14e Jaargang.
Dinsdag 16 October 1923.
No 83.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
1III ZOOI.
WIERSriGER COURANT
VERSCHIJNT ELKEN
AD VERTENTIlHi
BUREAU?
UITGEV1R:
DINSDAG en VRUDAG
Van 15 regels 0.50.
Hjppol ytushoef Wierinfls».
CO SN. J BOSKE-R. WIER SN GEN.
ABONNEMENTSPRIJS
Iedere regel meer f 0.10.
TEL. INTERCQMM. N<x 19.
per 3 maanden 0.85.
MARKTOVERZICHT.
Het provinciaal reglement op de
markten der provincie zegt wei terecht
„De groole koemarkten worden te SCHA-
GEN gehouden van den eersten Donderdag
in October, tot den laatste» Donderdag in
November, want èn door aanvoer èn door
bczocik, geleek de markt van 11 October
veel op eene groole koemarkt. H t was
eene prettige, willige markt, waar heel
wat vee tegeni een goede prijs verkocht
werd. Aardig dal er zoowel voor vette
koeien als voor vette schapen kooplieden
aanwezig waren, die Schagen n- g nooit be
zocht hadden. Vette koeien van beste kwa
liteit, die er niet veel waren, golden f 1,20
a 1,25 per Kg. 2de kw. 1,10 a 1,15; Ma,
gere gelde koeien voor het bedrijf, werden
geschat op 40 en 50 cent p r pond. Ook in
melk- «n ikalfkocien, vooral in late winter-
kalfsters, was een aardige handel. Prijzen
van 300 a 425,Wij zagen weder ©en
dubbele rij graskalvcren, najaarsboden,
die van 55,tot 110,noteerden,
nuchtere kalv ren vast, 12,a 18,
Schapen hadden een goede markt. Vette
schapen met een groeten aannvoer, liepen
tol 21, vette Jammeren voor export f 41,
oude schapen 40 a 47 springrammen
40 50.
GEMENGD NIEUWS.
RIJWJELBELASTING.
De Alg. Ned. Bond van Handels- ei
Kantoorbedienden heeft zich ter zake d-i
invoering eener rijwielbelasting tol den
Minister van Financiën gewend.
Adressant betoogt,t dat de kantoorbe
dienden en de winkel- en magazijnbedien
den als regel in de buitenwijken der ste
den wonen en zich veelal per rijwiel naar
hun werk moeten begeven, om de hooge
tramkostcn te sparen, daar de afstand om
te loopen te groot is dat voor de handels
reizigers, niet het minst voor hïn, die hel
platteland bereizen, een rijwiel noodzake
lijk is voor de uitofeening van bun beroep.
Adressant verzoekt dus de rijwielbelas-
ting niet in te voeren althans niet voor
hen voor wie een rijwiel allerminst luxe
is doch noodig voor de uitoefening van
hun beroep. Deze groepen die toch al zoo
sterk door de crisis worden geteisterd,
zouden door de rijwielbelasting nog weei
eens in het bijzonder worden belast.
DAT MOET GIJ WETEN.
BOTER
Ofschoon boter niet zoo gevoelig vogr
licht is, als een photograp ïische plaats, is
do gevoeligheid .toer grcoler dan de mees
te menschen wel denken. Indien boter van
prima kwaliteit ook maar tien minuten in
zonlicht geplaatst wordt, zal zc zoowel in
uiterlijk a!s in smaak groote veranderingen
ondergaan hebben. De buitenste laag iijkt
wit en italkachtig en de smaak is zoo onann
genaam dat do meesten die deze boter
proeven, haar licv r uitspuwen. In de z'-ii-
eJfabrieken gebeurt het wel, dat de bo
ter langen lijd in het lichte lokaal b'.iifl
staan voordat ze naar de donkere boer-
kelder wordt overgebracht. Boter moet
geen minuut langer aan het licht blootge
steld worden dan noodzakelijk is. Ook de
winkelier mag hierop wel letten. In de op-
agruimten is electrisch Jicht aan te bevc
'cn .petroleumlicht e.d. die reukstoffen.
r> "geven gebruike men. liever nietOok in
'c huishouding behoorde de boter in het
oker bewaard te worden. Soms kunnen
•chten over kwaliteit van boter het gc-
'g zijn van nalatigheid van dan consu-
nt in dit opzicht.
