JEANNE
I9e Jaai gang
Vrijdag 13 Januari 1928.
No 4.
NIEUWS- EN ADVERTE
WIERINGEN EN OMSTREKEN
HEEREN BAH
TORICO
Tabaksfabriek
De Wakende Leeuw
J. R. KEUSS
Laat 125 - ALKMAAR.
o-o
WIERMGER
UITGEVER
CORN. J. BOSKER, WIERINGEN
VERSCHIJNT ELKEN
DINSDAG en VRIJDAG.
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.
ADVERTENTIëN
Van 15 regels 0.50.
Iedere regel meer 0.10.
BUREAU:
Hippolytushoel WIeringen.
Telefoon Intercomm. No. 19.
30, 70, 100, 120, 140, 150, 160, 180,200.225,250
350, 400, 450, en 500 cent per pond.
BINNENL. NIEUWS.
PIJNLIJK VERVOER.
De politie heeft den den Leidscheweg te U-
trecht een veedrijver uit Rotterdam aangehou
den, die een paard over den weg vervoerde, blijk
baar op weg naar de Veestallen en bestemd vo-or
de paardenmarkt te Utrecht.
Het paard had blijkbaar de allergrootste moei
te ioiïi zich voort te bewegen en leed bij iederen
stap die het deed merkbaar hevige pijn. Dat gaf
de politie aanleiding aanleiding man en paard
aan te houden bij onderzoek bleek, dat bet lin
kerbeen van het paard, boven den boef, gebro
ken was, zoodat het dier niet kon loopen. Deson
danks werd het loopende vervoerd en daardoor
verplicht telkens het gebroken lichaamsdeel op
te trekken en weer neer te zetten. Voorbijgangers
hadden reeds gezien, dat bet paard telkens stuip
trekte van de hevige pijn. Wat den veedrijver
intusschen niet verhinderde bet dier aan de
hand te vervoeren en dus te noodzaken tot loo
pen.
De politie heeft er gelukkig een eind aan ge
maakt. De veedrijver werd geverbaliseerd voor
het noodeloos kwellend vervoeren van een paard.
Het dier is per wagen overgebracht naar het
abattoir en daar op last van de directie a fge
maakt., omdat herstel van het gebroken beer»
was buitengesloten.
EEN GLAZENSNIJDER.
In den nacht van Zondag op Maandag zijn bi?
een viertal winkels aan den Binnenweg te Rot
terdam de spiegelruiten door middel van e-°i
men met een wraakneming tegen een bepaalden
glassnijder beschadigd. Aanvankelijk meende
men met een wraakneming tegen één winkelier
te doen te hebben, maar nu zijn er in den nacht
van Dinsdag op Woensdag niet minder dan vier
en vijftig ruiten op gelijke wijze beschadigd On
den Binnenweg in een bepaald gedeelte huis
aan huis en verder ook nog in de van Oldebarne-
veldstraat, de Aert. van Nesstraat en aan de
Kruiskade en den Schiedamschen singel.
Omtrent den dader tast de politie nog in bet
duister.
HET NOORSCHE TTOOMSCHIP „VANG"
VLOT GEKOMEN.
Dinsdagavond gelukte* het de sleepbooten van
de N.V. Wijsmuller uit Rotterdam bet bij Petten
gestrande Noorsche stoomschip „Vang" weer
vlot te krijgen, waarna het door de sleepboot
„Drente" naar Helder werd gesleept.
De pogingen, om half zeven, bij boog water
aangewend, hadden aanvankelijk geen succes.
Om half negen werd de waterstand belangrijk
hooger, doordat de wind naar het Noorden draai
de. De boot kwam hierdoor eenigermate in be
weging, waarop de poging om de „Vang" vlot te
krijgen, met het gemelde succes herhaald werd.
ONGELUK BIJ BOOMVELLEN.
Twee kinderen getroffen.
Woensdag had te Terwolde een ernstig ongeval
plaats bij het vellen van populieren. Eeen hooge
boom viel in een verkeerde richting en kwam
eer op de brug over een wetering. Van twee
kinderen, die daar speelden, werd een driejarig
meisje door den boom getroffen en kreeg een
hersenschudding, terwijl haar vierjarig broertje
aan een oog werd gewond. Den boomvellers treft
geen schuld.
DRIEVOUDIGE BOTSING.
