Hst gestolen Kind.
18e Jaargang.
Dinsdag 23 Augustus 1927.
No. 64.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WSÊ
WIERINGEN EN OMSTREKEN
WIERINGER COURANT»
JORN J. BOSKER, WIERINCXM
UITGEVER i
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.~
ADVERTENTI6N;
Van 15 regels 0.60.
Iedere regel meer
0.10.
IUIEAUi
Hlppolytnshoe! Wlarls|M.
TaleL later co mm. No. IA
PARIJSCHE MODEBRIEVEN.
ONLE MOUWEN. De mode onr de japonnen
uit twee verschillende stollen samen te stellen
heelt aankiling gegeven ook de mouwen met
een weinig' meer ïantasie te maken. Dikwijls
vervaardigt men ze in twee contrasteerende kleu
ren. Vooral de ballonmouwen loenen zich uitste
kend hiertoe. liet onderste ballonvormige deel
is meestal van dunnere ot lichter gekleurde stol
dan het bovengedeelte. Een aardige fantasie is
't ook, om het schouderstuk van de japon bene
vens het bovengedeelte der mouwen bijv. van
gebloemde siof te kiezen, terwijl de verdere ja -
pon geheel effen is of, omgekeerd, van effen sioi,
als de japon uit gebloemde stof bestaat,
'N MODEGRIL. De mode mag grillig zijn en do
eifenaardigste capricen hebben. Tenminste in
het rijk der mode. In 't gewone leven is dat min
der gcwenscht.
Wanneer go in de namiddaguren in een der
Parijsche mondaine café's een kopje thee gaat
-gebruiken," en op uw gemak eens het elegant ge-
kleede publiek in oogenschouw neemt, zoo zult
ge hier en daar een dame opmernen met een
snoezig klein hondje onder den arm. 't' Hondje
houdt zich ongelooflijk stil en rustig, 't Lijkt wel
oi 't uit ontzag voor de chipue omgeving, bijna
niet durft ademhalen. Als men het diertje ech
ter naderbij beschouwt, blijkt 't geen echt keffer
tje te zijn, maar een grappig taschje, waarvan de
sluiting handig in het donzen vachtje verborgen
is.
GOUDBORDUURSEL. Japonnon en sjaals bei-
do worden tegenwoordig heel veel met goudbor-
düurscl versierd. Een dergelijk borduurseltje
met z'n fijne gele goudglans doet bijna overal
goed, op een elegante avondjapón zoo wel als op
FEUILLETON.
oo
No. ü8.
Martlia Mcndcz was ongemerkt het vertrek
binnengetreden.
Zij naderde Fanny, die door den ouden man
steeds ondersteund werd en drukte een kus op
haar voorhoofd.
Dank, mijn kind, dank, sprak zij. Dit oogen-
uiik schenkt mij vergoeding voor alles wat ik go
leden heb.
Mijnheer Foster, ging de kleindochter van
Pieter Quinn voort. Het. is God, die uw halt ge
neigd heeft om aan de heden van dezen "ngel
toe te geven en uw vooroordeelcn aan haar tra
nen op tfc offeren. Ontvang daarvoor het loon
nog eenige uren en de geboorte van Fanny zaJ
blijken geheel en al vlekkeloos te zijn.
Wat zegt gij riep het meisje uitik zou
dus niet
Eer zij haar zin kon voleindigen, kwam nog
een ander persoon binnen.
Duncan, de dienaar van kolonel Harring -
ton riep Fanny uit.
I Vergeef mij, sprak de trouwe dienstknecht,
lUiiei ik kom het pakket terugvragen, dat ik u
hij onze ontmoeting in Frankrijk, op het kasteel,
in bewaring gegeven heb.
Daar is het, sprak Fanny, en opende snel
pen eikenhouten kastje, waarvan zij den sleutel
altijd hij zich droeg.
De soldaat stak zijn haud uit.
Miin hemel riep miinheer Foster uit, dat
Pakket..het pakket, dat Griffels mij ontstolen
heeft zag er eveneens uit. Deze paleren....
Werden door mijn vroegeren meester aan
den kolonel toevertrouwd. Dit pakket bevat het
testament van
Eduard van Hertcnstein.