BIJGELOOF.
Te Barger-Erfschieidervoen nabij Nieuw
Amsterdam op het zoogenaamde Pikvcld,
was een kind van een der bewoners niet
in ordewat het kind nu eigenlijk man
keerde wisten de buurvrouwen ook niet.
Men begon toen te praten, datt het wel
eens met een boos oog kon zijn aangezien
anders gezegd behekst kon zijn. Die
meening vond ingang en weldra werd be
sloten dat de vader naar Coevorden zou
gaan om de „dduvelbanner" te halen.
Deze kwam, onderzocht het kussen,
waarop de kleine sliep, en jawel, er zaten
kransen in. Nu was meteen bewezen, dat
de buurvrouwen, die gemeend hadden.
.1 het kind behekst was, gelijk hadden.
Maar nu was goede raad duur. De duivel
banner wist raad. Zijn uitspraak wasde
eerste vrouw die de deur inkomt om naar
de kleine te zien, was de heks. Een buur
vrouw kw.am inderdaad: eens hooren naar
de welstand van het kind, en zij was dus
de schudige.
Men zou meenen dal het heksengeloof
nu toch wel de wereld uit zou zijn, maar
bovenslaande bewijst, dat het nog welig
tiert.
Zoo men meedeelde moet een heks om
de 7 jaar iemand beheksen, anders gaat ze
zelf dood. En men vertelde dal met een
ernstig gezicht, en verklaarde er bij dat
men aan hekserij geloofde.
DE VERNIELENDE GOLVEN.
Waren warande en keuken van het
slrandhotel te Schiermonnikoog reeds door
het afslaan der duinen naar oeneden geval
Jen, Vrijdagmorgen is door de stormgetijen
de Westervleugel van het hoofdgebouw
naar beneden gestort.
DE LEGWEDSTRIJD TE VOLENDAM.
Onder leiding van dr. TeHennepe is te
Volendam een legwedslrijd ggorganiseerd.
Aan alle pluimveeleveranciers is gelegen
heid gegeven hokken van dertig eendizn
gedurende ©en jaar te voeden. Het doel
van dezen wedstrijd is na te gaan, of de
exploitatie van het eendenhoudersbedrijf
door voeding met geprepareerd meel in-
plaats van mosselen en nest loonend is.
Een van de grootste ccndenhcuders deel*
de o.m. mede, dat hij van honderd eenden,
op deze wijze gevoed, dezer dagen vijftien
tot achtten eieren per dag .gaarde, terwijl
FEUILLETON.
No. 26.
Daar grootvaders vriend, den heer Geu
rin door zijn ziekte ons niet persoonlijk
kon bijstaan, had hij dezen jongen man
met dien taak belast. Aan hel Oosterstati
on is hij ons komen afhalen.
O ik begrijp u. Gij waart over uwe wo
ning -z er voldaan gij hebt den jongman
bedankt, en de heer Blanchard heeft hem
hem verzocht u tusschenbeide eens te ko-
n.en opzoeken. Zoo is hij zeker uw vriend
geworden.
Ontmoet gij hem dikwijls
Ja zeer dikwijls mevrouw.
Die jongeman ziet er goed uit. Hij heeft
innemende manieren en een ijbzonder goed
voorkomen. Hij is nog jong, zeker niet ou
der dan drie a vierentwintig jaar.
Ja mevrouw zoo oud is hij.
Wat doet die jongman
Een werkman. Zoo, dat dacht ik niet
Maar een naarstig, ordelijk en verstan
dig werkman.
De gravin vestigde een onderzoekenden
blik op het meisje.
God behoedde mij er voor, antwoordde
de goede dame, minachting te koesteren
voor de zoo belangwekkende klasse der
arbeiders. Al is 't ook dat er zeer verschil
lende rangen in de samenleving gevonden
worden niettemin zijn de menschen allen
aan eLkander gelijk. De hoogcrc verdienst
van dezen of genen boven een ander, ligt
niet in de .geboorte noch in de fortuin,
maar in het verstand, de eerlijkheids des
gemoeds, het goede dat men doet en de
denhouder houdt zijn terrein zooveel moge
lijk vrij van het lastige volkje. Ziekte on
der zijn pluimvee komt dan ook bij uitzon
dering voor. In de 'aatste twee jaren heeft
hij van zijn boerderij van zestien tot acht
tienhonderd eenden slechts 75 verloren,
of gemiddeld nog niet één per week.
