lóe Jaargang-
Vrijdag 25 September 1025.
No. 77
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
BIT 0FJJE8.
HEERENBAAI. PORTORICO.
J. B. KIÏÏSS
BLANKE BAAI.
PRUIMTABAK.
WIERINGER COURANT
UITGEVER
JORN. J. BOSKER, WIERINGEN
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.
ADVERTENTIëN:
Van 1—5 regels 0.50.
Iedere regel meer 0.10.
BUREAU
Hippolytushoef Wierlngon.
Telef. lntercomm. No. 19.
GEMENGD NIEUWS.
Uit Egmond-Binnen.
Droevig ongeval.
Dinsdagavond was Egmond
aan den Hoef in groo,te consterna
tie.. Fietsen reden in alle richtin -
gen, oud en jong inspecteerde met
of zonder lantaarns alle mogelij
ke schuil- en spcclplaatsjes, put -
ten werden nagezocht, land- en
duinpaden afgoloopen en met een
hond het spoor gezocht. Er werd
met, het vallen van den avond een
k'Aid vermist, het drie-jarig zoon
tje van den heer H., herbergier bij
den driesprong op Egmond aan
den Iloef naar den kant van Wim-
menum. Tot zelfs naar Alkmaar
warden nasporingen gedaan en
allerlei veronderstellingen g>
maakt door de zoekenden en be
langstellenden. Ondertusscher.
werd het al later en donkerder, de
bewolkte lucht liet geen licht
straal door en buiten het dorpje
was alles in zwarte duisternis ge
huld. Men kan zich de radeloos
heid der ouders van het lieve
knaapje voorstellen. Terwijl de
omtrek opnieuw verkend werd,
kreeg ook de naaste omgeving van
hei huis een nieuwe beurt, met het
gevolgd, dat het kind eindelijk
ontdekt werd. Doch hierme-'e
kwam ook de zekerheid, dat de
ongelukkige ouders hun jongetje
vohrgoed zouden missen. In een
teil met, enkele stukjes waschgoed
en slechts oen weinig zeepsop was
het vermoedelijk spelende vooro
ver gevallen en niet in staat zijnde
zich er uit te werken, jammerlijk
gestikt.
Onweder.
Texel. De talrijke onweersbui >n
die Maandagavond over ons ei
land trokken, hebben gelukkig
hier weinig onheil gesticht. Alleen
"n de Koogprstraat en Waalder-
straat sloeg de bliksem op de dra
den van de electrische lichtinstal
latie, bij de lieeren C. Huisman en
II. Jz. Smit werden de electrische
lampjes vernield, verder werd
geen onheil veroorzaakt.
Nader vernemen wij nog, dat
een der buien de bewoners van On
geren veel schrik heeft bezorgd,
nabij de boekerij van den heer W.
G. Bakker sloegen een viertal bes
te lammeren dood.
Later werd op een stuk land
van Mej. Wed. Hopman een hek
met dampalen versplinterd. De
bliksem sloeg ook nog tusschen
de plaatsen van den heer Bakker
en Mej. Wed. Hopman in den
grond.
Het strand en de duinen te Helder
Tengevolge van het buitenge
woon slechte weer, dat de eerste
helft dezer maand kenmerkte,
heeft het strand nabij Huisduinen
veel geleden. Er zijn thans op ver
schillende plaatsen belangrijke
stukken weggeslagen, zoodat de
pier en de eerste kilometerpaai
bijna tot aan de fundamenten
hlootliggen. Ook van de duinen
zelf zijn groote stukken weggesla
gen. Dit is weliswaar niets nieuws
omdat elk jaar dergelijke verande
ringen plaats hebben, maar het
bewijst weer eens, dat de spreek
wijze van „het land ontworsteld
aan de baren" inderdaad meer is
dan een gelegenheidsfrase, en wij
wel degelijk nog altijd een onafge
broken strijd tegen de zee hebben
te voeren. Als wij nagaan dat over
een afstand van 8 K.M. (van Kijk
duin tot Kaap) in één jaar tijds de
duinvoet gemiddeld 1/2 M. mee
landwaarts is verplaatst, begrij -
oen we nog te meer de diepere be-
teekenis van dezen zin.
Nog eenige bijzonderheden over
cycloon van 10 Augustus.
Brusse van de N. R. Crt. heeft
van den praeses van het Domini-
FEUILLETON.
