JEAEIIE 19e Jaargang:. Dinsdag 2 Januari 1928. No. 1 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN WIERINGER COURAKTgs UITGEVER CORN. J. BOSKER, WIERINGEN VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG. ABONNEMENTSPRU'1 per 3 maanden 1.—. ADVERTENTIëN: Van 15 regels 0.50. Iedere regel meer 0.10. BUREAU: Hippolytushoef Wieringen. Telefoon Intercomm. No. 19. MARKTOVERZICHT. De vele regens van den zomer in 1927, hebben heel wat ongezonde schapen gekweekt, of on- gansch of meer wetenschappelijk uitgedrukt, schapen, die aan leverbotziekte lijden. Wij heb ben in de laatste jaren weinig van deze ziekte gehoord, doch bij natte jaren, komt zij in den herfst weder voor den dag, alsof zij zeggen wil de „ik ben er ook nog." De kenmerken van deze ziekte zijn losse wol, die men gemakkelijk kan uittrekken. Meest al zijn zij mager, lijden aan bloedarmoede, heb ben diarhee en hebben zucht aan de kop en de oogleden. Over het ontstaan en de bestrijding der ziekte een volgende keer. Op de markt te CSHAGEN van 29 December, was de aanvoer heel klein. Behalve bij vette schapen. Vette koeien liepen bij le kw. tot 1,10", verueden jaar, stond de le kw. op de laat ste markt 0.95, 2e kw. 0.90 A 1 3e 0.75 a 0.85. Nucht. kalv. stug 10 a 25. Wegens de zeer slechte wegen en de besneeuwde weiden, was de aanvoer van wolvee zeer gering. De prijzen waren dan ook algemeen lager, vette schapen met zeer kleinen aanvoer 28 36. Vette lam meren tot 28, weideoverhouders 20 a 23. Vette varkens waren goed. Met grooten aanvoer was de handel levendig en liepen de prijzen tot 64 cent Kilo. PROVINCIAAL NIEUWS. PASTOOR J. G. VAN KELCKHOVEN. De N. fT. Crt. meldtDinsdagmiddag 1.1. ging de Zeereerw. Heer J. G. van Kelckhoven te Edam naar een zieke vrouw tot het bedienen van de laatste Sacramenten der Sten-enden. Nadat deze plechtigheid was afgeloopen, knielde Z.Eerw. neder en bad een kort oogenblik na. Hij zeeg echter tegen de naast hem knielen de vrouw neer, eid ontsteld naar buiten liep en hulp inriep. Toen de vrouw met iemand terugkeerde ver toonde zich nog eenig teeken van leven, spoedig echter bleek de pastoor gestorven. De ontboden geneesheer moest dit eveneens oonstateeren. Pastoor van Keckhoven, die den ouderdom van 57 jaren bereikte, was sinds 1924 opvolger Van den Z.Eerw. Mr. M. Aug. Pieper als Pastoor te Edam. Van 17 Mei 1911 tot 25 Aug. 1917 was Z.Eerw. Hr. van Kelckhoven pastoor te den Burg en van 1917 tot 1924 pastoor van de St. Annaparoehie te Amsterdam. Pastoor Van Kelckhoven heeft zich in de ja ren dat hij op Texel werkzaam was, niet alleen onder de Katholieken, maar ook onder de ande re inwoners van Texel vele vrienden verworven. Zelf geboren en giewoiond hebbende op het ei land Wieringen, wist de overledene zich geheel in het leven op een eiland in te denken. Met o- pen oog voor de belangen en nioodon van geheel Texel nam past. Van Kelckhoven warm deel in het openbaar leven en stond op de bres waar dit noiodig was. Wij herinneren hier aan de oprichting der Wijkverpleging, waaraan pastoor v. Kelckhoven een groot deel heeft gehad. En toen in 1914 de FEUILLETON. o—o No. 18. Alles loopt mij tegen, stamelde Jeanne, alles drukt mij neer, alles verplettert mij. Het kind herhaalde Lieve moeder, ik heb honger. We moeten nog wat verder gaan, mijn lieve ling, antwoordde mme. Fortier snikkend en met beklemd hart. We zullen weldra aan een dorp ko men, waar ik brood en een stukje chooolada voor tje zal koopen. Ik ben vermoeid moeder, ik<kan niet meer loopen. Ik zal u dragen, mijn lieveling. Ze nam George in haar armen en kwam we der op den weg. Ëen geheel uur ging zij voort. Zij ademde met moeite, haar krachten geraak ten uitgeput. Eindelijk was zij het bo-sch dooi en kwam aan een vlakte. Zij zag