting wordt verlangd. De circulaire aangaande d,e te hou den jaarvergadering van het hoofdbestuur zal op worden geadviseerd om deze te laten door gaan in het centrum des lands en znder feestelijk karakter. Den heer C. Duijnker en Joh. Baijs zijn aan de beurt van aftreding en wordeno beide heeren weder gekozen zij emen beiden hunnen benoe ming aan. Door de penningmeester wordt reke ning en verantwording gedaan en de rekening door de heeren Asjes en Lont in keurine orde fce dend in de spiegelruiten. Eens kwam hem een oud heer tegen, die er als dubbelganger van hem uitzag. Hij vond dat zoo grappig, dat hij lachte *.n de vreemde gedaante nakeek. „Pak jij je boeltje ook maar in," mompelde hij bij zich zelf. „Hoe kan men in onzen verlichten tijd zulk een belachelijk figuur slaan. Zoo'n oude mummiehij ziet er uit, alsof hij al twintig jaar in heeft gelegen en er nu mee wl pronken, dat hij zich zoo goed gehouden heeft," Maar toen hij zich zelf een oogenblik later weer eens in een winkelraam bekeek, zeide hij weemoedig„Johannes, het heeft er wel wat van, of gij met u zelf den draak wilt steken. Oude ezel Wat hem bij deze stadsreizen uiterst belache lijk voorkwam, was de dubbele rol, waarmee hij zich belast had en die hij noodzakelijk moest spe len. Wanneer hij zich weer in zijn eigen wijk be vond en iemand, dien hij kende, hem tegenkwam, dan werd hij gegroet en aangesproken als een man. die in zoo goeden doen is. dat hij d engehee- len dag kan gaan wandelen en allerlei inkoopen doen. „Dank u, dank u„" was hij gewoon te antwoor j den, wanneer men hem vroeg, hoe hij het maakte j „Het gaat zoo zoo, ik heb geen reden tot klagen. Men leeft zoo lang tot men sterft en dan komen er anderen om te erven.... Goeden dag. het was. mij een waar genoegen.... Ik heb haast.... iTc J heb hier voor mijn oudje wat meegebracht.... I ik ben Unter den Linden geweest.... 't is daar een dure buurt...." Dit „treurige komediespel." zooals hij het noem. de. had voor hem zoo veel grappigs, dat hij steeds iets nieuws verzon, wanneer hij een dezer ..beminnelijke naasten" zag naderen. ..Wacht maar, jij zult r aan gelooven," zeide hij bij zich zelf en met iederen pas richtte hij zich trotscher op. om den „welgesteld'en" baas Timpe de noo dige waardigheid te vcrleenen. Op zekeren namiddag liep hij. toen hij een hoek omsloeg, zoo hard tegen den langen mijn heer Brümmer aan, dat de rentenier bijna zijn evenwicht verloor, j „Hoe gaat het, goed sprak de anders weinig spraakzame huiseigenaar hem nu met groote rad heid van tong aan. „Verleden Zondag heb ik de villa gezien, die men te briedrichshagen voor u bezig is tc bouwen. Geen slechte smaak, dat moet ik zeggen.... Het verheugt mij. dat gij met uw zoon op zulk een goeden voet staat. Goeden dag, waarde mijnheer Timpe. ik kom u eens opzoeken zocdra ge buiten zijt.... t ls daar prachtig aan het meer." Mijnbeer Brümmer nam buitengewoon beleefd zijn hoed af en leverde tevens het bewijs, dat zijn ruggegraad niet zoo stijf was. als men algemeen beweerde. Toen hij eenige stappen verder ge gaan was, riep hij den baas nog eens terug. „Weet ge het al Mijn huis z^l nu toch door den stadsspoorweg aangekocht worden. Ik bei. •een proces begonnen. Men heeft mij .mijn ge- heele uitzicht betimmerd. Dat duld ik niet. O, mij houdt niemand voor den gek Alleen ik, dacht Tiiape. Dus ook Brümmer hicH hea neg altijd nog yoor welgesteld. Wat de villa betrof, zoo was het waar, dat Frans er te Friedrichshagen een liet zetten en de een of an der had het gerucht uitgestrooid, dat deze voor Timpe senior bestemd was. Dit