Die naam kwam gelijktijdig van de lippen van
een meer eenvoudig wollen costuumpje. Op een
tulle sjaal brengt men 't dikwijls op de volgende
wijze aan. Met kleine lapjes fluweel en zijde
heeft men op de tulle bloemen en bladen geappli-
lueerd in verschillende kleuien. Elk der bloe -
men wordt daarna langs den geheelen omtrek
met gouddraad omwerkt. Een dergelijke sjaal
wordt hij voorkeur gedragen bij een crepe de
chine toiletje in een fijne, roze tint, dat smaak -
ol gegarneerd is met borduursel van goud en
kraaltje van roze kristal. Die borduursels zijn
heel fijn en teer gehouden. Ze zijn niet te oiver -
vloedig aangebracht en ook niet te groot, om
vooral geen overdadigen, rijken indruk te maken
ii den frisslhen jeugdigen indruk van het roze
japonnetje weg te nemen.
MARKTOVERZICHT.
Vele veehouders uit andere provinciën, trach
ten uit Friesland een stierkalf te verkrijgen,
wiens afstammelingen zijn veebeslag in waarde
zal verhoogen. Zij koopen dat kalf veelal door
tusschenkomst van den handel, maar vergeten
daarbij, dat niet elk kalf, 't welk in Friesland
geboren is, eenei hooge stamboekwaarde heeft.
Friesland heeft bij eene veestapel van 3*4 hon
derdduizend koeien er slechts 40451 in het stam
boek. Ook bij de kalveren is dus niet alles echt.
Daarom heeft nu het Friesche Rundveestamboek
besloten, dat bij den- verkoop van een stierkalf,
eenige zekerheid van afkomst kan worden gegei-
ven. Het besloot, dat bij ieder verkocht stierkalf
een certificaat kan worden, gegeven, dat ter con
trole naar het stamboek kan worden opgezon
den.
De markt van 18 Augustus was te SCHAGEN
goed voorzien. Met uitzondering van varkens,
was de handel bevredigend, bij wolvee zelfs zeer
goed. Oude Schapen liepen tot 36,Vette o-
verhouders voor den uitvoer noteerden tot 40,
uitverlammeren Hepen tot 28,—. Voor de wei
de noteerden wij 18,J 22,-. De vette koei
en liepen van 0.80 tot 1,10. Alleen voor prima
kwaliteit, jong en riip. werd de laatste prijs in
enkele gevallen betaald. Zware Stieren voor
Duitschland 0.90. Nuchtere kalveren met wit
heren handel 12a 25,Varkens waren iets
minder. Zouters 65 cent, goede slachtvarkens 67
crnit per Kilo.
VAN ALLES WAT.
HONDSDAGEN.
Wij zitteen op het oogenblik officieel in de
hondsdagen. Wie het woord in verband zou wil
len brengen met het verschijnsel dat in deze da-
gen de honden hijgend met de tong uit den bek
loopen of liggen, tast mis. Hondsdagen noemt
men de dagen van 23 Juli tot 23 Augustus, om
dat dit tijdperk bij de Grieken, die het „Opora"
noemden, bepaald werd door den op en onder
gang, van de Hond-ster (Sirius). Het onderscheid
de zich, vooral in Griekenland, door groote hit
te, en ook op onze breedte geldt deze periode
voor die van de grootste' warmte gedurende het
geheele" jaar, hoewel deze tegen het einde der
hondsdagen reeds aanzienlijk begint te vermin
deren. In onzen tijd is Sirius reeds in het begin
van Juli met de zon in samenstand, zoodat de
hondsdagen thans eigenlijk zouden moeten du
ren van half Juni tot half Juli.
EEN AUTOMOBILISTE VAN 93 JAAR.
Te Lynn (Ver. St.) heeft mevrouw Eunice W.
Ayers, die 93 jaar oud is, een auto gekocht, en z\)
leert die zelf nog besturen, met het plan er dezen
zomer een reis mee te doen. Toen zij had gelezen
van de vlucht van Lindbergh over den Oceaan
heeft zij tot zichzelf gezegd
Als zoo'n jongen over den Ocetan durft
vliegen, dan durf ik op mijn leeftijd nog wel een
auto te gaan besturen
WAT ER AC F/TER IJSCO ZIT.
