j. R. KEOSS TAS
JEANNE
19e Jaargang.
Vrijdag 27 Juli 1928
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR
WIERINGEN EN OMSTREKEN
No. 60.
Tabaksfabriek
De Wakende Leeuw
J. R. KHUSS
Laat 125 - ALKMAAR.
WIERINGER COURA
UITGEVER
CORN. J. BOSKER, WIERINGEN
DINSDAG en VRIJDAG.
VERSCHIJNT ELKE N 'J
ABONNEMENTSPRIJS
per 3 maanden 1.
een waarborg voor de kwaliteit.
WEGENS VACANTIE VAN HET PERSONEEL
ZAL DIT BLAD DINSDAG a.s. NIET VER
SCHIJNEN. RED.
BINNENL. NIEUWS.
BEZOEK OLYMPISCHE RUITERS AAN
DE KONINGIN-MOEDER
De deelnemers aan de Olympische ruiterwed-
strijden zullen op 3 Augustus a.s. gezamenlijk
een bezoek afleggen bij de koningin-moeder ten
paleize te Soestdijk, ter gelegenheid van haar
verjaardag. De ruiterstoet van meer dan 150
buitenlandsche officieren wordt 's morgens om
half tien opgesteld op de Schuttersheide te Hil
versum, waar de afmarsch naar Soestdijk be
gint.
IJMUIDEN.
Ongeveer drie weken vroeger dan andere ja
ren kwam te IJmuiden Maandag de eerste vor-
sche haring in dit seizoen aan den afslag n.1.
300 manden, aangebracht door den drifter „Ro
ze IJ H 69". Daar de haring van prima kwali
teit was, bracht ze veel geld op. Het vaartuig
besomde ongeveer 3000.
VAN EEN SCHOMMEL GEVALLEN.
Zondagavond is het 16-jarig dochtertje van
den heer V. te Moordrecht van een schommel
gevallen, staande op het terrein van het Stati
onskoffiehuis. Het meisje werd op een weiland
geworpen en verloor het bewustzijn. Direct was
dr. Van Westendorp aanwezig. Uit het voorloo
plg onderzoek bleek, dat vermoedelijk een hals
wervel was getroffen. Per ziekenauto is het
meisje naar het van Iterson Ziekenhuis te
Gouda overgebracht.
HET APPELTJE VOOR DEN DORST.
Bij een 74-enarige woonschuitbewoner, wiens
ark in de Rotte te Rotterdam ligt, kwam vrij
geregeld een jonge werkman een kopje koffie
drinken, De gastheer kende ziin gast alleen van
aanzien, hoe hij heette, wist hij in de verste ver-
FWÏÏILLKTON.
o-o
No. 76.
Gij zijt gekwetst geweest mejuffrouw
vroeg Paul Harmant met de grootste koel
bloedigheid.
Ja, mijnheer, en ik lijd nog aan mijn wno-
de. Ik heb een messteek gekregen, en een twee
de zou mij den genadeslag gegeven hebben, wa
re het lemmer niet afgebroken op het balein
van mijn corset. Het is aan dit toeval, dat ik
het leven te danken heb.
Een gelukkig toeval voorzeker. Is de mooi
denaar aangehouden
Neen, mijnheer, doch alles doet verwach
ten, det dit weldra zal gebeuren.
Dit antwoord deed koude zweetdruppelen uit
breken op de slapen van den millionnair.
Sedert Lucie binnengekomen was, beschouw
de de valsche Paul Harmant haar met toene
mende nieuwsgierigheid. Hij sloeg nauwkeurig
de lijnen van haar gelaat, de uitdrukking ha-
rer oogen gade hij bestudeerde den toon harer
stem.
't Is aardig, zeide hij bij zichzelven, mij
dunkt, dat ik reeds dat gelaat gezien heb
reeds die stem gehoord heb., 't Is nochthans
de eerste maal, dat ik dit meisje zie, ik ben er
zekeir van.
Eensklaps werd het licht in zijn geheugen.
Ik ben er, ging hij voort, 't Is het levende
portret van Jeanne Fortier, toen zij nog jong
was.
Jacques Garaud bedroog zich niet.
Al wie Jeanne twintig jaar vroeger gezien
had, en nu Lucle zeg, moest tusschen beide
vrouwen een wonderbare gelijkenis opmerken,
welke overigens gemakkelijk te begrijpen was,
om de redenen, welke onze lezers kennen.