Te Velp is Woensdagmiddag bij den spoorover
weg aan de Emmastraat een zandtrein in aan
rijding gekomen met een auto en vervolgens met
een kinderwagen, die beiden den overweg pas -
seerden. De kindemagen werd omvergeworpen
en vrijwel geheel vernield, doch het kind. dat in
het wagentje lag, bleef ongedeerd. Ook de auto
is beschadigd.
INHALIGE FIETSENDIEVEN.
Het gilde der fietsendieven te Leiden is bliik-
baar niet meer tevreden met gewone karretjes
en legt zich nu toe op de jacht naar motorfietsen
Voor een druk bezocht café aan den Stationsweg
werd een B. S. A. motor weggehaald.
DE NEDERLANDERS NEMEN IN
LENGTE TOE.
De Nederlanders worden steeds langer. Dat i5,
gebleken uit het onderzoek der lotelingen in dt
achtereenvolgende jaren. Reeds werd geconsta
teerd, dat de gemiddelde lengte der lotelingen
in de laatste helft der vorige eeuw steeds meer
omhoog ging. Het zelfde is nu gevonden voor de
laatste jaren. Een onderzoek van de lotelingen
der jaren 1921'25 heeft uitgewezen, dat hunne
gemiddelde lengte nog steeds omhoog gaat.
Zij bedraagt over dien tijd 170,77 c.M. Sinds
1883 is zij toegenomen met 0,8 tot 2,2 m.M. per
jaar. Voor de vrouw bestaan dergelijke gegevens
niet.
VLUGGE KLOEK.
Als een bijzonderheid kan worden gemeld, dat
niettegenstaande de strenee vorstperiode d^r
laatste weken, bij den heer C. J. Diit te Nieuw
Vennep in de Haarlemmermeer reeds een kin
heeft gebroed en met haar kuikentjes rustig
rondwandelt, alsof 't volop voorjaar was.
DE GROOTSCHE ZFF.MANSDAAD.
Kapitein Smoolenaars vertelt tegen zijn col
lega's nog enkele bijzonderheden omtrent de
redding.
PEUILLETON.
No. 21.
Verduiveld, ik ben aan het gevaar ontsnapt!
mompelde de meesterknecht.
Hij bevond zich nu in het vrije veld, ongedeerd
en terwijl iedereen geloofde, dat hij verkoold lag
onder het brandende* puin, liep hij over de be
ploegde velden om op een goeden weg te komen.
Een uur later viel hij, van vermoeienis uitgeput,
neer in het struikgewas van het bosch van Vin-
cennes.
Eindelijk, zeide hij bij zichzelf, ik ben ge
red
Hij herademde, en verzekerd niet gevolgd ie
worden, wachtte hij den dag af. Bij de eerste
schemering van den dageraad maakte hij zijn
kleederen los en haalde de bundels bankbiljet
ten en de gestolen papieren te voor schijn, welke
hij uit de kas gestolen had en die hij op zijn
borst, onder zijn hemd, verborgen had. Papierer
en bankbiljetten waren een weinig verfrommeld,
het is waar, een weinig vochtig, zij maakten niet
temin een fortuin uit.
Een duivelsche glimlach speelde om de lippen
van Jacques Garaud. Hij vouwde zorgvuldig de
gestolen papieren, die hij ten koste van moord en
brandstichting bemachtigd had en wikkelde zich
in zijn zakdoek. Daarna stond hij op en ging in
de richting van Parijs. Ilij gevoelde geen ver
moeidheid meer.
Hij hield stil bij een schoenpoetser, liet zijn
schoenen poetsen en zijn kleederen uitborstelen:
hij had nu weer het voorkomen van een goed ge
kleed werkman vervolgens begaf hij zich naar
een magazijn van gemaakte kleederen, kocht
zich een volledig costuum en schoenen, alsook
linnengoed en een reistasch, waarin hij al het
aangekochte sloot. Daarna ging hij naar een ho
tel, verwisselde van kleederen en was nu bijna
Toen stond kapt. Smoolenaars op en begon te
verhalen, eerst nog wat aarzelend, maar allengs
kwam hij er beter in en hij vertelde zijn colle
ga's in geijkte zeemanstermen wat er nu eigen
lijk wel op dien 25sten October was gebeurd. j
Zooi vertelde hij van den hofmeester, die naar
de brug schreeuwde, dat de „Mafalda" op de
„Alhena" zou vallen en dat het onverantwoorde
lijk was er zoo dicht langs te varen.