No. 5.
Zijn oogen fonkelden van liefde
en nu is alles uitgedoofd. Z;jn
rnoni^ is verstomd Niets beweegt
meer aan hem. Hij is dood, moe -
der, hij is dood. Begrijpt ge, vroeg
de jonge vrouw met een snik.
Daarop ging zij voortHij is
dood, en men zal hem mij ontne -
men. Men wilde het reeds doen,
en ik zal hem nooit terug zien.
nooit.
En het arme kind wrong wan
hopig de handen.
Eindelijk slaagde men er in haar
te bewegen het vertrek te verla
ten. Vriendinnen voerden haar
weg. Men bracht haar naar haar
kanier. Langzamerhand vertrok -
ken de gasten en bij den doode
bleven niemand anders dan me-
viouw de Méziere en de dokter,
die verzocht had haar t.e spreken
Toen zij alleen waren, zeide dok
tor Bernau hoogst, ernstig
Gedurende eenige maanden
moet zij het land verlaten voor
haar gezondheid.
Zal zij willen
TTot moet wel. Paul is thans
dood/Zij kan haar heele leven
toch niet slijten met hem te be
ween en.
Zij zal hom nooit vergeten.
Dat. geloof ik gaarne. Paul
was een brave jongen, die wel ver
diende bemind te worden.
Zij aanbad hem, het ongeluk
kige kind
En hij dan O, wat had hij
haar liefTk was zijn vortrouwe -
ling. Ik weet, welk een schat van
liefde cr met hem verloren gaat.
- Ja, die dood 'is wel een ontzet
tende ramp.
- Ge hebt gelijk, 't Is een slag,
dien ik nooit te boven zal komen.
En de dokter bracht de handen
naar de oogen, die vol tranen stnn
den.
Er volgde een'stilte, een doL'e
stilte, tot de geneesheer zich plot
seling wederom ophief.
- Maar wie heeft die misdaad
toch kunnen bedrijven prevelde
hij.
- Wie Ik weet 't niet. Ik heb
niet het minste vermoeden.
Hij maakte een dreigend gebta;
en riep uit O, als ik dat eens wist
Op dit oogenblilc hoorde men
op het terras van het kasteel eenig
rumoer, liet waren de gasten, die
het heele park hadden doorzocht
naar den moordenaar en thans
terugkeerden. Zij hadden niets ge
vonden. Geen enkel spoor, geen en
kcle aanwijzing. Slechts éen van
hen had de plek gezien, waar de
misdadiger waarschijnlijk was
binnengedrongen. Dat was de ee
nige aanwijzing, welke men had
knnnen vinden. Een ander was
naar Tours gegaan om de justitie,
te waarschuwen.
De dokter, die zich naar buiten
had begeven om inlichtingen te
ontvangen, had spoedig genoeg
van de praatjes, welke toch niets
bijzonders behelsden en begaf
zich weer naar de barones, die. al
leen gebleven was hij het. lijk van
Paul.
Hij dacht er nog altijd over
Christine te gaan waarschuwen en
verzocht haar moeder haar te
gaan opzoeken, toen zijzelve vei- -
scheen, doodsbleek en met van
schrik uit het hoofd puilende oo -
gen. Zij liep op haar moeder ,toe.
- Moeder, sprak zij, ik ben zoo
Tabaksiabriek „bewakende Leeuw'"
ALKMAAR.
Laat 12B - -
70, 80, 100, 120, 140, 150, 160, 180, 200, 225, 259 tn 350 400
450 en 500 cent per pond.
caner klooster te Langeboom nog
verschillende bijzonderheden ver
nomen omtrent die even merk -
waardige als angstwekkende oo-
genblikken in den avond van h,
Augustus. Praeses Wenneltendonk
vertelde
't Is eigenaardig, zooals bij het
naderen van den cycloon mensch
en dier langs de wegen en in het
veld zich naar hetzelfde instinct
hebben gedragen. Toen het zoo
onheilspellend donker werd,
nog voor de tornado aangewervela
kwam hebben de meesten zich
plat op den grond laten vallen,
met het hoofd van de hoos afge -
wend. Zoo deden volwassenen, en
kinderen, koeien en paarden. Bij
sommige beesten werkte hec voor
gevoel van het komend onheil
sneller dan bij de menschen. Ik
heb van verscheiden boeren ge
hoord, die aan het ploegen waren
dat hun paarden enkele minuten
tevoren ophielden met werken,
zinnend bleven staan, zich omkeer
den naar den baas, ja veelal naasi
hem kwamen staan, uen kop op
zijn schouder.