Behalve in Rusland en de Balkanstaten is er
bijna geen beschaafd land meer, waar geen room
ijs wordt bereid. De fabricage en de samenstel
ling zijn bijna overal gelijk. Officieel bekend zijn
er thans ongeveer 5000 roomijsfabrieken, waar
van in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika
ongeveer 4500 (alleen in de stad New-York zijn
er 70 Amerika dus 4500 Argentinië 10 Au
stralië 16 Brazilië 2 Canada 150 Chili 1 Co-
lumbia 1 Cuba 4 Denemarken 2 Duitschland
18 Engeland 34 Fraprijk 10 Finland 1 Gua
temala 1 Japan 8 Mexico 2 Nederland 5
Nieuw-Zeeland 3 Noorwegen 2 Oostenrijk 2
Zweden 2 Zwitseland 6 Zuid-Afrika 1.
WALVISSCHEN.
Hoe diep zij onder water gaan.
In de jongste aflevering van „Nature" wordt
jin herinnering gebracht,- dat een walvisch, wan-
jiieer hij worddt aangevallen, gewoonlijk tracht
te ontsnappen door verticaal naar beneden te
(zwemmen. De lijn aan de harpoen, waardoor hij
|is getroffen, geeft dan aan hoe diep het dier naar
beneden duikt. De Noordkaper blijkt nu veel
dieper onder water te zinken dan de vinvisch.
Wanneer de Groenlandsche walvisch wordt aan
gevallen duikt hij onmiddellijk omlaag met snel
le vaart, zooals blijkt uit de snelheid, waarmede
de lijn moet worden afgevierd. Na eenigen tijd
komt het dier uitgeput \vee<r hoven en kan dan
gemakkelijk worden gedood. Groote exemplaren
gaan wel tot 700 a 800 vadem diepte en zij blijven
ongeveer een uur onder. Is de zee niet diep ge
noeg, dan stuit de bodem den walvisch in 'zijn
vaart, hetgeen dan zijn dood veroorzaakt. Ook
kan het dier de zeer groote diepte soms niet ver
dragen, zóoat het sterft onder water. Men oppert
het vermoeden, dat er verband zou zijn tusschon
d* dikte van de laag walvisch spek en de - diepte
van onderduiking. De dikke laag zou het dier
n.l. in staat stellen weerstand te bieden aan den
Sterken waterdruk bij groote diepten.
EEN KRASSE GRIJSAARD
gen bijna 80-jarige landbouwu uit Y\oubnig-
ge, die eenigen tijd geleden bijn zijn kinderen in
Amerika op visite ging, heeft dezer dagen ook
een bezoek gebracht aan zijn kinderen in Gronin
gen en de krasse grijsaard maakte het reisje.
per fiets.
EEN GERAFFINEERDE TRUC.
Woensdagavond vervoegde zich bij den fietsen
den soldaat en den advocaat.
Dierbaar meisje, sprak mijnheer Foster,
Fanny dichter bij zich trekkende en haar op het
\oorhoofd kussende, het zoo lang gezochte pa
pier, welks bestaan ons allen gelukkig maakt,
bevond zich dan in uw handen. Waarlijk, Gods
wegen zijn ondoorgrondelijk.
Allen gelukkig, dacht Martha. En ik dan
Mij gaat ze verlaten.
Op Vredelnst.
Toen Clement Foster en zijn getrouwe dienaar
in Vredelnst gekomen waren moesten zij her -
haaldelijk aankloppen en lang wachten, eer zij
antwoord kregen. Eindelijk kwam de huishoud
ster de deur openen.
Herkent gij mij, juffrouw sprak de bedien
de van Clement Ik ben George, de voormalige
boschwachter.
Ik ben blijde, zeer blijde u weder te zien
maar het huis is gesloten. Enfin, als gij een oo>-
gonblik wilt binnenkomen om wat uit te rusten...
Zeker willen wij binnenkomen. Kapitein
Foster heeft opzettelijk de reis gemaakt om het
kasteel nog eens weder te zien hij is voornemens
het te huren.
- Het is niet te duur, gaf de huishoudster ten
antwoord.
Is mijnheer dan teruggekeerd vroeg Geor-
ge weder.
- Oude tooverheks, hoorde hij een toornige
stem uitroepen, had ik u niet verboden....
Clement trad met den brief van Martha Men-'
ez in zijn opgeheven hand binnen.
Gij zijt een man des doods zoo gij nadert,
schreeuwde denman en.legde een pistool op Cle
ment aan.
