I5e Jaargang.
Woensdag 31 December 1924.
No 104.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREECEN
1DITH.
WIERINGER COURAN
UITGEVER
CGRN. J. BOSKER, WIERINGEN
VERSCHIJNT ELK EN
DINSDAG en VRIJDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.
ADVERTENTIeN:
Van 15 regels 0.50.
Iedere regel meer 0.10.
BUREAU
Hippolytuslioef Wieringen.
Telef. Intercomm. No. 19.
1924 Oud en Nieuw1925.
Twaalf zware torenslagen
Worden in den nacht, gehoord.
En de'stormwind dwingt de tonen
Tot in wijden omtrek voort.
Twaalf uur Er knallen schoten,
<2veral en door elkaar,
Als een afscheid van het oude
En een groet aan 't nieuwe jaar
Zoo gestadig, gaan de schalen
Van de weegschaal van den tijd.
*Nu eens rijzen, dan weer dalen
Nu eens vreugd, dan narigheid
Maar aan 't einde van den jaar
kring
Staat men even stil en wacht.
En de stem van ons geweten
Spreekt tot ons met dübb'le kracht
En wij nemen ons weer plechtig
Voor om goed te zijn dit jaar
Niet te leven in verdeeldheid,
Maar in vrede met elkaar!..
O als ieder zijn gelofte
Ilield op d'oersten dag gedaan
Zeker zou 't, op Oujaarsavond
Met ons allen beter staan
ZIJN KIND.
Oude Stine kon zich maar nfet
begrijpen, waardoor juffrouw Je-
ajine de laatste jaren zoo prikkel
baar was en als zij de oude me
vrouw Huisman niet beloofd had
bij haar dochter te blijven en voor
haar te zorgen, zou oude Stine al
lang haar dienst opgezegd heb-
-ben. Vroeger was Jeanna toch niet
zoo geweest, ze was altijd wel een
beetje trotscli, maar tegen Stlnt.
altijd vriendelijk .en nu., niets
kon de oude gedienstige meer
goed doen.
Stine kon zich de reden van
juffrouw Jeanne's slecht humeur
niet begrijpen en toch was deze
niet zoo heel ver te zoeken.
Was Jeanne niet opgegroeid met
Frans van 't Hof, haar buurjon-
t: gen, met wien ze als kind speelde
en ravotte, dat een jongen het
haar niet verbeteren zou
Had Stine nooit bemerkt, dat
Jeanne in haar jongemeisjesja-
ren, vooral toen Frans student
werd, hem bewonderde en tegen
hem opzag, welke bewondering
langzamerhand in liefde was over
gegaan
Neen, Stine had het nooit be
merkt. Zoo doende wist ze ook
niet, wat een slag het voor voor
Jeanne was geweest, toen Frans
zich met een ander meisje veriooi
de en kort daarop ging trouwen.
Het was enkel de trots van Je
anne geweest, die haar de kraem,
had gegeven, dat verdriet verpor
gen te houden voor anderen. Ze
wou niet beklaagd worden en me
delijdende gezichten om <:ich heen
zien. Niemand had noodig, met
wat er in haar binnenste omging,
en niemand had dan ook ooit
haar droeve geheim geraden, Po-
halve haar moeder, die kort daar
op gestorven was. Toen trok .»e
anne zich heelemaal terug, in dut
beien rouw en met een verbitterd
hart. En de jaren hadden hierin
geen verandering gebracht.
't. Was nu weer oudejaar, een
droeve dag voor hen, die op een
verlies in het, afgeloopen jaar of
in de jaren daarvoor moeten te
rugzien, voor hen, die zich alleen
voelen achtergebleven zonder be
scherming en omringende liefde.
Een ander jaar zou weer begin
nen, gelijk aan het voorafgaande
en Jeanne huiverde, hoewel het
vuur knetterde in den haard en
zijn roodachtig schijnsel spook
achtige schaduwen in de schemer
duistere kamer wierp.
Niets had ze meer van de toe
komst te wachten, altijd alleen,
alleen
Stine, riep ze eensklaps en
sprong op om de droevige gedach
ten van zich af te zetten.
Stine, als we eens wat lek
kers in huis haalden 't Is Oude
Jaar, dat kunnen we toch zoo niet
laten voorbijgaan
Haar grijze hoofd schuddend
ging Stiene haar inkoopen doen.
