HUNNE 19e Jaargang. Dinsdag 13 November 1928. No. 90. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR WIERINGEN EN OMSTREKEN 5 WIERINGER COURANT» UITGEVER CORN. J. BOSKER, WIERINGEN VERSCHIJNT ELKEN DINSDAG en VRIJDAG. ABONNEMENTSPRIJS per 3 maanden 1. AD VERTEN TIëN Van 1—5 regels 0.50. Iedere regel meer 0.10. BUREAU: Hippolytushoef Wierlngen. Telefoon Intercomm. No. 19. PARIJSCHE MODEBRIEVEN. Voor Parijs of Amerika. Wanneer men enkele modeshow achter el kaar gezien heeft, dan bemerkt men al spoedig hoezeer ze onderling verschillen. Sommigen zijn bestemd voor het buitenland, vooral voor Amerika. Daar ziet men wel de Parijsche mode maar een beetje opvallender, excentrieker uitgewerkt. Is hieruit de keuze gemaakt, zijn de bestellingen genoteerd, zoo komen de shows aan de buurt die werkelijk voor de Parisienne zijn bestemd. En daar de goedgekleede Parijze- naarster niet houdt van al wat opzichtig is, zijn uit deze collectie alle buitennissigheden en ex- centrike bijzonderheden weggelaten. Alles is smaakvol, maar tegelijekertijd zeer gedistin geerd. En bovendien speelt de kleur zwart, die nog altijd bij het overgroote deel der Parijsche vrouwen zeer geliefd is, er een groote rol. Som mige modehuizen laten het zwart geheel en al effen, door geen enkel tintje, zelfs geen andersr gekleurd bont, opgevroolijkt. De fijnere toilet ten worden verlevendigd door een ietsje goud, een kleine teekening van geometrische figuur tjes, b.v. Een aardig garneering die we hier en daar zagen, werd gevormd door kleine zijden, gouden of zilveren kwastjes. Deze teekenden van voren een vestje af of waren langs ingezette japon- deelen of rokbanden aangebracht. De rokken. Onze rokken blijven de neiging der laatste sei zoenen getrouw. Op dit gebied komen we niet voor plotselinge veranderingen te staan. We weten allen reeds sinds langen tijd, dat er naar steeds meer ruimte wordt gestreefd, zonder aan de slanke lijn afbreuk te doen natuurlijk. Wat de nieuwe rokken echter van de vroege re onoderscheidt, is de manier waarop men de ruimte aanbrengt. Nu eens is ze samengenomen in orgelpijpen rondom de taille. Een ander maal zijn 't godets die slechts tot halver hoogte van den rok opstijgen. En daarbij mogen we vooral niet vergeten te vermelden, dat er een sterke tendenz bestaat om de ruimte naar achteren te brengen. Soms zijn banen zoo opgezet dat ze den rok aan de achterzijde volumineus maken. Vooral bij avondjaponnen treft men dit aan. Daar vindt men b.v. een enorme breede ceintuur met geweldige lussen van achteren, verdiepings gewijze boven elkaar aangebracht, zoodat ze een lange pouf vormen, die in watervalplooien lanags den rok afdaalt. Bij zeer gekleede toilet ten wordt zoo'n „val" vervangen door een val van veeren, struis of gekrulde haneveeren. Deze val verlengt zich dan tot sleep en de draagster wandelt als een pauw met een prachtige vee- renstaart. Zeer algemeen is op het oogenblik de van achteren verlengde rok waarover we, uit esthetisch oogpunt, niet zoo heel erg roepen kunnen. Het andere uiterste is een rok die van voren langer valt dan van achteren, hetgeen al evenmin bijzonder mooi staat. Voor eenvoudige japonnetjes gelden gelukkig nog altijd geplooide en geplisseerde rokken. Die zijn practisch en gemakkelijk als dagelijk- sche dracht en staan toch altijd netjes en cor rect. Driekwartlange mantels. Onder de nieuwe mantels voor dezen winter zal ook de driekwart lange mantel wel een rol spelen. Maar in een nieuwe gestalte. Hij is niet, zooals gewoonlijk, rond van onderen, maar van achteren langer dan van voren, met