JEANNE
19e Jaargang.
Dinsdag 21 Augustus 1928.
No. 66.
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR 1
WIERINGEN EN OMSTREKEN
WIERINGER COURANT»
UITGEVER
CORN. J. BOSKER, WIERINGEN
V E R S C H IJ N T ELKfN
DINSDAG en VRIJDAGS
ABONNEMENTSPR IJ S
per 3 maanden 1.
ADVERTENTIëN:
Van 1—5 regels 0.50.
Iedere regel meer 0.10.
BUREAU:
Hlppolytushoef Wierlngen.
Telefoon Intercomm. No. 19.
BEDRIJFSPLUIMVEEHOUDERIJ.
Staart men zich niet te veel blind
op het aantal eieren, terwijl men
het gewicht verwaarloost
Boshouwers bespreekt in de Kleinveeteelt
(Arnhem) het verslag van de Roermondsche ei
ermijn en komt naar aanleiding daarvan tot de
volgende aardige opmerkingen
Het gemiddeld gewicht der kipeieren bedroeg
in het le halfjaar 1927 méér dan dit jaar, n.1.
60,91 gram tegen nu 59,9 gram.
Hieruit blijkt dus duidelijk, dat het gewicht
der eieren achteruit gaat.
Kippenfokkers zullen er alle aandacht aan
moeten wijden om slechts van die kippen te
fokken, welke een ei leggen van behoorlijk ge-
wicht. De kleine eieren drukken de prijzen,
welke het buitenland betaalt, zéér.
Men heeft zich de laatste jaren wel wat al te
blind gestard op het aantal eieren. Het is daar
om goed, dat de toonaangevende eiermijnen ha
re waarschuwende' stem laten hooren.
Nu zal het gemiddelde gewicht der eieren de
laatste jaren wel iets minder zijn geworden,
doordat de boeren hun oude kippen eerder weg
doen dan vroeger. Het percentage eenjarige
hoenders is thans in elk geval veel grooter dan
voor eenige jaren en dat percentage neemt toe
Maar afgezien hiervan is een gemiddeld ge
wicht van nog geen 60 gram te laag, want men
moet niet vergeten, dat bovenstaande cijfers be
trekking hebben op de maanden JanuariJuli,
een tijd dus, dat de eieren niet zéó klein meer
zijn als in de maanden October, November en
December.
Wij willen onze lezers daarom op het hart
drukken, toch vooral ook te letten op het ge
wicht der eieren, welke de fokdieren leggen.
Een kip, die 180 eieren legt van gemiddeld 65
gram, pruduceert evenveel kilo's als die er 200
legt van 59 gram.
En voor de veilingen is een kilo zware eieren
meer waard dan een kilo lichte. Dat moet men
niet vergeten.
Het voeren met kunstlicht heeft ook ecnigs-
zins schuld aan het kleiner worden der eieren.
Want welke dieren worden bij voorkeur met
kunstlicht gevoerd De jonge, die pas aan den
leg zijn, dus nog niet volgroeid in den waren zin
des woords.
Men Jaagt er de eieren uit, terwijl het lichaam
nog groeien moet en die geforceerde productie
is oorzaak, dat het gewicht der eieren afneemt.
Het is dus noodig om alleen te fokken met
kippen die een flink ei leggen en daarbij ook
behoorlijk getal. Legsters van kleine eieren moet
men nitschakelen, ook al is 't aantal dat ze leg
gen, verleidelijk.
Want als we zoo doorgaan, krijgt het Neder-
landsche ei den naam van een klein ei. We moe
ten oppassen voor het buitenland, dat als 't wa
re overstroomd wordt van kleine eieren uit ver
schillende deelen der wereld.
FEUILLETON.
o—o
No 91.
Ik aarzel niet, mijnheer, antwoordde Lu-
cien op ernstigen toon de aarzeling zou een
verraad zijn ten opzichte van het meisje dat ik
bemin. Het pijnigt mij u verdriet te moeten aan
doen en het is met gebroken hart, dat ik moei
weigeren en dat ik weiger.