Wat is een mensch toch ver
anderlijk mompelde ze bij zich
zelf, 't, vorige jaar zat de juffrouw
te spotten met de menschen, die
op straat liepen met pakjes voor
Oudejaarsavond, ze lachte ze ge
woon uit en nu doet ze toch zelf
precies eender. Ik zal d'r wel nooit
FEUILLETON.
No. 28.
Een leve attentie van je, Ge
orges sprak de dichter met een
glimlach van erkentelijkheid. Je
hebt er aan gedacht om mij wat
afleiding te bezorgen en je wilt,
dat ik het nieuws van den dag
ken en op de hoogte blijf van de
politiek.
Hm Wat de politiek betreft
doe je net als ik. Je bekreunt je
er geen zier om.
Maar de nieuwstijdingen, dat h.
wat anders. Men moet zich daar
mede wel een beetje bezighouden,
als men Parijzenaar is. Maar ik
heb je de bladen meedebracht, om
dat zij een bericht uit Parijs om
heizen, dat je. belangstelling zal
wekken.
Wat is dat voor een bericht?
—Lees, mijn waarde lees. Her-
de bladzijde, tweede kolom.
Alexis sloeg de courant open en
las hardop
„Gisterenavond keerden eenige
jongelieden van Saint -Cloud huis
waarts langs den Seine-oever.
Eensklaps, een weinig heneden
%de brug van Billancourt, bespeur
den zij een jong evrouw, die dwars
door de weide voortijlde in de rich
ting der rivier. Een oogenblik la
ter hoorden zij een dof gedrusch
in het water. Dé jonge vrouw was
begrijpen en sloffend liep Stine
van den eenen winkel naar den
andere.
Nou, nou Ik dacht al, dat je
wachtte tot Nieuwjaar met terug
te komen, verwelkomde juffrouw
Jeanne haar, toen ze met pakjes
beladen de trap opklom.
Stine zei niets, moest eerst wat
op adem komen.
Ik ben opgehouden, zei ze
toen. Ik heb met iemand staan
praten. Herinnert u u Frans 't
Hof nog, die hier naast gewoond
heeft
Jeanne verbleekte en greep zich
aan een stoel vast om niet te wan
kelen.
Verbaasd keek Stine haar mees
teres aan. Zulk schokkend nieuws
vertelde ze toch niet
Wat is die veranderd ging ze
verder, toen ze geen antwoord
kreeg.
Als hij me niet aangesproken
had, had ik hem niet herkend
Oud geworden en mager Maar
t is hem ook niet meegeloopen
Zijn vrouw is gestorven en zijn be
trekking is hij ook kwijt. Nu kan
hij iets anders krijgen in Amerika
geloof ik, maar hij zit met hei
kind, dat kan hij natuurlijk niet
meenemen.
Maar wat is er toch, juffrouw,
waarom huilt u nou
Jeanne veegde haar tranen af
alsof ze zich schaamde over da.
oogenblik van zwakheid.
Ik heb zitt«n denken, over
Oudejaarsavond.en nu dat treu
rigc verhaal., heeft me heelemaal
van streek gebracht. Vertel nu
maar verder, 't is al weer over.
'k Was geloof ik klaar, zei
Stiene, die haar geheugen afzocht
of ze alles wél gezegd had
O ja, ik moest u zijn groeten
overbrengen. Misschien herinnert
de juffrouw zich me nog wel, zei
hij.
Misschien herinnert ze zich
me nog welterwijl er geen dag
voorbijging, dat ze niet aan hem
lacht.
Bittere ironie van het leven
En haar tranen, die ze zoo ge
in de Seine geloopen.
Zonder aarzelen vloog één der
jongelielen, een uitstekend zwem
mer, de ongelukkige te hulp en
was zoo gelukkig haar naar den
oever te brengen, waar de mak
kers van den moedige redder
wachtten.
De arme vrouw ademde nog.
Aanstonds werden haar alle ver-
eischte zorgen bewezen, die haar
tot het leven terugriepen.
Wij vermelden dit feit met te
grooter genoegen, omdat hij, die
deze daad van zelfverloochening
volvoerde, de heer Alexis Mollin,
één onzer beste collega's is. Alexis
Mollin is één onzer jonge dichter
uit de nieuwe school. Hij heeft in
de „Artiste", de „Revue Frangai-
se," de „Nain-Jaune" en andere
tijdschriften, gedichten uitgege
ven, die zeer de aandacht trokken
Twee novellen in de Siècle en
eenige altikelen in de Figaro, heb
ben insgelijks zijn gaven als pro
zaschrijver doen waardeeren.
