IEANNE 19e Jaarganjf. Dinsdag II September 1928. [No. 72. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN WIERINGER COURANT» UITGEVER CORN. J. BOSKER, WIERINGEN VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG. ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1. ADVERTENTlëN Van 15 regels Iedere regel meer 0.50. 0.10. BUREAU: Hippolytnshoei Wierlngen. Telefoon Intercomm. No. 19. PARIJSCHE MODEBRIEVEN. L. Sportjaponnen. Het meerendeel der japonnetjes die we zoo 's zomers zien dragen, kunnen we met een ge rust hart „sporttoiletten" noemen. Zooals ge weet, vallen onder dit genre alle eenvoudige, rechte japonnen, die zonder veel opsmuk ge maakt zijn. De rok is kort en glad terwijl de noodige* ruimte verkregen wordt door enkele plooien. Sommige dezer toiletjes worden gecom pleteerd door een kort jasje of langen mantel. Japonnetjes met lange mouwen zijn dikwijls voorzien van een aardig vestje. Dikwijls behoort er bovendien nog een kleine cape bij, die bij koel weer wordt omgeslagen. De sportjaponnen zijn voornamelijk gemaakt van fijne wollen stoffen, terwijl men ze voor den middenzomer ook heel veel van linnen heeft vervaardigd. Zelfs degenen die in 't geheel niet aan sport doen, ziet men zich tegenwoordig sportief klee- den. Alleen is haar japon dikwijls iets verfijn der en met meer fantasie gemaakt, dan het ja ponnetje van een echt sportmeisje. Als stof heeft men shantung of zelfs crepe de chine gekozen. Soms bestaat het toilet uit een geplisseerden rok met een pullover van zijden tricot, van onderen afgewerkt met een veelkleu- rigen band waardoor gouddraad is geweven. Daar geel bijzonder in den smaak is zagen we ook alleraardigste sportjaponnen in geel en wit. eenvoudig van linnen of voile, maar ook mooi ere van gele en witte zijde. Hierbij een wit zij den sjaal, geborduurd met gele bloemen. Doorschijnende mantels. Waarom doen we eigenlijk een mantel om als *t een warme zomerdag is Niet om ons te be schutten of warmte te geven. Maar alleen cm er gekleeder en eleganter uit te zien. Daarom hebben de modehuizen mantels ontworpen, al leen bestemd voor de elegantie. Ze ziin van tee- re, doorschijnende stoffen gemaakt. Een kanten japon heeft b.v. een mantel van zijden voile die FEUILLETON. No. 97. Reeds bracht men op draagbaren de gekwet sten weg, geheel overdekt met bloed, half dood. De stationschef, doodsbleek en door een zenuw achtige siddering bevangen, gaf zijn bevelen Breng de gekwetsten in de holels van den omtrek. Haast u. Amanda, bleek van schrik, had plaats geno men nabij den uitgang van het station, om de ongelukkigen te zien, die men weg bracht. De groote toeloop van nieuwsgierigen drong haar vooruit. Weldra bevond zij zich vooraan. Men was bezig de stukken wagons weg te ruimen om de lijken en de gekwetsten op te zoeken. Eensklaps riep een stem binnen in de coupé Hier ligt een arme sukkel, die dood schijnt te zijn. Het is een jongeman. Hij heeft misschien alleen het bewustzijn verloren, hernam de stationschef. Neem de grootste voorzorgen. Op dat oogenblik kwamen twee geneesheeren nader, een van de streek en dokter Richard, dien wij in het bosch hebben hooren spreken met den ouden René Bosc. De twee geneesheeren begonnen aanstonds de gekwetsten te onderzoeken. De jongeman, dien men zeide dood te zijn, werd met veel moeite uit den wagon gehaald. Hij had eeri vreeselijke wonde aan het hoofd. Het bloed stroomde over zijn gezicht. Op het geroep van den stationschef snelde dokter Richard toe. De geneesheer boog zich over de gekwetste heen. Amanda bevond zich op dat oogenblik dicht bij hem Het bebloede gelaat van den veronge lukte reiziger trof haar. Eensklaps stiet zij een