al 19e Jaargang- Dinsdag 25 September 1928. No. 76. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN WIERINGER COURA VERSCHIJNT EIKEN DINSDAG en VRI/DAG. ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1. UITGEVER CORN. J. BOSKER, WIERINGEN V' ADVERJENTIëN Van 1—5 regels Iedere regel meer 0.50. 0.10. BUREAU: Hippolytushoel W lering en. Telefoon Intercomm. No. lt. BINNENL. NIEUWS. HOOG BEZOEK DEZE WEEK AAN DE ZUIDERZEEWERKEN. Dinsdag 25 Sept. zal de Raad van Ministers, na een bezoek aan den Proel'polder nabij Andijk via de nieuwe sluis tusschen Keern en Turf hoek zich naar den gemaalput te Medemblik begeven, ten einde het in aanbouw zijnde gemaal voor den droog te leggen Wieringermeerpolder te be zichtigen. Te circa 11 uur vertrekken deze Departements hoofden per Directievaartuig naar Den Oever. Vrijdag 28 Sept. a.s. zal Z .K. H. Prins Hen drik, na een bezoek aan het Balgzandkanaal den afsluitdijk van het Amsteldiep de Haukes en Den Oever, te circa 4 uur de dijkwerken en het gemaal bij Medemblik bezoeken. Z.K.II. zal Medemblik ongeveer 4.45 weer verlaten. PRINS HENDRIK OP SCHOOLBEZOEK T*E ILPENDAM. Zaterdagmorgen te 9 uur kwam Prins Hen drik in gezelschap van den inspecteur van het Lager Onderwijs, den heer Westeroden van Mee- teren en vergezeld von zijn adjudant, per auto te Ilpendam waar burgemeesteh Peereboom het gezelschap ontving. Het doel was een bezoek te brengen aan de openbare lagere school, waar de leerlingen internationale schoolcorrespondentie voeren, en waarin de prin9 belang stelt als voor zitter van het Roode Kruis. De prins heeft eeni gen tijd in de school vertoefd en evenals de an deren, met het hoofd der school, de heer W. Por- te gesproken. Daarna heeft de prins ten kwar tier in de woning van den burgemeester doorge bracht. Vervolgens bracht het gezelschap een bezoek aan de openbare scholen aan de Midden- buurt, te Beemster, Mobreede, Oosthuizen en Edam en ging vandaar naar Volendam, om in hotel Spaander de lunch te gebruiken. ONDERAARDSCHE GEHEIME DISTILLEER DERIJ. Voor de Rechtbank te Groningen heeft terecht gestaan de caféhouder R. J. W. B., in wiens café een geheime gedistilleerderij werd ontdekt. D- verdenking viel op hem, omdat het in het café bijzonder sterk naar alcohol rook. Het onderzoek leverde echter niets op, tot de vloer werd open gebroken. Daar werd ontdekt een onderaardse!' hol met een gang, die door een schoorsteen was te bereiken. Men vond in dat hoi een volledig distilleertoestel en 160 liter gedistilleerd. Eisch 2 geldboeten van 1000 en 351, subsidiair 4 en 2 maanden hechtenisen verder 6 maanden ge vangenisstraf. SNELVERKEER IN ONS LAND. Neemt zienderooge» toe. Aan deze cijfers, ontleend aan het jongste nummer van het Maandschrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek, kunnen we nog toe- voegen, dat in voorbereiding is een statistiek. FEUILLETON. JEINDE No. 101. Gij zult mij ten zeerste verplichten om mij nooit meer over dit meiste te spreken, antwo-ord de Mary. Ik zal u niet meer over haar spreken, me juffrouw, ik verzoek u evenwel mij te zoggen, wat Lucie u misdaan heeft. Het is mijn plicht geen naaisters te houden, die zich niet behoorlijk gedragen ten opzichte der cliënten. Lucie is een wees, een vondelinge, doch ondanks dat, had ik tot nog toe geen klachten over haar ontvangen, integendeel. Ik beschuldig mejuffrouw Lucie niet. II klaag niet over haar, ik vrelang alleen, dat zij voortaan voor mij niet meer den voet zet in het huis van mijn vader. Maar waarom Omdat ik het zoo wil en dat is, dunkt mij, voldoendoendezeide Mary op hoogliartigen toon. Op het oogenblik dat Mary die woorden uit sprak, werd het gordijn van den salon opgelicht en Lucie, bleek als een doode en zich met moeite staande houdend, verscheen op den drempel. Wanneer men een eerlooze daad