Een treffend geval werd verteld:
Een boerenknecht werd door het
noodweer overvallen en kon nog
luist op het paard het erf bereiken
Maar de tijd ontbrak, om den stal
bang Ik weet niet wat mij sche ut
De moeder en de geneesheer ke
ken elkander aan.
De ontroering, zeide hij am
liet oor der barones, doet zich gei
den.
Mevrouw de Méziere nader le
haar.
Lieveling, zeide zij, er blijft u
nog éen troost. En zij fluisterde de
jonge vrouw iets in het oor.
De jonge vrouw kreeg een hevi-
gen schok.
Toen helderde haar gelaat op.
Ilaar oogen glinsterden.
- Een kind, prevelde zij. E-m
kind om te beminnen, te verzor -
gen, te zegenen
Zij viel op de knieën aan het
voeteinde van het bed, waarop de
doode rustte, en riep
- Dank Ge laat mij niet alleen.
Misschien een zoon. Aan hem zal
ik de toekomst en mijn leven wij
den. Met hem zal ik altijd bij a
zijn.
Zij scheen plotseling een geheel
ander mensch geworden te zijn.
De moeder en de dokter be-
chouwden haar met, tranen in do
oogen.
Zij durfden haar niof storen en
wilden haar niet ontrukken aan
de opgewondenheid, die haar wree
de smart matigde.
(Einde inleiding.)
EERSTE DEEL.
I.
Een huwelijksaanvraag.
Mijnheer de markies d'Arbois.
Dit bezoek, dat op oen kouden
winterdag door een bediende aan
gekondigd werd, deed de beide da
mes, die in oen der zalen van het
kasteel zaten, lievig ontstellen.
Het waren de barones en haar
dochter.
binnen te gaan. Hij gaf zijn dier
de sporen eu reed in galop de deur
van de keuken in. Hier speelden
vier kinderen. De ouders waren
juist bezig op de deel, toen uaat
opeens de muren scheurden, de
dakpannen neerkletterden. In
doodsangst snelde de moeder naar
he.t woonvertrek, zag er de ineen
storting, 't nog opstuivend puin,
gilde om haar jongste „mennekc,
menneke, waar zit ge toch
„Ta ta, ta ta.." hoorde zij z'n
stemmetje vlejend antwoorden.
Maar nog zag zij niets, tot de stof
wolk zich neerlegde. Toen vonl
zij haar kinderen terug ineengedo
ken, met de kleinste in het mid -
den onder den buik van het paard,
ongedeerd. Vijf minuten lang,
als bet tempeest bad geduurd, was
hot trouwe dier daar beschermen 1
over ze heen blijven staan.
Een andere ruiter werd door de
tornado uit het zadel gelicht, over
een hooischelf, toen over het d i>i
van een huis heen geworpen, waar
hij bleef liggen zonder eenig let
sel.
Een broeder uit liet klooster was
juist buiten, wilde het waschhuis
binnenvluchten, werd een meter
hoog van den grond opgezogen,
zag gelijktijdig den toren over zich
heemvaaien.en geen schram,
Christina hief liet hoofd op en
keek haar moeder aan. Deze
scheen van haar kant haar dochter
te raadplegen.
Zult ge hem ontvangen, mo
der
Ik kan het moeifijk laten, d it
weet ge wel.
Sta dan toe, dat ik mij verwij
der.
Wilt ge mij alleen laten
Wilt ge hem niet zien
Waartoe zou dat dienen Ik
heb u reeds meer dan honderd ma
len herhaald, dat ik niet wil en
niet kan trouwen.
Meer dan v.ier jaren waren vcr-
loopen sedert de ramp, welke wij
in de inleiding van dit verhaal
vertelden, sedert den droevig.'u
dood van den echtgenoot van freu
le de Méziere. Christine had er
zich nooit over kunnen troosten.
Zij was altijd nog in zwaren rouw.
Har gelaat was steeds doodsbleek,
zonder een glimlach, met een
droefgeestigheid in den blik, die
nimmer week en iets droomerigs
aan de oogen gaf. Altijd schoon.