- Een brief van Martha Quinn, sprak Clement
doodbedaard.
De heer Mourdaunt werd zeer bleek.
- Wie is die man vroeg hij. op George wij -
z-'-nde.
- Miin knecht hij is volkomen te vertrouwen.
De heor Mourdant zeg hem eenige oogenblik -
ken aan en zonder te spreken daarop brak hij
den brief onen en las hera aandachtig door.
- Kapitein Foster. sprak hij daarop en stak
BINNENL. NIEUWS.
UIT BERGEN. In deze gemeente zijn een paar
gevallen geconstateerd van rotkreupel onder
schapen.
UIT HEERHUGOWAARD. Toen de heer D.
Stam Vrijdagmorgen zijn kippen in de gelegen
heid wilde stellen een morgenwandeling te gaan
doen, bleken ze spoorloos te zijn verdwenen. Ver
moedelijk zij'n ze Donderdagavond tijden9 afwe
zigheid van den eiger^ar gestolen.
Er worden 60 a 70 kippen vermist.
UIT BOVENKARSPEL. In den 8000 H.A. groo-
ten polder „het Grootslag" staan tengevolge van
de zware regens der laatste dagen enkele stuk
ken bouwland onder water. Hoewel alle drie de
stoomgemalen reeds enkele dagen geregeld op
Clement zijn hand toe, ik gevoel mij gelukkig u
op Vrededust welkom heeten. Duizendmaal ver
schooning voor het misverstand van daareven.
Gij zult met ons dineeren en morgen vertrek in
naar Londen om de kennis van mijn lOUfie vrien
din Martha te vernieuwen.
Welk een plotselinge verandering, dacht
Foster bij zchzelf.
De» volgende dag was nog niet ten einde, of de
heer Mourdant en Clement bevonden zich reeds
in de Harly-straat. De bijeenkomst van Martha
en den heer Mordaunt droeg een zeer zonderling
karakter. Laatstgenoemde scheen te heven en in
de tegenwoordigheid van de kleindochter van
Pieter Quinn. Evenwel herstelde hij zich spoe
dig.
Komaan, Martha, open kaart gespeeld, riep
Je heer Mordanut, zoodra zij zich alleen bevon
den. Zal het vrede of oorlog tusschen ons zijn
Vrede. Ik heb u hier laten komen, om u een
overeenkomst voor te stellen. Ik bied u al de be
wijzen, die ik tegen u bezit, aan, als gij daarvoor
de waarheid omtrent Fanny's geboorte wilt zeg
gen.
Goed, hoor mij dan slechts aan, antwoordde
de heer Mordaunt en zette zich op een stoel ne
der.
Hun onderhoud duurda jang het was nog
nauwelijks geëindigd, toen mijnheer Foster en
zijn zoon aankwamen.
Mijn zoon heeft mij gezegd, dat gij mij noo-
dig hadt, juffrouw Mpndezz, sprak de oude mnn.
Waarmee kan ik' u van dienst zijn
Dat zal ik u zeggen. Sta mij toe, u voor te
tellen graaf Jan Mourdant van Vreidelust. uit
wiens handen ik nu zestien jaren geleden mijn
aangenomen kind Fanny ontvangen heb.
Uit zijn handen dacht Clement.
Mijnheer Foster zag den graaf met aandacht
aan maar het gelaat van den hoer Mordaunt
Heef onbeweeglijk.
't Was een zaak van vriendschap Gij zult bo
ter dan iemand anders in staat ziin mijn beweeg
redenen te waardeeren. Tk deed het om miin
neef en vriend, graaf Richard van Hertenst.ein,
te vernlichten.
Rii het hooren van den naam van TTerfenstein
veranderde het gelaat van mijnheer Foster van
handelaar W. W. te Dordrecht, een jongeman,
met de mededeeling, dat er een band van zijn
„wagen", die ergens anders aan den weg stond,
gesprongen was.Hij vroeg, of hij even naar Rot
terdam mocht telefoneeren om 'n andere band..
De fietsenhandelaar had daar niets op tegen. De
jongeman nam de telefoon van de haak en vroeg
een nummer aan, dat achteraf de Rotterdam-
sche Gemeentereiniging bleek te zijn. Toen „Rot
terdam" aan de telefoon kwam, kon hij, ondanks
zijn geroep „hallo, je spreekt met Fransgeen
gehoor krijgen.