Achriep de millionnair uit. Ik weet
slecht dit, dat voor mij mijn dochter alles is
hier op aarde, en dat mijn dochter zal sterven,
zoo gij blijft weigeren Het verleden telt niet
meer. Het overige van de wereld bestaat niet.
Wees bedaard, mijnheer. Ik smeek u
'Bedaard zijn, kan ik dat Het leven van
mijn kind staat op het spel, en gij wilt,, dat ik
hedaart blijfAch, gij zijt onmeedooend Wel
nu, ik aarzel niet meer. Ik zal Mary redden door
I, en ondanks u
Maar begrijp dan toch, zei Lucien, dat zoo
ik de verbintenis aanvaardde, welke gij mij
voorstelt, fk het mijn leven lang zou berouwen
Berouwen herhaalde Jacques Garaud.
Waarom
D'oor.mejuffibuw Mary te redden, zou ik
het meisjè* doodenj dat ik bemin.
Och, "hernam 1de industrieel, alsof hij toe
gaf aan e^n onweerstaanbaren drang, het meis
je, dat gij bemint, js uwer onwaardig
Lucien werd bleek.
Mijner onwaardig zeide hij met sissende
stem, ho Herhaal dat niet meer, mijnheer,
zoo niet, dan zou ik gelooven, dat de vaderlief
de u van het verstand heeft beroofd
Het is gelukkig dat ik er niet van beroofd
ben, om u te redden.
om uw eer te redden.
Waardoor wordt mijn eer bedreigd
Door het huwelijk, dat gij in den zin hebt.
Dat is een leugen.
't Is integendeel de zuivere waarheid. Mijn
liefde voor mijn dochter heeft mij den moed ge
geven om den nacht van het verleden te door
peilen. Gij zult mij straks bedanken, de waar
heid aan den dag gebracht te hebben.
Paul Harmant ging behendig en met overleg
te werk. Hij wachtte met den beslissenden slag,
om hem des te meer te doen treffen.
Maar spreek dan, mijnheer, spreek dan
ZéLF BETALEN. W
Bij door doorlezen van het jaarrapport, dat de
Algemeen© Rekenkamer voor eenige dagen het
licht heeft doen zien, rijst een vraag, die met de
jaren aan beteekenis en klem wint, betoogt „De
Telegraaf". Wie bemerkt hoe tal van ambtena
ren, aan wier hoede een gedeelte van 's-Rijks
schatkist is toevertrouwd, met schier ongeloofe-
lijke roekeloosheid en spilzucht onze zure belas
tingpenningen over den balk gooien, zou willen
weten, of daar tegen nu waarlijk geen kruid is
gewassen, of het aanvaarden van een systeem
of beginsel dan het thans gevolgde geen uit
komst zou kunnen geven in den permaenten
nood, waarin het schip van staat, dank zij het
nonchalant element onder zijn bemanning ver
keert. En de steller van die vraag denkt wellicht
aan wat in privé huishoudens nog al eens pleegt
te geschieden. Wanneer daar een dienstbode on
verantwoordelijk royaal met den boel omspringt
of de helft van den afwasch aan gruizels laat
vallen, is één waarschuwing afdoende bij her
haling. .zélf betalen! Nauwelijks is er tus-
schen een behoorlijk afdoen van opgedragen be
zigheden en het eigen belang van de betrokkene
verband gelegd of de royaliteit verdwijnt even
senl als het voortdurend stuksmijten een einde
neemt. In het groote huishouden van den Neder-
landschen Staat is dat verband zoek. Geen amb
tenaar wordt in privé aangesproken voor de ge
volgen van zijn onverantwoordelijke verkwistin
gen of ergerlijke domheden. Sterker nimmer
zal het een of het ander hem ontslag bezorgen,
dat over een bediende in het particuliere bedrijï
zonder eenig pardon zou worden uitgesproken.