feit reet de nauwelijks genezen wonde in Tnnpe's borst weer open. Zijn eenige zoon liet een zomerverblijf voor zich bouwen, en hij, de grijze vader, moest van den morgen tot den a- vond door de straten van Berlijn dolen, om aan den kost te komen. „De zegen der ouders bouwt bet huis der kinderen", zeide hij halfluide bij zich zelf en hij dacht aan het oogenblik, waarop j vonden, weJke heeren dan ook adviseeren de re kening onder dankzegging goed te keuren. B;j acclamatie wordt besloten een afgevaardig de naar de eventueel tc houden algemeene ver gadering te zenden en worden hiervoor benoemd als afgevaardigde den heer P. Kaan cn als plaats vervanger den heer C. Kaan. De rondvraag leverde vele besprekingen op aangaande vaarwater verbetering enz., waarvan wij in de eerste plaats zullen noemen vergroo ting loskade Haukes. betere bebakenirg vaarwa ter naar Ewijcksluis meerpalen aan de laadplaat sen in de Anna - Paulowna uitdieping der Groote Sloot enz. enz. Sommige punten zullen op de Algemeene verg. ter sprake werden gebracht doch de meeste voor stellen door de afd. zelve worden behandeld. De rondvraag niets meer opleverende sloot de voor zitter ondr dank de vergadering. mm ■ïl^MÏK5T?5il jggCMgsifliri iïh Hn hij zijn handen op Emma's hoofd gelegd had en een zegenwensch voor zijn enigen zoon uitge sproken had. Toen er ondanks al Timpe's pogingen geen ver betering in den treurigen toestand kwam, kon juffrouw Karolina niet langer het stilzwijgen be waren. „Het is zonde en schande, dat wij tot den be delstaf zullen geraken, terwijl onze zoon het vet te der aarde geniet." zeide zij op zekeren dag. „Wel, dan moet het toch al heel vreemd gesteld zijn, wanneer zoo'n jongen, dien ik met smart ter wereld gebracht heb. niet zou weten, wat zijn plicht is." Zij wilde naar Frans toegaan, om hem ronduit te zeggen, dat het in het ouderlijke huis ten ein de liep. Zij had reeds haar hoed opgezet en haar sjaal omgeslagen, toen zij daarvoor met har aman sprak, maar deze werd zeer driftig en hield haar bij haar hand tegen. „Moeder, dat zult gij niet doen, of het za! mijn dood zijn.Wilt ge bij uw kind gaan bedelen Het is niet meer dan zijn plicht, ons te helpen antwoordde zijn vrouw. „En ik zeg u nog eens, het mijn dood.... Kies tusschen hem en mij. Wilt ge mij op mijn ouden dag de schande aandoen, dat ik voor mijn zoon in het stof moet buigen?.... Liever sterf ik van honger, dan dat ik dat doe." Karolina borg. zonder een woord tc zeggen, haar kleeren weer op en waagde op de zaka niet meer terug te komen. Voor geen tien jaren haars levens zou zij nog eens het gezicht willen zien, dat haar man bij zijn laatste woorden getrokken had. Op een Zondag voormiddag, terwijl Karolina met haar zangbeek aari het raam zat, hield er een rijtuig voor de deur stil, waar de jonge me vrouw Timpe uitstapte. Juffrouw Timpe liep de bezoekster tegemoet en verzocht haar vol vreug de, in de mooie kamer te komen. Johannes had het naderen en stilhouden van het rijtuig even eens gehoord en vervoegde zich bij ehn in de ka mer. Zijn gelaat stond even strak als bij Emma's eerste bezoek, maar hij was nu terstond veel be leefder dan toen. „Wat verschaft ons de eer. mevrouw vroeg hij, niet zonder een zweem van spot in zijn woor den. Een lange uiteenzetting was niet noodig. Eerst aorzelend. maar daarna zonder omwegen, ont lasttc zij haar hart. Zij was gekomen om haar hulp aan te bieden Uil velerlei zinspelingen van haar stiefvader had zij kunnen opmaken, hoe het hier in huis gesteld was. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1917 | | pagina 1