doffen kreet uit. Hij is het Hij is het bepaald, 't Is Duche- min, mompelde zij verschrikt. De stationschef had haar uitroep gehoord. Gij kent dien jongeman, madame vroeg hij. Mejuffrouw Amanda had er reeds spijt van haar eerste ontroering niet bed wonken te heb ben. Ik dacht het eerst, stamelde zij, maar door het fijne kanten toilet geheel laat doorscheme ren en die door z'n zeer rose kleur er nog een charme te meer aan geeft. Dikwijls ook ziet men op effen japonnen een mantel dragen van doorschijnende gebloemde stof hetgeen natuur lijk heel mooi doet. Wordt zoo'n mantel hoofd zakelijk 's avonds gebruikt om de uitgaans ja pon te completeeren, zoo is ze heel dikwijls van zijden mousseline met groote bloemen waarvan de omtrekken met heel kleine diamantjes zijn omstikt. Dikwijls is de mantel met veeren, of lint gegarneerd, soms ook met kraag en man chetten van lichtgekleurd bont. In plaats van bont wordt ook heel veel een sjaalkraag geno men waarvan men de einden naar believen kan vaststrikken of los laten hangen. Voor oudere dames die niet graag meer in een enkele japon uitgaan er. toch niet te warm ge kleed willen zijn, is zoo 'n dunne, doorschijnen de mantel een ware uitkomst. WILHELMINE. Onze lezeressen, die uitvoerig wenschen inge licht te worden over de laatste mode, zoowel voor dames als kinderen, raden wij dringend aan een abonnement te nemen op „Het Nieuwe Modeblad". Dit uiterst practische Nederlandsche mode tijdschrift, hetwelk ook een schat van gegevens biedt voor handwerken in alle genres is bij de uitgevers dezer courant tegen sterk gereduceer- den prijs verkrijgbaar. De abonnementsprijs van Het Nieuwe Mode blad 2 maal per maand verschijnende in 16 bladzijden met telkenmale 2 gratis knippatro- nenbladen, bedraagt slechts franco per post 1,25. BINNENL. NIEUWS. HIJ HAD ZIJN KANS AFGEWACHU Met f 1000 verdwenen. Donderdagmorgen verliet mej. A. J. van G., die in de Zaagmolendrift te Rotterdam een han del in muziekinstrumenten heeft, even haar winkel tot het doen van eenige boodschappen. De 22-iarjge bediende J. A. bleef in den winkel achter. Tfc>en mej. Van G. eenigen tijd later terug kwam, bemerkte zij tot haar groote verwonde ring, dat haar zaak gesloten was. De deur was op sloot gedraaid en het was haar niet mogelijk binnen te komen. Zij klopte toen bij de buren aan en via hun woning gelukte het haar aan de achterzijde binnen te komen. Het bleek, dat uit een ongesloten geldkistje, staande in een kast van de achterkamer, een bedrag van 1000 was verdwenen. De winkelbediende was nergens meer te vin den. Hij heeft waarschijnlijk den diefstal ge pleegd en daarna het huis verlaten na den win kel te hebben gesloten. SmD EN DORP. Het lid der Tweede Kamer, de heer Braat, heeft aan den Minister van Onderwijs gevraagd nauwkeuriger te zien, bemerk ik, dat ik mij ver gist heb. 't Is enkel een gelijkenis, een groote ge^- lijkenis. Die jongeman is enkel gekwetst, zeide de geneesheer na zijn onderzoek gedaan te hebben. Legt hem op een draagbaar en brengt hem naar een hotel in de buurt, waar ik hem zal komen bezoeken. In welk hotel, dokter, zal men plaats vin den In „De Bijeenkomst der Jagers" zult ge plaats vinden. Biedt er u aan namens mij. Dat treft slecht, dacht Amanda. Ik zou niet willen, dat de baron Duchemin zag. Op dat oogenblik trad Ovide Soliveau binnen. Hij zag er zeer goed uit. Van zijn hoofdpijn was geen spoor meer te bemerken. Ik heb hooren spreken van een ongeluk, zeide hij. Wat is er gebeurd Amanda verhaalde hetgieen zij gezien had, zorg dragende, niet te spreken over Duchemin. De dienstbode onderbrak dit gesprek door :het diner te brengen en de kaarsen in de eetkamer te