Eerlang zullen wij hier van een
nieuwen dichtbundel hebben mei
ding te maken, diqn Alxis Mollin
zal uitgeven onder den veelbelo-
venden titel Les Aiguillons."
Toen hij met het lezen ophield,
vestigde. Alexis op Gcorges eijn
verbaasden blik.
Welnu, wat zeg je daarvan,
ouwe jongen vroeg Georges.
Ik zeg., ik zeg., dat ik er
niets van begrijp.
Hoe Je begrijpt er niets van
Het komt mij voor, dat men je ta
tracht had in te houden, begonnen
rijkelijk te vloeien.
Het was alsof ging Stiene ineens
een licht op.
Ze liep op het jongemeisje toe
en drukte haar hoofd tegen zich
aan.
Nu begrijp ik het, nu begrijp
ik hetwas alles, wat ze zeggen
kon en in dat oogenblik voelden
de twee vrouwen, die jaren naast
elkander en toch als vreemden ge
leefd hadden, een verwantschap,
alsof ze zusters waren.
Niet lang echter bleef Jeanne
in die houding.
- Kom, Stiene, we gaan wat
koopen voor dat kleine meisje en
dan moet jij het brengen.
De winkeliers konden haar niet
vlug genoeg helpen, zoo'n koorts
achtige haast hadden beiden en
weldra belde Stine dan ook bela
den met een pop, chocolade en
nog meer speelgoed, aan een huis
in een donkere straat aan.
Of de kleine Ellie blij was Sti
ne twijfelde geen oogenblik wat
ze haar meesteres daarvan moest
vertellen. En mijnheer Van 'tllof?
Verrast was hij in hooge mate.
Was dat van juffrouw huisman,
die vroeger altijd zoo trotsch en
in zichzelf gekeerd was
t Was waar, als kind was ze al
tijd vriendelijk en goedhartig en
die eigenschappen scheen ze dan
toch behouden te houden
Wilt. u juffrouw Huisman
vriendelijk bedanken, zei hij tegen
Stine, en ook voor mijn kleine
Ellie
Maar ik kan haar zelf ook weï
mijn dank overbrengen. Wilt u
vragen of het morgenmiddag gele
gen komt
En hij kwam den anderen mid
dag, op Nieuwjaarsdag, samen
met een klein meisje, dat wanho
pige pogingen deed om haar po*
te beschermen voor een klein kef
fertje, dat haar in de gang tege
moet sprong.
Met een gevoel van weemoed he
trad hij het huis, waar hij jaren
geleden, als kind dagelijks kwam.
melijk wel in de hoogte steekt..
Maar alles wat dit bericht zegt, is
volkomen waar.
Maar Georges ben jij het
niet, die dat artikel naar het blad
heeft gebracht
Je houdt me voor het lapje,
Alexis Je weet opperbest, dat ik
niet in staat ben om twee fatsoen
lijke regels aan elkaar te rijgen.
Eerst vanmorgen maakte ik ken
nis met dit artikel, toen ik toeval
lig de gemengde berichten las in
een courant, die ik gisteravond
bij toeval gekocht heb.
Dat is alles goed en wel, Ge
orges maar wat men omtrent
mij zegt.
Maar dat is immers ook al
les waar
Behalve wat de Aiguillons
betreft, die ik volstrekt niet op
het punt ben van uit te geven, Ge
orges Alleen een vriend heeft dit
artikel kunnen schrijven.
En zou je, voor den drommel.
:e. daarover nu eens gaan bekla
gen
Wie is toch die onbekende
vriend, sprak de jonge dichter bij
zichzelf, in gepeins verzonken.
Zou 't, Floretin Broussel zijn
maar wie is hij
Papa Caméléon.
TTot. was Zondagnamiddag en
overheerlijk weder. Een groote
«chare menschen doorkruiste de
buiten-boulevards, bovenal van
de Place Blanche tot aan de ingav
De meubels stonden nol op
hun zelfde plaats, niets wu^ ver
anderd behalve zij die hem niej
een droevigen glimlach en uitge
stoken hand ontving.
In korte zinnen bedanke hij haar
voor de verrassing, die zij zijn
dochtertje den vorigen avond no-
reid had.
- Ze is het eenige was me nog
overgebleven is en haar zal ik nu
ook moeten missen. Stine heeft u
zeker wel verteld
Ze knikte, met een prop in de
keel en wees naar een stoel, dat
hij moest gaan zitten.