HOOFDSTUK XXVII.
Terzelfdertijd dat Jacques Garaud de gelijke
nis constateerde waarvan wij spreken, herin
nerde hij zich, dat ten tijde van den brand van
Alfortville, de dochter van Jeanne uitbesteed
was te Joigny en dat Lucie haar eerste jaren
had doorgebracht in een vondelingenhuis. Ma
ADVERTENTlëN:
Van 1—5 regels 0.50.
Iedere regel meer 0.10.
BUREAU:
Hippolytushoef Wiertngen.
Telefoon Intercomm. No. 19.
te niet. Dezer dagen verscheen de onbekende
gast weer eens en hij begon een praatje over de
goede verdienste, welke hij in de afgeloopen
week had gehad. De gastheer vertelde, dat hij
niets verdiend had, maar, zoo deelde hij ver
trouwelijk mee, hij had nog wel een appeltje
voor den dorst„Wil je 't eens zien vroeg
hij. En toen de gast daarin toestemde, vertoon
de hij hem een bundeltje bankpapier ter waar
de van 370. Nauwelijks had hij het bankpa
pier aan den jongen arbeider getoond of dezv
griste het den ouden man uit de hand en hii
vluchtte de woonschuit uit. De oude trachtte
den dief na te zetten, maar dat gelukte hem
niet. Hij almeerde voorbijgangers en buren
maar de man ontkwam. De politie werd in de
zaak gemoeid en de burgers wisten een zoo
nauwkeurig signalement van den dader op te
geven, dat de dief weldra gearresteerd kon wor
den. Hij ontkent, Het geld is verdwenen de
getuigen herkennen hem evenwel pertinent als
de man, die uit de woonschuit van den ouden
man is gevlucht.
DOOR EEN KOE AANGEVALLEN.
Te Nieuwer Amstel werd een hengelaar die
zat te slapen op een krukje, door een koe in de
sloot gestooten. De man was toen goed wakker
en wist zichzelf te redden.
SPELD INGESLIKT.
Het kndje van den heer D. te Alphen (N.BiO
heeft een speld ingeslikt. Het kind werd naar
het gasthuis vervoerd. Zijn toestand is beden
kelijk.
AANSLAG OP EEN TREIN.
In den afgeloopen nacht is een poeinp tredaan
om den trein tuschen Amstelveen en Uithoorn
te doen ontsporen. Op twee plaatsen was bij
een lasch een stuk ijzer tusschen de rails fresia
gen. De aanslag is echter mislukt, want de
trein reed ongehinderd verder. De znak is in
'onderzoek!.
IN EEN BEERPUT VERDRONKEN.
In een beerput te Hoensbroek is Woensdag
een drie-jarig jongetje verdronken.
EEN AL TE NIEUWSGIERIG KINDER
MEISJE.
In de Nieuwe Plantage te Delft kwamen
Woensdag twee wielrijders met elkaar in bot
sing. Dit trok zoo zeer de aandacht van het kin
dermeisje, dat zij het haar toevertrouwde kind
en den wagen waarin het zat. onbeheerd liet.
't Gevolg was dat een oogenblik later wagen en
kind in het Provinciaal Kanaal reden.
Een schipper, die in de nabijheid was, smaak
te de voldoenning het kind te redden.
IN »N ZEIS GEVALLEN.
Het zoontje van den heer J. uit Leende, is t?
Budel tijdens het spelen achterovergevallen en
ry had hem dit laatste verteld. Een plotselinge
gedachte kwam bij hem op
Zoo zij het was
Lucie, uiterst vermoeid, "scheen een steun
rondom haar te zoeken.
Paul Harmant bemerkte de zwakheid van
het meisje en bood haar een stoel aan.
Gij zijt vermoeid, mejuffrouw, zeide hij,
ga eitten.
Mary gevoelde zich gekwetst door die voor
komendheid vanwege haar vader.
Ik zal mijn costuums niet passen, zeide zij
droogweg, mejuffrouw, Lucie mag dus vertrek
ken. Zij werkt overigens reeds lang genoeg voor
mij, om mijn kleeren te kunnen voltooien, zon
der dat er iets aan behoeft gewijzigd te worden.
Ik zal binnen een tiental dagen de costuums la
ten halen bij madame Augustine. Er is geen
haa9t bij.