EEN ANGSTIGE NACHT.
De plotselinge vloed van Woensdag
nacht heeft aan een echtpaar te Oud-Bei
eren een angstige nacht bï..xgd. Om ge
zondheidsredenen voor de vrouw, woon
den, zij in een lighal buiten het dorp.
Toen de man 's nachts wakker werd,
ontdekte hij dat hc-t rivierwater hun lighal
was binnengedrongen, waarin het reeds
lol den onderkant der bedden gestegen
was. Onmiddellijk begon hij hulp te roe
pen dal de aandacht 'trok van een politie
agent, die bij zijn pogingen om de in nood
verkeerenden te bereiken, tot den hals in
het water geraakte, doch er niet in mocht
slagen liu'p te bieden. Intusschen waren
ook anderen wakker gewordenen met ver
eende krachten trok men een boot over
den kant, waarmede men den overstroom
den boomgaard invoer. Op deze wijze
honderd eenden, gevoed op de lot nu toe 'mccht het gelukken het echtpaar uit de
gevolgde wijze, dus mosselen en nest,
ven a tlien eieren produceerden in dien-
zelfden tijd. Daar staat tegenover, dat de
kosten van de voeding met meel twaalf
dertien cent, met mosselen en nest zeven
a acht cents per week per eend bedragen.
Of de wedstrijd succes zal hebben, of
n.1. voeding met meel winstgevend blijkt
te zijn (wat zoozeer is te wenschen in ver
band met de afsluiting en drooglegging
der Zuiderzee), kan nog niet worden ge-
In elk geval zal de nieuwe voedings-
methocLe 's zomers groote waarde hebben,
wanneer mosselen en nest spoedig aan be
derf onderhevig zijn, terwijl het meel lan
gen tijd bruikbaar blijft.
Over de epidemie onhet het pluimvee
kunnen wij het volgende mededeelen. Dez©
staat in nauw verband met de rattenplaag,
die overergerlijke afmetingen aanneemt.
De ratten zijn hier de verspreiders van de
ziektekiemen. We moeten hierbij opmer
ken, dat met een flinke dosis goeden wil
de plaag tot een minimum was terug te
brengeng.
Doch van ernstige rattenverdelging is
over het a'gemeeit geen sprake, op eenige
uitzondering na. De bovenbedoelde een
inmiddcls gevaarlijk overhellende lighal te
bevrijden,
DE DOODSKLOK VAN GOOR.
Gc'ijk bekend is, zou Donderdag in het
Overijselsche dorp Goor, krachtens be
sluit van den Gemeenteraad, tusschen 12
en 1 uur, de doodsklok worden geluid ter
gelegenheid van de in behandelingneming
n de Voet wet.
In verband hiermede zou het Verbond
van Actualisten Donderdag, volgengs het
Ulr. Dagbl. te Goor het volgende strooibil
jet verspreiden
GOOR
Gij doet uw naam eer aan, want goor is
de daad van uw gemeentebestuur om de
doodsklok te luiden over de nationale
veerkracht.
Gij Gcorlingen wilt Nederland beletten
zijn plaats te behouden onder de volkeren.
Gij wilt het nationaal belang offeren
aan kortzichtig eigenbelang.
Gij manifesteert het inzicht van Neder
land op zijn smalst, gij belichaamt de slap
ste goorste strooming van ons volk.
Gij maakt met uw gore daad Nederland
belachelijk in de oogen der geheele we-
diensten die men aan de maatschappij be
wijst. In alie klassen zijn er braven er
slechten. Doch laat ons thans op dien jon
geling terugkomen.
Hij is zeker van een goede familie
Hij heeft geen familie, mevrouw.
Noch vader, noch moeder.
Die zijn dood.
Dood.
En hij herinnert zich zelfs niet hen ooit
gezien te hebben.
Waar is bij dan groot gebracht.