.Ta schooner dan voorheen. De
moeder was? zeer verouderd. Iïeur
haar was geheel vergrijsd en zij
bewoog zich uiterst moailijk. De
laatste beproevingen, welke zij
had moeten verduren, hadden
haar leven, dat reeds zooveel gele
den had door den dood van haar
echtgenoot, geheel vernietigd.
Zonder ooit aan eenig genoogei
te. denken, scheen zij geheel voor
haar dochter te leven, en zij ken
de geen anderen wil dan den hare
Zij legde haar werk langzaam
neer.
Ik zal doen, wat gij verlangt,
zeide zij. Tk ben de vrouw niet,
om u een vereeniging op te drin
gen, waarmede uw hart niet in
geen spoor van eenig blessuur.
Drie meisjes met een inolkv,.
gentje waren nog maar honderd
pas van huis, toen zij twee licbi"
wolken over den grond zagen aan
komen. De stormzuiging wiun
hen neer. Aan elkaar vastgeklemd
wachten zij af., en toon verba
den zij sloeg de bliksem uil l'--
wolken omhoog naar de lucht. Ia .1
oogenblik later was hel stikke «Ion
ker.
Hetzelfde trouwens heeft ee«i
vlieger waargenomen. Op het «hei
gend moment, dat «le tornado voor
af ging, kwam hij uit do richting
Wanrooy, op het dorp Zeeland
aangevlogen. Verschrikt keerde
hij terug, deed een noodlanding,
en vertelde aan de menschen h.i
had daar boven do streek een vim-'
zee zien oplaaien, waar hij niet
doorheen durfde. Kort daarop
ging hij weer de lucht in. vervolg
de onvervaard zijn koers en zag....
de verwoesting. Maar aan «len
rand van den weg, dien de cycloon
heeft genomen ploegden «le hoeren
in het veld rustig voort. Alleen ge
tuigden zij later, dat zij de hei m
lichte laaie hadden zien staan.
Wat ook opmerkelijk was, zei
de pater, twee uur na het pnsse«>-
ren van den cycloontosforei'onle
alles nog wat ge aangreep in den
kloostertuin een handvol aarde
een ontwortelde boom. 'f srluien
nog allemaal zwaar electriseh ge
laden.
Verder deelde men mede dat
van al de ingezamelde, gelden «le
slachtoffers nog geen cent onder -
stand hebben ontvangen en ook
nog geen enkele zekerheid.
Het natte weder en de oogst.
Men bericht, zoowol uit Maas
tricht als uit Maas on Waal dal «Ie'
aanhoudende regens der laatsïo
dagen veel schade hebben ge.lrr n
aan den oogst, voor al ook van h.
fi uit. In Maas en Waal valt veel
stemt, maar wij zijn toch verplcht
den markies uw besluit mede te
deelen.
Christine antwoordde met een
onverschillig gebaar.
Zeg het mij, moeder. Deel hem
mijn zeer besliste weigering me
de en dat ik er niet meer over
wensch te hooren.
Zij stond op, opende de deur, die
naar een ander vertrek leidde en
verdween.
De barones wendde zich tol den
bediende, die nog stond te vach
ten.
Laat mijnheer den marki-s
d'Arbois binnen, zeide zij.
Na verloop van een paar minu
ten verscheen oen man op den
drempel van de zaal van ongeveer
vijf-en-veertig jaren. ITij had een
grijzende baard, was zeer lang,
zeer mager en had oogen, die st -vk
schitterden.
Hij groette mevrouw do Mé;<i
re met de uiterste beleefdheid n
zeide op eenigszins misnoegd 1
toon, terwijl hij naar den - i
wees, zoo juist door Christine ve« -
laten, on waarop zij haar werk
had laten liggen
Ha, ik zie, dat «le aankoudi -
ging van mijn bezoek uw i -.
beeft doen vluchten.
De barones kon een blos niof
onderdrukken.
Volstrekt niet, mijnbeer, ant
woordde zij. Mijn dochter wns n:
gekleed om bezoeken te onfv»--
gen.
De markies liet zich dn r «le.i
verontschuldiging niet vangen.
Plaats nemend op den stoel, vd:
hem door mevrouw do Mézier<-
aangewezen werd. zeide hit
Freule de Méziere schijnt m:i
dus wel zeer hevig te haten.
(Wordt vervolgd.)