De ambtenaar, die blijkens het vorige Rekenka
merversla g 285 uitgaf voor een ontwerp-inkt-
stempel, zijn collega, die, zoo als het jongste rap
port uitwijst, 684 aan een astronomischen kij
ker ten bate der Terneuzensche H.B.S.'ers weg
smeet, een derde, die zich eenige duizenden ver
rekende bij de uitbetaling van traktementen en
nog gedaan wist te krijgen, dat het teveel gere
mitteerde gemakshalve maar niet werd terugge
vorderd zij allen, en hoevelen naast hen, blij
ven frank en vrij in dienst van den Nederland -
schen Staat, om straks versterkt door ridderor
den en pensioen, onder dankbetuiging voor de
vele en gewichtige diensten, den lande bewezen,
de vreugde van een eervolle rust te smaken.
Zou werkelijk dat inktstempel ook 285 en die
kijker ook 684 hebben gekost, wanneer in het
brein van den voteerenden bureaucraat het be
sef had geleefd oppassen Als ik de redelijkheid
van de uitgave bij navraag niet kan aantoonen.
althans mij zelf niet kan vrijpleiten van schuldig
heid aan verkwisting, wordt het teveel uitgege-
vene op mijn salaris gekort
Het zou niet noodig zijn, zegt verder het blad,
tot het scheppen eener persoonlijke verantwoor
delijkheid over te gaan, wanneer inderdaad een
zuiver preventieve uitgaven-controle kon wor
den doorgevoerd. Maar daartegen verzet zich
tweeërlei de wet, en de practijk. De wet wam
al kent zij principieel het preventieve controle
stelsel, zij laat daarop zoovele en zoo belangrijke
uitzonderingen toe, dat in feite een zeer groot,
zoo niet het grootste, deel der uitgaven eerst ach
teraf wordt vereffend.
toch, riep Lucien uit, ten prooi aan een diepe
ontroering. Als ik u zoo hoor spreken, is het
mij alsof ik een kwaden droom had. Waarom
mij aldus gemarteld Wat wilt gij van mij
Ik wil u beletten de nagedachtenis van uw
vader te beleedigen, antwoordde Jacques Ga
raud. Ik wil uit uw hart die schandelijke, ontee-
rende, heiligschennende liefde doen verdwijnen.
Lucien was doodsbleek geworden.
Is het van mijn liefde tot Lucie, dat gij al
dus spreekt vroég hij met gesmoorde stem.
Ja, antwoordde de valsche Paul Harmant,
ik spreek van uw liefde voor Lucie.
En, hernam Lucien driftig, het is van die
liefde dat gij zegt, dat zij een beleediging is voor
de nagedachtenis van mijn vader
Weet gij wie die Lucie is, aana wien gij uw
naam wilt geven
Ja, mijnheer, een eerlijk meisje.
Een wees, een-en-twintig jaar geleden neer
gelegd in het Vondelingenhuis en op de boeken
van het huis ingeschreven onder het nummer 9
Ik weet het, ja, mijnheer, doch wat geeft
dat De schande is niet voor het verlaten kind,
maar voor de ouders, die het kind verlaten heb
ben.
Lucie is de dochter van Jeanne Fortier, de
moordenares van uw vader, en daar gij zonder
twijfel zult weigeren mij op mijn woord te geloo
ven, zal ik er u het onbetwistbaar bewijs van le
veren.
Een heesche kreet ontsnapte Lucien's benepen
keel.
De jongeman liet zich op een stoel neervallen,
Zijn oogen stonden strak in zijn hoofd, terwijl
een siddering zijn geheele lichaam deed beven.
Op het oogenblik dat dit tooneel plaats had te
Courbevoie in het kabinet van den industrieel,
bleef een rijtuig stilstaan voor het huis waar Lu
cie woonde, quai de Bourbon 9.
Mary stapte uit dat rijtuig, ging de gang in, de
plaats over en zich tot de portierster wendend,
vroeg zij
Is mejuffrouw Lucie thuis
Het meisje bekwam een bevestigend antwoord,
ging de trap op en klopte aan de deur der naai
ster.