Dit was duidelijk genoeg gezegd, dat de jeug
dige naaister den voet niet meer in het huis
mocht zieitten.
Lucie begreep het.
Zij keerde bij Moeder Lize terug, aan wie zij
haar verdriet toevertrouwde.
Ge moet daar geen acht op slaan, liefste
zeide de arme vrouw, die al de smarten van
Lucie deelde. Mejuffrouw Harmant is. naar het
schijnt, zeer ziek en de ziekte maakt de beste
karakters slecht.
Paul Harmant, alleen gebleven met Mary.
knoopte het gesprek weer aan met deze woor
den
Weet gij, dat dit meisje waarlijk lief is
Mary voelde dikke tranen in haar oogen op
komen1.
Gij vindt dit mompelde zij droevig. Gij
begrijpt, nietwaar, dat Lucien haar kan bemin
nen
Ik begrijp dit zeer goed, doch ik herhaal
het u, zulke liefde duurt niet lang. Er blijft
niets van over, zelfs niet een herinnering. Ik
heb weder een brief ontvangen van Lucien,
voegde de millionnair er bij.
Hij komt terug vroeg Mary driftig.
Ja, binnen eenige dagen.
De millionnair ging weder zitten en hernam:
Hebt gij mij niet verteld, dat die Lucie va
der noch moeder bezat
Ja zij heeft het mij zelf verteld. Daar ik
belang in haar stelde, had ik naar haar geschie
denis gevraagd.
Zij is groot gebracht in het Vondelingen
huis
Zeker. Zij was ingeschreven onder num
mer 9. Waarom vraagt gij naar dit alles
Om mij wel te overtuigen dat Lucien, die
met het hoofd in een zeis terecht gekomen. De
knaap bekwam een lange, gevaarlijke wonde
aan het achterhoofd en verloor veel bloed. Zijn
toestand is zeer ernstig.
BRAND IN EEN KORENVELD.
Woensdagmorgen is brand ontstaan op het
korenveld van den landbouwer N. onder de ge
meente Bergen op Zoom. Het vuur greep snel
om zich heen, doch door krachtig optreden van
het personeel en de politie werd uitbreiding van
van den brand spoedig voorkomen.
Daar'reeds Zondagmorgen in hetzelfde veld
brand is ontstaan, welke eveneens onmiddellijk
kon worden geblucht, wordt kwaadwilligheid
niet uitgesloten geacht.
BIGGEN de ONSCHULDIGE SLACHTOFFERS
De bedrijfsleider van het melkstation te Pur
merend had met een buurman een viertal big
gen gekocht. De beesten groeiden goed, totdat
men bemerkte dat zij na Zondag lusteloos wa
ren en niet meer aten. Na onderzoek bleek, dat
in den voerbak een vocht voorkwam, „soleta"
genaamd, een zeer sterke sodaoplossing om de
melkbussen schoon te maken. Tevens was een
flesch met 6 liter van dit vocht verdwenen. Men
vermoedt dat een knecht, die wegens zijn onbe
kwaamheid vermindering van loon had gekre
gen, het hierboven vermelde op zijn geweten
heeft. De bekken en pooten der biggen bloeden
voortdurend. Een big is gestorven. De politie
heeft de zaak in handen.
ERNSTIG ONGEVAL IN EEN GARAGE.
Gistermorgen was te Leiden de 20-jarige' P.
P. Devilee in de garage Westra aan de Heeren
straat bezig een automobielband op te pompen,
toen door onbekende oorzaak de bandvelg los
schoot en met kracht tegen het voorhoofd van
D. aansloeg.
Met een zeier ernstige wonde is hij naar het
St. Elizabethsgasthui9 gebracht. Er bestaat wei
nig hoop hem in het leven te behouden.
Het tragische in dit ongeval was nog, dat zijn
vader bestuurder is van de ziekenauto van den
Gem. hulpdienst. Toen deze met de auto daar
aankwam, moest hij ervaren, dat zijn eigen
zoon door een ernstig ongeluk was getroffen.
Een andere bestuurder heeft toen de zieken
auto naar het ziekenhuis gebracht.
DE VAL VAN DE H.N.A.B.R.
Een K.L.M.-vllegtuig in de Waalhaven gestor*
en één der passagieressen verdronk.