- Er is heel wat veranderd in
de laatste tien jaar, vervolgde hij
met gebogen hoofd. Alles is me
ontvallen. En nu moet ik den
trijd om het bestaan weer op
nieuw beginnen. Maar ik heb er
haast den moed niet toe, als ik
aan Ellie denk. Ik kan haar niet
meenemen
Jeanna maakte een smeekend
gebaar en heesch klonk het van
haar lippen
Laat haar bij mij Ik zal een
moeder voor haar eijn.
Ontroerd greep hij haar beide
handen, maar zij maakte ze los
en trok het kleine meisje naar
zich toe, dat eenigszins angstig
naar de bleeke dame opkeek, en
met haar armen om het kind heen
zei ze nogmaals
Ik zal een moeder voor haar
zijn
Hoe had ze ooit kunnen denken
dat het. nieuwe jaar haar zoovee
geluk zou brengen Zijn kind, nu
vóorloopig altijd bij zich
Een zonnige toekomst opende
zich eensklaps voor haar en aan
het eidn daarvan zag ze vage heel
den verrijzen, die zich aaneenre
gen tot. één geheel hij, het kind
en zij, door één band verbonden,
den band liefde, die sterker is dan
alles.
gen van het prachtige Park der
Ruttes Chaumont, dat ook me'
talrijke drommen opgewekte wan
delaars was gevuld.
De Parijzenaars zijn dan niet
meer te Parijs. Zij zijn buiten, over
al waar men naar hartelust adem
haalt, waar boomen zijn en plek
jes groen, kortom, kortom waar
de uitwasemingen van veld en
bosch de geuren van Parijs ver
anderen.
Op kleine afstanden van eluan
der geplaatst, aanschouwde men
op de buiten boulevards mallemo
lens, tot vreugde der kleinen, op
de tonen van een orgel ronddraai
onde. Andere straatkunstenma
kers, koorddansers en worstelaars
oefenden hun bedrijf in open
^ucht uit.
Tot den troep behoorde ook een
nersoon, die ongeveer zestig jaren
oud scheen.
Het was een soort paljas, wiens
veheele werkzaamheid bestond in
het opwekken van den lachlust
der omstanders, om dezen bezig
te houden gedurende de oogenblik
ken, dat zijn makkers wat rust
namen en ook om het aantal van
belangstellende toeschouwers te
vermeerderen, door de voorLijgan
gers door zijn potsen, grappen,
en grimassen te dwingen stil te
blijven staan.
En zeker was die grijsaard niet
de minst toegejuichte. Men ver
drong zich, men ging op de tee-
nen staan, om 's mans grimassen
maar goed te kunnen zien en als
MARKTOVERZICHT.
De markt van Woensdag is voor
SCIIAGEN vooruit gezegd „een
slappe stille markt" met weinig
aanvoer, weinig kooplui en omdat
hij op zijn beurt met. het bakje
rondging, vielen stuivers en hal
ve stuivers bij zwermen in het
Moorsche mutsje.
Onder de toeschouwers die door
dW onuitputtelijke geestigheid
van den ouden paljas in een vroo-
lijke luim werden gebracht, be
vond zich Florentin Broussel. at
voerde hij daar uit
Zonder te weten waarom, boe
zemde die oude man, die zich foei
leelijk maakte om maar te doen
lachen, hem een diep medelijden
in.
Daarenboven had die armzalige
hansworst, iets, dat gunstig voor
hem stemde. Wat was dit Men
zou het niet met juistheid hebben
kunnen zeggen.
Toen de voorstelling afgeloopen
was, was Broussel den ouden kun
stenmaker gevolgd. Hij haalde
hem in.
Vrienlief, dus sprak hij, je
maakt boenen. ITeb je zoo'n haast?
De grijsaard keerde zich snel
om, vestigde den blik op den per
soon, die hem aansprak en lachte.
Ah zoo Je herkent me
Ja, mijnheer. U was daar
ginds, vlak bij mij, toen ik mijn
dwaasheden ui t k raa m d o
Je hebt mij zooeven zoo ver
maakt, en terwijl ik je aanzag,
naar je luisterde, heb ik een leven
dige belangstelling voor je in mij
voelen oprijzen, waarvan je mij
geen verklaring, voor bet oogen
blik althans, kan geven.
Wordt vervolgd.