Deze was als altijd aan het werk.
Zij legde op een werktafel het stuk stof neder,
waaraan zij bezig was, stond van haar stoel op er.
ging opendoen.
Hoen Mary zag, wier kwetsende woorden zij
niet vergeten had, deinsde zij verrast, bevreesd,
zelfs, achteruit.
Gij mejuffrouw, gij bij mij, stamelde zij.
Ja, wilt gij mij toestaan te gaan zitten.
VOOR DE DAMES.
AL OF NIET „MEVROUW."
Het Handelsblad heeft de vraag gesteld Wie
is mevrouw en wie juffrouw
Talrijk waren de ingekomen antwoorden. Een
bewoonster der hoofdstad schreef o.a.
Er valt over het onderwerp „MevrouwJuf
frouw" boekdeelen te schrijven In de eerste
plaats zou ik willen vragen „Wat verstaat men
eigenlijk onder „mevrouw" Antwoord „een
getrouwde vrouw." Maar dat is in de practijk
niet waar, omdat een groote categorie vrouwen
met juffrouw wordt aangesproken, ook al weet
men dat ze getrouwd zijn Daartoe behooren ook
onze werkende vrouwen op kantoor of winkel,
behoudens enkele uitzonderingen (ten minste
zoolang ze op hun werk zijn) en verder de geheele
arbeidersbevolking en de kleinere middenstand
Waar is de grens Niemand weet het juist te be
palen. Volgens mijn bescheiden mecning heeft
iedere „beschaafde" getrouwde of gescheiden
vrouw recht op den titel mevrouw. Maar men
kan het de menschen moeilijk aan het verstand
brengen, als zij het niet zelf begrijpen Ga maar
eens winkelen in een volksbuurt, koop bloemen
bloemen aan een kar, kom in aanraking met
wreklieden en u zult in de meeste gevallen „juf
frouw" genoemd worden. Ook tramconducteurs
en zelfs de verkoopsters in de groote magazijnen
zeggen nog vaek juffrouw, waar mevrouw op
zijn plaats zou zijn. De laatsten gaan meestal af
op de kleeren Een bontmantel, juweelen enz.
zijn altijd „mevrouw", al heeft de draagster al
lerminst recht op dien titel. En nu zijn er drie ge
vallen Of zij denken, je bent niet getrouwd (als
je er nog jong uitziet b.v.) of, wat voor het gevoel
van eigenwaarde erger is, ze zien je niet voor vol
aan, of ze weten niet beter.
En nu do onderteekening.
De moeder van mijn dagmeisje deelde mij eens
mede, dat haar dochter ziek was en onderteeken-
de „mevrouw...." alhoewel zij plat Amster-
damsch spreekt en de brief vol fouten zat
De quaestie is dus niet: doe de menschen we
ten dat je getrouwd bent, want daarom noemen
ze je nog niet altijd mevrouw ook de onderteek©
tiing mevrouw zegt feitelijk nog niets 'anders
dan dat men zelf graag mevrouw genoemd wil
worden (zie boven de moeder van het meisje). Er
spreken hier beschaving en persoonlijke appreci
atie een woordje mee en dat kun je den men
schen niet ingieten. Het beste is, je er niets van
aantrekken wat vreemden zeggen of denken
je kennissen weten allicht wie ze voor hebben en
zoodra met je met iemand in contact komt, wordf
hij het ook wel gewaar, hoe de vork in den steel
zit. Verder moet men bedenken, dat tenslotte ie
dereen, al is ze niet getrouwd, het eenvoudige
De dochter van den millionnair zette zicli
neder en het meisje vlak in de oogen ziende,
begon zij plotseling het gesprek als volgt
Gij hebt mij gezegd, dat gij ouderloos waart.
Bijgevolg zijt gij zonder fortuin, zonder
andere middelen van bestaan, dan die welke
het werk u verschaft
't Is waar, doch ik gevoel mij toch geluk
kig.