Dinsdagmiddag, is het lichte Fokkertoestel
H.N.A.B.R. van de K.L.M., dat om drie uur op
het vliegveld startte vóór een pleziertochtje bo
ven Rotterdam, boven de Waalhaven naar he
neden gestort.
Hoe het ongeluk zich precies heeft
toegedragen.
Zooals reeds gezegd, scheen de H.N.A.B.R.
zich al met moeite over de omheining van het
tot een achtbare familie behoort, niet ernstig
een meisje kan beminnen, dat uit het Vondelin
genhuis komt en zelfs geen naam bezit.
Hij omhelsde teeder zijn dochter en vertrok.
Zoo Paul Harmant zijn dochter ondervraagd
had over Lucie's eerste jaren, daa is het omdat
de gedachte, die wij in zijn geest hebben zien
ontstaan, toen de gelijkenis van de naaister met
Jeanne Fortier hem getroffen had, zich meer
cn meer ontwikkeld. Thans bezat hij vaste in
lichtingen.
Er bleef hem nog over Ovide Soliveau zon
der uitstel te spreken, om hem te melden, dat
eijn slag gemist had, en dat zijn slachtoffer, dat
hij doodwaande, gezond en wel was.
Paul Harmant zag er somber uit.
Wat akelig gezicht trekt ge toch eeide de
Dijonnees, tot hem.
Door uw schuld zitten wij in de verschrik
kelijkste verlegenheid.
Lucie leeft.
Niet mogelijk. Mijn arm is sterk en mijl"
mes is tot in het hart gegaan. Men heeft u be
drogen.
Ik heb haar gezien, ik heb haar gesproken
In dit geval zijn we er van af met opnieuv»
te beginnen en 't beter te doen.
Wacht u er wel voor, hernam Jacques Ga
raud. Een tweede poging van dien aard, zou
voorzeker vermoedens doen ontstaan, die wij
voor alles moeten vermijden.
Paul Harmant reikte zijn medeplichtige eer-
papier over, dat deze nieuwsgierig aannaam, en
waarop hij de volgende regels las
„Lucie is in 1861 of 1862 neergelegd in het
Vondelingenhuis te Parijs, waar zij ingeschre
ven werd onder het nummer 9."
Welnu, en dan vroeg hij.
Begrijpt ge het niet
Paul Harmant ging voort
Het is in 1861, dat Jeanne Fortier veroor
deeld werd. Het is in 1861 of 1862 dat Lucie
neergelegd is in het -Vondelingenhuis. Dat treft
samen. De voedster, niet meer betaald zijnde,
heeft zonder twijfel het kind naar Parijs ge
bracht, na aangifte gedaan te hebben ten kos
te der openbare weldadigheid.
Dat alles lijkt mij zeer duidelijk, antwoord
de Ovide, doch ik begrijp niet hoe het ons van
dienst kan zijn.
Maar begrijp dan, ingeval Lucie wezenlijk
de dochter van Jeanne Fortier is, en zoo zulks
bewezen wordt, zij de dochter wordt van een
dievegge, van een brandstichster, van de moor
denares van Jules Labroue, en dat Lucien, de
zoon van het slachtoffer, haar voorzeker met
afschuw zal verstooten.
vliegveld te kunnen zetten. Toch trok het vlieg
tuig er zich nog hoog genoeg overheen.
Doch plotseling begon het door te zakken.
De heer Bouman, stationchef van het vliegveld,
zag, dat er iets mis zou loopen. De schrik sloeg
hem om het hart, toen hij, staande op het ter
ras vóór de gebouwen, het toestel omlaag zag
gaan. Hij hield zich al gereed, om bij de -eerste
seconde van werkelijkheid onheil te hulp te
kunnen snellen.
Ter hoogte, waar het toestel over de heining
kwam opzetten, lagen tal van slaepschepen in
de Waalhaven gemeerd, bij één van de steigers,
tien tegien elkaar en een vijftigtal meters wes
telijker nog een half dozijn.
Vlak voor de rij van 10 schepen zakte die1 H.N.
A.B.R. nog dieper door en het landingsgestel
raakte toen den mast van het schip „De Kolen
mijn."
De negen meter hooge mast brak op
anderhalven meter hoogte af.
Het vliegtuig kan toen op zijn hoogst nog
9lechts 10 M. boven de oppervlakte van het wa
ter hebben gezweefd.