begaat, mejuffrouw, zeide zei met een door de ontroe ring bijna verstikte stem, heeft men tenminste den moed om ze ten volle te begaan. Lucie, Lucie riep madame Augustine be vend uit. O vergeef mij, madame, antwoordde de naaister, ik was daar., achter dat gordijn. Ik wachtte om binnen te komen, tot gij alleen zoudt zijn. Het toeval heeft mij doen hooren, wat me juffrouw Harmant zeide en de verontwaardiging heeft mij alle zelfbeheersching doen verliezen. Men beleedigde mij., men sprak over mij in bewoordingen, die mij in uw achting zouden doen dalen., mij uw vertrouwen en vriendschap die mij zoo dierbaar zijn, konden doen verliezen. Mag ik mij niet verdedigen Ik ben binnengeko men. Hier ben ik Verzoek mejuffrouw Ilar- hiant u te zeggen, in mijn tegenwoordigheid, waarom zij niet wil, dat ik voortaan nog1 de voe ten in haar woning zetDat zij haar lasterwerk voltooie, zoo zij durftIk wacht Madame, zeide Mary, zich tot de modiste richtend, gij laat mij in uw huis beleedigen. die uitvoerige gegevens zal bevatten, betreffende het aantal motorrijtuigen in de verschillende gemeenten, verdeeld naar de soort, het gewicht, de merken der wagens, enz. Ongetwijfeld kan dit interessant materiaal worden. Het snelverkeer neemt ook in ons land zien- deroogen toe. Dat bewijzen gehouden verkeer stellingen en dat bewijzen in zekere zin ook de uitkomsten der statistieken van verkeersonge vallen, zooals die in de grootste steden worden bijgehouden. Over een cijfer van zeer recenten datum n.1. 30 Juni 1928beschikken we thans en wel betreffende het aanta lmotorrijtuigen vallende onder de wegenbelasting. De gegevens zijn ont leend aan de jaarlijksche opgaven van de ont vangers der directe belastingen onder motor rijtuigen worden verstaan alle rij- of voertuigen bestemd om uitsluitend of mede door een me chanische kracht, op of aan het rij- of voertuig zelf aanwezig, anders dan langs spoorstaven te worden voortbewogen. We laten hieronder de gespecificeerde getallen volgen Aantal belaste motorrijtuigen (gehouden op 30 Juni.) Soort. Rijwielen (met hulpmotor) 1927 543 1928 334. Motorrijtuigen (op twee wielen) 28.34429.177 Motorrijtuigen op meer dan twee wielen a. voor niet meer dan 7 personen 4479152.885 b. voor meer dan 7 personen 3.0233.233. Vrachtauto's 23.22927.393. Totaal 1927 99.930; 1928 113.022. Het aantal motorrijtuigen steeg derhalve in één jaar met 13.092, of wel met ruim 13 pCt. Het leeuwenaandeel van deze toeneming komt voor rekening van de personenauto's, welker aantal steeg met 8094 of ruim 18 pCt.ook het aantal vrachtauto's vermeerderde sterk, n.1. met 4064 of wel met ruim 17 pCt. Autobussen telt ons land ruim 3200. We zien dus een sterke stijging wat het auto verkeer betreft, blijven we echter nog verre tei. achter bij het buitenland. Immers het totaal aan tal personenauto's in ons land komt neer op één auto per 150 inwoners. GEWETENSGELD. Bij verschillende ontvangers en inspecteurs der directe belastingen is totaal ruim 19.000 aan achterstallige belastingen binnengekomen DE MILLIOENENNOTA. Het Vaderland (Lib.) heeft met vreugde kennis genomen van de hoogere bijdrage voor de ver snelde uitvoering van de drooglegging van de Zuiderzee. Het zal onze onvergankelijke ee rblijven dat wij winning van deze nieuwe provincie, zoo noo dig in verband met het voortdurende accres van de bevolking hebben aangedurfd in den tijd. dat onze financiën er het slechts voorstonden en dat wij hebben volgehouden, zelfs toen bezuini- ging op ieder gebied het zoo verleidelijk maakte aan de waarschuwingen gehoor te geven van dat grootsche werk af te zien. Met genoegen con stateeren wij, dat de oppositie tegen deze inpol dering, di© tot in Amerika de bewondering heeft opgewekt, zoo goed als verstomd is. De uitvoe ring van deze inpoldering, greoter dan Neder land ooit heeft aangedurfd, is