Welnu, ging de dochter van Jacques Ga
raud voort, ik kom u dit zeggen Ik ben rijk, ik
ben zeer rijk en ik wil uw toekomst verzekeren.
Lucien's verloofde begreep hoe langer hoe
minder en vond in de woorden, welke haar oor
troffen, de verklaring niet van het bezoek van
mejuffrouw Harmant.
Mijn toekomst verzekeren stamelde zij.
Op de eenvoudigste en zekerste wijee. Ik
bied u een kapitaal aan van driehonderd dui
zend francs.
Gij hebt het gehoord vroeg mejuffrouw
Harmant.
Ik heb het gehoord, doch ik begrijp niet.
En gij denkt, op het oogenblik dat ik tot
spreek, dat ik niet bij mijn zinnen ben, niet
waar
Lucie ziende, dat Mary haar gedachten gera
den had, bloosde en zweeg.
Welnu, gij vergist u, als gij zulks denkt,
hernam Mary Ik ben zeer wel bij mijn zinnen
en het is een gift, welke ik u kom doen, maar
een koop. dien ik u kom voorstellen.
Een koop
Onmiddellijk na die som ontvangen te
hebben, welke gij zeer groot vindt, zult gij niet
alleen Parijs, maar Frankrijk verlaten.
Parijs, Frankrijk verlaten, riep de naaister
verbaasd uit. Doch waarom
Mary fronste de wenkbrauwen en antwoordde
met opeengeklemde tanden
Opdat ik u niet meer zal zien.
Lucie maakte een beweging van schrik.
Meer dan ooit begon zij te gelooven, dat haar
bezoekster niet wel bij het hoofd was.
De dochter van den millionnair ging voort
Opdat ik u niet meer weten in mijn nabij
heid, in dezelfde stad, opdat ik u niet meer op
mijn weg zal ontmoeten, op elk uur van den dag
opdat mijn gezondheid zal wederkeeren, opdat
ik eindelijk van kalmte en geluk zal kunnen ge
nieten.
Lucie was met een sprong opgestaan.
Ha, riep zij uit, zich met afschuw van me
juffrouw Harmant verwijeerend, dan weer vol
haat Gij zijt jaloersch op mij
Ja, jaloersch op u, hernam Mary, op haai'
trucje van „Mevrouw" voor de onderteekening
kan toepassen, als zij er prijs op mocht stellen
voor getrouwd door te gaan (ik weet zulke geval
len.) Het beste is, steeds in alle opzichten een
„mevrouw" te zijn
Op verzoek van een lezeres uit IJmuiden voe
gen we hier nog aan toe, dat de vrouw, wier man
overleden is, op haar visitekaertjes „weduwe
AB" kan laten drukken, mét vermelding van
haar eigen voorletters. Vermeldt zij alleen op het
kaartje, dat zij de weduwe is van den heer X
dus zonder haar eigen familienaam er bij te noe
men, dan noemt zij de voorletters van haar over
leden echtgenoot.
BINNENL. NIEUWS.
DIEFSTAL VAN OFFERBUSJES.
In de meeste sigaren- en ook in andere winkels
te Venlo staan op de toonbanken z.g. missiebus
jes, waarin de koopers veelal eenige geldstukken
werpen. Handige bezoekers die binnenkomen
als er niemand achter de toonbank staat, hebben
zich in enkele dagen tien busjes toegeëigend.
Eerst eenigen tijd later wordt gewoonlijk de ver
dwijning bemerkt.
DOOR EEN KOE BESPRONGEN.
Terwijl de 48-jarige T. v. B. te Koudekerk, be
zig was koeien te melken, sprong een andere
koe op hem, met het ongelukkig gevolg, dat het
borstbeen van den man brak en hij in zijn. ge
zicht deerlijk werd verwond. De gewonde is naar
het ziekenhuis te Leiden vervoerd.
AANSLAG OP DE ZEISTERTRAM.