ontsteken. Mijnheer en madame, zeide de dienstbode na al de gerechten opgediend te hebben, ik heb de koffie op het vuur in de keuken gezet. Zoo ge mij toestemming wilde geven, zou ik gaarne ver trekken, want er is vandaag veel werk in huis met die gekwetsten. Ja, ja, ga maar, meisje, zeide Amanda. Ik zal zelf koffie schenken. Gij moet de deuren ach ter u sluiten, want wij zullen dezen avond niet uitgaan. De dienstbode vertrok. Ovide, die een wonderlijken eetlust had. rekte den maaltijd, dan ruimde Amanda de tafel af ?n ging de koffie halen. Welke likeur wilt gij drinken, mijn vriend vroeg zij. Rum, beste, volgens mijn gewoonte en gij Ik, Chartreuse gelijk altijd. Chartreuse, daar heb ik een zwak voor. Mejuffrouw Amanda schonk koffie, zette de flesch rum bij Ovide neer, nam voor zichzelf een glaasje Chartreuse gemengd met de> Canadeesche likeur, rolde een sigaret en stak ze aan. Dan. haar koffiegedronken hebbende, ledigde zij haar glas met een enkelen teug, schonk het opnieuw vol en pratend en rookend, dronk zij met kleine teugjes. Ovide hield het gesprek gaande en verloor geen enkele van haar bewegingen uit het oog. De tijd verliep. Het sloeg half elf, vervolgens elt uur. deze bereid is de redenen op te geven, waarom enkele groote steden niet verplicht worden om wachtgelders bij het onderwijs te benoemen, terwijl vele kleine gemeenten, die, evenals zij, ook geen wachtgelders leverden, daartoe wel verplicht worden en of de Minister bereid is om in dezen stad en dorp gelijk te stellen. EEN ONGELUK KOMT! NOOIT ALLEEN. Op het terrein van de Zwolsche tentoonstel ling is naar de Zw. Crt. meldt tijdens de geweldige drukte ter gelegenheid van het Ko ninklijk bezoek zekere S. van den Langenholter- weg flauw gevallen. Hij kreeg daarbij een vleeschwonde in de bovenlip. Dit ongeval, dat met dergelijke drukte en het daarenboven zeer warme weer te wachten is, werd evenwel de aanleiding tot een samenloop van omstandighe den, die ernstige gevolgen had kunnen hebban. Op het zien van het onwel worden van S. snel de de agent van politie H. toe om assistentie te verleenen. Hij wilde daarbij ruimte maken om voor S. frissche lucht te verkrijgen, maar werd daarbij zelf niet wel, zoodat hij zou zijn gevallen wanneer een inspecteur van politie hem niet had gegrepen. Plotseling werd de agent evenwel vree selijk benauwd. Zijn gezicht zwol op en nam reeds een blauwe kleur aan, zonder dat men recht wist, wat de oorzaak hier van was. De le den der brigade voor Eerste Hulp bij Ongeluk ken, die zich met S. hadden bezig gehouden. Por en Malcorps snelden direct toe en het mocht-den eerste gelukken, om het valsche gebit, dat den agent bij het struikelen in de keel geschoten was, te verwijderen, zoodat een ernstig ongeval werd voorkomen. De agent, die reeds ongesteld was, is op medisch advies, naar zijn woning ver voerd. BRANDVRIJ RIET. Professor Van der Kloes schrijft in „Bouw stoffen Meermalen heb ik gewezen op de onmogelijk heid om riet brandvrij te maken. Wel kan men het riet een zoodanige behandeling doen onder gaan, dat bij een brandproef het verschil tus- schen bereid en niet bereid riet aan den dag komt, doch de uitslag dier proef is bedriegelijk. Vooreerst is zij kort van duur en ten tweede blijkt er niet uit, dat het bereide riet in weer en wind weldra in weerstandsvermogen tegen vuut achteruitgaat en dit na verloop van tijd geheel verliset. In den laatsten tijd hebben verscheiden belang rijke branden de gevaarlijkheid van het rieten dak opnieuw bewezen en de noodzakelijkheid aangetoond van terug te keeren tot het voor heen in alle bouwverordeningen aanwezige ver bod om in de bebouwde kom der gemeenten ida- ken met