WEEKBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN.
9e Jaargang.
Dinsdag 9 April 1918.
No 37.
WIERINGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG es VRIJDAG
Abonnementspriji i
per 3 matfuden 0.70.
ADVERTENTIËN:
van 1-5 regelsf O.SO
Iedere regel meer0.06
UITGEVER:
CORN. J. BOSKER, WIERINGEN.
den aan den redeeringscommissaris in zakken al
Bureau Hippolytusboet, w leringen
Tel latere. No. 10.
Bijbureau C. Slikker Cz.
Kleine Sluis-Anna - Paulowna
Agentschap A. Keuris Gz., Wieringerwaard.
overwogen. Het plan zou begin November in Ja-
GEMENGD NIEUWS.
Jammerklacht van een Berlijner.
Een inzender van de Berl. Ztg. a, M., die hij al
de narigheid zijn zin voor humor niet verloren
heeit, beklaagt zich op de volgende, niet-onver-
makelijke wijze over de opvordering door den
staat van verschillende metalen, welke de bur
gers in huis hadden
Er ist erreischtbehalve 3 groschen en een
pfenning bezit ik na de jongste inbeslagname geen
koper, of tin. geen nikkel of alluminium meer. De
staat heft alles ingepikt mijn naambordje van de
huisdeur en de lep van mijn brievenbus, den spoei
er van mijn bad, de slang, waaraan ik te ver
mijding van een Fransch woord mijn „mark
gravin" (zonnescherm) ophing, den trekker van
mijn W.C. dat beduidt Engelsch, maar in het
Duitsch klinkt het „shocking" mijn kleerhan
gers, de bekleeding van mijn centrale verwarming
de deurknoppen, de lusters van mijn piano en de
snaren er uit, mijn brievenweger en de schalen
met gewichten, waarmee ik mijn gehamsterde wa
ren nawoog; dat alls is nu staatseigendom gewor
den.
Alleen 'n tinnen kroes, dien ik geërfd heb maar
waar ik het land aan heb, lieten zij mij houden,
omdat hij uit 1850 dateerde. Maar de staat heeft
mij dit alles niet afgenomen, heen, ik ben er eer
lijk voor betaaldtegen taxatieprijs. Als de
schatter een goede bui heeft, krijg ik misscien
voor 10 a 12 K.G. metaal 45 a 50 Mark en daar
van kan ik dadelijk 21/2 K.G. „boter" koopen
(Ersatz voor margarine). Wel hebben die dingen
mij misschien 20-maal zooveel gekost, maar ik
heb nu tenminste 3e troostende gedachte, dat ik
geen O.W.-er ben. Als ik nog één verwijt wil
doen dan moet het tegen lot zijn, dat mij niet als
Rothscild deed geboren worden, want dan had ik
alles van zilver of goud en daar heeft de staat
voor het 'oogenblik geen behoefte aan
Maar. één vraag wil ik nog stellen waarom wor
den de standbeelden, obelisken wapenborden en
andere versierselen van den openbaren wg niet
weggebroken en gesmolten De rijkskanselier
heeft wel gezegd, dat alle monumenten bij elkaar
hoogstens 2000 ton metaal hebben, maar 2000
ton is toch altijd 2 millioen K.G. Een bad sproei
er weegt hoogstens 2 I£.G.. dat is dus 2 millioen
basproeiers en zooveel hebben we er in heel Ber
lijn niet
Ijzingwekkende cijfers.
De Manchester Guardian heeft naar officieele
gegevens een berekening gemaakt, hoeveel men-
schen er in den oorlog reeds zijn gesneuveld en
komt dan tot de volgende ronde cijfers 500.000
Engelschen, 1.5oo.ooo Franschen, 3.ooo.ooo Rus
sen, 2.6oo.ooo Duitschers, 2.000.000 Oostenrijkers
850.000 Turken, 700.00o Belgen, Bulgaren, Servi-
rs en Montenegrijnen, 7oo.ooo Roemeniërs en
12.100.000. Dat is dus ruim 12 millioen gesneuvel
den in 3 1,2 jaar oorlog, waarbij het ontzettende
aantal gevallenen in het nu plaatshebbend grootc
offensief op het westfront niet mee gesteld kon
worden.
Ruim 12 millioen, dat is bijna de geheele bevol
king van Nederland en België bij lkaar En de
officieele gegevens, waarnaar de berekening is ge
maakt, zullen deze eer te laag dan te hoog doen
zijn, want in elk oorlogvoerend land is men er, om
begrijpelijke redenen op uit, de waarheid nog zoo
veel mogelijk te vrzachtene.