Tegen „De Kolenmijn" aan lag het tweede
schip, de „Spes". Het vliegtuig brak van den
ma9t van dit schip alleen den kop af. Ook toen
moet het vliegtuig nog op 10 M. hoogte gezweefd
hebben.
Tegen de „Spe9" aan lag „De IJselstroom".
Was het vliegtuig recht door gevlogen, dan zou
de mast van „De IJselstroom" dwars op zijn
weg hebben gestaan.
Het schijnt, dat de piloot nog getracht heeft,
de machine naar Westelijke richting te sturen,
om het mastengevaar te ontzeilen. Doch de
rechtervleugel raakte de staaldraden van „De
IJselstroom," ook nog ter hoogte van ongeveer
10 Meter.
Van den rechtervleugel brak een stnk af,
van de tuigage van „De IJselstroom" brak een
der staaldraden, terwijl splinters triplexhout
boven in den mast tusschen de draden bleven
hangen.
De duw, dien de machine hierbij opliep, is
volgens ooggetuigen fataal geworden. De rech
tervleugel sloeg naar beneden, het toestel hing
plotseling scheef in de lucht
en dook schuin in de Waalhaven,
juist tusschen de beide groepen sleepschepen
in, op een plaats, waar slechts vjer meter wa
ter staat. Op den bodem van de Waalhaven
brak de rechtervleugel verder af. De cabine ver
dween bijna geheel onder water en de personen,
waaronder enkele schippers, die van dit ontzet
tende schouwspel getuige waren, uitten een
schreeuw van schrik.
Het reddingswerk.
Van het gieschreeuw schrok de bevolking van
de vele schepen angstig op.
Nu zooi de ramp veel grooter zijn geweest, als
de schippers zich niet onmiddellijk in de vlie
gers hadden geworpen.
Toen zij die riemen in de knuisten hadden,
Goed! Bravo! Begrepen. Geen woord
meer Dat is best gevonden
Dus moeten wij ons aan het werk stellen.
Zeker, maar hoe Ik herhaal het u dat wij
in het Vondelingenhuis geen enkele inlichting
zullen krijgen. Dat is geen veronderstelling, dat
is zeker. Wij moeten dus elders zoeken.
Ja, doch waar
Weet gij hoe de voedster heette, bij wie
Jeanne Fortier haar dochter had uitbesteed
Neen.
Weet ge tenminste waar ze woonde
Ja, te Joigny.
Welnu, vriend, er moet naar Joigny ge
gaan worden. Ik belast er mij mee, om u van
dienst te zijn, gelijk altijd.
Wanneer vertrekt ge
Morgen vroeg.
De medeplichtigen namen afscheid.
Na het vertrek haars vaders, gaf Mary bevel
om in te spannen. Zij had lucht, beweging en
Verstrooiing noodig, en zij vatte liet voornemen
op een bezoek af te leggen in het atelier van
onzen ouden kennis, den schilder Etienne Cas-
tel.
Dit bezoek had overigens een doel, dat wij
weldra zullen kennen.
Etienne, wij weten het, woonde in de rue
d'Assas en Mary was reeds twee of drie keeren
bij hem geweest.
Toen het meisje in woning kwam, bevond de
schilder zich in zijn atelier, en legde de laatste
hand aan de schilderij, een-en-twintig jaar ge
leden begonnen, en welke hij George Darier had
aengeboden, wiens voogt hij was geweest, en
wiens beste vriend hij gebleven was.
Naast hem op het tafeltje, stond het karton
nen paardje, dat een der voorstellingen van de
schilderij uitmaakte.
1 Etilenn& Castel ontving mejuffrouw Mary
met waar genoegen, doch tegelijkertijd met
diep medelijden, zoozeer scheen het meisje
hem veranderd en lijdend.
Gij komt mij zonder twijfel verwijten doen,
mejuffrouw, zeide hij tot haar.
En waarom dat vroeg Mary lachend.
Omdat ik geen nieuwe aankoopen gedaan
heb voor uw galerij.
Stel u genist. Dat is volstrekt hef doel niet
van mijn bezoek. Ik kom u een dienst vragen.
Des te beter Is het de vriend of de schil
der, dien gij komt spreken
De schilder.
Gij zult hem te uwer beschikking vinden,
evengoed als den vriend. Wat verlangt ge
(Wordt vervolgd)