over elkaar gekruiste panden die met de hand wor den vastgehouden. Tot ongeveer op de helft tusschen het middel en de knieën reikt de man tel van voren en laat dus een groot gedeelte van den rok zien. En dat is, vooral wanneer men een gekleed toilet draagt met ongelijken rok- zoom een gelukkige vondst. Want onder d »n langen, gelijk hangende mantel doen die slipjes en losse puntjes van de japon, die van achter tn of op zij er onder uit komen kijken, als afge trapte of losgetornde eindjes, wat niet fraai staat. Stofcoinbtnaties. Om gemakkelijk een mooi en bijzonder cos- tuum samen te kunnen stellen, worden op het oogenblik stoffen verkocht die met elkaar ver werkt behooren te worden, b.v. een fijne en een stevige stof in precies dezelfde kleur of b.v. crepe de chine en fluweel die met hetzelfde pa troontje zijn bedrukt. Een ander maal vindt men een zelfde motiefje op twee stoffen in ver schillende maar met elkaar harmonieerende kleuren. Voor japonnetjes van dagelijksch gebruik zul len waarschijnlijk veel ruige of in relief gewel ven stoffen worden genomen, jersey b.v. met zeer breede ribbels, in vischgraatpatroontje, enz WILHELMINE. FEUILLETON. o-o 115. Daar ik dit stuk aan niemand heb afgege ven, kan ik u geen ontvangbewijs laten zien, mijnheer, antwoordde de secretaris. Men heeft zich niet tot mij gewend, ik geef er mijn woord van eer op. Daar dit stuk buiten mijn weten uit de archieven geraakt is, moet het gestolen zijn. Mijnheer, gij brengt een zware beschuldi ging uit tegen de bedienden van het stadhuis. Roep den opvolger van Raoul Duchemin Hij is pas sedert veertien dagen in dienst. Mis schien niet wetende, wat hij doen moest, heeft hij een vergissing begaan.. Etienne Castel nam het woord. H',et is meer dan veertien dagen geleden, dat dit stuk hier weg is, zeide hij. Kunt gij den tijd nauwkeuriger bepalen vroeg de burgemeester. Ja, mijnheer, ongeveer een maand geleden Duchemin was toen nog in dienst, zeide de secretaris en 't is juist omstreeks dien lijd, dat hij zijn schulden betaald heeft, zonder dat men heeft kunnen weten, waar hij het geld vandaan haalde. Beschuldigt gij hem Ik verdenk hem, mijnheer. Het is na een ontmoeting met een vreemdeling in het hotel, waar hij in den kost was, dat hij onverwachts lijk is geworden, en een bediende van dit hotel heeft mij gezegd, dat hij den vreemdeling hem bankbiljetten heeft zien overhandigen. Ook ik acht hem tot kwade dingen in staat zeide de burgemeester en het is daarom dat ik hem weggezonden heb. Weet gij, hoe de vreem deling heet, waarvan gij spreekt In het hotel deed hij zich baron De Reiss noemen. Kent gij den baron De Reiss vroeg de bui' gemeester aan den kunstenaar. Neen mijnheer. Laat een bediende den portier van het stad huis roepen. De secretaris bracht het bevel van zijn chef over en de portier kwam onmiddellijk. Gij hebt een goed geheugen, Binet, zeide de ambtenaar van den burgerlijken stand tot hem ik zal het thans op de proef stellen. Gij zijt het, die den sleutel der archieven bewaart Ja, mijnheer de burgemeester. BINNENL. NIEUWS. DE SPOORLIJNEN ALS EXPLOITANTEN VAN BUSLIJNEN. We lezen, zegt de „Limburger Koerier" (R.K.) dat in Noord-Brabant een drietal A/RO.-dien- sten als gevolg van onvoldoend rendeeren zijn opgeheven. Het blad heeft niet bijster veel res pect voor de wijze waarop de spoorwegen het rendement van hun diensten trachten op peil te houden. De politiek, die zij daarbij voeren, is verre van fair, n.1. het, gebruik makend van macht en invloed, dooddrukken van particulie re ondernemingen. Van de vier A.T.O.