verscheidene huizen, een dorp en versnelde haar tred. Op on geveer honderd schreden van de eerste huizen, bleef zij staan en zette het kind neder. Haar krachten waren uitgeput, haar armen, door de vermoeidheid verlamd, konden haar last niet meer dragen. Tracht een eindje te loopen, mijn liefste, zeide zij. Georges wilde wel, maar zijn gezwollen voet jes weigerden hem te dragen. Wilt ge hier even op mij wachten, zeide Je anne tot haar zoon. Ik zal iets gaan halen om te eten. Ja, lieve moeder. Mme. Fortier ging weder het bosch in, zocht een drooge plaats onder groote boomen, legde er drooge biaderen op, die zij bijeenraapte en zette Georges er op neer. Gij ziet, gij zult hier zoo goed rusten als op groote wereldoorlog uitbrak, was het pastoor v. Kelckhoven diefden eersten stoot gaf aan de op richting van het steuncomité, waarvan de over ledene tot zijn vertrek van Texel een werkzaam aandeel hield. Bovendien was past. v. Kelckhoven een warm vriend voor zoovelen in de moeilijke tijden, die we beleefden, steeds had hij een woord van troost en bemoediging voor allen. Zijn heengaan van Texel werd zeer betreurd. De tijding van van plotseling overlijden zal menigeen smarte lijk treffen. Hij ruste in vrede. Wij vernamen, dat de uitvaart met groote plechtigheid geschiedde en een enbrm aantal be langstellenden (ook uit andere plaatsen) tegen woordig was. De bijzetting had plaats in de priestergrafkelder op de R. K. begraafplaats te Edam. DE GROOTE STORING IN HET TELEGRAAF- EN TELEFOONVERKEER. De Kamer van Koophandel en Fabrieken te Alkmaar heeft het volgende telegram verzon den aan den Directeur-Generaal Posterijen en Telegrafie, te 's-Gravenhage. Storing telegraaf- en telefoonverkeer in Noordhollands Noorderkwartier leidt tot zeer ernstige schade bedrijfsleven. Krachti ger maatregelen tot herstel der verstoorde verbindingen dringend noodzakelijk. Het navolgende, telegram van den Directeur der Posterijen en Telegrafie werd terugontvan gen Spoedig herstel Telegraaf- en Telefoon verkeer ook mijnerzijds dringend noodzake lijk geacht. Weersgesteldheid met name vorst, belemmert in hooge mate* werkzaam heden. Herstel zal geruimen tijd vorderen. Van bevoegde zijde mochten wij vernemen, dat het telefoonverkeer vanaf Wieringen weder 'is opengesteld tot de navolgende plaatsen Scha gen en ressort, Helder, Breezand, Anna Pau- lowna en Texel. Hoe erg de toestand verleden week was mocht Wel blijken uit het feit, dat alléén hier in het Noorderkwartier de lijn HelderTerschelling was intact gebleven en men over slechts die ééne lijn ook nu nog de telegramwisseling met Zuidelijk gelegen plaatsen in onze provincie on derhoudt. De herstelling gaat tengevolge van de vorst •uiterst moeilijk immers de aanvoer van palen, (de oude palen zijn voor 't meerendeel afge knapt) gaat ook zeer langzaam omdat 't scheep vaartverkeer geheel is gestremd. SINT PANCRAS. De 25-jarige L. Blaauw uit Broek op Langendijk maakte per prikslede een tochtje naar hier. Zijn uitzicht werd belemmerd door de zon en hij vermocht daardoior niet de zwakke plekken van het ijs te overzien. Spoedi ger da nhij verwachtte had hii zulk een plek bereikt en begon heit ijs te kraken. Een veiliger ijsweg wilde hij nu nemen, maa tr laat, want de prikslee zakte reeds door het op die plaats broze ijs. Steeds dieper zonk B. met de slede, wijl zijn voeten het ijs maar even raakten. Door zijn bee- nen naar de laagte te drukken, geraakte hij nu tot de hals te water, terwijl de prikslee onder het ijs schoof. Niemand was op deze afgelegen plek te bereiken. Hulpgeroep gaf dus niets. Door imet zijn armen stevig tegen het ijs te drukken, wist hij zich een duw te geven, waardoor hij dichter bij een akker kwam. Hier raakten zijn voeten den bodem van de sloot en wist