Bij deze millioenen komt een nog grooter aan
tal zwaargewonden, die als nuttelooze wrakken
uit den oorlog terugkeeren, terwijl er nog velen
door in de loopgraven opgedane kwalen voor
hun verdere leven onbruikbaar zijn geworden.
Behalve de menschen die op de slagvelden als
halmen worden weggemaaid moet men ook reke
nen hen, die in de oorlogvoerde landen sterven
van honger of door ziekten, die het gevolg van
ondervoeding zijn, en waarvan geen statistieken
of verlieslijten opgemaakt worden, benevens het
aantal zeelieden ter koopvaardij die met hun
schip in de golven verdwijnen, als dat getorpe
deerd wordt of op een mijn stoot.
Onderzoek naar verborgen graanvoorraden.
Wij lezen in de Haagsche N. Ct.:
Het denkbeeld was *in overweging gegeven om
ter aanvulling van de beschikbare hoeveelheid tar
we onder de bakkers te distribueeren lijnzaad, ten
einde dit in de bepaalde percentage aan het meel
toe te voegen. Wij vernemen dat de landbouwcon
sulent te Utrecht ten sterkste ontraden heeft
tot dit middel de toevlucht te nemen, op grond
dat lijnzaad te prikkelend werkt op de spijsver
teringsorganen en daardoor op den eetlust, die in
deze dagen eer getemperd dient te worden dan
aangemoedigd. Van het middel schijnt dus, als zijn
de erger dan het kwaad, afgezien té moeten wor
den. Ook in de laatste weken overwogen om het
meel van de nog beschikbare oude erwten aan
het broodmeel toe te voegen, maar het zal wel
blijken dat dit slechts een verplaatsing is van de
hoeveelheden voedsel en dat het precies op het
zielfde neerkomt of de erwten als zoodanig dan
vermengd met tarwemeel als broodgebak kan ver
orberd worden.
Een veel practischer effect zou bereikt wor
den, wanneer men een scherper onderzoek k,on
instellen naar de\op het platteland nog verborgen
graanvoorraden en deze voor de voedselvoorzie-
nisg in beslag kon nemen. Herhaaldelijk hoort men
menschen, die het weten kunnen, dat tal van boe
ren enorme hoeveelheden graan hebben achter
gehouden.
Geen haast bij 7
Een lezer van de Haagsche N. Ct. vernam van
een landbouwer te Uithoorn dat het 6 weken gele-
geleverde broodkoren van zijn akkers (eenige dui
zenden K.G.) nog niet is afgehaald De landbou
wer heeft zich thans schriftelijk tot mninister
Posthuma gewend.
Bedorven aardappelen
En grr^pl gedeelte van de 90 wagons voor Zwol
le ingekuilde aardappelen blijkt bedorven te zijn
Waarschijnlijk door onoordeelkundige behande
ling. Wat nog goed geaht wordt geeft men als
extra rantsoen op bepaalde bons.
den omgezet worden.
Jellicoe werd belast met de uitvoering.
Hij weigerde echter beslist tegenover de En-
gelsche admiraliteit, met een beroep op Gallipoh..
Voor den oorlogsraad zette hij uileen, dat zulk
een pogning een fiasco zou zijn en verklaarde de
verentwoordelijkheid er voor niet op zich te wil
len nemen.
Toen Jellicoe bij zijn weigering bleef, was zijn
lot bezegeld.
Aldus de Voss. Ztg.
Het blad vereldt er niet bij, waarom na Jellicoe
's ontHag het plan toch niet werd uitgevoerd.
De Köln. Volksztg. neemt het bericht over en
in Holland
Duitschland
heeft er het grootste belang bij. te vernemen, op
welk feiten materiaal het bericht steunt.
Een koninklijke familie op rantsoen.
De koninklijke familie in Zweden onderwerpt
zich aan hetzelfde ranisoeneeringsstelsel als den i gelooft, dat het in de eerste plaat
ondredanen, is opgelegd, alleen ontvangt de ko- j groot opzien zal baren Maar ook
ning, als representatie-toelage 8 en de kroonprins
4 extra-boodkaarlen, waarmee zij toekomen, onge
acht het aantal gasten, dat zij ontvangen. Gaat de
koning zelf cp bezoek, dan heeft hij altijd zijn sui
ker in een doosje bij zich. Ook gebruikt de konink
lijke familie alle surrogaten, die onder het volk in
c.mlooo zijn en lengt zij haar koffievoorraad vbor
de helft aan met een product, dat uit gebrande
bieten wordt verkregen. Zelfs drinken verschei
dene leden der familie in den huiselijken kring
„koffie"., die enkel uit bloembollen gemaakt wordt
De koningin en de prinsessen plukten zelf, toen zij
op haar zomerverblijf waren, verschillende wilde
planten in den omtrek, cfie geschikt waren om'de
gewone groenten te vervangen.