thans verzekerd, en aan de nieuwe provincie zal onafscheidelijk verbonden blijven de naam van Lely, der. Neder lander met zijn echt zeventiende-eeuwschen geest, die goed begrepci heeft, waarin een klein volk groot kan zijn en dus moet zijn. En we zou den hier in verzuim wezen, als wij tevens niet dankbaar herdachten hoe mr. Vissering, presi dent van de Nederlandsche Bank, met zijn ge zaghebbend woord op financieel gebied zoo krachtig tegenwicht was tegenover de kh'inmoe digen, die de natie trachtten te suggereer"! dat zij met dat werk haar faillissement voorin veid de. H et blad acht het een geluk, dat de regeering inziet dat voortgegaan moet worden met belas tingverlaging en zij heeft gelijk met haar waar schuwing, niet te rekenen op de be.tigo sloten van vroeger. En het concludeertDe Millioenen nota is het bewijs, dat ons financieel beleiJ in handen is van een man, die de groote verant woordelijkheid, die hij draagt, ten volle voelt, die de zekerheid geeft, dat wij nooit gevaar lco- pen van gewaagde experimenten en die toch vrij is van die benepenheid en dat soort zuinigheid, die de wijsheibedriegt. En dat te weten is heel wat waard en geeft een weldadig gevoel van rust. Ik verzoek u uitleg te geven hernam Lu cie. Is dat een beleediging Komaan, mejuf frouw, hebt gij dan vergeten, dat gij, pas acht dagen geleden, naar de quai de Bourbon geko men en zes verdiepingenh hoog geklommen zijt, om de arme naaister te smeeken, die gij thans zoozeer minacht Ik wil er niet meer van hooren, zeide Mary. naar de deur gaande. Le verloofde van Lucien Labroue versperde Lucie, Lucie, stamelde opnieuw madame Augustine verschrikt. Ik wil mij rechtvaardigen, madame, her haalde het meisje. Het is mijn recht Daarna zult gij weten wat gij te doen hebt. Herinnert mejuffrouw Harmant zich niet meer dat zij. acht dagen geleden, voor mij op de knieen lag. mij smeekte om mij voor haar op te offeren, mij geld aanbood, een aanzienlijke sam, honderd duizend francs, zoo ik er in toestemde Parijs te verlaten En weet gij waarom Omdat ik haar mededingster ben Zij bemint den man, dien ik bemin en door wien ik bemind werd Ziedaar de eenige oorzaak van haar haat tegen mij Vraag haar of het niet waar is Mary, tent prooi aan een onbeschrijfelijken aanval van woede, trok haar zakdoek en haar handschoenen aan stukken. Lucie ging voort Zij is jaloersch en de jaloerschheid zet haar aan tot die hatelijke en laffe daad, die men las ter heetWelaan, mejuffrouw, wij staan hier tegenover elkaar. Heb ik gelogen, logenstraf mij Gij bemint Lucien Labroue. Gij wilt hem tot eiken prijs tot echtgenoot. Daar gij zijn hort niet kunt veroveren, koopt gij hem. Gij betaalt hem met uw geheele fortuin en gij haat mij. omdat gij wel weet, dat gij, door zijn naam te koopen, zijn hart niet kunt veroveren en dat dit hart zal vervuld blijven met de gedachte aan mij. Is het niet waar Indien er iets anders is beschuldig mij dan Ik wacht Wilt gij beslist, dat ik spreek zeide Mary. wier lippen wit geworden waren, terwijl hoar oogen onheilspellende blikken op Lucie wierpen. Gij weet niet, dat ik uw naam ken, zeide Mary. Mijn naam is Lucie. Ik droeg no. 9 in het vondelingenhuis, waar ik door mijn voedster geplaatst ben, toen ik pas één jaar oud was. Gij zinspeelt op den naam mijner moeder. Dat is een beleediging te meer van uwentwege Mijn moeder is veroordeelt. Wat gaat u dat aan Hebt gij het recht om haar en haar onschuldig kind te beleedigen Ik heet Lucie Fortier. Het gerecht, misschien misleid, heeft mijn moeder EEN IDEAAL ECHTGENOOT. Mrs. Fanny Silver uit Clapton had haar echt genoot Barnett Silver, een dameskleermaker, voor de rchtbank gedaagd wegens „moedwillige verlating." Eigenlijk had Silver zijn vrouw nooii in den feitelijken zin verlaten, alleen had hij se dert twee jaar niet met haar