In den nacht van Woensdag op Donderdag j.1.
heeft men, naar het U. D. meldt, getracht de
Zeiistertram, die vertrekt om 11.50 uit Utrecht,
te doen ontsporen, door bij het „Fort De Bilt"
twee ijzeren nagels ter dikte van 2.8 c.M. en
lang 10 c.M. dwars over de tramrails te leggen.
De tram reed met gewone snelheid over de
versperring heen en vloog gelukkig niet uit de
rails. Was het doel bereikt, dan zouden de ge
volgen niet te overzien zijn geweest.
De trambestuurder, conducteur en een 6-tal
passagiers waren zeer ontdaan door den gewel
digen schok.
Nadat de ijzeren nagels waren weggenomen,
reed men verder en ter hoogte van „Steynen-
burg" ontmoette men dezelfde onaangename ge
waarwording ook daar waren twee ijzeren na
gels dwars over de tramrail gelegd van dezelfde
lengte, dikte 2.9 c.M. en ook hierover reed de
tram heen zonder stoornis.
Direct heeft de trambestuurder de politie te
De Bilt dit feit medegedeeld en in samenwerking
met de Utrechtsche recherche trachten beide
de(n) saboteur(s) op te sporen. De ijzeren nagels
zijn in beslag genomen.
Aan den motorwagen werd niets beschadigd
de tramrails werden op de plaatsen, waar de
nagels waren neergelegd, licht beschadigd.
beurt opstaande, terwijl haar oogen vuur scho
ten.
Gij bemint Lucien
Ik bemin hem.
En gij denkt, dat, om uw jaloerschheid te
stillen, om aan uw grillen te voldoen, dat ik
mijn hart het zwijgen zal opleggen Gij denkt,
dat ik mij van Lucien zal verwijderen en belo
ven hem nooit weer te zien
Ik reken er op.
Gij biedt mij driehonderd duizend francs
aan, als prijs voor die opoffering
Ik zal die som vermeerderen, als het zijn
moet.
En gij hebt een oogenblik zelfs kunnen den
ken, dat ik in dien schandelijken koop zou toe
stemmen
Waarom zoudt gij weigeren
Waarom Omdat ip Lucien bemin. Ik be
min hem met gansch mijn ziel, met al mijn
krachten, ik bemin hem met een liefde, die zal
duren, zoolang mijn hart zal kloppen en gij
hebt gedacht, dat dit hart te koop was Ver -
acht gij mij dan zoozeer Welnu, die verachting
heb ik niet verdiend. Met afschuw, met veront
waardiging wijs ik dien schandelijken koop af.
dien gij mij voorstelt. Ik bemin Lucien. Gij be
mint hem ook. Laat hem kiezen. Zeker als ik
ben van zijn rechtschapenheid, zal ik zonder
vrees die keus afwachten. En nu mejuffrouw,
mij dunkt, dat wij elkander niets meer te zeg -
gen hebben.
Inplaats van zich te verwijderen barstte de
dochter van den millionnair in snikken uit. Zij
liet zich op de knieën vallen, dan haar smeeken-
de handen tot Lucie opheffend, stamelde zij
met een stem, half versmoord door tranen
Ik aanbid hem en ik zal sterven, zoo hij
mij niet bemint. Ontfermt u mijner. Ontneem
hem mij niet. Laat mij leven.
In tegenwoordigheid van de wanhoop van dit
meisje, voelde Lucie zich ontroerd tot in het
diepste van haar hart.
Sta op, zeide zij, Mary bij de handend vat
tend, sta op, mejuffrouw, ik smeek u.
Neen, laat mij op de knieën smeeken. Ik
vraag u het leven, het geluk.
Wat kan ik daarop antwoorden hernam
de naaister. Ik heb noch het recht, noch den
wil over Lucien's hart te beschikken.
Gij wilt hem dus houden, gij wilt hem mij ont
nemen, zeide Mary, op een toon die niet meer
smeekend, maar woest werd.
Ik wil wat Lucien zal willen. Nog eens, ik
laat hem vrij.
(Wordt vervolgd.)