WAT MEN NU NIET KAN
Zoete broodjes bakken.
Op heete kolen zitten.
Recht door zee gaan.
Zich dik maken.
Iemand zijn vet geven.
Zich warm maken.
Met Spek schieten.
Boter bij de visch doen.
Om zeep gaan. 2
Eieren voor zijn geld kiezen.
Te veel hooi op de vork nemen.
Zijn brood verdienen.
Iets voor een appel en een ei verkoopen.
Zich schoon wasschen.
Ergens zijn licht opsteken.
Iemand iets inpeperen.
Iemand een had zetten.
Haagsche Post.
Gouden tientjes en vijfjes I
Te Heerlen (Limburg) zijn Vrijdagnacht Ivvcc
Duitschers aangehouden bij een poging tot verbo
den uitvoer van goud. Aan tien- en vijfgulden
stukken buitenlandsch goudgeld en gouden sciera
den werd voor een waarde van 3 a 4000 bij hen
in beslag genomen.
KORTEBERICHTEN.
Een boer te Idaard gaf zijn koeien als hijvoe
der aardappelschillen. Een koe werd ziek, zc kon
niet meer slikken en werd afgemaakt. In de keel
vond men.... een aardappelschillenmesje!
Te Gendt (Over-Beluwe) hebben de coinmie
zen iemand aangehouden, die de buitenbanden
zijner fiets gevuld had met sajet. In één wiel za
ten 6 knotten.
Voor kievitseieren betaalt men nu in
land 17 cents per stuk.
Frits-
FEULLKTON.
2.
„Goed. dat je komt," liet sicb ziju vroow
hooren. „Hak 111e gauw wat houl klein. Ik
moet kamillethee voor hem koken."
Michel begon te hakken en toen hij duar
mede klaar was, begon het te dagen.
Vermoeid van zijn naehtelijken arbeid,
waarvan het zonlicht hem afloste, wierp hij
zich op zijn bed en sliep zóó vast in, dat
hij niets hoorde van alles, wat er voorviel,
niet wist, dat men geroepen had. De gen
darmen, dien de rentmeester er bij gehaald
had, wekten hem. Als bekommerende vader
was hij ingeslapen als dief ontwaakte
hij.
„Zoo waarachtig als ik leef, genadige heer
ik was in de kamer en hakte hout,"
„Vóór of na den diefstal
„Ik heb niets gestolen."
„"Wie is er dan inde schuur geweest?"
„Ik weet het niet."
„Je vervloekte plicht ïs het om te waken.
Overdag kun je slapen. Jij bont de schuldige!"
„Ik ben onschuldig, genadige heer."
„Je bent een schurk, Ik zal wel zorgen
dat je in de gevangenis komt.
„Zooals de genadige lieer wil. Maar ik
ben onschuldig, ik heb niet gestolen."
Dan heb je geholpen."
„Ik heb niet geholpen."
„Waarom was je niet op de plaats?"
„Ik beu een oogeublik uaar mijn kamer
gegaan.
„Heb ik je gehuurd om op je kamer te
zitteu of als waker voor de hofstede0"
Michel zweeg. Eindelijk kwam het er uit
„Mijn jongen was zwaar ziek. Ik maakte
me angstig over hem."
„Heb ik ie als ziekenopparser aangesteld
Je zult gebonden worden."
Diepe stilte volgde op de verschrikkelijke
beschuldiging van den landheer. Miche! zweeg
jj iepgebogen.
„Ik zal den dief we! vinden," reide hij
eindelijk.
Wauncer
„Wil de genadige heer mij een week den
tijd laten?"
De landheer weilfelde, doch de jonge land
heer deed een goed woord voor den waker,
„Welnu dan het zi; zo9. Maar v.anneerje
in dien tijd den dief niet uitvindt, laat ik je
gevangen zetten."
„Wanneer God mij mijn kind gezond laat
worden, zal ik der; dief wel vinden," mom
pelde Michel,
Tot Michel's ongeluk echter werd de knaap
van dag tot dag zieker. Van den dief had
men nog geen spoor ontdekt.
Tot dusver was de geelolen tarwe niet in
den omtrek verkocht geworden; uien nam
aan, dat de dief die nog bij zich had, en be
sloot den volgenden dag een huiszoekiug te
doen bij alle knechts. Inmiddels vorderde deze
Te Overschie is wegens den langerenduur
van de broodkaarten, aan dc bakkers toegestaan
slechts 3 dagen per week te bakken.
Tusschen Sluis en Brugge is een Hcllandsche
militair uit Arnhem, aan den draad blijven han
gen; hij was onmiddellijk dood. De ongelukkige
was ongehuwd.