hij op deze wijze den wal te bereiken en op den vasten grond te komen. Zijne prikslede en stokken in den steek latende, holde hij over akkers en ijs- slooten naar zijne woning, waar hij nu met een werkelijke „ijstrui" en bevroren broekspijpen thuiskwam. Toen B. zijn relaas van de levensgevaarlijke ijswederwaardigheden aan ons beëindigde, zei de hij voorloopig moet ik van het ijs niets meer hebben, brrrr. Dit kunnen wij ons best begrijpen. WACHTSMAN TE IJMUIDEN DOODGEVRO REN. In de Visschershaven te I.Tmuiden ligt. bij één der meersto.elen, die vernieuwd wordt, een klein woonschuitje aan boord waarvan de 45-jarige J. Z. des nachts de wacht houdt. Vrij dagmorgen vond men Z. gedeeltelijk ontkleed in de schuit. Niettegenstaande men geruimen tijd de kunstmatige ademhaling toepaste, ge lukte het niet, de levensgeesten op te wekken. Vermoed wordt, dat de man te water is go raakt en, nadat het hem gelukt was weer aan boord te komen en hij zich gedeeltelijk had ont kleed. hij door de okude is bevangen. Z. laat een weduwe met vier kinderen achter. uw bedje, fluisterde zij. Ja, lieve moeder, antwoordde het kind, ter wijl zijn oogen toevielen en zijn hoofd heen en weer wiegelde, en het strekte zich op de blade ren uit, zijn paard aan zijn borst drukkend. Hij zal inslapen, dacht Jeanne. Ik heb dat liever, hij zal mijn afwezig niet bemerken. Daar bij, ik zal weldra terugzijn. Georges was reeds ingeslapen. Mme. Fortier begaf zich zoo snel als haar vermoeide beenen het toelieten, naar het dorp dat zij gezien had. Voordat zij aan het dorp kwam, hield zij een oogenblik stil en wierp een blik op haar kleede ren. Deze waren nog vochtig en geheel met slijk bemorst. Heur haren, half ontknoopt, vielen wanordelijk op haar gelaat en haar schouders neder. Zij reinigde haar kleederen van het slijk, maakte heur haren weer vast en vervolgde haar weg. In minder dan een kwartier bereikte zij de huizen. Het was nog zeer vroeg in den morgen. Doch de winkels waren reeds open. Eenige dorpelin gen stondeaan hun deur. Zij keken haar nieuwsgierig aan, hetgeen haar veel onrust ver oorzaakte. De oogen neergeslagen, ging zij voor bij en trad een kruidenierswinkel binnen, waar zij een stukje chocolade van tien centimes vroeg. Terwijl de winkelierster haar bediende zag zij haar met onderzoekenden blik aan. Zr vroeg zich af, of zij haar reeds gezien had er raadpleegde haar geheugen, om haar te herken nen. Die is niet van hier, zeide zii bij zichzelve want haar onderzoek had haar niet geholpen. Toen Jeanne dén winkel uitkwam, ging zii een paar huizen verder bij een bakker binnen er kocht er voor twintig centimes brood. Met die kleine uitgaven was al haar geld op. Voorzien van die weinig krachtige eetwaren, hernam zr onder den blik der nieuwsgierigen den weg, dien zij reeds gevolgd had en bereikte weer het bosch Toen zij er ian kwam, had de kleine Georges zich rog niet bewogen, hij was in dienen slaap sedomneld. .Tennne zette zich naast hem neder en dacht nu aan haar droevigen toestand. Al ïengs nam de vermoeiheid de overhand op haar «martelijke gedachten. Zij gevoelde dat de slaap haar overmande. Zij strekte zich uit op den weeken grond en sloot op haar beurt dej>o- gen. BINNENL. NIEUWS. OP EEN HAAS GEMIKT, DOCH EEN MENSCH GETROFFEN. Dat het jachtvermaak ook zijn schaduwzijde kan hebben en zelfs hoogst gevaarlijk kan zijn. ondervond dezer dagen een jachtgezelschap, dat in de onder de gemeente Barneveld gelegen buurtschap Kallenhroek een klopjacht had ge organiseerd, waaraan ook werd deelgenomen door den 74-jarigen jager-jacht-opziener G. v. d. B., die eertijds onder de scherpschutters mocht \yorden gerekend, doch die thans vooral wat zijn gezicht betreft, de gevolgen van den ouden dag begint te gevoelen. Zoo werd deze