Onversaagd riep de kapitein terug
Dat zal ik weten, jouw leven hangt van mij
af!
Er waren toen niet minder dan vier ladders
uitgelaten, terwijl vele touwen buiten boord
hingen, om den schipbreukelingen gelegenheid
te geven, aan boord van de „Alhena" te klimmen.
Indrukwekkend was het verhaal van den on
dergang va nhet machtige schip. De herinnering
daaraan deed de stem van den kapitein stokken,
zijn oagen werden vochtig, toen het met horten
en stooten eruit kwam
Die gildie vergeet ik nooit. De kapitein
van de „Mafalda" had vier keer de stoomfluit
ten afscheid getrokken, vier honderd passagiers
waren nog aan dek en zagen hun ondergang na
bij. Toen zonk het schip snel.en die honderden,
zij slaakten een gil, zoo ontzettend.neen, dat
vergeet ik nooit.dat ging mij door mijn ziel.
De geredde passagiers wilden weg van de
plaats des onheils, maar ik heb daar geen gevolg
aangegeven, aldus ging de kapitein voort, ik
kruiste nog geruimen tijd ap de plaats waar de
„Mafalda" was gezonken, doch zag niets dan
wrakhout.
De „Formosa" vroeg mij een aantal passagiers
over te geven, doch daar wilde ik niet van we
ten. De Fransman seinde rond, dat de „Formosa"
het leeuwenaandeel in de redding had gehad.
Hetjmij koud. De waarheid zal toch wel aan het
licht komen, zoo dacht ik. En nog vóór de „For
mosa" mocht het mij gelukken Rio te bereiken.
De moeilijkheden om de geredde Italianen
van kleeding en eten te voorzien waren niet ge
ring. Ook de telling leverde steeds verrassingen
op. Eerst werden er 450 mcnschen geteld, bij een
tweede telling vond ik er 500 en tenslotte bleken
er 536 man van de „Mafalda" te zijn opgepikt.
Een schaterlach ging door de zaal, toen de ka-
pitqin het had over de dameskleeding en ver
klapte, hoe uit kussensloopen, door er twee gai-
ten in te knippendamespantalons ontston
den.
De voeding was eenvoudig, maar voldoende en
de geredden waren er zoo dankbaar voor, dat zij
zich op een morgen op het voordek verzamelden,
waar zij ter eere van hun redders het Italiaan-
sche volkslied zongen.
PEN IN HET OOG GEDRONGEN.
Een bewoonster van de Sumatralaan te Am
sterdam heeft bij de politie aangifte gedaan, dat
een onderwijzer circa twee maanden geleden in
de school haar 9-jarigen jongen met de liniaal
zou hebben gegooid.
De liniaal trof den penhouder, waarmede de
jongen schreef, tengevolge waarvan de pen in
het rechteroog drong.
De jongen is, na 4 weken in het Wilhelmlna-
gasthuis te zijn verpleegd, aan dat oog blind ge
worpen.
BINNEN DRIE JAAR DOOR EUROPA
WANDELEN.
Het Nederlandsche echtpaar Appelboom, dat
een weddenschap om 6000 heeft aangegaan,"
om binnen den tijd van 3 jaar door geheel Euru-
pa te wandelen, is te Praag aangekomen. Het
echtpaar, dat 2 kinderen, een van 5 en een van
8 jaar bij zich heeft, is thans 26 maanden op
stap en heeft een paar tenten bij zich, die telkens
worden opgeslagen, als men wenscht te over
nachten. Het echtpaar voorziet in zijn onderhoud
door den verkoop van portret-briefkaarten.
BUITENLAND.
GRUWELIJKE MOORD te ZONDERETGEN.
Het aan de Nederlandsche grens gelegen Bel
gische gehucht Zondereygen, onder de gemeente
Baarle Hertog, is Maandagmorgen opgeschrikt
door een afzichtigen moord.
Het meisje V. de E., als dienstbode in betrek
king bij een boer, verliet Zondag avond, toen het
donker was, de woning om, naar zij zeide, bij een
buurman te gaan kaarten. Zij is daar echter niet
geweest. Eerst Maandagmorgen bemerkte de
boer, dat het meisje 's nachts niet thuis was ge
weest. (Terstond is men toen naar haar ouderlij
ke woning gegaan, odch ook daar was zij niet
geweest. De politie is toon, met behulp van eeni-
ge andere menschen, gaan zoeken. Zij vonden het
verminkte lijk van het meisje, grootendeels on
der water, in een vuile sloot.