-diensten in West-Brabant worden er maar liefst drie ineens opgeheven. Het rendement was onvoldoende. Het blad kan zich dat voorstellen. Particulie re ondernemers reden en rijden vaak met een Ford, alles zoo sober en eenvoudig mogelijk. De onkosten worden zooveel mogelijk gedrukt en het gevo-lg was, dat ook in niet te dicht bevolkte streken er nog wel wat aan te verdienen viel. De betrokken gemeenten pasten dan nog wel wat bij, als het bestaan der verbinding daarvan afhing. De Spcorwegen deden dat anders. Grootscher. Sjieke, piekfijne geweldige bussen met deftig aangedane chauffeurs reden langs de eenvou dige dorpjes, die nooit zooveel luxe gezien had den. Het was te begrijpen, dat het spaak moest loopen. Zóó druk was het verkeer niet, dat al die grootschheid uit de opbrengst kon worden betaald, of zelfs maar, dat de exploitatie-ver liezen niet te bar werden. De directie heeft ingepakt en de dorpen zit ten zonder. Het zal de directie verder wel koud laten, of Rucphen, Molenkwartier en Zegge nu zonder verbinding zitten. Het laat de directie koud, of eenig dorp al of niet verstoken is van eenig geregeld verkeers middel. De directie ageert tegen de particuliere auto bussen, die zij nogal gevaarlijk voor haar spoor wegen schijnt te beschouwen. Nu zij zelf probeert te verdienen, wat zij aan particuliere ondernemers probeert te ontnemen mislukt de zaak. Het zal wel niet bij West-Brabant blijven want in Oost-Brabant o.a. gaat het ook al verre van goed. De Spoorwegen blijken van de werkelijke be boeften van het platteland weinig notitie te hebben. Het ware beter, zegt het blad, dat zij haar benepen standpunt lieten varen en rustier zich lieten ontwikkelen, wat uit de behoeft on na tuurlijke wijze is ontstaan. De autobussen zullen toch blijven, eenvoudig omdat zij onmisbaar zijn. Maar het was niet noodig geweest, dat tal van dorpen voorloppig gedupeerd werden door een kortzichtige be- drijfspolitiek als die van de Nederlandsche Spoorwegen. BOTSING MOTORFIETS en AUTO. Een doode, een ernstig gewonde. Zondagavond omstreeks zes uur is op den Haagweg tegenover de Kalkoven te Rijswijk de 'heer A. van Os uit Overschie met zijn motor Gij wordt gewaarschuwd, telkens als men hem komt halen Het is aan mij, dat hen hem vraagt, en ik ben het, die hem afgeeft. Altijd Ja, mijnheer de burgemeester, altijd. Herinnert gij u of de bediende Duchemin hem u gevraagd heeft, kort vóór zijn vertrek. Welzeker. Hij heeft hdm mij gevraagd, nu ongeveer een maand geleden. Het was op een morgen. Hij kwam op het stadhuis, een uur vroeger dan naar gewoonte, en het kwam mij zeer eigenaardig voor, hem dien dag vóór de anderen te zien verschijnen, daar hij zeer lui was en gewoonlijk te laat kwam. Wat heeft hij u gezegd Dat hij nasporingen te doen had. Heeft hij den sleutel langen tijd in zijn be zit gehad Ongeveer een half uur. De secretaris kwam tusschenbeide. Er is geen twijfel meer mogelijk, mijnheer! riep hij uit. Hij is 't, die den diefstal gepleegd heeftHij is het, die het procesverbaal, in het register vervat, gestolen heeftIk zou er een eed op durven doen Wie was die Duchemin, mijnheer vroeg Etienne Castel. Een jonge bediende, zeer verstandig, maai* niet zeer nauwgezet. Zekere ernstige feiten, hem ten laste gelegd, lieten niet toe hem op het stad huis te houden. Het zou goed zijn hem te ondervragen. Men zou zonder twijfel alzoo te weten komen, aan wien hij het gestolen stuk heeft overhandigd. Duchemin is niet meer te Joigny, mijnheer antwoordde de secretaris. Hij is naar Parijs vertrokken, eenige dagen geleden, en dat heeft hem geen geluk