Uit een slagerswinkel te Vijfhuizen heeft men
een heel geslacht varken gestolen
Voor de ramen van sommige slagers te Gro
ningen ziet men in plaats van vleesch of vet....
bokkings.
Landing van Engelschen op onze kust
De Voss. Ztg. geeft een nieuw verhaal ovei
de oorzaak van Jellicoe's ontslag, dat het blad
beweert uit betrouwbare Lcndensche bron ont
vangen te hebben
Jellicoe zou ontslag hebben gekregen, omdat hij i Bij den schoenmaker P Groeneweg te Zuid
weigerde een. poging tot landing te ondernemen Beierland, is ingebroken en een k.st medegeno
aan..e.. de Hollandsche kust I
Inderdaad zou zulk een landing te Londen zijn
men, waarin geborgen was circa ƒ1300. De kist
werd in een weide teruggevonden. Een Belg is
zaak niet in het allerminst; men vond Vij
niemand meer voorraad aan graan, dan hij
werkelijk bezitten kon. Michel vermoedde
.dus en met recht, dat de diel ziju veilig óp-
geborgeborgen buit nog zou komeo halen.
In dit geloof loerde hij dag en nacht. ^lij
had zich een schuilplaats in het sfrroo ge
maakt en sloop er na eiken rondgang In,
waarop hij den ingang met stroo luchtig wc
der toestopte. Zijn beide trouwe honden Ne
ro en Tiras hielden heui daarbij gezelschap.
Het waren beste waakhonden, die hui. naam
alle eer aandeelen.
Vier dagen wareu reeds vejjtreken.-lede
ren nacht loerde Michel in zijn schuilplaats
en hoopte, dat het hetn gelukken mocht den
dief te betrappen. Maar zonder eenig succes
kwam hij 's morgens weder (huis, en dage
lijks werd zijn gelaat somherder. Iedere tever
geefs doorwaakte nacht bracht hem ;;ador
tot de broodeloosheid, en zijn ontslag uil zijn'
betrekking. En zijn arm ziek kind hoe zou
hij het in het leven houden? Michel was een
domme kerel, langzaam onbeholpen, or. hui
dig iü alles, wat hij deed, kou hij ter:mi-
wernood eenige volzinnen spreken zonder te sta
melen; bleu keken zijn groole heldere oogen de
wereld in. Maar Adanks deze gebreken bezat hij
een onbevlekte eerlijkheid. Hij was afkomstig vaa
een kleine boerderij, die echter niet alle leden
der familie den kost kon geven. Hij liet haar dus
aan broers ena zusters over en zocht een dienst.
Maar even als het hem thuis was gegaan, zoo
scheen hem ook hier in zijn dienst geen geluk te
willen toelachen. Het scheen nu eenmaal zijn be
stemming te zijn, om zich zeiven te moeten kwel
len en plagen. Hoe vaak bad hij den hemel, hoe
vaak zuchtte hij voor zich uit „Kom, eens zal
het toch wel beter worden. Ik ben immers geen
dief, geen dronkaard. Waarom zou ik dus bang
zijn."
Wederom waren twee nachten doorwaakt. Be
vend van ongeduld loerde Michel op den dief, die
zich maar niet wilde laten zien. Zwoel en warm
was deze nacht, dien hij doorwaakte. De hemel
was blauwachtig grijs, slechts verlicht door enke
le flikkerende sterren. In de verte zag men het
van tijd tot tijd weerlichten, een teeken dat het
een schoone dag zou worden. Diepe stilte heersch
te allerwegen, die slechts hier en daar door het
aanslaan van een herdershond onderbroken werd
die, al beoond hij zich ook in den ges'oten stal,
toch zijn waakzaamheid wilde toonen.
En daar eindelijk Michel durfde zijn eigen
ooren nauwelijks te vertrouwen ademloos luis
terde hij uit de diepte van zijn schuilplaats de
dief scheen te naderen. Hoe vaak had hij in een
wakende halve sluimering den dief gegrepen, was
hij beloond geworden, had hij bij den bescherm 1
heilige der kleine de genezing van het kind af
gesmeekt. Ditmaal droomde hij niet. Nero sloeg
aan, doch legde op bevel van zijn meester zich
weder stil naast deze neer. Michel bracht al zijn
gezichtszenuwen in werking, hij ziet slechts de
schaduw eener gestalte, doch vermag het gezicht
niet te onderkennen
En daartot zijn geluk verlicht een bliksem
straal den nacht Michel herkent Kaspar, die den
dorschvloer opsluipt en langzaam- jnet beide han
den het stroo deelt.
(Wordt vervolgd.)