Hij besloot toen maar zelf even naar Rotter -
dam te gaan. Voorgevend, dat er te weinig trei
nen omstreeks dien tijd liepen, vroeg hij aan W.
een fiets te huur. De laatste had dooi' al het vooi
gaande niet den minsten argwaan en maakte "n
fiets in orde, welke hij voorzag van een belasting
plaatje en een lantaarn.. De heer „Frans" zou on
middellijk per trein terugkomen met fiets en
band.
Toen hij vertrokken was, bleek echter, dat er
nergens een wagen met een lekken band aan den
weg stond
En de heer „Frans" moet nog altijd terugkee-
ron.
IN EEN RIEK GEVALLEN.
Het zoontje van den heer M. A. te Budel, is bij
het spelen in een riek gevallen. Een der scherpe
punten drong in het beentje van 4en kleine. Men
vreest voor bloedvergiftiging.
OM ONDERDAK TE KRIJGEN.
Toon de 21-jarige H. G. uit DcnHaag, Woens
dag bemerkte, dat hij den nacht onder den bloo-
ten hemel zou moeten doorbrengen, daar men
hem op het politiebureau geen onderdak wilde
verschaffen, en het Tehuis voor Onbehuisden
vol was, besloot hij de Westlandsche Stoomtram
te laten ontsporen^ waarna-mon voor hem op
het politiebureau zeker wel plaats zou in ruimen.
Hij zocht een flinken keisteen uit en deponeer -
de dezen »op de rails. Bij de politie ging hij daar
op vertellen wat hii gedaan had. In allerijl bijgaf
de politiedienaar zich met den ioneen naar de
plaats des onheils, waar zij juist aankwamen,
toen de stoomtram de steen in stukken reed,
zoodat. alles nog goed afliep. De onvoorzichtige
had dus ziin^doel bereikt.' daar men hem voor al
le zekerheid? maar inrekende.
PROVTWHTAAT. VTRTTWR
uitdrukking hij gèvoelde, dat hij op weg was
om te vernemen, hoe het toch eigenlijk met dat
testament van Eduard gegaan was.
En mag ik weten, graaf Jan Mordaunt, of
gij..of gij dat kind ontvoerd hebt f
Zeker, het kind bevond zich in een zee*' ne
derig hui9je te Pachtveld. Men had het toever -
trouwd aan de zorg van een zeer jong meisje,
terwijl de ouders ik geloof voor een huwelijk
afwezig waren. Ik nam het nind mede naar Lon
den, en stelde het aan juffrouw Mendez ter hand
.zooals mijn vriend verlangde en daarmede, hee-
ren, "heb ik alles gezegd, wat ik van de zaak weet.
Hadt gij volstrekt geen begrip, mijnheer
Mordant, vroeg de advocaat, van de beweegrede
nen, die graaf Richard had om het kind te laten
ontvoeren
Geen het minste.
Deze verklaring werd in tegenwoordigheid
van Fanny herhaald.
Wij behoeven niet te zeggen hoe gelukkig Cle
ment zich gevoelde, toen zijn vader de hand van
het schoone meisje in de zijne legde.
Wilt gij mij toestaan in deze zaak een raad
te geven vroeg mijnheer Fosted.
Zéér gaarne en van ganscher harte.
In dien tijd van acht dagen houd ik mij verze
kerd den naam van Fannx's ouders vernomen te
zullen hebben.
Mijn reis naar Pachtveld zal mij op tweeërlei
wijze' nuttig zijn.
Ik ben door generaal Mastland gelast alles
op te sporen, wat betrekking kon hebben op den
moord op zijn zoon gepleegd en het is bij het ver
laten van Pachtveld dat hij het leven verlren
moet hebben.
Van welken, moosd spreekt gij vroeg de
raaf met een zeer onschuldig gelaat.
Neen, neen, laat dit onderwerp varen, sprak
Martha ongerust.
't Is mij zoo pijnlijk.
Mijnheer Foster gaf graaf Morjlaunt een wenk.
Haar grootvader Pieter Quinn is bij die zaak
betrokken geweest, sprak hij zacht en in den
kelder van een huis, hetwelk haar toebehoort is
het lichaam, voor zoover het gelaat betreft, ech
ter geheel en al onherkenbaar, wedergevonden.
(Wordt vervolgd.)