aangebracht. Hocdat Hij bevond zich in den trein, die te Bois-le- Roi, nabij Melun, verongelukt is, en ik heb zijn naam gelezen in de lijst der slachtoffers, afge kondigd door de nieuwsbladen. Dood riep Etienne Castel uit. Ernstig gekwetst, zeide men. Misschien is hij thans reeds dood. Een half uur later verliet ik het stadhuis, aldus vertelde Etienne, voorzien van een af schrift van de akte, behoorlijk gelegaseerd. Een trein naar Parijs vertrok te drie uur vijf- en-veertig minuten. De kunstschilder ging mee tot Bois-le-Roi, waar hij te half zeven aankwam. Etienne richtte zich aanstonds tot den stati onschef. fiets in botsing gekomen met een auto. De heer Van Os en de twintigjarige mej. J. van Dijk uit Rotterdam, die op het duo zat, werden over den weg geslingerd. De heer Van Os bekwam een schedelfractuur en een dubbele beenbreuk. Mej. Van Dijk was zoo ernstig gewond, dat zij gedu rende het vervoer naar liet Ziekenhuis te 's-Gra- venhage is overleden. De heer Van Os werd per politieauto naar het ziekenhuis aan den Zuidwal te 's-Graven- hage vervoerd. Zijn toestand is zeer zorgwek kend. EEN BRUTALE INDRINGER. Een vrouw met de revolver bedreigd en bewusteloos gemaakt. T|egen kwart over twaalf Vrijdagmiddag kwam een der zoons van den heer Giebels, hoofd opzichter op de mijn „Laura" te Eygelshovon thuis. Hij vond zijn moeder bewusteloos op den grond liggen. Zij kwam door zijn pogingen spoedig weer bij en, alhoewel overspannen, kon zij het volgende verhaal doen. Ongeveer kwart over elf had iemand met een actetasch onder zijn arm aangebeld en gevraagd of de heer Giebels thuis was. Mevrouw G. ant woordde hierop ontkennend de bezoeker wil de toen zijn boodschap wel op een papiertje schrijven, maar kon dat in de tasch niet vinden Mevr. G. noodigde hierop den man in de gang, dan zou ze wel even papier halen. Nauwelijks, was de deur dicht, of de man greep de ontstel de dame bij de keel en er ontstond een worste ling. De kerel wierp de vrouw op den grond en trok een revolver. Daarop begon de worsteling opnieuw en samen kwamen aanrander en me vrouw G. in de keuken terecht. Daar dwong de man onder bedreiging met de revolver haar aan een fleschje te ruiken zij werd daarop be wusteloos. Mevr. Giebels herinnert zich nog flauw op een vraag in Zuid-Limburgsch dialect van den inbreker, waar zich het geld bevond, met den vinger naar boven eewezen te wezen. De indringer is blijkbaar onmiddellijk daarheen gegaan en heeft twee slaapkamer van boven tot onder doorzocht. Uit de lade van een der kasten heeft de man twintig biljetten van hon derd gulden, waarvan de nummers niet bekend zijn, meegenomen. Daarmee blijkbaar tevreden, heeft hij een verder onderzoek opgegeven en is zonder spoor na te laten ontkomen. Mevrouw Giebels herinnert zich nog, dat de man onge veer 1 m 70 lang was, een tenger uiterlijk, bleek gezicht en knevel had en gekleed was in een manchester broek, een ovrjas en een slap pen hoed droeg. BUITENLAND. HI^F EXAMEN VOOR HET RIJBEWIJS. Ean ongelukkig debuut. Toen eenigen tijd geleden de eigenaa'* van een auto op een der groote wegen bij Versailles voor een inigenieur der openbare werken exar men moest afleggen om zijn rijbewijs te verkrij- Sta mij toe, mijnheer, zei hij tot hem, u ee nige inlichtingen te vragen. Ik ben tot uw dienst mijnheer. Wat ver langt gij - Een inlichting aangaande een der slacht offers van de ramp, die veertien dagen geleden hier is voorgevallen. Over een der gekwetstent Ja, een jonogeman. Hoe heet hij Duchemin. Duchemin. Ha, Duchemin. Deze is zeer ernstig ge kwetst geworden, doch thans is hij