bejaarde jachtliefhebber dien dag opmerkzaam gemaakt, dat een haas op korten afstand door een hout wal de vlucht nam. Aanstonds legde deze Nim- rodszoon aan en gaf vuur, doch welk een schrik voer er door het jachtgezelschap toen men in plaats van den langoor, den 20-jarigen drijver v. d. B., die aan de andere zijde van den hout wal liep tegen den grond zag vallen. Bij onder zoek bleek deze drijver vooral ernstig aan de slapen gewond te zijn en voorts door tal van hagelkorrels in den arm te zijn getroffen i;n toen een geneesheer hem vervolgens een eerste ver - band aanlegde en hem van zijn bovenkleereri ontdeed, kwamen hieruit een groot aantal loo- den kogeltjes te voorsch,n rollen, die gelukkig op het dikke ondergoed waren afgestuit en dus niet in het lichaam waren doorgedrongen. Of schoon de geneesheer geen levensgevaar dncht- te, aclüte hij het toch noodig den getroffene® een ziekenhuis elders te doen behandelen. Behalve genoemde drijyer, is bovendien ook nog de 41-jarige zoon van den schutter getrof fen. Deze had echter iets meer terzijde geloopen en was dan ook alleen door eenige verspreidde hagelkorrels geraakt, zoodat deze van het nood lottige schot zijns vaders minder last heeft on dervonden. Zooals te begrijpen is, was dien dag ook voor het overige jachtgezelschap de aardigheid er geheel af, en behalve de jager zelf, moet vooral het hoofd der jachtpartij zeer onder den indruk van dit ongeluk heBben verkeerd. Verwacht mag worden, zegt het U. D., dat deze kortzichtige jager voortaan het roer wel voorgoed aan de willig zal hangen en het weid- mansbedrijf aan collega's met betere oogen zal overlaten. ÏOO JAAR EN ®UDER. Nederland heeft thnas tien ingezeten die 100 of meer jaren oud zijn. Het zijn Wed. AsselmanWille, Hengstdijk (Z.) 105 j. Wed. C. A. BresijnZuuren, Utrecht, 101 jaar Wed. J. Botten, Oude Horne (Fr.) 101 jaar. De heer R. B. v. Calcar, 't Waar (Gr.) 101 jaar. Wed. Braafhart, Ede 101 jaar. Wed. Heerschon, Bussum, 100 j. De heer J. Beverberg, Lonneker, 100 jaar. Wed. Magnée—Brechter, Maastricht, 100 jaar. Wed. J. WillemsGeurts, Beuningen (G.) 100 jaar. De heer Daniels, Beverwijk 100 jaar. DE NIEUWE RIJWIELBELASTINGMERKEN. De Minister van Financiën vestigt er de aan dacht van gebruikers van rijwielbelastingmer- ken op, dat de merken voor het jaar 1928 aan de voorzijde zijn voorzien van een open ruimte, wel ke gebezigd mag worden om daarop een naam of wel eenig ander herkenningsteeken te doen graveeren. Tegen beschadiging van. het merk dat door een beschadiging ongeldig zou worden moet worden gewaakt. HOOFDSTUK XIV. Iedereen weet met welke snelheid slechte tij dingen verspreid worden. Verscheidene mijlen in den omtrek wist men zeer spoedig de gebeur tenissen van den voorgaanden nacht, den brand van de fabriek van Alfortville, de verdwijning van Jeanne Fortier, den moord op mr. Labroue, den heldhaftigen dood van Jacques Garaud, die als slachtoffer van zijn zelfopoffering gevallen was. Deze feiten, ongelukkig, maar al te drama tisch, vormden sedert 's morgens het onderwerp der gesprekken in de nabuurtige dorpen. Van alle kanten begaf men zich naar de plaats des onheils, om de rookende puinhoopen te zien. Mme. Frangois, bij wien Jeanne gewoonlijk haar inkoopen deed, vertelde aan wie het hooren wil de, dat Mme. Fortier, de portierster der fabriek, bij haar de petroleum gekocht had, die gediend had, om den brand te stichten. Een vrouw, die van Alfortville kwam en aan wie zij ook die belangrijk nieuws vertelde, zeide haar Weet gij het Wat toch De officier" van justitie is op de plaats de: misdaad aangekomen. Zoo Ja, gij moet naar hem toegaan en uw ver klaring afleggen. Zij is van het grootste belang. En wie zal er gedurende al dien tijd op mijn winkel passen Ik, als