Arme lieden hadden medelijden met
hem en namen d'en kleine bij zich. De man
was een schoenmaker, en de vrouw,
ger een portierster, leeft thans nog. Zij
oud en kan niet meer werken voor haar
broodmaar baar aangenomen zoon heeft
geen ondankbaar hartthans leven zij sa
men en de jongeman schenkt haar in zor
gen en genegenheid terui wat zij vroeger
voor hem gedaan heeft.
Dat is zeer schoon. De jongeman heeft
een goed hart zeide de gravin niet zonder
aandoening.
Ja, mevrouw, een zeer goed hart.
Louise die in het aangrenzend vertrek
werkte, had in den beginne vrij onverschil
lig eenige woorden van dit gesprek opge
vangen, doch thans niettegenstaande zij
zeer goed begrevp hoe onbescheiden zij
was. leende de vrouw een aandachtig oor.
Hij was niets, bezat niets, ging bet meis
je dan weer voort maar vond weldra in
een noestert arbeid zijne middelen van be
staan. Hij is een zeer knap werkman ge
worden. En dat is nog niet alles, mevrouw
de gravin. Gedurende de leerjaren heeft
hij steeds de lessen van het herhalingson-
derwijs gevolgd en zich met een bijzondere
ambitie op de studie toegelegd, terwijl zij
ne kameraden slechts aan hunne verma
ken dachten. Daarbij is hij schier zijn eigen
leermeester geweest, mevrouw, eni nu kent
hij verscheidene talen en weet van zaken
mee te spreiken, waarvan een ander geeni
gedachten had.
Maar dat is prachtig rieep de gravin
uit, die zich door hare bewondering liet
meesleepen. Wat gij van dezen jongeling
zegt Lconline doet mij meer verlangen
kennis met hem te makenMag ik nog
eene vraag stellen, die -wat meer onbe
scheiden is
Waar er hooge belangstelling getoond
wordt, mevrouw de gravin, daar kan van
geene onbescheidenheid sprake zijn.
Ja mijn kind, daarin hebt gij gelijk. Wan
neer ik u met uwen bijzonderen geestdrift
van dezen jongen man hoor spreken, komt
onwillekeurig bij mij de gedachte op, dat
bij voor u reeds meer is geworden dan een
gewoon vriendmij dunkt dat uw hart
door eer» meer teeder gevoel is nnngegn
pen.
Een vurige blos vertoonde zich op de
wangen van het meisje.
O, ik heb mij niet vergist, hernam me
vrouw de Lucerollo vol goedheid gij be
mint hem
Ja mevrouw de gravin ik bemin hem
oprecht.
En hij bemint u ook
Hij heeft mij aan grootvader ten huw
lijk gevraagd.
Dan zijt gij verloofd
Ja mevrouwwij zullen weldra trou
wen.
Binnen kort reeds
De dag is nog niel bepaald, en ik ben
dan ook zoo haastig niet. Ik ben nog zoo
jong.
Ik hoop met mijn kind, dat gij mij alvo
rens zult waarschuwen.
raid.
Gij wilt ons en onze koloniën mak:n
tot de wcerlooze prooi van vreemde over
wcldigers.
Gij doel de kickken luiden over de gra
n van velen, die in het roemrijk verle
den bij de zelfde gewijde klank op waardi
ge wijze ten grave geleid werden. Zij roe
pen uit hun graven een protest tegen dit
schandelijk denkbeeld, dat alleen te be
krompen, laffe geesten kan opkomen.
Gij moet weten, dat als Indië verloren
is, de doodsklok over Nederland zal lui
den.
Gij zijt de schande van Nederland.
Hulde aan uwe éénc Raadslid, dat heeft
tegengestemd
Leve de Vlootwet
Leve het Vaderland 1
Het Verbond van Actualisten.
DE PARISIENNES SMEREN 1000 TON
POEDER OP R GEZICHT PER JAAR.
0, als we de statistieken niel had len,
dan konden we nooit eens en met-ree'- -
bezorgd-of-verbaasd gezicht zetten. Een
Parijsche statistiek dan heeft aangetoond
dat de Parisiennes per jaar met z'n allen
meer dan een duizend ton poeder op J'r
Parijsche facies versmeren en nog steeds
meer neemt dit gebruik toe. Geen beier
baantje dan poederdoozenfabrikant of lip-
pensliftenmaker.