Bij nader onderzoek bleek haar schedel te
ingeslagen terwijl het hoofd grootendeels van
het lichaam was gesneden. Voorts was het li
chaam geheel met steek- en snijwonden over
dekt. De Belgische justitie is onmiddellijk met
een uitgebreid onderzoek ter plaatse begonnen.
Omtrent den afschuwelijken moord op de
28-jarige Maria v. d. Eist te Zondereygen, verne
men we nog het volgende
De justitie toog dadelijk op onderzoek uit en
vond voetsporen, die leidden naar de woning
van den landbouwer Donckers. Op een droog-
hek ontdekte men daar een mannenbroek, die
gewasschen was, doch nog bloedsporen vertoon
den. Moeder de vrouw werd er bij gehaald en ver
klaarde, dat de pantalon aan haar 22-jarigen
zoon Jan behoorde, die zich in de hand had ge
sneden en daardoor nog al wat bloedverlies ge
leden had. De politie meende op deze gegevens
Jan Donckers, die op dat oogenblik dei avond
school bezocht, te meten gaan arresteeren. Hij
legde een bekentenis af.
Sinds langen tijd had hij zonder medeweten
zijner ouders, die zeer gunstig aangeschreven
staan, met het meisje omgang gehad. Hij wilde
zich echter van het meisje ontdoen.
Den avond van den moord verscheen hij in
een café en liet zich, in beschonken toestand,
tegen een vriend op weinig vleiende wijze' over
het meisje, dat sinds eenigen tijd niet erg wel
bij het hoofd was, uit.
Daarna vertrok hij om haar te ontmoeten. Zij
werd door hem naar een gracht gelokt, waar hij
haar den hals half afsneed, en op beestachtige
geheel van gedaante veranderd.
Zijn gelaat alleen was nog kenbaar en moest
zelfs de aandacht trekken door de ongewone
kleur van zijn haard en zijn haar. Jgeques trad
bij een kapper binnen en liet zich scheren en zijn
haar knippen.
Hebt gij niets om mijn haar te verven
vroeg hij lachend. Rosse kleur is geen mode en
staat niet in mijn voordeel bij de dames.
Ja, zeker, mijnheer, zeker, antwoordde de
kapper.
Een half uur later had de meesterknecht ha
ren van het schoonste zwart en toen hij zich in
een spiegel bezag, herkende hij zichzelf niet meer
Vervolgens begaf hij zich in een rijtuig naar het
station Saint-Lazare, waar wij hem hebben zien
eten en een telegram naar Havre zenden, getee-
kent met den naam Paul Harmant.
Hij was nu ten volle vrij den weg der fortuin
stoutmoedig te bewandelen en voor zooveel
men van iets zeker is op deze wereld zeker van
straffeloosheid!.
HOOFDSTUK XVII.
Laat ons nu Jeanne Fortier weder opzoeken,
die wij in het bosch achtergelaten hebben, naast
haar zoon ingeslapen, nadat zij in het naburig
dorp wat brood en chocolade gehaald had. De
arme moeder, afgemat, sliep bijna twee uren.
Toen zij wakker werd, stond de zon reeds hoog
aan den hemel. Georges sliep nog, zijn karton
nen paard met twee handen tegen de borst druk
kend. Jeanne hield lang haar blikken op hem
gevestigd, haar oogen schoten vol tranen, die o-
ver haar wangen rolden maar zij trachtte de
9ombere gedachten af te weren, die haar geest
bestormden en zeide bij zichzelf
Ik mag niet weenen, ik moet moedig zijn
ik moet aan mijn kinderen, aan de toekomst den
ken. De toekomst, herhaalde zij, wat kan de toe
komst zijn voor mij Ik bezit niet dan de door
weekte kleederen die ik aan het lichaam heb en
in mijn zak niet een enkele stuivrWaarmede
zal ik Georges dezen avond voeden Ik wil wer
ken, ik zal een betrekking zoeken. Ik zal nog
verder gaan, zoo ver mogelijk van Parijs.
Op dit oogenblik maakte George een lichte be
weging. Jeanne boog zich over hem heen.
Ik heb honger, lieve moeder, zeide het kind,
terwijl het zijn oogen opende.
Ziehier, mijn lieveling, hier hebt gij iets te
eten.