gij het verlangt, wanneer het er op aankomt om misdadigers te straffen, mag men zich wel wat moeite geven. Taratata, antwoordde de winkelierster, dat gaat mij niet aan. Indien men wil weten wat ik te zeggen heb, zal men het mij wel hier komen vragen. En het gebabbel der bijeenstaande vrouwen bleef aanhouden. De vrouw die mme. Frangoïs aangespoord had om haar verklaring te gaan afleggen, verliet de groep zonder nog iets te zeggen en begaf zich op weg naar Alfortville. Het was de echtgenoote van den mecanicien, die den voorgaande nacht een der eersten was om hulp te bieden. Zij was van plan, hetgeen zij vernomen had, aan haar man te 'vertellen, opdat hij het aan den officier van justitie zou mede- deielen. Zoodra deze magistraat de kennisgeving ont- BUITENLAND. DE ONGELUKKIGE HOHENZOLLERN- PRINSES. Prinses Victoria, de zuster van den ex-keizer, die onlangs is gehuwd met den Rus Zoebkof, is tot nu toe met haar nieuwen gemaal niet zeer gelukkig gelukkig geweest. Haar echtgenoot ligt nog steeds in het ziekenhuis tengevolge van het hem overkomen motorongeluk. Naar gemeld wordt, zal hij zijn geheele leven kreupel blijven op zijn rug moeten blijven liggen. De Chicigo fTribunie weet mede te deelen, dat Prinses Vic toria, toen zij met haar man in haar paleis kwam, weigerde hem de sleutels af te geven. ÏToen Zoebkof ze toch opeischte, smeet de prin ses ze hem in het gelaat. Zoebkof was dol van woede, sprong op z'n motor en reed als een ra zende door de donkere lanen rond Bonn. De duisternis was oorzaak, dat hij tegen een muur opvloog het ongeluk 'was het gevolg daarvan. Zou het waar zijn vangen, had, welke hem door den politie-com- missaris toegezonden was, had hij zijn bevelen gegeven en zich zonder dralen naar Alfortville begeven, vergezeld" van een rechter van instruc tie en van het hoofd der openbare veiligheid, Van een geneesheer èn twee agenten. Bij zijn aankenmst had de commissaris hem op de hoog te gebracht van de bijzondere feiten, die door het eerste onderzoek bekend waren, geworden. De kassier Ricoux, de bediende David, de koet sier en een aantal werklieden der fabriek waren ondervraagd. Uit dit eerste verhoor vloeide' de waarschijnlijkheid, bijna het bewijs voort, dat Jeanne Fortier alleen schuldig was, dat haar schuld bijna onbetwistbaar was en haar vlucht verzwaarde nog meer de vermoedens, die men tegen haar had. De kassier Ricoux, nadat hij door den officier van justitie ondervraagd was, had zich in alle haast naar Charenton begeven. Daar had hij een telegram naar Saint Gervais gezonden, aan fnc- dame Bertin, de zuster van mr. Labroue. Dit telegram, hoe kort ook, deed heel den omvang Van het ongeluk vermoeden, dat den kleinen Lu- cien, den zoon van den fabrikant trof. Toen Ri coux het telegraafkantoor verliet, ging hij naar huis, verwisselde van kleeding en zonder een minuut te verliezen, keerde hij terug naar Al fortville, waar de .magistraten hem gezegd had den dat zijn tegenwoordigheid onontbeerlijk was. De kassier was een man van ongeveer vijftig jaar, het was een eigenzinnig, knorrig, achter dochtig man, lichtgeraakt en moeilijk om mede om te gaan. Hij was niemand genegen. De arme Jeanne Fortier boezemde hem een zeer bijzon deren afkeer in. Zijn getuigenis, hoewel met de beste meening, van de wereld gedaan, kon dus niet dan ongunstig te haren opzichte zijn. Zoodra hij in de fabriek terug was, ging hij zich ter beschikking stellen van den rechter van instructie die hem zeide jBinnen eenige oogenblilcken heb ik u een reeds vragen te stellen. Vervolgens wendde hij zich tot een der a<- genten en vroeg hun Heeft men het onderzoek gedaan dat ik be volen heb Ja, mijnheer. f i*>?" (Wordt vervolgd.);

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1928 | | pagina 1