gesproken. Zij waren in Juni 1925 getrouwd in April dearop was een dochtertje geboren, en het scheen dat de Vader hierover niet zeer gelukkig was. Want in Augustus 1926 deed hij er plotse ling het zwijgen toe en sprak nooit meer een woord. Voor de rechtbank vertelde de ontmoedigde vrouw, dat haar man haar nooit bij den voor- n»>am noemde, nooit met haar of de baby uitging nooit eenig teeken van genegenheid gaf, en a.l« een doofstomme door het huis liep. Aan tafel sprak hij nooit een woord. De man, die zelf was verschenen, bleek zeer spraakzaam toen het zijn verdediging betrof. Hij schreef zijn houding toe aan ontstemdheid over het feit, dat de moeder van zijn vrouw zoo dikwijls bij hem aan huis kwam en de hoofd persoon was, terwijl hij op het tweede plan stond. De rechter zat met het geval verlegen, want van een „moedwillig verlaten" kon hier niet ten veroordeeld. Welnu, en dan Madome, riep Mary uit, zich tot madame Augustine wendend, óf gij zult terstond dat meisje wegzenden, óf ik zal gelooven, dat gij mij beleedigt, zooals zij. Haar moeder is veroordeeld geworden voor diefstal, voor brandstichting, voor moord. Zoo'n moeder, zoo'n dochter 1 Ik vrees de schande van haar naam en daarom was het, dat ik u daarstraks verklaarde, dat ik haai niet meer wilde zien. Ik was bang. Mejuffrouw Lucie, zeide madame Augus tine droogweg, gij kunt bij den kassier gaan om te ontvangen wat ik u schuldig ben. Van heden af maakt gij geen deel meer uit van mijn huis. Lucie werd doodsbleek. Dus gij jaagt mij wegstamelde zij met ge smoorde stem. Ik heb uw diensten niet meer noodig. Mary had een zegepralende glimlach om de lippen. De dochter van Jeanne Fortier zag dien glim lach. Ha gij verheugt u, nietwaar hernam zij, haar vijandin vlak in de oogen ziende. Niet vol daan met mij den man ontstolen te hebben, dien ik beminde, niet voldoan met mij het hart te breken, laat gij mij wegjagen Na mijn rust, mijn vreugde vernietigd te hebben, ontrooft gij mijn brood Overal waar ik mij thans zal aan bieden, zal men mij vragen, waar ik gewerkt heb. Ik zal madame Augustine noemen en ma dame Augustine, ondervraagd, zal antwoordt n Neem dat meisje niet, haar moeder werd ver oordeeld voor diefstalf voor brandstichting, voor moord Lucie 1 mompelde de modiste ontroerd. Ach, madame, hernam de naaister, in snik ken uitbarstend, gij zijt wreed geweest voor mij en ik verdien het niet. Doch ik vergeef u. Ik ver geef u van harte. Wat u betreft, voegde zij erbij, zich tot Mary wendend, God zal zich er mee belasten om u te straffen En na die woorden uitgesproken te hebben, ging zij heen. HOOFDSTUK VII. Terwijl in den salon van madame Augustine de feiten voorvielen, welke wij onze lezers voor oogen gesteld hebben, verliet Georges Darier zijn huis, met een groot pak papieren onder den arm en liep met snellen pas de rue de Bonaparte door. Hij scheen zeer bekommerd en op de kade ge komen, begaf hij zich naar de standplaats van volle sprake oijn. De man had immers niet de echtelijke woning verlaten, maar zich slechts aan bepaalde levensomstandigheden onttrokken Hij zag dan ook geen kans een oordeel te vellen en wilde de zaak nog even in beraad houden. Intusschen zaten Bernett en Fanny Silver in de rechtzaal met de ruggen naar elkaar toege keerd. PROVINCIAAL NIEUWS. TEXEL. Twee paarden op hol. Nabij de Waal geraakten Donderdagmiddag twee paarden, één van den heer L. Keijzer en één van den hofste de „De Ruijtersplaats" op hol. De hollnde dieren die voor een maaimachine waren gespannen, renden door een gesloten damhek dat geheel ver nield werd. Op de volgende weide kwamen ze tot staan. De machine bleek ernstig beschadigd. TEXEL. De wolhandel. Personen, die dit jaar hun wol tijdig verhandelden, hebben een buiten kansje gehad, dit in tegenstelling met andere ja ren, daar dikwijls in het najaar