En de jong© moeder gaf haar zoon een deel
van hetgeen zij gekocht had. Georges nam het
aan, at met graagte van het brood en de choco
lade en vroeg
Eet gij niet, lieve moeder
Neen, mijn liefste.
Waarom niet
Ik heb geen honger.
Jeanne, integendeel, gevoelde maar al te wel
den honger, die meer en meer haar maag kwel
de. Maar kon zij aan het weinige voedsel komen,
dat zij voor haar zoon bespaarde
Eindelijk werd het avond. Mme. Fortier gaf
aan het kind weer een weinig brood en chocola
de en liep recht voor zich uit, zonder te weten
waarheen. Maar zij had te veel op haar krachten
gerekend haar gezwollen voeten droegen haar
met moeite zij legde gedurende den nacht een
klein eindweegs af en was verplicht verscheide
ne malen te rusten, want vermoeidheid en hon
ger drukten haar ter neer. Na een vrij lang op -
onthoud nam zij Georges weer op de schouders
en begon opnieuw voort te loopen of beter, zich
met grootte moeite voort te slepen.
De nacht verliep het werd dag. Jeanne her
vond zich te midden van een groote vlakte. Ner
gens bemerkte zij een boschje, waar zij zich
kon verschuilen.
Eenige boeren, die naar hun veldarbeid gin -
gen, liepen haar voorbij. Toen zij haar zoo bleek
zagen, met ontstelde gelaatstrekken, de kleede
ren met slijk bedekt, schenen zij haar veel wan
trouwen en weinig deelneming te betoonen. De
jonge weduwe ging maar voort, haar slapende
Georges op de armen dragende. Zij bemerkte de
huizen van een gehucht.
Er gebeure wat wil zeide zij met hijgende
stem bij zichzelf, ginds zal ik stilhouden
Een boerin wilde haar juist voorbijgaan, toen
Jeanne haar staande hield en haar vroeg
Gelieve mij te zeggen, madame, aan welk
ctorp ben ik
Te Chevrv. bij Brie-Comte-Robert, ant
woordde de boerin en zij vervolgde haar weg.
Jeanne Fortier ko.n niet verder gaan. Haar bee-
nen weigerden hun dienst zij was verplicht aan
den kant zich aan den kant van den weg neer
te zetten.
De weinige voorbijgangers zagen haar met wan
trouwende nieuwsgierigheid aan. Een klein
meisje van ongeveer tien jaar, dat een koe liet
weiden, bleef voor haar stilstaan. Jeanne sprak
haar met dezen woorden aan
Zeg mij, lief kind, in welk deel van het
dorp de pastorie staat.
Het meisje keerde zich naar het dorp om en
antwoordde
De pastorie is het eerste huis dat gij ginds
ziet, met een wit torentje, een spits dak en hoo
ge boomen.
Dank u, lief kind.
Jeanne stond op, nam Georges in haar nrmen
en met den stijven tred, eigen aan wandelaars,
zette zij haar weg voort. Terwijl zij voortschreed,
mompelde zij
Ik zal mij tot den geestelijke van het dorp
wenden. De vertegenwoordiger van den goeden
God zal misschien medelijden met mij hebben.
Hij zal niet weigeren mij te helpen, mij raad te
geven.
De pastorie van Chevry was een reeds oud en
eenvoudig gebouw, doch had een liefelijk voor
komen het huis bestond uit een beneden- on
twee bovenverdiepingen, met een torentje terzij
de, dat tot duivenhok diende het was omrine-d
met boomen, die er schaduw en frischheid om
verspreidden. Voor het huis lag een grasveld
met struiken en bloemperken versierd, welke
men vanaf de straat, door de ijzeren tralies van
het hek kon zien. Achter de woning strekte zich
een vrij groote moestuin uit, die ook met vmcht-
boomen beplant was.
Sedert meer dan twintig jaren bediende de
zelfde geestelijke dit dorpie, waarvan de bevol
king geen vierhonderd zielen telde.
Mr. Felix Laugier was een man van oneeveer
acht-en-vijftig jaar. met open en vriendelijk Ge
laat, met een zachten en openhartigen blik. Al
zijn gemeenteleden, zelfs degenen die onverschil
lig waren voor godsdienstige zaken, beminden,
achtten en eerbiedigden hem. Hij woonde op de
pastorie van Chevry met ziin zuster, die zestig
jaren telde, en een dienstbode.
(Wordt vervolgd.)