riet te dekken en een eind te maken aan de zucht tot schilderachtig en landelijk aanzien, die de rieten daken in de mode bracht en lamd- huizen in het aanzijn riep, bestaande uit een .zoo groot mogelijke massa riet met een woning er onder. Ovide verliet zijn stoel, begaf zich naar het ven ster van het paviljoen, waarvan hij de blinden sloot en ging weder tegenover Amanda zitten. Deze laatste ging voort met sigaret op sigaret te rooken. Eensklaps, evenals Jacques Garaud een en twintig jaar geleden, bevond zij zich plotseling en om zoo te zeggen op bliksemsnelle wijze on der den invloed van den speeldrank en de uit werking, welke wij reeds beschreven hebben, deed zich voor. Het jonge meisje bracht de hand aan haar voorhoofd dan aan haar hals. Mijn keel brandt, zeide zij, ik heb dorst. Zij schonk een groot glas water in en dronk het gretig uit. Die drank verhaastte nog de uit werking der Canadeesche likeur. Amanda stond op van haar stoel, haar leden waren als ver stijfd, haar oogen stonden strak in haar hoofd. Terzelfdertijd barstte zij in een zenuwachtig la chen uit. Ovide, die wist wat er gebeuren ging, gag haar zeer bedaard aan en liet haar eenige oo- genblikken begaan, ten prooi aan een steeds toenemende ontroering. Daarna ziende dat het oogenblik gekomen was, om haar te ondervragen, begon hij Welnu, liefste, hebt gij geraden wie de man was, die het mes dat gij kent, bij den mes senmaker op de quai de Bourbon gekocht heeft? Amanda, een zonderlingen blik op Ovide ves tigend, antwoordde met sissende stem Die man Maar gij kent hem evengoed als ik. Gij zijt het zelf. Zeg eens, denkt gij misschien dat ik sedert lang niet geraden heb, wie gij zijt. Ik ben ook slim, man, men kan mij geen appelen voor citroenen verkoopen. Ik zeg niets, maar denk niettemin. Gij zijt het, die od zëke ren avond, toen gij mij bij Lucie ge'bracht had. het mes gekocht hebt, terwijl ik naar boven ging. Gij zijt het, die ingelicht door mijn dwaze antwoorden op uw listige vragen, u in den hin derlaag gelegd hebt op den weg, dien het arme 'meisje moest volgen. Gij zijt het, die haar ge troffen hebt. Gij deugt nog minder dan ik, mijn beste. Ik ben een dievegge, ja parbleu, maar gij zijt een moordenaar. Amanda wond zich op. Zij sprak luider en luider, en haar stem werd doordringend. Ovide stond op om haar het stilzwijgen op te leggen, om haar desnoods de hand op den mond te leggen. Zij deinsde achteruit. Laat mij, laat mij, riep zij uit. Ha ik ken u nog niet geheel en al, maar ik zal weldra we DORUS RIJKERS-FONDS. Verschenen is het jaarverslag over 1927 van ,het Helden-der-zee-fonds „Dorus Rijkers". Sedert de oprichting van het fonds zijn J 59.473 uitgekeerd en 23 oud-redders en wedu wen overleden. In dit 5e verslagjaar werden on dersteuningen verleend aan 118 personen, n.1. 87 oud-redders en 31 weduwen tot een bedrag Van 20.621. De steunverleening strekt zich uit over 25 kustplaatsen en eilanden, terwijl de uitkeeringen wekelijks geschieden, grooten- deels door bemiddeling van de burgemeester. De uitkeeringen bedragen hoogstens 4 per week. Het aantal aanvragen bedroeg 300. Wegens gezondheidsredenen trad de heer Le- vy Grunwald af als bestuurslid, terwijl in zijn plaats de heer J. Stamperius werd gekozen. GEMEENTE WIERINGEN. J.l. Zondagmiddag gaf de Muziekvereeni- ging „Apollo" te Den Oever, dir. de heer J. N Bruul, een volksconcert in hare muziektent al daar, hetwelk door veiel publiek werd bijge woond. De door Apollo ten beste gegevene mu ziekstukken wierden door het aandachtig luis terend publiek met luid applaus, zijnde het beste bewijs dat ze in den smaak vielen, be loond. Het waren dan ook een paar geno,egelij- ke