de wol is o-pge- loopen. Thans echter is het geheel anders velen al hier verkochten in Juli-Augustus de wol voor 2,20 per Kg. een paar uur lang heeft men zelfs 2,25 geboden. Later liep de prijs terug en de hoop dat dit slechts een tijdelijke teruggang zou zijn is ijdel gebleken, de wolhandel staat nu, niettegenstaande er nog voorraad is geheel stil, daar niemend voor den geldenden prijs van 1.80 tot 1,90 wenscht te verhandelen. ITEXEL. Met een koe in aanrijding. De heer F. Visser Cz. reed Donderdagnacht na afloop van de Volksfeesten te De Cocksdorp op een mo torrijwiel huiswaarts. In den polder Waalenburg dacht hij in het duister een tweetal personen op den weg te bespeuren door rechts te houden meende hij gemakkelijk te kunnen passeeren. 't Bleek echter toen hij naderbij kwam dat een koe zich op zijn pad bevond, die, geschrokken van zijn motor, recht op het rijwiel inrende de schok was hevig, de koe had met den kop de lan taarn geraakt, die werd vernield, 't Rijwiel schoot onder den bestuurder weg en viel enkele meters verder, na oover een grinthoop te zijn gereden, om. De bestuurder kwam te vallen en hoewel hij eerst overal pijn gevoelde, bleek hij ongedeerd. Ook de motor bleek weinig te hebben geleden, zoodat hij op zijn vihekel huiswaarts kon gaan. De koe was in het duister verdwenen, doch zal vermoedelijk nog wel sporen van de aanrij ding met zich dragen. WINKEL. Toen in den voormiddag van Vrij dag omstreeks 9 uur een dorschkast, getrokken door een tractor, vervoerd werd naar den Groet polder en men bij de Boerensluis bijna op den dijk was, kon de tractor de kast niet houden en waar de remmen deigerden, reden kast en trac - rijtuigen. Er was op dat oogenblik geen rijtuig te vin den. Georges raadpleegde zijn horloge. Het was tien minuten over negenen. Ik moet nochtans den expres van tien uur vijftien halen, mompelde hij. Hij haastte zich naar een andere standplaats,* die beter voorzien was van rijtuigen. Terwijl hij zich verwijderde, bemerkte George Darier niet, dat een groote enveloppe met papie ren er in, uit zijn zak op straat gevallen was. Op dat betrekkelijke vroege uur komt er op die plaats weinig volk voorbij. Niemand bemerkte het verlies, door den jon gen advocoat geleden en kon hem bijgevolg niet waarschuwen. Jeanne, Fortier, de brooddraagster, was juist in die straat verschenen. Zij was blootshoofds en droeg over haar japon den grooten voorschoot die om zoo te zeggen de uniform van haar be trekking uitmaakte. Op het oogenblik dat zij het trottoir verliet om de straat over te steken, trok het pak, door den jongen advocaat verloren, haar aandacht. Zij bukte en nam het op. Het was, zooals we weten, een groote enveloppe. Daarop las Jeonne de woorden Mr. Georges Darier, advocaat. Georges Darier, zeide eij bij zichzelf, is dat de naam niet van den vriend van mijnheer Lucien Labroue Voorzeker, hij is 't, die dat verloren heeft. De enveloppe was niet verzegeld. Zonder haar pas te vertragen, onderzocht Jeanne er den in houd van. Er waren aanteekeningen, bloden gezegeld papier en het afschrift van een vonnis in. Het schijnen nogal gewichtige stukken te zijn, ging de vluchtelinge uit Clermont voort, de ^papieren weder in de enveloppe stekend. Waar woont die mijnheer Georges Darier Zijn adres 'stoot niet op de envelop, doch het zal gemakke lijk te vinden zijn en ik zal het hem terugbren gen. Jeanne stak het gevonden pak weg en keerde naar de quai de Bourbon terug. Dien morgen, toen zij het brood bracht bij Lu cie, had het meisje hoar gezegd dat zij, na het ontbijt, naar den winkel zou gaan. Zij was dan ook niet verwonderd haar niet thuis te vinden. Jeanne zorgde, in afwachting van haar terug komst, voor haar huishouden. Lucie keerde omstreeks elf uur terug. .l. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1928 | | pagina 1