volkomen hersteld geworden. Hij heeft een som van vijf duizend francs ontvangen, die hem door de spoorwegmaatschappij toegekend is als als ver goeding. Ikzelf heh hem die som overhandigd. Is hij nog te Bois-le-Roi Vóór drie dagen was hij er nog, doch hij was van plan, zich zoo spoedig mogelijk naar Parijs te begeven. Ik weet, niet of hij vertrok ken is. Gisteren en eergisteren ben ik afwezig geweest. Het zal niet moeilijk zijn te weten te ko men of hij vertrokken is Niete zoo gemakkelijk. Gij behoeft maar naar de uitspanning te gaan, waar hij verzorgd is en goed verzorgd, durf ik u zeggen. Hoe heet die uitspanning „De Bijeenkomst der Jagers." Het is op de kade, niet ver van hier. Etienne Castel bedankte den stationschef cn begaf zich naar de aangewezen plaats. De uitspanning was nog meer net geopend. De kunstenaar vond maar alleen een dienst bode. Zij kwam hem tegemoet. Het was Madeleine die wij kennen. Wat blieft u, mijnheer vroeg zij. Ik verlang een kop koffie met melk, en een inlichting. Gij kunt beide krijgen. Is het hier dat mijnheer Duchemin verblijft die gekwetst is ijb de spoorwegramp Het is hier dat hij vertoefd heeft, ja, mijn heer. Is hij dan vertrokken riep de kunstschil der uit. Ja, mijnheer, naar Parijs. Zal hij terugkomen Ja, mijnheer hij zal hier komen op een Zon dag met mejuffrouw Amanda. Wie is dat, mejuffrouw Amanda Een jonge, zeer, lieve dame, die hem hier is komen bezoeken, toen zij vernam dat hij ge kwetst was. Het is zeker een vriendin van hem. Kent gij liet adres dier juffrouw Neen, mijnheer. Kent gij haar van vroeger Ja, mijnheer. Zij heeft twee weken bij ons vertoefd, in de Moerbeziënvilla, die bij het ho tel behoort. Zij was vergezeld van een heer, van zekeren ouderdoom, maar die er zeer deftig uitzag, een baron. Een baron, herhaalde de kunstenaar. Ja, baron De Reiss. Etienne sidderde. Gij zegtbaron De Reiss riep hij uit, zijn ooren niet kunnende gelooven. Ja, mijnheer, een zeer deftig heer. En die zeker mijnheer Duchemin kende Dat geloof ik niet, daar mejuffrouw Aman da gewacht heeft tot de baron vertrokken was, om mijnheer Duchemin te komen bezoeken. Kent gij het adres van baron De Reiss Neen, mijnheer. Hebt gij hier dan geen vreemdelingenboek? T|och wel, mijnheer. Bevelen de reglementen niet er alle perso nen in te schrijven, die bij u logeeren, al is het maar één nacht Zeker, mijnheer. Welnu, dan moet baron De Reiss zijn adres opgegeven hebben. Dat zou toch wel kunnen zijn, mijnheer. Maar zie, daar is de waardin, zij zal u zelf kun nen antwoorden, voegde de dienstbode erbij, de meesteres des huizes aanwijzend, die juist bin nentrad. Ik zal uw koffie gereedmaken. De meesteres van het hotel kwam naderbij. Wat is er mijnheer vroeg zij. Etienne herhaalde haar de vraag, welke hij aan de dienstbode gesteld had. Maar dat meisje is dol, mijnheer, antwoord de de meesteres van het hotel. Ik heb zeker het adres van mijnheer den baron, een zoo deftig en beleefd man. Doch, gij begrijpt, dat ik mijn boeken niet laat zien aan de dienstboden. Ik begrijp, dat zeer goed, madame, gij hebt volkomen gelijk, hernam Etienne Castel. Gij moet weten, dat ik bevriend ben met baron Do Reiss. Wij hebben elkander in Duitschland ge kend, maar de baron, die bijna altijd op reis is, heeft om zoo te zeggen, geen vaste woonplaats. Uw dienstbode heeft toevallig zijn naam uitge sproken in mijn tegenwoordigheid cn zoo hij voor het oogenblik te Parijs is, hetgeen ik denk, zal ik gelukkig zijn hem een bezoek te brengen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Wieringer courant | 1928 | | pagina 1