uren die „Apollo" den aanwezigen verschafte Door den heer D. Oden alhier is van het door den Heer Geervliet van Den Helder in de Mekkenstuinweg gebouwde huizen-complex, een woonhuis aangekocht. Naar men ons meldt wordt bij dit woonhuis nog een schilderswerk plaats gebouwd en zal woonhuis en werkplaats worden ingebruik genomen door den heer J. S. Nieuwbuurt, schilder te Helder, zoodat wij een schilders-affaire rijker zullen worden. BOUWTERREINEN. Met het verkoopen van bouwterreinen gaat het hier steeds door, en breidt onze gemeente zich meer en meer uit. Thans is door den heer Evert Mostert een bouw terrein gekocht van den heer D. Oden en door den heer M. Pz. de Haan een van den heer Jn. Wigbout Czn., beiden gelegen aan den Mekkens tuinweg, zoodat daar waarschijnlijk weer twee woningen bijkomen. De Hoofdinspecteur v.d. Arbeid heeft de Volgende overwerkvergunningen verleend aan de N.V. v.h. A'damsche Ballast Mij., de' N.V. Aann. Mij. v.h. Hillen en Roosen en Beton bouw Trio voor den sluisbouw bij Den Oever tot en met 29 Sept. a.s. aan de N.V. Christiani en Nielsen's Gew. Beton Mij., voor het verrichten van heiwerk aan den put voor de sluis bij De Haukes tot en met 6 Oct. a.s. In de afgeloopen week zijn nieuwe gevallen van mond- en klauwzeer geconstateerd bij de veestapels van N. Koorn, C. Bakker Jz., M. Bak ker, J. Scheltus Nz., M. de Jong, D. Blaauboer, Jb. Wagemaker, C. Lont, Jn. de Jongh, Jn. Snooij C. Mulder Pz. S. Lont Cz., S. Veerdig en C. J. ten wie gij zijt. Ik zoekik zal vinden en wanneer ik den naam zal ontdekt hebben, dien gij verbergt onder dien van baron De Reiss, op gepast dan Ha, ha, gij hebt het bewijs gekocht van het misdrijf dat ik begaan heb. Ha gij kunt mij in het verderf storten, of wel, gij zult men stilzwijgen duur betalen. Waarom hebt gij Lucie willen vermoorden Er steeke daar een geheim achter, dat ik zal ophelderen, en dan, wanneer ik alles zal weten, zal de strijd begin nen en ik zal de sterkste zijn, ik geef er u mijn woord op. Ovide was bleek geworden. Hij beefde. Zwijg, stamelde hij, ik beveel u te zwijgen! En ik, ik wil spreken, antwoordde Aman da driftig, terwijl haar gelaat vuurrood werd en haar oogen vol bloed schoten. Ha gij dacht dat ik blind genoeg was om niets te zien, dwaas ge noeg om niets te begrijpen. Gij bedroogt u, man. Ik zag, ik luisterde, ik begreep. Nu zal ik u stap voor stap volgen, ik zal uw schaduw worden. Ik moet geld hebben, veel geld en gij zult het mij geven. Ik wil rijk zijn, gij zult mij rijk ma ken, zoo niet, zoowalar als ik Amanda heet, zal ik u naar de galeien doen zenden. Begrijpt ge Verstaat ge Naar de galeien Ha, ha, ha. naar de galeien. En het meisje barstte uit in een langen, ze- nuwachtigen schaterlach. Soliveau vreesde, dat het gerucht van dien verschrikkelijken lach tot buiten zou doordrin gen. Wilt gij zwijgen, herhaalde hij met drei gende stem. Amanda, die meer en meer opgewonden werd herhaalde i— Zwijgen Waarom zou ik zwijgen Ik zeg de waarheid. Gij zijt baron De Reiss niét. Ik heb daar gesprok'en van de galeien Het is mis schien het schavot dat u wacht. Ovide beefde van toorn. De woede en de schrik 'deden hem alle bezinning verliezen. Naar het meisje toespringend, klampte hii zijnsamengewrongen vingers om haar hals. Hij wilde haar eenvoudig verwurgen om haar te doen zwijgen. Amanda gleed echter tusschen zijn handen 'door als een slang en stiet een heesch gehuil uit. Ovide kwam weer tot bezinning. Het meisje vermoorden in dat paviljoen, dat was zich blootstellen aan een zeker gevaar, dat was zich overleveren in de handen van het ge recht. -jj j j'j.4 (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1928 | | pagina 1