Of die Parisiennes ook glimmenden ncu
zen hebban „van d'r eigen", want de helft
van alle poeder gaat weg aan hel bestrij
den van den glimglans der Parijsche neus
jes. Roodc wangetjes komen dan en verder
leggen oor'ellen en vingernagels op gewel
dig veel poeder beslag. Toen het badsei-
zoen'in voïlên gang was, heeft Deauville
tonnen poeder verslonden voor enkeltjes
en knietjes, en voor de lippen was eer
soort waterproof-rouge nocdig, dat niet af-
gewasschen kon worden door al het water
van de zee.
Waar al die lippenstiften toch blijven,
want een „net" meisje kan met een groo
te stift wel een jaar toe, en vier en eer
half pond poeder is toch ook niet te veel.
Neen dan zien we we liever de frissche
Hol'andsche maagdelijnen, zonder stift en
zonder poeder.
WONINGNOOD
Dat de woningnood binnen de vesting
van Naarden nog zeer groot is, blijkt ui'.
Gij hebt mij te veel welwillendheid be
toond mevrouw de gravin, om u ooit in
eenige aangelegenheid te kunnen vergeten.
Maar gij hebt mij den naam van uwen
verloofde nog niet medegedeeld.
Hij heet Pierre, mevrouw, Pierre Ri-
card.
Pierre Ricard, herhaalde de gravin,
haar geheugen raadplegend.
En dan murmelde zij, onthutst het hoofd
chuddend
O, ik was waanzinnig.
Bij het hooren van dien naam was Loui
se Ver-dier plotseling opgesprongen. De
vrouw zag er zeer bleek uit.
Pierre Ricard, zeide zij. Pierre Ricard,
terwijl zij tevens een zonderlingen blik
rondom zich heenwierp. En de beide han
den aan het ahoofd brengend, vroeg zij
zich zelve af
Wie mag wel de jongeling zijn, die den-
zelfden naam draagt als mijn man
Een oogenblik bleef zij daar roerloos
als een standbeeld staan met de handen
legen het voorhoofd gedrukt.
O dat moet ik weten, murmelde zij,
eensklaps het hoofd oprichtend.
Mevrouw de LucerolJe was opgestaan,
de goede dame had niets meer aan Leonti-
nc te vragen, en het meisje nam dus af
scheid.
MOEDER CHERON.
XII.
Denzelfden dag nog, eenige uren later
trad Louis Vcrdier vastberaden den wo
ning binnen van den portier, die in het
huis no. 62 der Rijssclstraat woonde. Man
en vrouw waren thuis.
Wat verlangt de juffrouw vroeg haar
de portierster niet zonder eenig gevoel
van wantrouwen.
Gelief mij mijne vrijheid niet ten kwade
te duiden, antwoordde Louise ik ben
hierheen gekonen om u eCno inlichting
te vragen.
En dat is vroeg Fabricc.
Woont hier niet de heer Blanchara een
arme blinde grijsaard met zijne kleindoch
ter juffrouw Leontine
Zoo kent gij hem, vroeg madame Fabricc
Neen, doch ik Heb wel hooren spreken
van de hartroerende genegenheid, die juf
frouw Lconline haar grootvader toedraagt.
Komt gij om werk misschien.
Ja, ik weet dat juffrouw Lconline eene
uitstekende kantwerkster is, doch daar
voor is het niet
Maar wal verlangt gij dan, hernam Fa-
brice.
Gij moet een jongman kennen, die den
heer Blanchard cn zijne kleindochter vaak
komt bezoeken.
Zeker kennen wij hem. En dan
Hij heet Pierre Pierre Ricard niet waar.
Ja zoo heet hij.
Woont hij niet bij een oude vrouw die
hem heeft grootgebracht.
Ja wat verlangt gij nu nog meer, vroeg
Fabrice die begon ongeduldig te worden.
O, dat zal ik u zeggen ik heb geer
enkele reden dit verborgen te houden ik
meen hem gekend te hebben toen hij nog
zeer jong was en ik zou mij willen overtui
gen of ik mij niet vergis.
Fabrice staarde haar met een wantrou
wende blik aan.
Waar «oudt gij hem dan gekend hebben
vroeg zij
Tc Pariis stamelde Louise.
"V**" Wordt vervolgd.